Bachs verleiding
door Erwin Roebroeks 17 mrt. 2022 17 maart 2022
De wetenschap staat nooit stil – ook in de muziek niet. In Preludium duiken we de nieuwste onderzoeken op. Deze maand: hoe Bachs passies verdoezelen en verleiden.
Toen regisseur Mel Gibson in 2004 een voorvertoning van zijn film The Passion of the Christ aan joodse geestelijk leiders liet zien, was de verontwaardiging groot. De film was van een welhaast onverdraaglijke gruwelijkheid, en met name één passage werd rabiaat antisemitisch bevonden: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ – Matteüs 27:25, de historische bron van veel beschuldigingen van collectieve schuld van de joden aan de dood van Christus. Gibson beloofde de scène te verwijderen, maar schond zijn belofte. Bij wijze van tegemoetkoming aan de joden liet hij wel de ondertiteling van de in het Aramees gesproken zin achterwege. Nog steeds geldt de film als extreem gruwelijk en gaat Gibson door voor antisemiet.
Johann Sebastian Bach kwam er wel mee weg. Hoewel er onder musicologen al eeuwenlang divers wordt gedacht over antisemitisme bij Bach, is het een feit dat hij het antisemitisch werk van Maarten Luther bezat en uitvoerig bestudeerde, waaronder diens scheldkanonnade Von den Juden und ihren Lügen. Matteüs 27:25 wordt in de Matthäus-Passion letterlijk gezongen: ‘Sein Blut komme über uns und unsre Kinder’. Hoewel de thematiek identiek is aan die van Gibson, vinden luisteraars Bachs passie niet gruwelijk. Integendeel, de Matthäus-Passion roept grote ontroering op. Hoe kan dat?
Dat is allereerst een kunstvormspecifiek trekje. Zelfs als de tekst centraal staat, zoals bij Bachs Matthäus en Johannes (beide passies zijn zodanig in tweeën gedeeld, dat de preek er technisch en inhoudelijk tussen past), dan nog lijkt muziek niet naar een directe werkelijkheid te verwijzen, zoals bijvoorbeeld film dat wél doet. Muziek lijkt de luisteraar veeleer te verleiden. Die verleiding is interessant, omdat die emotioneel geladen is.
Naar de vraag of – en zo ja op welke wijze – muziek in staat is emoties op de luisteraar over te dragen, zijn talloze studies gedaan. Patrik N. Juslin vroeg zich in 2013 in een overzichtsartikel in Frontiers in Psychology af wat de emotionele inhouden zijn die luisteraars in muziek kunnen waarnemen. Het probleem in kwestie is dat we niet weten of Bach emoties wilde uitdrukken.
Nu blijkt uit Juslins overzichtsartikel dat de meeste onderzoekers het erover eens zijn dat muziek ook emoties kan opwekken. Dit kan betekenen, dat de muziek zodanig verleidt dat problematische inhouden voor lief worden genomen en hartverscheurende taferelen verzacht raken. Dat hoeft Bach niet zo te hebben bedoeld, hij hoefde ‘alleen maar’ zijn sublieme muziek te componeren.
Meer informatie is hier te vinden.
Toen regisseur Mel Gibson in 2004 een voorvertoning van zijn film The Passion of the Christ aan joodse geestelijk leiders liet zien, was de verontwaardiging groot. De film was van een welhaast onverdraaglijke gruwelijkheid, en met name één passage werd rabiaat antisemitisch bevonden: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ – Matteüs 27:25, de historische bron van veel beschuldigingen van collectieve schuld van de joden aan de dood van Christus. Gibson beloofde de scène te verwijderen, maar schond zijn belofte. Bij wijze van tegemoetkoming aan de joden liet hij wel de ondertiteling van de in het Aramees gesproken zin achterwege. Nog steeds geldt de film als extreem gruwelijk en gaat Gibson door voor antisemiet.
Johann Sebastian Bach kwam er wel mee weg. Hoewel er onder musicologen al eeuwenlang divers wordt gedacht over antisemitisme bij Bach, is het een feit dat hij het antisemitisch werk van Maarten Luther bezat en uitvoerig bestudeerde, waaronder diens scheldkanonnade Von den Juden und ihren Lügen. Matteüs 27:25 wordt in de Matthäus-Passion letterlijk gezongen: ‘Sein Blut komme über uns und unsre Kinder’. Hoewel de thematiek identiek is aan die van Gibson, vinden luisteraars Bachs passie niet gruwelijk. Integendeel, de Matthäus-Passion roept grote ontroering op. Hoe kan dat?
Dat is allereerst een kunstvormspecifiek trekje. Zelfs als de tekst centraal staat, zoals bij Bachs Matthäus en Johannes (beide passies zijn zodanig in tweeën gedeeld, dat de preek er technisch en inhoudelijk tussen past), dan nog lijkt muziek niet naar een directe werkelijkheid te verwijzen, zoals bijvoorbeeld film dat wél doet. Muziek lijkt de luisteraar veeleer te verleiden. Die verleiding is interessant, omdat die emotioneel geladen is.
Naar de vraag of – en zo ja op welke wijze – muziek in staat is emoties op de luisteraar over te dragen, zijn talloze studies gedaan. Patrik N. Juslin vroeg zich in 2013 in een overzichtsartikel in Frontiers in Psychology af wat de emotionele inhouden zijn die luisteraars in muziek kunnen waarnemen. Het probleem in kwestie is dat we niet weten of Bach emoties wilde uitdrukken.
Nu blijkt uit Juslins overzichtsartikel dat de meeste onderzoekers het erover eens zijn dat muziek ook emoties kan opwekken. Dit kan betekenen, dat de muziek zodanig verleidt dat problematische inhouden voor lief worden genomen en hartverscheurende taferelen verzacht raken. Dat hoeft Bach niet zo te hebben bedoeld, hij hoefde ‘alleen maar’ zijn sublieme muziek te componeren.
Meer informatie is hier te vinden.