Wie is Dmitri Sjostakovitsj?
Dmitri Sjostakovitsj
componist
Dmitri (Dmitrijevitsj) Sjostakovitsj was een Russische componist. Hij is vooral bekend om zijn symfonieën en strijkkwartetten.
Jeugd
Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj werd op 25 september 1906 te Sint-Petersburg geboren. Vanaf zijn negende kreeg hij pianolessen. Hij bleek een talent: al op zijn dertiende werd hij toegelaten tot het Conservatorium van Sint-Petersburg. In 1925 studeerde hij af met de succesvolle première van zijn Eerste symfonie.
Sjostakovitsj en de staat
De Eerste symfonie was nog redelijk tonaal, maar hierna ging Sjostakovitsj al snel experimenteren. In de Tweede symfonie uit 1927, bijnaam ‘Oktober’, zitten de noten zo dicht tegen elkaar dat het soms moeilijk is een bepaalde melodie te ontdekken. Het past in de ideologie van de muzikale avant-garde van de Sovjet-Unie in deze tijd.
Onder Stalin, die sinds de dood van Lenin in 1924 steeds meer macht naar zich toe wist te trekken, kwam aan dit soort experimentele uitspattingen een einde. Volgens de dictator moest alle kunst te begrijpen zijn voor de gemiddelde arbeider en een positief beeld van de socialistische toekomst uitdragen: dit propagandagenre werd door het regime ‘socialistisch realisme’ genoemd.
In 1936 verscheen in de Pravda (‘Waarheid’, het partijblad) een artikel met de naam ‘Chaos in plaats van muziek’. Hierin werd Sjostakovitsj’ opera Lady MacBeth uit het district Mtsensk door het slijk gehaald om het ‘negatieve’ libretto, de ‘bourgeois innovaties’ en de ‘expres dissonante, verwarde stroom geluid’.
Sjostakovitsj haalde onmiddellijk zijn al voltooide Vierde symfonie van het programma en componeerde nooit meer een opera. Een jaar later bracht hij zijn Vijfde symfonie ten gehore. Hoewel dit werk een stuk helderder en minder dissonant was dan Lady MacBeth, wist Sjostakovitsj toch een eigen stijl te behouden. Het sovjetregime waardeerde de ommekeer en de naam van de componist was voorlopig gezuiverd.
Desondanks bleef Sjostakovitsj het moeilijk hebben onder Stalin. Hij moest bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog voortdurend opdraven met muziek over de triomfen van het Rode Leger, en had weinig artistieke vrijheid. Als zijn Achtste en Negende symfonie het levenslicht zien groeit de kritiek opnieuw: de Achtste symfonie is te treurig – terwijl het Rode Leger eindelijk de overhand krijgt – en de Negende symfonie is 'ongepast, kinderlijk vrolijk', zo kort na de Tweede Wereldoorlog.
Met de invoering van de Zjdanovbeleid in 1948 – gebaseerd op een doctrine van politicus Sergej Zjdanov, die voorschreef dat iedere kunstenaar volkomen naar het denkbeeld van de Sovjetunie moest handelen – kreeg Sjostakovitsj een officiële waarschuwing. Als gevolg verloor hij zijn functie aan het conservatorium van Moskou en zat hij zonder inkomen.
Sjostakovitsj trok zich terug en componeerde bijna alleen nog filmmuziek 'om de rekeningen te betalen'. De rest belandde in de la van zijn bureau, uit angst dat er iets verkeerds in zou worden gehoord.
Volgens Stalin moest alle kunst te begrijpen zijn voor de gemiddelde arbeider en een positief beeld van de socialistische toekomst uitdragen
Pas na de dood van Stalin in 1953 keerde Sjostakovitsj terug in de concertzaal. Zijn kenmerkende chromatische, dissonante stijl keerde ook terug, hoewel de basis van zijn stukken veelal tonaal bleef. Dit is goed te horen in het bekende Achtste strijkkwartet. Na Stalin’s dood kon Sjostakovitsj makkelijker naar het westen; hij bezocht zowel Engeland als de Verenigde Staten en legde contacten met Benjamin Britten en Leonard Bernstein.
Liefde en dood
Sjostakovitsj trouwde liefst drie keer. Met zijn eerste vrouw, Nina Vazar, kreeg hij twee kinderen. Zij overleed in 1954, na 22 jaar huwelijk, aan kanker. Zijn tweede huwelijk, met Margarita Kainova, hield drie jaar stand. In 1962 hertrouwde Sjostakovitsj opnieuw, met Irina Soepinskaja. Zij bleven samen tot zijn dood.
Op 9 augustus 1975 overleed Sjostakovitsj aan de gevolgen van longkanker. Hij kreeg een staatsbegrafenis.
Sjostakovitsj haalde onmiddellijk zijn al voltooide Vierde symfonie van het programma en componeerde nooit meer een opera. Een jaar later bracht hij zijn Vijfde symfonie ten gehore. Hoewel dit werk een stuk helderder en minder dissonant was dan Lady MacBeth, wist Sjostakovitsj toch een eigen stijl te behouden. Het sovjetregime waardeerde de ommekeer en de naam van de componist was voorlopig gezuiverd.
Desondanks bleef Sjostakovitsj het moeilijk hebben onder Stalin. Hij moest bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog voortdurend opdraven met muziek over de triomfen van het Rode Leger, en had weinig artistieke vrijheid. Als zijn Achtste en Negende symfonie het levenslicht zien groeit de kritiek opnieuw: de Achtste symfonie is te treurig – terwijl het Rode Leger eindelijk de overhand krijgt – en de Negende symfonie is 'ongepast, kinderlijk vrolijk', zo kort na de Tweede Wereldoorlog.
Met de invoering van de Zjdanovbeleid in 1948 – gebaseerd op een doctrine van politicus Sergej Zjdanov, die voorschreef dat iedere kunstenaar volkomen naar het denkbeeld van de Sovjetunie moest handelen – kreeg Sjostakovitsj een officiële waarschuwing. Als gevolg verloor hij zijn functie aan het conservatorium van Moskou en zat hij zonder inkomen.
Sjostakovitsj trok zich terug en componeerde bijna alleen nog filmmuziek 'om de rekeningen te betalen'. De rest belandde in de la van zijn bureau, uit angst dat er iets verkeerds in zou worden gehoord.
Volgens Stalin moest alle kunst te begrijpen zijn voor de gemiddelde arbeider en een positief beeld van de socialistische toekomst uitdragen
Pas na de dood van Stalin in 1953 keerde Sjostakovitsj terug in de concertzaal. Zijn kenmerkende chromatische, dissonante stijl keerde ook terug, hoewel de basis van zijn stukken veelal tonaal bleef. Dit is goed te horen in het bekende Achtste strijkkwartet. Na Stalin’s dood kon Sjostakovitsj makkelijker naar het westen; hij bezocht zowel Engeland als de Verenigde Staten en legde contacten met Benjamin Britten en Leonard Bernstein.
Liefde en dood
Sjostakovitsj trouwde liefst drie keer. Met zijn eerste vrouw, Nina Vazar, kreeg hij twee kinderen. Zij overleed in 1954, na 22 jaar huwelijk, aan kanker. Zijn tweede huwelijk, met Margarita Kainova, hield drie jaar stand. In 1962 hertrouwde Sjostakovitsj opnieuw, met Irina Soepinskaja. Zij bleven samen tot zijn dood.
Op 9 augustus 1975 overleed Sjostakovitsj aan de gevolgen van longkanker. Hij kreeg een staatsbegrafenis.
Bijgewerkt op dinsdag 10 januari 2023