
Concertprogramma
Close-up: De harp centraal
Kleine Zaal 09 maart 2025 14.15 uur
musici van het Concertgebouworkest:
Petra van der Heide harp
Anneleen Schuitemaker harp
Kersten McCall fluit
Michael Gieler altviool
Dit concert maakt deel uit van de serie Close-up: Orkestleden op het Vriendenpodium.
De biografieën van de musici leest u in het programmaboekje dat gratis aan de zaal wordt verstrekt. Ze zijn ook hier te vinden.
Ook interessant:
- Het interview met Petra van der Heide
- De boekentip over Claude Debussy
FOCUS OP DE HARP
César Franck (1822-1890)
Prelude, fuga en variatie in b kl.t., op. 18 (1860-62)
oorspronkelijk voor orgel, versie voor twee harpen (Dewey Owens, 1978)
Gabriel Fauré (1845-1924)
Fantaisie, op. 79 (1898)
voor fluit en harp
Claude Debussy (1862-1918)
Sonate voor fluit, altviool en harp (1915)
Pastorale. Lento, dolce rubato
Interlude. Tempo di minuetto
Final. Allegro moderato ma
risoluto
Gabriel Pierné (1863-1937)
Impromptu-caprice in As gr.t.,
op. 9 (1886)
voor harp solo
Lotta Wennäkoski (1970)
Ciphers (2013-14)
voor fluit, altviool en harp
4th Art (Music)
5th Art (Literature)
7th Art (Cinema)
Claude Debussy
Danse sacrée et danse profane (1904)
oorspronkelijk voor harp en strijkers, bewerking voor twee harpen door Petra van der Heide
Danse sacrée. Très modéré
Danse profane. Modéré
Pearl Chertok (1918-1981)
Harpicide at Midnight
uit ‘Around the Clock Suite’ (1948)
voor harp solo
er is geen pauze
einde ± 15.40 uur
musici van het Concertgebouworkest:
Petra van der Heide harp
Anneleen Schuitemaker harp
Kersten McCall fluit
Michael Gieler altviool
Dit concert maakt deel uit van de serie Close-up: Orkestleden op het Vriendenpodium.
De biografieën van de musici leest u in het programmaboekje dat gratis aan de zaal wordt verstrekt. Ze zijn ook hier te vinden.
Ook interessant:
- Het interview met Petra van der Heide
- De boekentip over Claude Debussy
FOCUS OP DE HARP
César Franck (1822-1890)
Prelude, fuga en variatie in b kl.t., op. 18 (1860-62)
oorspronkelijk voor orgel, versie voor twee harpen (Dewey Owens, 1978)
Gabriel Fauré (1845-1924)
Fantaisie, op. 79 (1898)
voor fluit en harp
Claude Debussy (1862-1918)
Sonate voor fluit, altviool en harp (1915)
Pastorale. Lento, dolce rubato
Interlude. Tempo di minuetto
Final. Allegro moderato ma
risoluto
Gabriel Pierné (1863-1937)
Impromptu-caprice in As gr.t.,
op. 9 (1886)
voor harp solo
Lotta Wennäkoski (1970)
Ciphers (2013-14)
voor fluit, altviool en harp
4th Art (Music)
5th Art (Literature)
7th Art (Cinema)
Claude Debussy
Danse sacrée et danse profane (1904)
oorspronkelijk voor harp en strijkers, bewerking voor twee harpen door Petra van der Heide
Danse sacrée. Très modéré
Danse profane. Modéré
Pearl Chertok (1918-1981)
Harpicide at Midnight
uit ‘Around the Clock Suite’ (1948)
voor harp solo
er is geen pauze
einde ± 15.40 uur
Toelichting
Toelichting
Petra van der Heide tijdens een Club Night met musici van het Concertgebouworkest in Paradiso, 2019
Drie keer is scheepsrecht. Door de lockdown en blessureleed moest dit eerbetoon aan de harp tot twee keer toe uitgesteld worden. Petra van der Heide, soloharpiste van het Concertgebouworkest, stelde in overleg met haar orkestcollega’s Anneleen Schuitemaker, Kersten McCall en Michael Gieler een afwisselend programma samen waarin klank centraal staat.
