Achter de schermen: Damon Albarn en het Concertgebouworkest
door Martijn Voorvelt 16 mrt. 2022 16 maart 2022
Op 11 en 12 februari deelden de Britse singer-songwriter Damon Albarn en acht Afrikaanse muziekgrootheden het podium met het Concertgebouworkest.
Foto's: Peter Tollenaar, Milagro Elstak, Marcel Molle
Onder een woud van lichtbundels in de spectaculaire ronde Gashouder (Westergas, Amsterdam) zit het Concertgebouworkest klaar op een groot podium. Rechts van het orkest zitten Mamadou Diabaté (kora), zangers Afel Bocoum (met gitaar) en Baba Sissoko (met n’goni), Papy Kalula Mbongo (conga’s, djembe), Mélissa Hié (djembe), Ophélia Hié en Lansiné Kouyaté (balafon) en allround percussionist Cubain Kabeya. Dan komt Damon Albarn op, die de meeste mensen in het publiek kennen van Blur en Gorillaz.
De samenwerking tussen het orkest en een avontuurlijke popmusicus ligt in het verlengde van de eerdere Koningsnachtconcerten. Maar met de toevoeging van musici uit Mali, Congo en Burkina Faso in de postindustriële ambiance van de Gashouder ging dit project uit de koker van creatief partner Pierre Audi nog een stap verder. Er werd – zo observeerde Peter van der Lint in Trouw – een verbinding gelegd tussen ‘de aristocratie van de kora-ensembles’ en ‘de aristocratie van de Europese klassieke muziek (…) Als de perfecte trait-d’union tussen die werelden fungeerde Albarn, zittend achter zijn vleugel in het midden van beide ensembles’.
Schijnbaar moeiteloos dirigeerde André de Ridder deze multiculticombinatie in songs en stukken van Albarn, muziek met Afrikaanse roots en delen uit Olivier Messiaens vogelsymfonie Éclairs sur l’au-delà. Countertenor Christopher Robson vertolkte met zijn engelachtige stem Edward Kelley uit Albarns opera Dr Dee. En dan klonk ook nog de wereldpremière van Albarns orkestwerk Loops, georkestreerd door Josephine Stephenson.
Mede doordat er per avond maar vierhonderd mensen in de zaal mochten – in plaats van de geplande duizend – voelde het verrassend intiem. Veel blije gezichten bij deze culturele kruisbestuiving: een warm bad in een tijd waarin kunst en cultuur steeds meer naar de marge worden verbannen. ‘Dit is waar het om gaat’, sprak Albarn tegen het publiek, ‘avonden zoals deze: dit is ons verzet!’
De touwtjes in handen
De repetitie in de Gashouder is in volle gang.
Orkest op scherm
Tijdens de repetitie: v.l.n.r. Damon Albarn, Baba Sissoko, Afel Bocoum, Mélissa Hié, Mamadou Diabaté, Lansiné Kouyaté en Ophélia Hié.
Koper centraal
Ook de swingende kopersectie, met vooraan solotrompettist Miroslav Petrov, had een glansrol.
Petje af
Damon Albarn houdt dirigent en orkest goed in de gaten.
Twee om twee
Balafonisten Lansiné Kouyaté en Ophélia Hié met op het videoscherm Baba Sissoko en Afel Bocoum.
Silhouet
Mamadou Diabaté, meester op de kora, is een telg uit de beroemde Malinese griottenfamilie die al eeuwenlang topmusici levert.
Samenspel
Oogcontact tussen Damon Albarn en Mamadou Diabaté: het speelplezier spat ervan af.
Dansje wagen?
Damon Albarn en Baba Sissoko laten zich meeslepen door het ritme; links dirigent André de Ridder.
Applaus
Dirigent André de Ridder (linksboven) en Damon Albarn (aan de piano) vestigen de aandacht op het ensemble vooraan. Op links, van voor naar achter: Mamadou Diabaté, Afel Bocoum en Baba Sissoko. In het midden Papy Kalula Mbongo en Mélissa Hié. Rechts Ophélia Hié, Lansiné Kouyaté en Cubain Kabeya.
