Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
achtergrond

Achtergrond: Elgars ‘Enigma-variaties’

door Mark van Dongen
08 okt. 2020 08 oktober 2020

Edward Elgar versleutelde diverse raadsels in zijn ‘Enigma-variaties’. Vele muziekvorsers hebben getracht de raadselen van Elgars immens populaire meesterwerk te ontcijferen. Het was een groot componeerspel voor Elgar. ‘Can’t you hear it at the beginning? Only a hint, not a quotation.’

Vooropgesteld: Het is helemaal niet nodig om je in het raadsel achter de ‘Enigma-variaties’ te verdiepen om van dit ‘sleutelwerk’ (ook in letterlijke zin hét sleutelwerk in Elgars oeuvre en in de renaissance van de Engelse concertmuziek van rond 1900) te genieten.

Het was zelfs nooit de bedoeling van de componist de oplossing te geven, het raadsel moest een raadsel blijven: ‘The Enigma I will not explain – its “dark saying” must be left unguessed, and I warn you that the connexion between the Variations and the Theme is often of the slightest texture; further, through and over the whole set another larger theme “goes”, but is not played (…) So the principal Theme never appears, even as in some late dramas (…) the chief character is never on the stage.’

Het raadsel moest een raadsel blijven

Maar natuurlijk sloeg de muziekwereld meteen aan het raden. Na meer dan honderd jaar hebben talloze speurders een groot aantal kandidaten voor het fantoomthema aangedragen; of dat nu een melodie is die men als contrapunt met het hoofdthema en dus met het hele werk kan meespelen, een bekend lied dat men uit de hints kan afleiden, of misschien een buitenmuzikaal gegeven.

Variatie in thema’s

Enkele heel populaire Engelse melodieën die al snel werden genoemd heeft Elgar resoluut van de hand gewezen (Auld Lang Syne en God Save the King/Queen). Het was slechts het begin. Er zijn twee Nederlanders geweest die met hun antwoord internationaal de aandacht trokken: Theodore van Houten met Rule Brittania – onder meer vanwege de karakteristieke zetting van het driewerf ‘never’ (‘Brittons never, never, never shall be slaves’), zodat letterlijk het ‘thema nooit’ verschijnt – en Hans Westgeest – die met slim rekenwerk het Adagio cantabile uit de Sonate ‘Pathétique’ van Beethoven toepasselijk maakte.

De meest bonte reeks van cryptologische argumenten is bijeengebracht in de theorie van de Amerikaanse verzekeringsagent Bob Padgett, die zich sterk met de componist vereenzelvigt en zijn oplossing – de Lutherse hymne Ein feste Burg – met messianistisch vuur verdedigt. Padgett gebruikt onder andere analysemethodes die ook voor het kraken van de Enigma-machine van de nazi’s werden ingezet (er is beweerd dat de nazi’s hun codeermachine naar Elgars orkestwerk hadden genoemd). Met zo’n kabbala aan gecombineerde redeneermethodes moet het mogelijk zijn om elke melodie uit de westerse muziekgeschiedenis passend te krijgen.

Elgar droeg het werk op 'to my friends pictured within'

Vóór de toepassing van complexe rekenmodellen pleit dat de componist zelf als een bedreven en fanatiek cryptograaf bekend stond. Befaamd werd de ‘Dorabella Cipher’ – een nooit gekraakte code die hij aan Dora Penny opdroeg. Met deze vriendin – in een van de delen geportretteerd – correspondeerde hij over de ‘Enigma-variaties’, waarbij hij zijn verwondering uitsprak dat juist zij de oplossing niet kon raden. Behalve van raadsels hield Elgar ook van een goede practical joke en met iedere volgende redenatie lijkt het raadsel intussen alleen maar groter te worden.

Beste vrienden

Elgar noemde zijn werk aanvankelijk Variations on an Original Theme, en droeg het op ‘to my friends pictured within’. Ieder der 14 variaties verwijst naar een specifieke karaktertrek of soms naar een voorval dat hij met de betreffende persoon beleefd had. ‘This work, commenced in a spirit of humour & continued in deep seriousness, contains sketches of the composer’s friends. It may be understood that these personages comment or reflect on the original theme & each one attemps a solution of the Enigma, for so the theme is called.'