Franse muziek heeft er een belangrijk aandeel in. Twee iconische werken van Debussy uit de periode rond 1900 komen erin voor. Maar omdat Van der Heide soms worstelt met de talrijke clichés die aan de harp kleven, wilde ze ook muziek presenteren die niet per se past bij de engelachtige reputatie van haar instrument: ‘De harp heeft een prachtige klank, en dat is meteen het probleem. Als je alleen maar impressionistische klanken aan elkaar rijgt, dreigt het geheel wat saai te worden. Daarom heb ik gekozen voor een programma met genoeg ‘bite’. Ik wil van dit concert een feest voor de oren maken.’
Petra van der Heide tijdens een Club Night met musici van het Concertgebouworkest in Paradiso, 2019
Drie keer is scheepsrecht. Door de lockdown en blessureleed moest dit eerbetoon aan de harp tot twee keer toe uitgesteld worden. Petra van der Heide, soloharpiste van het Concertgebouworkest, stelde in overleg met haar orkestcollega’s Anneleen Schuitemaker, Kersten McCall en Michael Gieler een afwisselend programma samen waarin klank centraal staat.
Franse muziek heeft er een belangrijk aandeel in. Twee iconische werken van Debussy uit de periode rond 1900 komen erin voor. Maar omdat Van der Heide soms worstelt met de talrijke clichés die aan de harp kleven, wilde ze ook muziek presenteren die niet per se past bij de engelachtige reputatie van haar instrument: ‘De harp heeft een prachtige klank, en dat is meteen het probleem. Als je alleen maar impressionistische klanken aan elkaar rijgt, dreigt het geheel wat saai te worden. Daarom heb ik gekozen voor een programma met genoeg ‘bite’. Ik wil van dit concert een feest voor de oren maken.’
César Franck (1822-1890)
Prelude, fuga en variatie
Het orgelwerk Prelude, fuga en variatie van César Franck klinkt in een arrangement voor twee harpen. ‘Dit werk geeft me de gelegenheid met mijn geweldige orkestcollega Anneleen Schuitemaker op te treden. Dankzij de bewerking door Dewey Owens klinken de twee harpen echt als een orgel.’
Franck componeerde dit driedelige werk tussen 1859 en 1862. Hij had de klank in gedachte van het Cavaillé-Coll-orgel in de Sainte-Clotilde, de nieuwe kerk op de linkeroever van Parijs waar hij als hoofdorganist werkte. De muziek ademt een fijngevoelige en melancholische sfeer, met achtereenvolgens een pastorale Prelude, een Fuga in de geest van Johann Sebastian Bach en een vloeiende Variatie op het eerste segment.
Het orgelwerk Prelude, fuga en variatie van César Franck klinkt in een arrangement voor twee harpen. ‘Dit werk geeft me de gelegenheid met mijn geweldige orkestcollega Anneleen Schuitemaker op te treden. Dankzij de bewerking door Dewey Owens klinken de twee harpen echt als een orgel.’
Franck componeerde dit driedelige werk tussen 1859 en 1862. Hij had de klank in gedachte van het Cavaillé-Coll-orgel in de Sainte-Clotilde, de nieuwe kerk op de linkeroever van Parijs waar hij als hoofdorganist werkte. De muziek ademt een fijngevoelige en melancholische sfeer, met achtereenvolgens een pastorale Prelude, een Fuga in de geest van Johann Sebastian Bach en een vloeiende Variatie op het eerste segment.
Gabriel Fauré (1845-1924)
Fantaisie
Met de Fantaisie voor fluit en harp van Gabriel Fauré schakelen we naar een hogere versnelling. Van der Heide vergelijkt dit virtuoze werk met een achtbaan, waarbij iedereen op het puntje van zijn stoel zit. Ze stelt zich hier in dienst van fluitist Kersten McCall.
Fauré schreef dit werk oorspronkelijk voor fluit en piano in 1898 op verzoek van Paul Taffanel. Deze beroemde fluitist, collega van Fauré op het Parijse conservatorium, had voor zijn leerlingen een verplicht werk nodig met flink wat technische uitdagingen. Het koste Fauré enige moeite om aan dit verzoek te voldoen, maar het resultaat was ernaar.
