De levendige handel in tweedehands componisten
door Vrouwkje Tuinman 26 jan. 2024 26 januari 2024
Schrijfster en dichteres Vrouwkje Tuinman reflecteert in Preludium maandelijks op haar muziekleven. Deze maand: haar nieuwste obsessie.
In de kringloopwinkel stond een borstbeeld van Richard Strauss. Dat zie je niet vaak, dacht ik. Voor ik het wist pakte ik het op. 12,50, zei de onderzijde. Richard zelf keek ook bedenkelijk dus stelde ik mezelf de vraag die ik in de kringloopwinkel zo vaak mogelijk probeer te stellen: ‘Maar heb ik het nodig?’
Het lukte me zonder schade thuis te komen, maar sindsdien heb ik er wel een obsessie bij. Overal waar ik kom zie ik Mozarts van gips en kunsthars, Beethovens van brons. Ook online blijkt er een levendige handel te bestaan in tweedehands componisten. Betekent dit dat het product ‘in’ is, of juist ‘uit’: is er vraag naar, of worden er vooral veel weggedaan?
Die 12,50 was trouwens een koopje. Elders trof ik die andere Strauss, Johann, voor 35 euro. In een antiekwinkel stonden twee Verdi’s gebroederlijk naast elkaar, voor respectievelijk 25 en 50 euro. Het verschil? De dure was gemerkt – niet door Verdi, maar door de fabrikant van het beeldje.
Ook Beethoven concurreert hevig met zichzelf. Hij lijkt duurder te worden naarmate hij kwaaier kijkt. Als zijn ogen er bijna uit rollen gaat hij boven de 100 weg. Zijn dodenmasker doet dan weer minder. Schubert stijgt in prijs naarmate hij iets meer door de wasstraat is geweest, zijn bril afgaat, zijn babyvet verdwijnt. Of als hij is uitgevoerd in ‘ivoor-look’, natuurlijk. Sommige bustes zijn tegelijkertijd een raadsel. ‘Mozart? Schubert? Beethoven?’ vraagt de advertentie zich bijvoorbeeld af. Voor 198 euro zag ik iets dat volgens het kaartje ‘lijkt op een componist’. Een soort hybride tussen Mendelssohn en Paganini. ‘Ideaal voor op de piano.’
De enige componiste die het tot snuisterij lijkt te hebben geschopt is Clara Schumann. Zij is tot dusver alleen gloednieuw te verkrijgen, vanaf 7,50. Misschien heb ik haar wél nodig.
Vrouwkje Tuinman publiceert dichtbundels en romans, en schrijft geregeld voor onder meer Trouw en theatervoorstellingen. Voor haar dichtbundel Lijfrente ontving ze De Grote Poëzieprijs 2020. Ze maakte voor Preludium de podcast In de geest van Rosemary Brown.
In de kringloopwinkel stond een borstbeeld van Richard Strauss. Dat zie je niet vaak, dacht ik. Voor ik het wist pakte ik het op. 12,50, zei de onderzijde. Richard zelf keek ook bedenkelijk dus stelde ik mezelf de vraag die ik in de kringloopwinkel zo vaak mogelijk probeer te stellen: ‘Maar heb ik het nodig?’
Het lukte me zonder schade thuis te komen, maar sindsdien heb ik er wel een obsessie bij. Overal waar ik kom zie ik Mozarts van gips en kunsthars, Beethovens van brons. Ook online blijkt er een levendige handel te bestaan in tweedehands componisten. Betekent dit dat het product ‘in’ is, of juist ‘uit’: is er vraag naar, of worden er vooral veel weggedaan?
Die 12,50 was trouwens een koopje. Elders trof ik die andere Strauss, Johann, voor 35 euro. In een antiekwinkel stonden twee Verdi’s gebroederlijk naast elkaar, voor respectievelijk 25 en 50 euro. Het verschil? De dure was gemerkt – niet door Verdi, maar door de fabrikant van het beeldje.
Ook Beethoven concurreert hevig met zichzelf. Hij lijkt duurder te worden naarmate hij kwaaier kijkt. Als zijn ogen er bijna uit rollen gaat hij boven de 100 weg. Zijn dodenmasker doet dan weer minder. Schubert stijgt in prijs naarmate hij iets meer door de wasstraat is geweest, zijn bril afgaat, zijn babyvet verdwijnt. Of als hij is uitgevoerd in ‘ivoor-look’, natuurlijk. Sommige bustes zijn tegelijkertijd een raadsel. ‘Mozart? Schubert? Beethoven?’ vraagt de advertentie zich bijvoorbeeld af. Voor 198 euro zag ik iets dat volgens het kaartje ‘lijkt op een componist’. Een soort hybride tussen Mendelssohn en Paganini. ‘Ideaal voor op de piano.’
De enige componiste die het tot snuisterij lijkt te hebben geschopt is Clara Schumann. Zij is tot dusver alleen gloednieuw te verkrijgen, vanaf 7,50. Misschien heb ik haar wél nodig.
Vrouwkje Tuinman publiceert dichtbundels en romans, en schrijft geregeld voor onder meer Trouw en theatervoorstellingen. Voor haar dichtbundel Lijfrente ontving ze De Grote Poëzieprijs 2020. Ze maakte voor Preludium de podcast In de geest van Rosemary Brown.