Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
infographic

De symfonieën van Brahms

door Martijn Voorvelt
24 apr. 2023 24 april 2023

Brahms schreef vier symfonieën, allemaal klassiek vierdelig. Ze vormen een perfect kwartet. Iedere symfonie heeft een heel eigen sfeer en verraadt waar Brahms zich mee bezighield ten tijde van de compositie.

Het is altijd moeilijk schrijven over de muziek die Johannes Brahms componeerde, omdat hij er niets in uitbeeldt. Het is pure muzikale abstractie. Toch laten zijn vier symfonieën iets los over zijn preoccupaties ten tijde van het componeren – meer dan we meestal denken. We brachten het in beeld in onderstaande infographic. Benieuwd wat je allemaal ziet? Lees de uitleg eronder.

Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Brahms’ vier symfonieën zijn in twee paren in te delen: nummers 1 en 2 zijn licht en optimistisch, en nummers 3 en 4 zijn melancholiek en donker. De Eerste en Tweede symfonie representeren de lange ontwikkeling en triomf van Brahms als symfonicus. Zo is te zien dat Brahms met zijn Eerste symfonie – waar hij twintig jaar over deed – uit de schaduw van Beethoven stapt: de symfonie ontwikkelt zich, op z’n Beethovens, van het tragische c klein naar het stralende C groot.

De Tweede symfonie schreef Brahms snel, tijdens een zomer in de natuur, en is licht en bruisend, een ‘pastorale’ – maar toch met een melancholisch randje. Verwijzingen naar bijvoorbeeld zijn eigen Wiegenlied en uitspraken over ‘zwarte vleugels’ doen vermoeden dat het een symfonie is over de cyclus van het leven, de eenheid van leven en dood, en de natuur.

De laatste twee symfonieën zijn donkerder getint – melancholiek, introspectief en herfstig. In de Derde symfonie eert Brahms zijn overleden vriend Robert Schumann en diens weduwe, Brahms’ goede vriendin en raadgever Clara Schumann. Hij parafraseert onder meer Schumanns Rheinische sinfonie (Schumann had geprobeerd zich te verdrinken in de Rijn) en het ‘meerminnenkoor’ uit Wagners Tannhäuser, dat verwijst naar de Lorelei-rots aan de Rijn, die Brahms zeker bezocht heeft.

Het Rijnlandschap gaat over in een middeleeuws aandoend woudenlandschap voor de duistere, diepzinnige en pessimistische Vierde symfonie, die opnieuw teruggrijpt op Beethoven, maar vooral ook op Bach, die we terughoren in de Finale (beiden zijn te zien). Bach, Beethoven en Brahms als drie symfonische giganten.

Het is altijd moeilijk schrijven over de muziek die Johannes Brahms componeerde, omdat hij er niets in uitbeeldt. Het is pure muzikale abstractie. Toch laten zijn vier symfonieën iets los over zijn preoccupaties ten tijde van het componeren – meer dan we meestal denken. We brachten het in beeld in onderstaande infographic. Benieuwd wat je allemaal ziet? Lees de uitleg eronder.

Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Brahms’ vier symfonieën zijn in twee paren in te delen: nummers 1 en 2 zijn licht en optimistisch, en nummers 3 en 4 zijn melancholiek en donker. De Eerste en Tweede symfonie representeren de lange ontwikkeling en triomf van Brahms als symfonicus. Zo is te zien dat Brahms met zijn Eerste symfonie – waar hij twintig jaar over deed – uit de schaduw van Beethoven stapt: de symfonie ontwikkelt zich, op z’n Beethovens, van het tragische c klein naar het stralende C groot.

De Tweede symfonie schreef Brahms snel, tijdens een zomer in de natuur, en is licht en bruisend, een ‘pastorale’ – maar toch met een melancholisch randje. Verwijzingen naar bijvoorbeeld zijn eigen Wiegenlied en uitspraken over ‘zwarte vleugels’ doen vermoeden dat het een symfonie is over de cyclus van het leven, de eenheid van leven en dood, en de natuur.

De laatste twee symfonieën zijn donkerder getint – melancholiek, introspectief en herfstig. In de Derde symfonie eert Brahms zijn overleden vriend Robert Schumann en diens weduwe, Brahms’ goede vriendin en raadgever Clara Schumann. Hij parafraseert onder meer Schumanns Rheinische sinfonie (Schumann had geprobeerd zich te verdrinken in de Rijn) en het ‘meerminnenkoor’ uit Wagners Tannhäuser, dat verwijst naar de Lorelei-rots aan de Rijn, die Brahms zeker bezocht heeft.

Het Rijnlandschap gaat over in een middeleeuws aandoend woudenlandschap voor de duistere, diepzinnige en pessimistische Vierde symfonie, die opnieuw teruggrijpt op Beethoven, maar vooral ook op Bach, die we terughoren in de Finale (beiden zijn te zien). Bach, Beethoven en Brahms als drie symfonische giganten.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.