Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Pianist Ivo Pogorelich: ‘Ouder worden is voor mij geen schrikbeeld’

door Frederike Berntsen
26 aug. 2024 26 augustus 2024

Ivo Pogorelich is na lange tijd terug in Het Concertgebouw. Voor Preludium filosofeert hij over het creatieve proces van interpreteren, en over klank. ‘Als je geduldig bent met de muziek en met jezelf, dan ontdek je op een dag een nieuw licht op de oude pagina’s.’

  • Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

    Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

  • Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

    Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

Bijna dertig jaar geleden speelde de Kroatische ­pianist Ivo Pogorelich voor het laatst in Het Concert­gebouw. Rachmaninoff, Skrjabin en Chopins Derde pianosonate. Dertig jaar, dat is een hap uit een leven, en een hele artistieke ontwikkeling verder. Bij zijn hernieuwde kennismaking met de Grote Zaal staat wederom Chopins Derde op het programma. ‘Deze sonate speelde ik voor het eerst toen ik vijftien was, tegen het advies van mijn toenmalige docent in’, vertelt Pogorelich. ‘Ik zou te jong en onervaren zijn, de complexiteit van het stuk zou ik nooit kunnen begrijpen. Toch wilde ik de sonate spelen. Ik kreeg uiteindelijk te horen: misschien, in de toekomst, kan het wat worden met jou en dit werk. Die toekomst is inmiddels een halve eeuw oud, en niet lang geleden besloot ik om de sonate op cd te zetten, mijn inspanningen vast te leggen.’

De enigmatische pianist bewandelt een volstrekt eigen pad: zijn muzikale daadkracht is ongrijpbaar én herkenbaar. Van zijn geboorteplaats Belgrado verhuisde hij naar Moskou, om verder te studeren. Vanaf 1976 werkte hij daar aan zijn spel bij Aliza Kezeradze, haar leraar had les gehad van Liszt. De jonge Pogorelich trouwde met Kezeradze.

Berucht is het Chopinconcours van 1980 in Warschau, waar Pogorelich om onverklaarbare redenen niet tot de finale werd toegelaten. Jurylid Martha Argerich stapte op, uit protest. Een extra carrièreboost.

‘Werken aan een stuk is een creatief proces van jaren.’

Voorafgaand aan het interview is de gespreksstof besproken. Op de geijkte vragen zit Pogorelich niet te wachten. Als het over interpretatie gaat hebben we zijn aandacht. Met trage, lage, welluidende stem: ‘Het verschil tussen vroeger en nu bij de interpretatie van een stuk is geen kwestie van een recept. Als ik ’s morgens mijn ogen opendoe denk ik niet: ik ga daar spelen, dus nu zal ik het zus en zo aanpakken. Werken aan een stuk is een creatief proces van jaren. Als je genoeg geeft van jezelf, en zoekt naar waar de noten over gaan, en als je geduldig bent met de muziek en met jezelf, dan ontdek je op een dag een nieuw licht op de oude pagina’s. Je voelt frisheid, je ziet andere invalshoeken dan die waarmee je bekend was. Hierdoor kan je begrip van het stuk en van de details beter worden. Misschien dat je het extra kunt polijsten en er nieuwe gedachten in kunt verwerken.’

Bijna dertig jaar geleden speelde de Kroatische ­pianist Ivo Pogorelich voor het laatst in Het Concert­gebouw. Rachmaninoff, Skrjabin en Chopins Derde pianosonate. Dertig jaar, dat is een hap uit een leven, en een hele artistieke ontwikkeling verder. Bij zijn hernieuwde kennismaking met de Grote Zaal staat wederom Chopins Derde op het programma. ‘Deze sonate speelde ik voor het eerst toen ik vijftien was, tegen het advies van mijn toenmalige docent in’, vertelt Pogorelich. ‘Ik zou te jong en onervaren zijn, de complexiteit van het stuk zou ik nooit kunnen begrijpen. Toch wilde ik de sonate spelen. Ik kreeg uiteindelijk te horen: misschien, in de toekomst, kan het wat worden met jou en dit werk. Die toekomst is inmiddels een halve eeuw oud, en niet lang geleden besloot ik om de sonate op cd te zetten, mijn inspanningen vast te leggen.’

De enigmatische pianist bewandelt een volstrekt eigen pad: zijn muzikale daadkracht is ongrijpbaar én herkenbaar. Van zijn geboorteplaats Belgrado verhuisde hij naar Moskou, om verder te studeren. Vanaf 1976 werkte hij daar aan zijn spel bij Aliza Kezeradze, haar leraar had les gehad van Liszt. De jonge Pogorelich trouwde met Kezeradze.