Met de Fantaisie voor fluit en harp van Gabriel Fauré schakelen we naar een hogere versnelling. Van der Heide vergelijkt dit virtuoze werk met een achtbaan, waarbij iedereen op het puntje van zijn stoel zit. Ze stelt zich hier in dienst van fluitist Kersten McCall.
Fauré schreef dit werk oorspronkelijk voor fluit en piano in 1898 op verzoek van Paul Taffanel. Deze beroemde fluitist, collega van Fauré op het Parijse conservatorium, had voor zijn leerlingen een verplicht werk nodig met flink wat technische uitdagingen. Het koste Fauré enige moeite om aan dit verzoek te voldoen, maar het resultaat was ernaar.
Claude Debussy (1862-1918)
Sonate
Claude Debussy componeerde de Sonate voor fluit, altviool en harp midden in de Eerste Wereldoorlog. Met het nationalistische onderschrift ‘musicien français’ maakte hij duidelijk dat hij zich afzette tegen het pathos en de dwingende vormstructuren van de Duitse en Oostenrijkse muziek. De driedelige sonate heeft een schijnbaar fragmentarische structuur en ademt een tijdloze elegantie. Nadat hij op 10 december 1916 de eerste privé-uitvoering had bijgewoond, schreef Debussy aan een vriend: ‘Het is vreselijk melancholisch. En ik weet niet zeker of men erom moet lachen of huilen. Misschien allebei?’
Claude Debussy componeerde de Sonate voor fluit, altviool en harp midden in de Eerste Wereldoorlog. Met het nationalistische onderschrift ‘musicien français’ maakte hij duidelijk dat hij zich afzette tegen het pathos en de dwingende vormstructuren van de Duitse en Oostenrijkse muziek. De driedelige sonate heeft een schijnbaar fragmentarische structuur en ademt een tijdloze elegantie. Nadat hij op 10 december 1916 de eerste privé-uitvoering had bijgewoond, schreef Debussy aan een vriend: ‘Het is vreselijk melancholisch. En ik weet niet zeker of men erom moet lachen of huilen. Misschien allebei?’
Gabriel Pierné (1863-1937)
Impromptu-caprice
Onder harpisten is het Impromptu-caprice, opus 9 van Gabriel Pierné bijzonder geliefd. Organist Pierné, de opvolger van César Franck aan de Sainte-Clotilde in Parijs, was pas 23 toen hij in 1886 dit korte meesterwerk voor harp solo afleverde. Na een vrije opening klinkt in de eerste hoofdsectie een zangerige melodie boven idiomatische drieklankbrekingen (de vakterm hiervoor, ‘arpeggio’, verwijst direct naar de harp). Als contrast volgt een strakker bolero-achtig dansritme, waarna de delicate melodie met arpeggio’s terugkeert. Een uitbundige episode rondt het geheel in stijl af.
Onder harpisten is het Impromptu-caprice, opus 9 van Gabriel Pierné bijzonder geliefd. Organist Pierné, de opvolger van César Franck aan de Sainte-Clotilde in Parijs, was pas 23 toen hij in 1886 dit korte meesterwerk voor harp solo afleverde. Na een vrije opening klinkt in de eerste hoofdsectie een zangerige melodie boven idiomatische drieklankbrekingen (de vakterm hiervoor, ‘arpeggio’, verwijst direct naar de harp). Als contrast volgt een strakker bolero-achtig dansritme, waarna de delicate melodie met arpeggio’s terugkeert. Een uitbundige episode rondt het geheel in stijl af.
Lotta Wennäkoski (1970)
Ciphers
De Finse componiste Lotta Wennäkoski raakte geïntrigeerd door het feit dat de verschillende kunstvormen in de Franse taal door middel van cijfers gerangschikt en aangeduid worden.
‘Lotta Wennaköski gebruikt originele effecten, zoals het bespelen van de harpsnaren met een verfkwast’
In haar driedelige trio Ciphers richt ze zich achtereenvolgens op de muziek als vierde kunst, de literatuur als vijfde kunst en tot slot de film als ‘le septième art’ (de zevende kunst). De bezetting is ontleend aan Debussy’s Sonate voor fluit, altviool en harp.
Van der Heide verheugt zich erop: ‘Lotta schrijft leuke, toegankelijke muziek. Ze gebruikt originele effecten, zoals het bespelen van de harpsnaren met een verfkwast. En aan het eind zal ook nog blijken dat alle drie de uitvoerenden fluit kunnen spelen.’