Foto's: Peter Tollenaar, Milagro Elstak, Marcel Molle
Onder een woud van lichtbundels in de spectaculaire ronde Gashouder (Westergas, Amsterdam) zit het Concertgebouworkest klaar op een groot podium. Rechts van het orkest zitten Mamadou Diabaté (kora), zangers Afel Bocoum (met gitaar) en Baba Sissoko (met n’goni), Papy Kalula Mbongo (conga’s, djembe), Mélissa Hié (djembe), Ophélia Hié en Lansiné Kouyaté (balafon) en allround percussionist Cubain Kabeya. Dan komt Damon Albarn op, die de meeste mensen in het publiek kennen van Blur en Gorillaz.
De samenwerking tussen het orkest en een avontuurlijke popmusicus ligt in het verlengde van de eerdere Koningsnachtconcerten. Maar met de toevoeging van musici uit Mali, Congo en Burkina Faso in de postindustriële ambiance van de Gashouder ging dit project uit de koker van creatief partner Pierre Audi nog een stap verder. Er werd – zo observeerde Peter van der Lint in Trouw – een verbinding gelegd tussen ‘de aristocratie van de kora-ensembles’ en ‘de aristocratie van de Europese klassieke muziek (…) Als de perfecte trait-d’union tussen die werelden fungeerde Albarn, zittend achter zijn vleugel in het midden van beide ensembles’.
Schijnbaar moeiteloos dirigeerde André de Ridder deze multiculticombinatie in songs en stukken van Albarn, muziek met Afrikaanse roots en delen uit Olivier Messiaens vogelsymfonie Éclairs sur l’au-delà. Countertenor Christopher Robson vertolkte met zijn engelachtige stem Edward Kelley uit Albarns opera Dr Dee. En dan klonk ook nog de wereldpremière van Albarns orkestwerk Loops, georkestreerd door Josephine Stephenson.
Mede doordat er per avond maar vierhonderd mensen in de zaal mochten – in plaats van de geplande duizend – voelde het verrassend intiem. Veel blije gezichten bij deze culturele kruisbestuiving: een warm bad in een tijd waarin kunst en cultuur steeds meer naar de marge worden verbannen. ‘Dit is waar het om gaat’, sprak Albarn tegen het publiek, ‘avonden zoals deze: dit is ons verzet!’
De touwtjes in handen
De repetitie in de Gashouder is in volle gang.
Orkest op scherm
Tijdens de repetitie: v.l.n.r. Damon Albarn, Baba Sissoko, Afel Bocoum, Mélissa Hié, Mamadou Diabaté, Lansiné Kouyaté en Ophélia Hié.
Koper centraal
Ook de swingende kopersectie, met vooraan solotrompettist Miroslav Petrov, had een glansrol.
Petje af
Damon Albarn houdt dirigent en orkest goed in de gaten.
Twee om twee
Balafonisten Lansiné Kouyaté en Ophélia Hié met op het videoscherm Baba Sissoko en Afel Bocoum.
Silhouet
Mamadou Diabaté, meester op de kora, is een telg uit de beroemde Malinese griottenfamilie die al eeuwenlang topmusici levert.
Samenspel
Oogcontact tussen Damon Albarn en Mamadou Diabaté: het speelplezier spat ervan af.
Dansje wagen?
Damon Albarn en Baba Sissoko laten zich meeslepen door het ritme; links dirigent André de Ridder.
Applaus
Dirigent André de Ridder (linksboven) en Damon Albarn (aan de piano) vestigen de aandacht op het ensemble vooraan. Op links, van voor naar achter: Mamadou Diabaté, Afel Bocoum en Baba Sissoko. In het midden Papy Kalula Mbongo en Mélissa Hié. Rechts Ophélia Hié, Lansiné Kouyaté en Cubain Kabeya.