Berucht is het Chopinconcours van 1980 in Warschau, waar Pogorelich om onverklaarbare redenen niet tot de finale werd toegelaten. Jurylid Martha Argerich stapte op, uit protest. Een extra carrièreboost.

‘Werken aan een stuk is een creatief proces van jaren.’

Voorafgaand aan het interview is de gespreksstof besproken. Op de geijkte vragen zit Pogorelich niet te wachten. Als het over interpretatie gaat hebben we zijn aandacht. Met trage, lage, welluidende stem: ‘Het verschil tussen vroeger en nu bij de interpretatie van een stuk is geen kwestie van een recept. Als ik ’s morgens mijn ogen opendoe denk ik niet: ik ga daar spelen, dus nu zal ik het zus en zo aanpakken. Werken aan een stuk is een creatief proces van jaren. Als je genoeg geeft van jezelf, en zoekt naar waar de noten over gaan, en als je geduldig bent met de muziek en met jezelf, dan ontdek je op een dag een nieuw licht op de oude pagina’s. Je voelt frisheid, je ziet andere invalshoeken dan die waarmee je bekend was. Hierdoor kan je begrip van het stuk en van de details beter worden. Misschien dat je het extra kunt polijsten en er nieuwe gedachten in kunt verwerken.’

  • Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

    Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

  • Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

    Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

Het proces van andermans werk interpreteren, muziek van mensen die we niet kennen, die door eeuwen van ons gescheiden zijn en onder heel andere omstandigheden hebben geleefd, noemt Pogorelich fascinerend en oneindig. Er komt een punt waarop hij voelt dat hij een werk voor publiek kan spelen. Niet te verwarren met klaar zijn voor een opname, daarvoor moet hij een werk vele malen live hebben uitgevoerd. ‘Er zijn al zoveel opnames van zo’n Chopin-sonate op de markt, ik moet een nog grotere inspanning leveren, nog meer van mezelf geven en zeer kritisch zijn op hoe ik iets speel.’

Halverwege de jaren negentig, na de dood van zijn vrouw, wordt het stiller r­ondom Pogorelich. In Nederland is hij af en toe. Na vele uitgaven op ­Deutsche Grammophon gedurende de laatste twee decennia van de vorige eeuw verschijnt er pas in 2019 iets nieuws: Beethoven en Rachmaninoff voor Sony, en in 2022 volgt Chopin. ‘Ik vind het interessant om te zien dat mijn opnames nog steeds beluisterd worden. Na een optreden komt dikwijls iemand om een handtekening op een cd-boekje te vragen, en dat is niet zelden een cd die ouder is dan de bewonderaar zelf.’

Ivo Pogorelich in 12 dilemma’s

koffie / thee
bergen / zee (‘een mix van beide als het kan’)
zomer / winter
zoet / hartig (‘Er gaat niets boven een verse zeebaars’)
stad / platteland
ochtend / avond (‘Wat denk je dat een uitvoerend musicus zegt?’)
onderweg / thuis
boek / film (‘aangezien ik mijn leven al besteed aan bladmuziek lezen’)
snel / langzaam (‘Snelheid vindt plaats in onze hersenen’)
Beethoven / Chopin
Beethoven / Rachmaninoff
solorecital / soleren met orkest (‘Weet je, samenspelen met een orkest – en een dirigent – is als dansen met een menigte. Heb je dat ooit geprobeerd?’)


‘Appreciatie van klassieke muziek staat in directe verbinding met educatie. Ik vind het verontrustend dat in Europa, waar de klassieke muziek voornamelijk zijn wortels heeft, zo weinig geld en aandacht wordt besteed aan muziek­onderwijs. Klassieke muziek is een van de fundamenten van de Europese cultuur, niet zomaar een beetje entertainment. In Azië, waar ik geregeld speel, is dat anders. Ik repeteer veel op conservatoria, als de zaal waar ik die dag een concert geef van tevoren niet beschikbaar is. Vaak ben ik blij verrast door de moderne instrumenten die ik daar tref, nieuw materiaal, aangeschaft voor de studenten. Zo’n investering betekent dat muziekeducatie serieus wordt genomen.’

‘De ervaringsrijkdom wordt naarmate ik ouder word steeds groter.’