De Finse componiste Lotta Wennäkoski raakte geïntrigeerd door het feit dat de verschillende kunstvormen in de Franse taal door middel van cijfers gerangschikt en aangeduid worden.
‘Lotta Wennaköski gebruikt originele effecten, zoals het bespelen van de harpsnaren met een verfkwast’
In haar driedelige trio Ciphers richt ze zich achtereenvolgens op de muziek als vierde kunst, de literatuur als vijfde kunst en tot slot de film als ‘le septième art’ (de zevende kunst). De bezetting is ontleend aan Debussy’s Sonate voor fluit, altviool en harp.
Van der Heide verheugt zich erop: ‘Lotta schrijft leuke, toegankelijke muziek. Ze gebruikt originele effecten, zoals het bespelen van de harpsnaren met een verfkwast. En aan het eind zal ook nog blijken dat alle drie de uitvoerenden fluit kunnen spelen.’
Claude Debussy (1862-1918)
Danse sacrée et danse profane
Claude Debussy componeerde Danse sacrée et danse profane in 1904 op verzoek van de firma Pleyel, die haar nieuwe chromatische harp wilde promoten. Op dit instrument waren de pedalen vervangen door een tweede rij van snaren. De nieuwe uitvinding werd geen commercieel succes, maar de compositie van Debussy – vandaag de dag uitgevoerd op de traditionele harp met pedalen – veroverde een vaste plaats in het repertoire. Het eerste deel, volgens de titel een geestelijke dans, roept vage associaties op met oude kerkmelodieën. In het tweede deel, een wereldlijke dans op een walsritme, laat de harp zich van haar sensuele kant horen, al blijft de toon zeer beschaafd.
Claude Debussy componeerde Danse sacrée et danse profane in 1904 op verzoek van de firma Pleyel, die haar nieuwe chromatische harp wilde promoten. Op dit instrument waren de pedalen vervangen door een tweede rij van snaren. De nieuwe uitvinding werd geen commercieel succes, maar de compositie van Debussy – vandaag de dag uitgevoerd op de traditionele harp met pedalen – veroverde een vaste plaats in het repertoire. Het eerste deel, volgens de titel een geestelijke dans, roept vage associaties op met oude kerkmelodieën. In het tweede deel, een wereldlijke dans op een walsritme, laat de harp zich van haar sensuele kant horen, al blijft de toon zeer beschaafd.
Pearl Chertok (1918-1981)
Harpicide at Midnight
Harpicide at Midnight is het derde deel uit het vierluik voor harp solo Around the Clock Suite, waarin de Amerikaanse harpiste en componiste Pearl Chertok op humoristische wijze verslag uitbrengt van een swingend avondje uit. De eerste twee delen gaan over de uitgebreide voorbereidingen, het laatste deel over de ochtend erna. In deel drie zitten we midden in het feestgewoel. Dit blijkt uit de lange ondertitel: ‘De dans begint en het ritme wordt steeds nadrukkelijker. De melodie verdwijnt en wat er uiteindelijk overblijft is de pulsatie van de dansende voeten.’ Petra van der Heide nodigt het publiek uit om mee te bewegen bij deze jazzy uitsmijter.
Harpicide at Midnight is het derde deel uit het vierluik voor harp solo Around the Clock Suite, waarin de Amerikaanse harpiste en componiste Pearl Chertok op humoristische wijze verslag uitbrengt van een swingend avondje uit. De eerste twee delen gaan over de uitgebreide voorbereidingen, het laatste deel over de ochtend erna. In deel drie zitten we midden in het feestgewoel. Dit blijkt uit de lange ondertitel: ‘De dans begint en het ritme wordt steeds nadrukkelijker. De melodie verdwijnt en wat er uiteindelijk overblijft is de pulsatie van de dansende voeten.’ Petra van der Heide nodigt het publiek uit om mee te bewegen bij deze jazzy uitsmijter.
Toelichting
Petra van der Heide tijdens een Club Night met musici van het Concertgebouworkest in Paradiso, 2019
Drie keer is scheepsrecht. Door de lockdown en blessureleed moest dit eerbetoon aan de harp tot twee keer toe uitgesteld worden. Petra van der Heide, soloharpiste van het Concertgebouworkest, stelde in overleg met haar orkestcollega’s Anneleen Schuitemaker, Kersten McCall en Michael Gieler een afwisselend programma samen waarin klank centraal staat.
