Tip: beluister de dubbelconcerten onderaan dit artikel.

1

Johann Sebastian Bach – Dubbelvioolconcert in d klein, BWV 1043 (1730-31)
Wat is er spannender dan een viool? Twee violen! Trekken ze nou samen op tegenover het orkest (bestaande uit strijkers en basso continuo) of hebben ze eigenlijk vooral onderling een en ander uit te vechten?

2

Felix Mendelssohn – Concert voor viool, piano en strijkorkest in d klein (1823)
De robuuste vleugel en de fragiele viool lijken misschien geen gelijkwaardige partners om zich samen teweer te stellen tegen een groep strijkers, maar dat weerhield de veertienjarige Mendelssohn geenszins; na zijn pianoconcert en zijn vioolconcert uit datzelfde jaar was het wonderkind toe aan iets originelers.

3

Johannes Brahms – Concert voor viool, cello en orkest in a klein, op. 102 (1887)
Viool en cello lijken samen één groot achtsnarig instrument te vormen, om met het orkest een stevig robbertje te kunnen stoeien op een zonnige Zwitserse alpenweide.

4

Francis Poulenc: Concert voor twee piano’s en orkest in d klein, op. 61 (1932)
In zijn lichtvoetig-melancholieke stijlcollage pingelt Poulenc moeiteloos van Mozart via Saint-Saëns en jazz naar Balinese gamelanklanken en weer terug.

5

Györgi Ligeti: Dubbelconcert voor fluit en hobo (1972)
De solisten vermengen zich met het orkest in langzaam verglijdende kleurwolken, wriemelende notenmassa’s en zo nu en dan een waar kippenvelmoment.

6

Silvia Colasanti – Capriccio a due (2013)
Dit stuk voor twee violen en strijkorkest is gecomponeerd op verzoek van het violistenechtpaar Salvatore Accardo en Laura Gorna; hoor ze kibbelen en zich druk maken, maar ook lief zijn voor elkaar.

7

Michel van der Aa – akin (2019)
De titel van dit in opdracht van onder meer het Concertgebouworkest gecomponeerde dubbelconcert voor viool en cello laat zich vertalen als ‘verwant’: de solisten delen materiaal met elkaar en met het orkest en worden zo elkaars alter ego’s.