Dresscode bij de opera
door Vrouwkje Tuinman 11 dec. 2019 11 december 2019
Schrijfster en dichteres Vrouwkje Tuinman reflecteert in Preludium maandelijks op haar muziekleven. Deze maand: wat is de dresscode bij de opera?
‘Wat moet ik aan?’
Mijn vriendin gaat voor het eerst naar een opera. Haar kersverse verkering heeft als verrassing kaartjes gekocht.
‘Goh, dat had ik niet achter hem gezocht,’ zeg ik. Haar (leuke!) verkering heeft veel trefwoorden aan zich hangen (mountainbiken, grote honden, vette leasebak) maar opera zat daar in mijn hoofd niet bij.
‘Ja, het staat al heel lang op zijn bucketlist.’
Wat snobistisch van mij. Natuurlijk houden ook sportieve dierenliefhebbers met een baan in het bankwezen van muziek. Wie weet wat hij in die leasebak altijd op heeft staan.
‘Ik ga niet helemaal in gala, hoor,’ concludeert mijn vriendin alvast.
‘Wat is het voor opera?’ wil ik weten, in mijn hoofd de diverse publieken alvast in hokjes stoppend, want dat is blijkbaar wat ik doe. Je hebt muziek die mensen in asymmetrische zwarte designkleren trekt, en de werken waar meer mensen in tweed op afkomen. Ik heb avonden meegemaakt met vooral studenten (zoals ikzelf) die last minute voor een tientje naar binnen mochten (ik ging destijds heel wat vaker dan tegenwoordig). En er is een aparte categorie operabezoekers in zeer nette, maar toch praktische kleding. Alsof ze voor één keer de nordic walking-sticks thuis hebben gelaten.
‘Niet te veel lagen,’ zeg ik. Dat vind ik zelf nogal ergerlijk. Mensen die af en toe iets uittrekken, en dan weer aan, met ge-elleboog erbij, en gebobbel van een dikke trui die tussen hen en mij is gepropt.
Zelf heb ik altijd gewoon aan wat ik al aan had. Maar dat is niet per se een aanbeveling: ik heb ook aan wat ik al aan had wanneer ik de braamstruiken snoei, en ik moet bekennen dat dat niet altijd een goed idee is. Achteraf.
Een blik op de website leert me dat ze naar Wagner gaan. Zo een met meerdere pauzes.
‘Iets warms,’ concludeer ik nu toch.
Gelukkig hoef je voor je bucketlist maar één keer.
‘Wat moet ik aan?’
Mijn vriendin gaat voor het eerst naar een opera. Haar kersverse verkering heeft als verrassing kaartjes gekocht.
‘Goh, dat had ik niet achter hem gezocht,’ zeg ik. Haar (leuke!) verkering heeft veel trefwoorden aan zich hangen (mountainbiken, grote honden, vette leasebak) maar opera zat daar in mijn hoofd niet bij.
‘Ja, het staat al heel lang op zijn bucketlist.’
Wat snobistisch van mij. Natuurlijk houden ook sportieve dierenliefhebbers met een baan in het bankwezen van muziek. Wie weet wat hij in die leasebak altijd op heeft staan.
‘Ik ga niet helemaal in gala, hoor,’ concludeert mijn vriendin alvast.
‘Wat is het voor opera?’ wil ik weten, in mijn hoofd de diverse publieken alvast in hokjes stoppend, want dat is blijkbaar wat ik doe. Je hebt muziek die mensen in asymmetrische zwarte designkleren trekt, en de werken waar meer mensen in tweed op afkomen. Ik heb avonden meegemaakt met vooral studenten (zoals ikzelf) die last minute voor een tientje naar binnen mochten (ik ging destijds heel wat vaker dan tegenwoordig). En er is een aparte categorie operabezoekers in zeer nette, maar toch praktische kleding. Alsof ze voor één keer de nordic walking-sticks thuis hebben gelaten.
‘Niet te veel lagen,’ zeg ik. Dat vind ik zelf nogal ergerlijk. Mensen die af en toe iets uittrekken, en dan weer aan, met ge-elleboog erbij, en gebobbel van een dikke trui die tussen hen en mij is gepropt.
Zelf heb ik altijd gewoon aan wat ik al aan had. Maar dat is niet per se een aanbeveling: ik heb ook aan wat ik al aan had wanneer ik de braamstruiken snoei, en ik moet bekennen dat dat niet altijd een goed idee is. Achteraf.
Een blik op de website leert me dat ze naar Wagner gaan. Zo een met meerdere pauzes.
‘Iets warms,’ concludeer ik nu toch.
Gelukkig hoef je voor je bucketlist maar één keer.