Franse muziek heeft er een belangrijk aandeel in. Twee iconische werken van Debussy uit de periode rond 1900 komen erin voor. Maar omdat Van der Heide soms worstelt met de talrijke clichés die aan de harp kleven, wilde ze ook muziek presenteren die niet per se past bij de engelachtige reputatie van haar instrument: ‘De harp heeft een prachtige klank, en dat is meteen het probleem. Als je alleen maar impressionistische klanken aan elkaar rijgt, dreigt het geheel wat saai te worden. Daarom heb ik gekozen voor een programma met genoeg ‘bite’. Ik wil van dit concert een feest voor de oren maken.’
Petra van der Heide tijdens een Club Night met musici van het Concertgebouworkest in Paradiso, 2019
Drie keer is scheepsrecht. Door de lockdown en blessureleed moest dit eerbetoon aan de harp tot twee keer toe uitgesteld worden. Petra van der Heide, soloharpiste van het Concertgebouworkest, stelde in overleg met haar orkestcollega’s Anneleen Schuitemaker, Kersten McCall en Michael Gieler een afwisselend programma samen waarin klank centraal staat.
Franse muziek heeft er een belangrijk aandeel in. Twee iconische werken van Debussy uit de periode rond 1900 komen erin voor. Maar omdat Van der Heide soms worstelt met de talrijke clichés die aan de harp kleven, wilde ze ook muziek presenteren die niet per se past bij de engelachtige reputatie van haar instrument: ‘De harp heeft een prachtige klank, en dat is meteen het probleem. Als je alleen maar impressionistische klanken aan elkaar rijgt, dreigt het geheel wat saai te worden. Daarom heb ik gekozen voor een programma met genoeg ‘bite’. Ik wil van dit concert een feest voor de oren maken.’
César Franck (1822-1890)
Prelude, fuga en variatie
Het orgelwerk Prelude, fuga en variatie van César Franck klinkt in een arrangement voor twee harpen. ‘Dit werk geeft me de gelegenheid met mijn geweldige orkestcollega Anneleen Schuitemaker op te treden. Dankzij de bewerking door Dewey Owens klinken de twee harpen echt als een orgel.’
Franck componeerde dit driedelige werk tussen 1859 en 1862. Hij had de klank in gedachte van het Cavaillé-Coll-orgel in de Sainte-Clotilde, de nieuwe kerk op de linkeroever van Parijs waar hij als hoofdorganist werkte. De muziek ademt een fijngevoelige en melancholische sfeer, met achtereenvolgens een pastorale Prelude, een Fuga in de geest van Johann Sebastian Bach en een vloeiende Variatie op het eerste segment.
Het orgelwerk Prelude, fuga en variatie van César Franck klinkt in een arrangement voor twee harpen. ‘Dit werk geeft me de gelegenheid met mijn geweldige orkestcollega Anneleen Schuitemaker op te treden. Dankzij de bewerking door Dewey Owens klinken de twee harpen echt als een orgel.’
Franck componeerde dit driedelige werk tussen 1859 en 1862. Hij had de klank in gedachte van het Cavaillé-Coll-orgel in de Sainte-Clotilde, de nieuwe kerk op de linkeroever van Parijs waar hij als hoofdorganist werkte. De muziek ademt een fijngevoelige en melancholische sfeer, met achtereenvolgens een pastorale Prelude, een Fuga in de geest van Johann Sebastian Bach en een vloeiende Variatie op het eerste segment.
Gabriel Fauré (1845-1924)
Fantaisie
Met de Fantaisie voor fluit en harp van Gabriel Fauré schakelen we naar een hogere versnelling. Van der Heide vergelijkt dit virtuoze werk met een achtbaan, waarbij iedereen op het puntje van zijn stoel zit. Ze stelt zich hier in dienst van fluitist Kersten McCall.
Fauré schreef dit werk oorspronkelijk voor fluit en piano in 1898 op verzoek van Paul Taffanel. Deze beroemde fluitist, collega van Fauré op het Parijse conservatorium, had voor zijn leerlingen een verplicht werk nodig met flink wat technische uitdagingen. Het koste Fauré enige moeite om aan dit verzoek te voldoen, maar het resultaat was ernaar.
