Een gemiste kans
door Bert Natter 25 mei 2023 25 mei 2023
Schrijver Bert Natter deelt maandelijks een literair-muzikale tip. Deze keer De troostelozen (1995) van Kazuo Ishiguro. ‘Het boek is geschreven met de logica van een droom.’
Voor liefhebbers van klassieke muziek begint De troostelozen (oorspronkelijke titel: The Unconsoled) veelbelovend, want de hoofdpersoon Ryder blijkt een wereldberoemde pianist te zijn die volgens de flaptekst van het boek ‘waarschijnlijk voor de belangrijkste opvoering in zijn leven staat’.
Deze vuistdikke roman werd geschreven door de Britse, in 1954 in Nagasaki geboren, Kazuo Ishiguro, wiens oeuvre in 2017 werd bekroond met de Nobelprijs voor de Literatuur. Zijn boeken werden onder prijzen bedolven. De bekendste zijn de verfilmde romans The Remains of the Day en Never Let Me Go.
Het verhaal wil maar niet boeien en muziek komt er weinig in voor
Ryder denkt nooit eerder in de Midden-Europese stad te zijn geweest waar hij zijn intrek heeft genomen in een merkwaardig hotel, maar al snel blijkt dat hij er allerlei mensen van vroeger kent.
Het boek is geschreven met de logica van een droom en daar moet je aan wennen (en je moet ervan houden). Tijd is een rekbaar begrip in deze vreemde wereld: tijdens een verblijf in de lift vertelt iemand zijn halve levensverhaal. Ook ruimte is relatief: een urenlange autorit brengt Ryder ver buiten de stad en als hij vervolgens de terugreis aanvaardt, volstaat het openen van een deur om weer terug te keren naar zijn hotel.
Mij hielp het soms om te denken: misschien is dit komisch bedoeld, maar of dat werkelijk zo is, weet ik niet zeker. Helaas valt dit boek — in ieder geval voor de liefhebber van literatuur en klassieke muziek die deze rubriek schrijft — tegen, want het verhaal wil maar niet boeien en muziek komt er weinig in voor.
Als muziek het onderwerp is, gaat het over enkele niet werkelijk bestaande componisten die luisteren naar fantasienamen als Jean-Louis La Roche, Grebel, Kazan, Yoshimoto, Yamanaka en ene Mullery. Al die componisten lijken met hun werk de luisteraars niet werkelijk meer te raken en produceren hermetische stukken met titels als Asbest en vezel, Verticaliteit en Ventilaties.
Er worden enkele namen van echte componisten genoemd, Bach, Beethoven, Chopin, Mozart en Tsjaikovski om precies te zijn, maar opvallend genoeg komen er veel meer namen van Nederlandse voetballers uit de jaren zeventig in voor! Rensenbrink, de broertjes Van de Kerkhof, Rep, Krol, Haan, Neeskens en een bijfiguur die Jongbloed heet. Ik vermoed dat deze Oranjegekte een metaforische functie heeft: in de jaren zeventig stond het Nederlands elftal tweemaal in de finale van het WK en twee keer verloren ‘we’. Thema van het boek lijkt gemiste kansen te zijn.
Jammer genoeg vind ik het boek ook een gemiste kans. Waarom Ryder zo nodig een pianist moest zijn, wereldberoemd nog wel, ontgaat mij. Tot het laatste deel van het bijna zeshonderd pagina’s tellende boek had hij net zo goed een dichter kunnen zijn, een filosoof, een politicus, de directeur van een groot bedrijf, of voor mijn part een voetballer.
Bert Natter publiceerde diverse romans en schreef columns, essays en artikelen voor onder andere het Utrechts Nieuwsblad, het Algemeen Dagblad en De Revisor. Zijn roman Goldberg, over de beroemdste leerling van Johann Sebastian Bach, werd genomineerd voor de shortlist van de ECI Literatuurprijs 2016. Voor Preludium bespreekt hij maandelijks een boek, en maakte hij twee podcastseries: Bach tot op het bot en Natuurtonen.