'The sketches are not “portraits” but each variation contains a distinct idea founded on some particular personality or perhaps on some incident known only to two people.’ Deze ‘beste vrienden’ heeft Elgar aangeduid met bijnamen die soms alleen hij kende, of met initialen, in één geval slechts met ***.

Deze meer voor de hand liggende puzzel werd snel opgelost.

Vooropgesteld: Het is helemaal niet nodig om je in het raadsel achter de ‘Enigma-variaties’ te verdiepen om van dit ‘sleutelwerk’ (ook in letterlijke zin hét sleutelwerk in Elgars oeuvre en in de renaissance van de Engelse concertmuziek van rond 1900) te genieten.

Het was zelfs nooit de bedoeling van de componist de oplossing te geven, het raadsel moest een raadsel blijven: ‘The Enigma I will not explain – its “dark saying” must be left unguessed, and I warn you that the connexion between the Variations and the Theme is often of the slightest texture; further, through and over the whole set another larger theme “goes”, but is not played (…) So the principal Theme never appears, even as in some late dramas (…) the chief character is never on the stage.’

Het raadsel moest een raadsel blijven

Maar natuurlijk sloeg de muziekwereld meteen aan het raden. Na meer dan honderd jaar hebben talloze speurders een groot aantal kandidaten voor het fantoomthema aangedragen; of dat nu een melodie is die men als contrapunt met het hoofdthema en dus met het hele werk kan meespelen, een bekend lied dat men uit de hints kan afleiden, of misschien een buitenmuzikaal gegeven.

Variatie in thema’s

Enkele heel populaire Engelse melodieën die al snel werden genoemd heeft Elgar resoluut van de hand gewezen (Auld Lang Syne en God Save the King/Queen). Het was slechts het begin. Er zijn twee Nederlanders geweest die met hun antwoord internationaal de aandacht trokken: Theodore van Houten met Rule Brittania – onder meer vanwege de karakteristieke zetting van het driewerf ‘never’ (‘Brittons never, never, never shall be slaves’), zodat letterlijk het ‘thema nooit’ verschijnt – en Hans Westgeest – die met slim rekenwerk het Adagio cantabile uit de Sonate ‘Pathétique’ van Beethoven toepasselijk maakte.

De meest bonte reeks van cryptologische argumenten is bijeengebracht in de theorie van de Amerikaanse verzekeringsagent Bob Padgett, die zich sterk met de componist vereenzelvigt en zijn oplossing – de Lutherse hymne Ein feste Burg – met messianistisch vuur verdedigt. Padgett gebruikt onder andere analysemethodes die ook voor het kraken van de Enigma-machine van de nazi’s werden ingezet (er is beweerd dat de nazi’s hun codeermachine naar Elgars orkestwerk hadden genoemd). Met zo’n kabbala aan gecombineerde redeneermethodes moet het mogelijk zijn om elke melodie uit de westerse muziekgeschiedenis passend te krijgen.

Elgar droeg het werk op 'to my friends pictured within'

Vóór de toepassing van complexe rekenmodellen pleit dat de componist zelf als een bedreven en fanatiek cryptograaf bekend stond. Befaamd werd de ‘Dorabella Cipher’ – een nooit gekraakte code die hij aan Dora Penny opdroeg. Met deze vriendin – in een van de delen geportretteerd – correspondeerde hij over de ‘Enigma-variaties’, waarbij hij zijn verwondering uitsprak dat juist zij de oplossing niet kon raden. Behalve van raadsels hield Elgar ook van een goede practical joke en met iedere volgende redenatie lijkt het raadsel intussen alleen maar groter te worden.

Beste vrienden

Elgar noemde zijn werk aanvankelijk Variations on an Original Theme, en droeg het op ‘to my friends pictured within’. Ieder der 14 variaties verwijst naar een specifieke karaktertrek of soms naar een voorval dat hij met de betreffende persoon beleefd had. ‘This work, commenced in a spirit of humour & continued in deep seriousness, contains sketches of the composer’s friends. It may be understood that these personages comment or reflect on the original theme & each one attemps a solution of the Enigma, for so the theme is called.'

'The sketches are not “portraits” but each variation contains a distinct idea founded on some particular personality or perhaps on some incident known only to two people.’ Deze ‘beste vrienden’ heeft Elgar aangeduid met bijnamen die soms alleen hij kende, of met initialen, in één geval slechts met ***.