Met de Fantaisie voor fluit en harp van Gabriel Fauré schakelen we naar een hogere versnelling. Van der Heide vergelijkt dit virtuoze werk met een achtbaan, waarbij iedereen op het puntje van zijn stoel zit. Ze stelt zich hier in dienst van fluitist Kersten McCall.
Fauré schreef dit werk oorspronkelijk voor fluit en piano in 1898 op verzoek van Paul Taffanel. Deze beroemde fluitist, collega van Fauré op het Parijse conservatorium, had voor zijn leerlingen een verplicht werk nodig met flink wat technische uitdagingen. Het koste Fauré enige moeite om aan dit verzoek te voldoen, maar het resultaat was ernaar.
Claude Debussy (1862-1918)
Sonate
Claude Debussy componeerde de Sonate voor fluit, altviool en harp midden in de Eerste Wereldoorlog. Met het nationalistische onderschrift ‘musicien français’ maakte hij duidelijk dat hij zich afzette tegen het pathos en de dwingende vormstructuren van de Duitse en Oostenrijkse muziek. De driedelige sonate heeft een schijnbaar fragmentarische structuur en ademt een tijdloze elegantie. Nadat hij op 10 december 1916 de eerste privé-uitvoering had bijgewoond, schreef Debussy aan een vriend: ‘Het is vreselijk melancholisch. En ik weet niet zeker of men erom moet lachen of huilen. Misschien allebei?’
Claude Debussy componeerde de Sonate voor fluit, altviool en harp midden in de Eerste Wereldoorlog. Met het nationalistische onderschrift ‘musicien français’ maakte hij duidelijk dat hij zich afzette tegen het pathos en de dwingende vormstructuren van de Duitse en Oostenrijkse muziek. De driedelige sonate heeft een schijnbaar fragmentarische structuur en ademt een tijdloze elegantie. Nadat hij op 10 december 1916 de eerste privé-uitvoering had bijgewoond, schreef Debussy aan een vriend: ‘Het is vreselijk melancholisch. En ik weet niet zeker of men erom moet lachen of huilen. Misschien allebei?’
Gabriel Pierné (1863-1937)
Impromptu-caprice
Onder harpisten is het Impromptu-caprice, opus 9 van Gabriel Pierné bijzonder geliefd. Organist Pierné, de opvolger van César Franck aan de Sainte-Clotilde in Parijs, was pas 23 toen hij in 1886 dit korte meesterwerk voor harp solo afleverde. Na een vrije opening klinkt in de eerste hoofdsectie een zangerige melodie boven idiomatische drieklankbrekingen (de vakterm hiervoor, ‘arpeggio’, verwijst direct naar de harp). Als contrast volgt een strakker bolero-achtig dansritme, waarna de delicate melodie met arpeggio’s terugkeert. Een uitbundige episode rondt het geheel in stijl af.
Onder harpisten is het Impromptu-caprice, opus 9 van Gabriel Pierné bijzonder geliefd. Organist Pierné, de opvolger van César Franck aan de Sainte-Clotilde in Parijs, was pas 23 toen hij in 1886 dit korte meesterwerk voor harp solo afleverde. Na een vrije opening klinkt in de eerste hoofdsectie een zangerige melodie boven idiomatische drieklankbrekingen (de vakterm hiervoor, ‘arpeggio’, verwijst direct naar de harp). Als contrast volgt een strakker bolero-achtig dansritme, waarna de delicate melodie met arpeggio’s terugkeert. Een uitbundige episode rondt het geheel in stijl af.
Lotta Wennäkoski (1970)
Ciphers
De Finse componiste Lotta Wennäkoski raakte geïntrigeerd door het feit dat de verschillende kunstvormen in de Franse taal door middel van cijfers gerangschikt en aangeduid worden.
‘Lotta Wennaköski gebruikt originele effecten, zoals het bespelen van de harpsnaren met een verfkwast’
In haar driedelige trio Ciphers richt ze zich achtereenvolgens op de muziek als vierde kunst, de literatuur als vijfde kunst en tot slot de film als ‘le septième art’ (de zevende kunst). De bezetting is ontleend aan Debussy’s Sonate voor fluit, altviool en harp.
