Tsjaikovski dirigeerde bijna het Concertgebouworkest
door Johan Giskes 28 aug. 2019 28 augustus 2019
In 1891 werd componist Pjotr Iljitsj Tsjaikovski gevraagd om het Concertgebouworkest te komen dirigeren. Tsjaikovski reageerde positief, maar van een debuut bij het nog jonge orkest kwam het nooit.
Voor het begin van het winterseizoen 1891/1892 kondigde het bestuur van Het Concertgebouw aan dat er met Tsjaikovski onderhandelingen waren gestart om hem eigen composities te laten dirigeren. De Russische componist had zich niet alleen in eigen land, maar inmiddels ook ver daarbuiten als dirigent gemanifesteerd, tot in de Verenigde Staten aan toe.
Lees ook: Een echte allrounder - voor Tsjaikovski was geen genre te min
Tsjaikovski reageerde positief en beloofde om op 11 februari 1892 met eigen muziek op te treden. Daarmee is hij de eerste grote componist die bereid was het Concertgebouworkest te dirigeren.
Voor het begin van het winterseizoen 1891/1892 kondigde het bestuur van Het Concertgebouw aan dat er met Tsjaikovski onderhandelingen waren gestart om hem eigen composities te laten dirigeren. De Russische componist had zich niet alleen in eigen land, maar inmiddels ook ver daarbuiten als dirigent gemanifesteerd, tot in de Verenigde Staten aan toe.
Lees ook: Een echte allrounder - voor Tsjaikovski was geen genre te min
Tsjaikovski reageerde positief en beloofde om op 11 februari 1892 met eigen muziek op te treden. Daarmee is hij de eerste grote componist die bereid was het Concertgebouworkest te dirigeren.
Op 9 februari verscheen echter in het Algemeen Handelsblad het bericht dat Tsjaikovski had laten weten ‘door omstandigheden onafhankelijk van zijn wil’ verhinderd te zijn. Hij had de tournee afgebroken waarmee hij Nederland zou aandoen.
Het Nieuws van den Dag meldde de volgende dag nog: ‘Natuurlijk is dit voor zeer velen een groote teleurstelling, inzonderheid voor het orkest van het Concertgebouw, waar reeds alles voor dien avond was voorbereid.’ Zijn voornemen om naar Amsterdam te komen was er niet mee van de baan, al kwam daar in het seizoen 1892/1893 opnieuw niets van terecht.
Op een herhaalde uitnodiging liet hij in oktober 1893 met groot genoegen weten dat zijn reis naar Amsterdam eind februari waarschijnlijk wél door zou gaan. Hij moest eerst in Sint-Petersburg en in Moskou optreden en wilde aanwezig zijn bij de voorbereidingen van zijn laatste opera in Moskou en Odessa, wist het Algemeen Handelsblad.
Het Concertgebouw reageerde verheugd. Kon men eind februari of begin maart op zijn aanwezigheid rekenen? Willem Kes, de eerste dirigent, zou dan met de voorgenomen uitvoering van de Vierde symfonie wachten.
Over het orkest hoefde Tsjaikovski zich geen zorgen te maken. De piccolospeler, die in het Scherzo van de symfonie gevaarlijk virtuoze, open passages heeft, ‘ne connaît pas de difficulté’. Kes zou de verschillende aanwijzingen die de Rus had doorgegeven (bij het vooraf instuderen) ter harte nemen.
Op 31 oktober 1893 schreef Tsjaikovski aan Kes dat hij geloofde omstreeks begin maart naar Amsterdam te kunnen komen. De exacte datum van zijn optreden kon men hem enkele weken daarvóór doorgeven, wat laat zien dat de invulling van de concerten in die tijd zeer lang onzeker kon blijven. Maar enkele dagen na het schrijven van de brief overleed te componist in Sint-Petersburg. Deze onverwachte, tragische en veel bediscussieerde gebeurtenis op 6 november 1893 was voor Gebouw en Orkest ingrijpend, het veegde alle ideeën over en hoop op zijn Amsterdamse optreden in één klap van tafel.
Al tijdens het abonnementsconcert van 9 november werd Tsjaikovski door het Concertgebouworkest herdacht met een – eerste – uitvoering van zijn Vierde symfonie, in plaats van de aangekondigde Derde symfonie van Johannes Brahms. Hoewel Tsjaikovski’s compositie niet met groot enthousiasme werd ontvangen, kwamen er wel al dadelijk verzoeken om een herhaling. Deze vond plaats op 30 november. Voorlopig zou echter het optreden van, zeker buitenlandse, gastdirigenten in de eigen concerten van Het Concertgebouw nog een zeldzame gebeurtenis blijven.
Op 9 februari verscheen echter in het Algemeen Handelsblad het bericht dat Tsjaikovski had laten weten ‘door omstandigheden onafhankelijk van zijn wil’ verhinderd te zijn. Hij had de tournee afgebroken waarmee hij Nederland zou aandoen.
Het Nieuws van den Dag meldde de volgende dag nog: ‘Natuurlijk is dit voor zeer velen een groote teleurstelling, inzonderheid voor het orkest van het Concertgebouw, waar reeds alles voor dien avond was voorbereid.’ Zijn voornemen om naar Amsterdam te komen was er niet mee van de baan, al kwam daar in het seizoen 1892/1893 opnieuw niets van terecht.
Op een herhaalde uitnodiging liet hij in oktober 1893 met groot genoegen weten dat zijn reis naar Amsterdam eind februari waarschijnlijk wél door zou gaan. Hij moest eerst in Sint-Petersburg en in Moskou optreden en wilde aanwezig zijn bij de voorbereidingen van zijn laatste opera in Moskou en Odessa, wist het Algemeen Handelsblad.
Het Concertgebouw reageerde verheugd. Kon men eind februari of begin maart op zijn aanwezigheid rekenen? Willem Kes, de eerste dirigent, zou dan met de voorgenomen uitvoering van de Vierde symfonie wachten.
Over het orkest hoefde Tsjaikovski zich geen zorgen te maken. De piccolospeler, die in het Scherzo van de symfonie gevaarlijk virtuoze, open passages heeft, ‘ne connaît pas de difficulté’. Kes zou de verschillende aanwijzingen die de Rus had doorgegeven (bij het vooraf instuderen) ter harte nemen.
Op 31 oktober 1893 schreef Tsjaikovski aan Kes dat hij geloofde omstreeks begin maart naar Amsterdam te kunnen komen. De exacte datum van zijn optreden kon men hem enkele weken daarvóór doorgeven, wat laat zien dat de invulling van de concerten in die tijd zeer lang onzeker kon blijven. Maar enkele dagen na het schrijven van de brief overleed te componist in Sint-Petersburg. Deze onverwachte, tragische en veel bediscussieerde gebeurtenis op 6 november 1893 was voor Gebouw en Orkest ingrijpend, het veegde alle ideeën over en hoop op zijn Amsterdamse optreden in één klap van tafel.
Al tijdens het abonnementsconcert van 9 november werd Tsjaikovski door het Concertgebouworkest herdacht met een – eerste – uitvoering van zijn Vierde symfonie, in plaats van de aangekondigde Derde symfonie van Johannes Brahms. Hoewel Tsjaikovski’s compositie niet met groot enthousiasme werd ontvangen, kwamen er wel al dadelijk verzoeken om een herhaling. Deze vond plaats op 30 november. Voorlopig zou echter het optreden van, zeker buitenlandse, gastdirigenten in de eigen concerten van Het Concertgebouw nog een zeldzame gebeurtenis blijven.