Deze meer voor de hand liggende puzzel werd snel opgelost.

  • Edward Elgar

    Foto uit 1931

    Edward Elgar

    Foto uit 1931

  • Edward Elgar

    Foto uit 1931

    Edward Elgar

    Foto uit 1931

Het thema, dat we vooraf horen, lijkt een variatie op het ritme van de vier lettergrepen in Elgars naam. Het drukt zijn gevoel van eenzaamheid en onzekerheid uit, als een open vraag die in het muzikale gesprek met zijn vrienden moet worden beantwoord.

I C.A.E.: Caroline Alice Elgar, de componist verwelkomt zijn vrouw met een haar bekend motiefje.

II H.D.S-P.: Hew David Steuart-Powell, amateurpianist. We horen hem een oefening pingelen.

III R.B.T.: Richard Baxter Townshend, auteur en amateur-toneelspeler, speelt met overslaande stem de rol van een oudere heer.

IV W.M.B.: William Meath Baker, een opgewonden landjonker die we driftig een deur horen dichtslaan.

V R.P.A.: Richard Penrose Arnold, fabrieksinspecteur en amateurpianist, ‘wispelturig en geestig’.

VI Ysobel: Isabel Fitton, op les bij Elgar met haar altviool, afgeleid door een romantische gedachte.

VII Troyte: de architect Arthur Troyte Griffith probeert piano te spelen. Samen met Elgar schuilde hij ooit tijdens een storm in het huis van Winifred en Florence Norbury.

VIII W.N.: Winifred Norbury, oefent met haar zus toonladders tijdens de fluitles. We horen haar karakteristieke lach.

IX Nimrod: August Jaeger (Nimrod is in het Oude Testament een ‘jager’), de criticus en muziekuitgever die de wanhopige Elgar aanspoorde door te gaan met componeren en hem een melodie van Beethoven ten voorbeeld gaf. Het zou om het Adagio cantabile uit Beethovens ‘Pathétique’ gaan.* In een interview voegde Elgar toe dat het dat het verborgen thema ‘quite familiar’ was. Gezien de benaming lijkt het ook relevant te verwijzen naar het thema uit de finale van Tsjaikovski’s Zesde symfonie ‘Pathétique’, dat ontstaat uit de topnoten van de opeenvolgend inzettende stemmen, maar dat als dusdanig door niemand gespeeld wordt. Het verhaal is overgeleverd door Dora Penny. Elgar zou haar gezegd hebben: ‘Can’t you hear it at the beginning? Only a hint, not a quotation.’

X Dorabella - Intermezzo: de voornoemde Dora Penny, met een verwijzing naar de Dorabella uit Mozarts Così fan tutte suggestief verwerkt in een ‘intermezzo’! Dora zag het bovengenoemde verband niet. Op een ander moment beet Elgar haar sprekend over het raadsel toe: ‘I thought that you of all people would guess it.’ De houtblazers parodiëren haar stotterende spreken.

XI G.R.S.: George R. Sinclair, organist van Hereford Cathedral, die Elgar vroeg zijn buldog Dan te laten horen als die in de Wye springt en weer aan land klautert. Bovendien een verwijzing naar zowel de zestiende-eeuwse organist John Bull als naar zijn spreekwoordelijke naamgenoot met diens buldog, symbool voor Engeland.

XII B.G.N.: Basil G. Nevison, een ‘serieus en toegewijd’ cellist met wie Elgar kamermuziek speelde.

XIII *** - Romanza: een dame van goede komaf wier naam in dit ‘romantische’ verband beter verborgen kan blijven? Ogenschijnlijk Lady Mary Lygon, op dat moment op zeereis, maar het kan ook duiden op een vroegere verloofde van de componist die naar Nieuw-Zeeland vertrok. We horen een met dreunende machines aangedreven stoomschip, terwijl de klarinet Mendelssohns Meeresstille und glückliche Fahrt citeert.

XIV E.D.U.: Een zelfportret van ‘Edu’ Elgar, zoals Alice hem noemde. Varatie I en IX keren hierin terug.

*De ouderen onder ons kennen wellicht de melodie van de popsong Midnight Blue, maar al in Beethovens tijd maakte de componist Silcher er een lied op, Das Auge der Geliebten.

