Wie is Bedřich Smetana?
Bedřich Smetana
componist
Bedřich Smetana was een Tsjechische componist. Hij is vooral bekend om zijn latere, nationalistische werk.
Jonge jaren
Bedřich (geboren Friedrich) Smetana werd op 2 maart 1824 geboren in Litomyšl in Tsjechië, toentertijd deel van het Habsburgse Rijk. Bedřich Smetana was de eerste zoon van Franz (František) Smetana en diens derde vrouw Barbora. Vader Franz had zichzelf leren lezen, schrijven (Duits, de officiële taal) en vioolspelen. Hij beheerde een brouwerij.
Smetana krijgt zijn eerste piano- en vioollessen als hij vijf jaar is. Zijn eerste compositie voltooid hij als hij acht jaar is. Op school kan de jonge componist moeilijk aarden en hij gaat van het ene naar het andere gymnasium. Van 1843 tot en met 1846 studeert hij aan de privémuziekschool van Josef Proksch. Ondertussen komt hij aan de kost als pianoleraar.
Praag en Göteborg
Smetana richt in Praag een muziekschool op. Liszt bezorgt hem een uitgever voor de Six morceaux caractéristiques, op. 1 voor piano. Hij voelt zich ongelukkig en miskend in Praag en vertrekt in 1856 naar Göteborg, waar hij opnieuw een muziekschool opent. Een bezoek aan Liszt in 1857 in Weimar inspireert Smetana tot het componeren van drie symfonische gedichten. In 1861 keert hij terug naar Praag.
Lief en leed
In 1849 trouwt Smetana met Kateřina Kolářová, ‘wilde Käthe’, een speelkameraadje uit zijn jeugd en pianolerares op de school van Proksch. Ze krijgen vier dochters, van wie er in de jaren 1854-56 drie overlijden. Het Pianotrio in d klein (1855) is opgedragen aan de nagedachtenis van de oudste dochter Bedřiška (Fritzi).
In 1856 heeft Smetana in Göteborg een kortstondige verhouding met Fröjda Benecke, de nicht van de voorzanger van de synagoge. Ze blijven vrienden. In 1859 overlijdt Kateřina op de terugreis naar Praag in Dresden aan tuberculose.
‘Mijn verdienste is dat ik een Tsjechische componist ben, de schepper van de Tsjechische stijl in de dramatische en symfonische muziek.’
Brief van 31 augustus 1882 aan de koordirigent Ludevít Procházka
In 1860 treedt Smetana in het huwelijk met Bettina Ferdinandi, de dochter van de directeur van een landbouwbedrijf. Ze krijgen twee dochters, Božena en Zdeňka.
Nationale opera’s
Smetana, in 1848 al zijdelings betrokken bij revolutionaire opstanden in Praag, raakt steeds meer in de ban van het nationalisme. Hij begint de Tsjechische taal te studeren.
Vanaf 1862 componeert hij opera’s voor het in dat jaar geopende Interimstheater, het eerste theater met voorstellingen in de Tsjechische taal. De Brandenburgers in Bohemen wordt jubelend ontvangen, maar snel vergeten. De verkochte bruid is een triomf. In 1866 wordt hij benoemd tot dirigent van het Interimstheater.
Laatste jaren
In 1874 wordt Smetana in een paar maanden tijd volledig doof, waarna hij bij zijn dochter Žofie in Jabkenice intrekt.
Al doof componeert Smetana de late meesterwerken Má vlast (‘Mijn vaderland’: zes symfonische gedichten, waaronder het bekende 'Moldau'), het Strijkkwartet ‘Uit mijn leven’ (met de hoge tinnitus-toon die zijn gehoor teistert) en drie opera’s.
Naast doofheid wordt Smetana ook geteisterd door huwelijksproblemen en geldzorgen; voor financiële ondersteuning kan hij aankloppen bij zijn oude vlam, Fröjda Benecke. Vanaf de jaren tachtig vormen geheugenverlies, zenuwinzinkingen, waanvoorstellingen en woedeaanvallen extra obstakels.
Op 23 april 1884 wordt Smetana in een psychiatrische inrichting opgenomen, waar hij een paar weken later (12 mei) overlijdt.
Lief en leed
In 1849 trouwt Smetana met Kateřina Kolářová, ‘wilde Käthe’, een speelkameraadje uit zijn jeugd en pianolerares op de school van Proksch. Ze krijgen vier dochters, van wie er in de jaren 1854-56 drie overlijden. Het Pianotrio in d klein (1855) is opgedragen aan de nagedachtenis van de oudste dochter Bedřiška (Fritzi).
In 1856 heeft Smetana in Göteborg een kortstondige verhouding met Fröjda Benecke, de nicht van de voorzanger van de synagoge. Ze blijven vrienden. In 1859 overlijdt Kateřina op de terugreis naar Praag in Dresden aan tuberculose.
‘Mijn verdienste is dat ik een Tsjechische componist ben, de schepper van de Tsjechische stijl in de dramatische en symfonische muziek.’
Brief van 31 augustus 1882 aan de koordirigent Ludevít Procházka
In 1860 treedt Smetana in het huwelijk met Bettina Ferdinandi, de dochter van de directeur van een landbouwbedrijf. Ze krijgen twee dochters, Božena en Zdeňka.
Nationale opera’s
Smetana, in 1848 al zijdelings betrokken bij revolutionaire opstanden in Praag, raakt steeds meer in de ban van het nationalisme. Hij begint de Tsjechische taal te studeren.
Vanaf 1862 componeert hij opera’s voor het in dat jaar geopende Interimstheater, het eerste theater met voorstellingen in de Tsjechische taal. De Brandenburgers in Bohemen wordt jubelend ontvangen, maar snel vergeten. De verkochte bruid is een triomf. In 1866 wordt hij benoemd tot dirigent van het Interimstheater.
Laatste jaren
In 1874 wordt Smetana in een paar maanden tijd volledig doof, waarna hij bij zijn dochter Žofie in Jabkenice intrekt.
Al doof componeert Smetana de late meesterwerken Má vlast (‘Mijn vaderland’: zes symfonische gedichten, waaronder het bekende 'Moldau'), het Strijkkwartet ‘Uit mijn leven’ (met de hoge tinnitus-toon die zijn gehoor teistert) en drie opera’s.
Naast doofheid wordt Smetana ook geteisterd door huwelijksproblemen en geldzorgen; voor financiële ondersteuning kan hij aankloppen bij zijn oude vlam, Fröjda Benecke. Vanaf de jaren tachtig vormen geheugenverlies, zenuwinzinkingen, waanvoorstellingen en woedeaanvallen extra obstakels.
Op 23 april 1884 wordt Smetana in een psychiatrische inrichting opgenomen, waar hij een paar weken later (12 mei) overlijdt.
Bijgewerkt op maandag 28 januari 2019