Van der Heide verheugt zich erop: ‘Lotta schrijft leuke, toegankelijke muziek. Ze gebruikt originele effecten, zoals het bespelen van de harpsnaren met een verfkwast. En aan het eind zal ook nog blijken dat alle drie de uitvoerenden fluit kunnen spelen.’
De Finse componiste Lotta Wennäkoski raakte geïntrigeerd door het feit dat de verschillende kunstvormen in de Franse taal door middel van cijfers gerangschikt en aangeduid worden.
‘Lotta Wennaköski gebruikt originele effecten, zoals het bespelen van de harpsnaren met een verfkwast’
In haar driedelige trio Ciphers richt ze zich achtereenvolgens op de muziek als vierde kunst, de literatuur als vijfde kunst en tot slot de film als ‘le septième art’ (de zevende kunst). De bezetting is ontleend aan Debussy’s Sonate voor fluit, altviool en harp.
Van der Heide verheugt zich erop: ‘Lotta schrijft leuke, toegankelijke muziek. Ze gebruikt originele effecten, zoals het bespelen van de harpsnaren met een verfkwast. En aan het eind zal ook nog blijken dat alle drie de uitvoerenden fluit kunnen spelen.’
Claude Debussy (1862-1918)
Danse sacrée et danse profane
Claude Debussy componeerde Danse sacrée et danse profane in 1904 op verzoek van de firma Pleyel, die haar nieuwe chromatische harp wilde promoten. Op dit instrument waren de pedalen vervangen door een tweede rij van snaren. De nieuwe uitvinding werd geen commercieel succes, maar de compositie van Debussy – vandaag de dag uitgevoerd op de traditionele harp met pedalen – veroverde een vaste plaats in het repertoire. Het eerste deel, volgens de titel een geestelijke dans, roept vage associaties op met oude kerkmelodieën. In het tweede deel, een wereldlijke dans op een walsritme, laat de harp zich van haar sensuele kant horen, al blijft de toon zeer beschaafd.
Claude Debussy componeerde Danse sacrée et danse profane in 1904 op verzoek van de firma Pleyel, die haar nieuwe chromatische harp wilde promoten. Op dit instrument waren de pedalen vervangen door een tweede rij van snaren. De nieuwe uitvinding werd geen commercieel succes, maar de compositie van Debussy – vandaag de dag uitgevoerd op de traditionele harp met pedalen – veroverde een vaste plaats in het repertoire. Het eerste deel, volgens de titel een geestelijke dans, roept vage associaties op met oude kerkmelodieën. In het tweede deel, een wereldlijke dans op een walsritme, laat de harp zich van haar sensuele kant horen, al blijft de toon zeer beschaafd.
Pearl Chertok (1918-1981)
Harpicide at Midnight
Harpicide at Midnight is het derde deel uit het vierluik voor harp solo Around the Clock Suite, waarin de Amerikaanse harpiste en componiste Pearl Chertok op humoristische wijze verslag uitbrengt van een swingend avondje uit. De eerste twee delen gaan over de uitgebreide voorbereidingen, het laatste deel over de ochtend erna. In deel drie zitten we midden in het feestgewoel. Dit blijkt uit de lange ondertitel: ‘De dans begint en het ritme wordt steeds nadrukkelijker. De melodie verdwijnt en wat er uiteindelijk overblijft is de pulsatie van de dansende voeten.’ Petra van der Heide nodigt het publiek uit om mee te bewegen bij deze jazzy uitsmijter.
Harpicide at Midnight is het derde deel uit het vierluik voor harp solo Around the Clock Suite, waarin de Amerikaanse harpiste en componiste Pearl Chertok op humoristische wijze verslag uitbrengt van een swingend avondje uit. De eerste twee delen gaan over de uitgebreide voorbereidingen, het laatste deel over de ochtend erna. In deel drie zitten we midden in het feestgewoel. Dit blijkt uit de lange ondertitel: ‘De dans begint en het ritme wordt steeds nadrukkelijker. De melodie verdwijnt en wat er uiteindelijk overblijft is de pulsatie van de dansende voeten.’ Petra van der Heide nodigt het publiek uit om mee te bewegen bij deze jazzy uitsmijter.