Beluister de volledige reeks variaties achter elkaar met onderstaande link.

Dit artikel is eerder in Preludium verschenen in mei 2017.

Het thema, dat we vooraf horen, lijkt een variatie op het ritme van de vier lettergrepen in Elgars naam. Het drukt zijn gevoel van eenzaamheid en onzekerheid uit, als een open vraag die in het muzikale gesprek met zijn vrienden moet worden beantwoord.

I C.A.E.: Caroline Alice Elgar, de componist verwelkomt zijn vrouw met een haar bekend motiefje.

II H.D.S-P.: Hew David Steuart-Powell, amateurpianist. We horen hem een oefening pingelen.

III R.B.T.: Richard Baxter Townshend, auteur en amateur-toneelspeler, speelt met overslaande stem de rol van een oudere heer.

IV W.M.B.: William Meath Baker, een opgewonden landjonker die we driftig een deur horen dichtslaan.

V R.P.A.: Richard Penrose Arnold, fabrieksinspecteur en amateurpianist, ‘wispelturig en geestig’.

VI Ysobel: Isabel Fitton, op les bij Elgar met haar altviool, afgeleid door een romantische gedachte.

VII Troyte: de architect Arthur Troyte Griffith probeert piano te spelen. Samen met Elgar schuilde hij ooit tijdens een storm in het huis van Winifred en Florence Norbury.

VIII W.N.: Winifred Norbury, oefent met haar zus toonladders tijdens de fluitles. We horen haar karakteristieke lach.

IX Nimrod: August Jaeger (Nimrod is in het Oude Testament een ‘jager’), de criticus en muziekuitgever die de wanhopige Elgar aanspoorde door te gaan met componeren en hem een melodie van Beethoven ten voorbeeld gaf. Het zou om het Adagio cantabile uit Beethovens ‘Pathétique’ gaan.* In een interview voegde Elgar toe dat het dat het verborgen thema ‘quite familiar’ was. Gezien de benaming lijkt het ook relevant te verwijzen naar het thema uit de finale van Tsjaikovski’s Zesde symfonie ‘Pathétique’, dat ontstaat uit de topnoten van de opeenvolgend inzettende stemmen, maar dat als dusdanig door niemand gespeeld wordt. Het verhaal is overgeleverd door Dora Penny. Elgar zou haar gezegd hebben: ‘Can’t you hear it at the beginning? Only a hint, not a quotation.’

X Dorabella - Intermezzo: de voornoemde Dora Penny, met een verwijzing naar de Dorabella uit Mozarts Così fan tutte suggestief verwerkt in een ‘intermezzo’! Dora zag het bovengenoemde verband niet. Op een ander moment beet Elgar haar sprekend over het raadsel toe: ‘I thought that you of all people would guess it.’ De houtblazers parodiëren haar stotterende spreken.

XI G.R.S.: George R. Sinclair, organist van Hereford Cathedral, die Elgar vroeg zijn buldog Dan te laten horen als die in de Wye springt en weer aan land klautert. Bovendien een verwijzing naar zowel de zestiende-eeuwse organist John Bull als naar zijn spreekwoordelijke naamgenoot met diens buldog, symbool voor Engeland.

XII B.G.N.: Basil G. Nevison, een ‘serieus en toegewijd’ cellist met wie Elgar kamermuziek speelde.

XIII *** - Romanza: een dame van goede komaf wier naam in dit ‘romantische’ verband beter verborgen kan blijven? Ogenschijnlijk Lady Mary Lygon, op dat moment op zeereis, maar het kan ook duiden op een vroegere verloofde van de componist die naar Nieuw-Zeeland vertrok. We horen een met dreunende machines aangedreven stoomschip, terwijl de klarinet Mendelssohns Meeresstille und glückliche Fahrt citeert.

XIV E.D.U.: Een zelfportret van ‘Edu’ Elgar, zoals Alice hem noemde. Varatie I en IX keren hierin terug.

*De ouderen onder ons kennen wellicht de melodie van de popsong Midnight Blue, maar al in Beethovens tijd maakte de componist Silcher er een lied op, Das Auge der Geliebten.

Beluister de volledige reeks variaties achter elkaar met onderstaande link.

Dit artikel is eerder in Preludium verschenen in mei 2017.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.