‘Een goede klank betekent uren werk. Je bereikt het niet door spontaan de vingers te bewegen, het is iets dat zorgvuldig is voorbereid. Met een zorgvuldig vormgegeven klank kun je je publiek naar je toe halen. Zodra de luisteraar niet meer aan triviale dingen denkt – waar zijn mijn autosleutels, heb ik de deur van de koelkast wel goed gesloten? – heb ik het goed gedaan. Ik vat het op als een groot compliment als ik de aandacht van een zaal weet vast te houden.

Dat lukt alleen na een enorme investering, na uren en uren studeren. Ik breek mij nu het hoofd over een bepaald stuk – nee, ik verklap niet welk, dat doe ik nooit voordat ik ermee het podium op kan. Ik probeer pianistische oplossingen te vinden voor het klankbeeld dat ik voor ogen heb, en gebruik mijn fantasie en ervaring. Die ervaringsrijkdom wordt naarmate ik ouder word steeds groter.’

Het proces van andermans werk interpreteren, muziek van mensen die we niet kennen, die door eeuwen van ons gescheiden zijn en onder heel andere omstandigheden hebben geleefd, noemt Pogorelich fascinerend en oneindig. Er komt een punt waarop hij voelt dat hij een werk voor publiek kan spelen. Niet te verwarren met klaar zijn voor een opname, daarvoor moet hij een werk vele malen live hebben uitgevoerd. ‘Er zijn al zoveel opnames van zo’n Chopin-sonate op de markt, ik moet een nog grotere inspanning leveren, nog meer van mezelf geven en zeer kritisch zijn op hoe ik iets speel.’

Halverwege de jaren negentig, na de dood van zijn vrouw, wordt het stiller r­ondom Pogorelich. In Nederland is hij af en toe. Na vele uitgaven op ­Deutsche Grammophon gedurende de laatste twee decennia van de vorige eeuw verschijnt er pas in 2019 iets nieuws: Beethoven en Rachmaninoff voor Sony, en in 2022 volgt Chopin. ‘Ik vind het interessant om te zien dat mijn opnames nog steeds beluisterd worden. Na een optreden komt dikwijls iemand om een handtekening op een cd-boekje te vragen, en dat is niet zelden een cd die ouder is dan de bewonderaar zelf.’

Ivo Pogorelich in 12 dilemma’s

koffie / thee
bergen / zee (‘een mix van beide als het kan’)
zomer / winter
zoet / hartig (‘Er gaat niets boven een verse zeebaars’)
stad / platteland
ochtend / avond (‘Wat denk je dat een uitvoerend musicus zegt?’)
onderweg / thuis
boek / film (‘aangezien ik mijn leven al besteed aan bladmuziek lezen’)
snel / langzaam (‘Snelheid vindt plaats in onze hersenen’)
Beethoven / Chopin
Beethoven / Rachmaninoff
solorecital / soleren met orkest (‘Weet je, samenspelen met een orkest – en een dirigent – is als dansen met een menigte. Heb je dat ooit geprobeerd?’)


‘Appreciatie van klassieke muziek staat in directe verbinding met educatie. Ik vind het verontrustend dat in Europa, waar de klassieke muziek voornamelijk zijn wortels heeft, zo weinig geld en aandacht wordt besteed aan muziek­onderwijs. Klassieke muziek is een van de fundamenten van de Europese cultuur, niet zomaar een beetje entertainment. In Azië, waar ik geregeld speel, is dat anders. Ik repeteer veel op conservatoria, als de zaal waar ik die dag een concert geef van tevoren niet beschikbaar is. Vaak ben ik blij verrast door de moderne instrumenten die ik daar tref, nieuw materiaal, aangeschaft voor de studenten. Zo’n investering betekent dat muziekeducatie serieus wordt genomen.’

‘De ervaringsrijkdom wordt naarmate ik ouder word steeds groter.’

‘Een goede klank betekent uren werk. Je bereikt het niet door spontaan de vingers te bewegen, het is iets dat zorgvuldig is voorbereid. Met een zorgvuldig vormgegeven klank kun je je publiek naar je toe halen. Zodra de luisteraar niet meer aan triviale dingen denkt – waar zijn mijn autosleutels, heb ik de deur van de koelkast wel goed gesloten? – heb ik het goed gedaan. Ik vat het op als een groot compliment als ik de aandacht van een zaal weet vast te houden.

Dat lukt alleen na een enorme investering, na uren en uren studeren. Ik breek mij nu het hoofd over een bepaald stuk – nee, ik verklap niet welk, dat doe ik nooit voordat ik ermee het podium op kan. Ik probeer pianistische oplossingen te vinden voor het klankbeeld dat ik voor ogen heb, en gebruik mijn fantasie en ervaring. Die ervaringsrijkdom wordt naarmate ik ouder word steeds groter.’

  • Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

    Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

  • Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

    Ivo Pogorelich

    Foto: Andrej Grilc

Hoe kijkt Pogorelich tegen het ouder worden aan? ‘Ouder worden is voor mij geen schrikbeeld. Ik denk dat ik als kind veel geluk had met mijn familie. De ouderen waren boven de tachtig, kerngezond en mobiel. Ik zag het ouder zijn niet als iets bedreigends, maar als iets natuurlijks. Ik vind het prettig om mezelf als eeuwige student te beschouwen. Meer en meer waardeer ik mijn vroegere studententijd, ik denk dat dat een van de rijkste periodes uit mijn leven is geweest, vol verrassingen en ontdekkingen. Ik wil dat dat leerproces nooit stopt, dus in plaats van dingen herhalen kijk ik altijd uit naar werken aan iets nieuws. Dat hoeft niet per se nieuw ­repertoire te zijn. Zo’n tien jaar geleden pakte ik wat stukken erbij die ik als tiener had gespeeld. Ik was in mijn jeugd met bepaalde dingen niet tevreden, ik was gefrustreerd over muzikale zaken en kwam moeilijkheden tegen die ik niet kon oplossen. Je moet als student natuurlijk gemotiveerd en uitgedaagd worden, vooral als iets net te moeilijk voor je is. Ik speelde en kreeg applaus, maar vanbinnen wist ik: dit is niet zoals ik het wil. Toen ik die muziek heel veel later opnieuw zag, had dat een geweldig positief effectief op me. Door de ervaring van een halve eeuw kon ik de interpretatie van de muziek voor mijn gevoel voltooien. Ik kon een hoofdstuk afsluiten.’

‘Mijn uitvoeringsconcept verandert niet met de jaren: ik moet presteren. Wat ik doe moet inspirerend en overtuigend zijn, dat is mijn werk als uitvoerend kunstenaar. Natuurlijk helpt ervaring, maar de basis blijft hetzelfde, ik moet de luisteraars deelgenoot maken van mijn idee over een stuk en mijn hart voor hen openen. Ik heb een heel belangrijk principe in het leven: ik blijf bij mijn vak, en dat is pianospelen. Ik geef geen les, ik breid mijn bezigheden niet uit, maar ik diep uit waar ik goed in ben.’

Hoe kijkt Pogorelich tegen het ouder worden aan? ‘Ouder worden is voor mij geen schrikbeeld. Ik denk dat ik als kind veel geluk had met mijn familie. De ouderen waren boven de tachtig, kerngezond en mobiel. Ik zag het ouder zijn niet als iets bedreigends, maar als iets natuurlijks. Ik vind het prettig om mezelf als eeuwige student te beschouwen. Meer en meer waardeer ik mijn vroegere studententijd, ik denk dat dat een van de rijkste periodes uit mijn leven is geweest, vol verrassingen en ontdekkingen. Ik wil dat dat leerproces nooit stopt, dus in plaats van dingen herhalen kijk ik altijd uit naar werken aan iets nieuws. Dat hoeft niet per se nieuw ­repertoire te zijn. Zo’n tien jaar geleden pakte ik wat stukken erbij die ik als tiener had gespeeld. Ik was in mijn jeugd met bepaalde dingen niet tevreden, ik was gefrustreerd over muzikale zaken en kwam moeilijkheden tegen die ik niet kon oplossen. Je moet als student natuurlijk gemotiveerd en uitgedaagd worden, vooral als iets net te moeilijk voor je is. Ik speelde en kreeg applaus, maar vanbinnen wist ik: dit is niet zoals ik het wil. Toen ik die muziek heel veel later opnieuw zag, had dat een geweldig positief effectief op me. Door de ervaring van een halve eeuw kon ik de interpretatie van de muziek voor mijn gevoel voltooien. Ik kon een hoofdstuk afsluiten.’

‘Mijn uitvoeringsconcept verandert niet met de jaren: ik moet presteren. Wat ik doe moet inspirerend en overtuigend zijn, dat is mijn werk als uitvoerend kunstenaar. Natuurlijk helpt ervaring, maar de basis blijft hetzelfde, ik moet de luisteraars deelgenoot maken van mijn idee over een stuk en mijn hart voor hen openen. Ik heb een heel belangrijk principe in het leven: ik blijf bij mijn vak, en dat is pianospelen. Ik geef geen les, ik breid mijn bezigheden niet uit, maar ik diep uit waar ik goed in ben.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.