Voor liefhebbers van klassieke muziek begint De troostelozen (oorspronkelijke titel: The Unconsoled) veelbelovend, want de hoofdpersoon Ryder blijkt een wereldberoemde pianist te zijn die volgens de flaptekst van het boek ‘waarschijnlijk voor de belangrijkste opvoering in zijn leven staat’.
Deze vuistdikke roman werd geschreven door de Britse, in 1954 in Nagasaki geboren, Kazuo Ishiguro, wiens oeuvre in 2017 werd bekroond met de Nobelprijs voor de Literatuur. Zijn boeken werden onder prijzen bedolven. De bekendste zijn de verfilmde romans The Remains of the Day en Never Let Me Go.
Het verhaal wil maar niet boeien en muziek komt er weinig in voor
Ryder denkt nooit eerder in de Midden-Europese stad te zijn geweest waar hij zijn intrek heeft genomen in een merkwaardig hotel, maar al snel blijkt dat hij er allerlei mensen van vroeger kent.
Het boek is geschreven met de logica van een droom en daar moet je aan wennen (en je moet ervan houden). Tijd is een rekbaar begrip in deze vreemde wereld: tijdens een verblijf in de lift vertelt iemand zijn halve levensverhaal. Ook ruimte is relatief: een urenlange autorit brengt Ryder ver buiten de stad en als hij vervolgens de terugreis aanvaardt, volstaat het openen van een deur om weer terug te keren naar zijn hotel.
Mij hielp het soms om te denken: misschien is dit komisch bedoeld, maar of dat werkelijk zo is, weet ik niet zeker. Helaas valt dit boek — in ieder geval voor de liefhebber van literatuur en klassieke muziek die deze rubriek schrijft — tegen, want het verhaal wil maar niet boeien en muziek komt er weinig in voor.
Als muziek het onderwerp is, gaat het over enkele niet werkelijk bestaande componisten die luisteren naar fantasienamen als Jean-Louis La Roche, Grebel, Kazan, Yoshimoto, Yamanaka en ene Mullery. Al die componisten lijken met hun werk de luisteraars niet werkelijk meer te raken en produceren hermetische stukken met titels als Asbest en vezel, Verticaliteit en Ventilaties.
Er worden enkele namen van echte componisten genoemd, Bach, Beethoven, Chopin, Mozart en Tsjaikovski om precies te zijn, maar opvallend genoeg komen er veel meer namen van Nederlandse voetballers uit de jaren zeventig in voor! Rensenbrink, de broertjes Van de Kerkhof, Rep, Krol, Haan, Neeskens en een bijfiguur die Jongbloed heet. Ik vermoed dat deze Oranjegekte een metaforische functie heeft: in de jaren zeventig stond het Nederlands elftal tweemaal in de finale van het WK en twee keer verloren ‘we’. Thema van het boek lijkt gemiste kansen te zijn.
Jammer genoeg vind ik het boek ook een gemiste kans. Waarom Ryder zo nodig een pianist moest zijn, wereldberoemd nog wel, ontgaat mij. Tot het laatste deel van het bijna zeshonderd pagina’s tellende boek had hij net zo goed een dichter kunnen zijn, een filosoof, een politicus, de directeur van een groot bedrijf, of voor mijn part een voetballer.
Bert Natter publiceerde diverse romans en schreef columns, essays en artikelen voor onder andere het Utrechts Nieuwsblad, het Algemeen Dagblad en De Revisor. Zijn roman Goldberg, over de beroemdste leerling van Johann Sebastian Bach, werd genomineerd voor de shortlist van de ECI Literatuurprijs 2016. Voor Preludium bespreekt hij maandelijks een boek, en maakte hij twee podcastseries: Bach tot op het bot en Natuurtonen.