Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
achtergrond

Een laboratorium van klank en ruimte

door René van Peer
01 mrt. 2018 01 maart 2018

De muziek van het Australische trio The Necks is niet onder één ­noemer te vangen. ‘De muziek wordt als een wezen dat in de ruimte hangt en dat we voeden, maar verder met rust laten.’ Even voorstellen.

The Necks heeft de bezetting van een standaard jazztrio: Chris Abrahams op piano, Tony Buck op drums, Lloyd Swanton op ­contrabas. De muziek die de drie Australiërs maken is van begin tot eind geïmproviseerd, maar klinkt geen moment als jazz. Geen virtuoze hoogstandjes, geen voortrazende melodieën, geen schurende, knersende klanken. In plaats daarvan bedachtzame motieven die geleidelijk van karakter en opbouw veranderen.

The Necks: 25 maart 2018 in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw.

Een piano die ingetogen noten inzet, waarna bas en drums invoegen, een contrasterend ritme spelen of juist de piano ondersteunen. Gaandeweg vervlechten de drie instrumenten zich tot een hecht groepsgeluid. De muziek lijkt statisch, maar heeft na verloop van tijd een volledige metamorfose ondergaan.

Eenendertig jaar geleden richtten de drie muzikanten The Necks op, aanvankelijk vooral voor hun eigen plezier. De bands waar ze in speelden, voldeden aan de conventionele karakteristieken van rock en jazz. In The Necks zochten ze een alternatief, een mogelijkheid om de tijd te nemen voor muziek die zich op organische wijze ongehaast, ­bijna onmerkbaar, zou ontwikkelen.

Drummer Tony Buck: ‘Toen we begonnen hadden we geen enkele ambitie om voor publiek te spelen. Een half jaar lang kwamen we drie keer per week bij elkaar om samen muziek te maken. We werden gevraagd voor een optreden. Tot onze verbazing begreep het publiek waar we mee bezig waren, wat we beoogden.’ Ze spelen doorgaans twee ononderbroken sets die elk drie kwartier tot een uur duren. Buck: ‘De muziek wordt als een wezen dat in de ruimte hangt en dat we voeden, maar verder met rust laten.’

Eigen weg

The Necks komen uit de Australische muziekscene van de jaren tachtig, toen het land nog vrijwel geïsoleerd was van ontwikkelingen in Europa en de Verenigde Staten. Kunst en muziek uit die werelddelen kwam er met enige vertraging aan. Wat er binnenkwam, miste de traditie waarin het zich ontwikkeld had, zegt Tony Buck: ‘We zagen daardoor andere aspecten. The Birthday Party, The Go-Betweens en Machine for Making Sense waren beïnvloed door de doe-het-zelf-instelling van de punk maar volgden een eigen weg. Australië was als een laboratorium waar preparaten opzij gezet en vergeten worden, waardoor zich onvoorspelbare ontwikkelingen konden voordoen.’

The Necks heeft de bezetting van een standaard jazztrio: Chris Abrahams op piano, Tony Buck op drums, Lloyd Swanton op ­contrabas. De muziek die de drie Australiërs maken is van begin tot eind geïmproviseerd, maar klinkt geen moment als jazz. Geen virtuoze hoogstandjes, geen voortrazende melodieën, geen schurende, knersende klanken. In plaats daarvan bedachtzame motieven die geleidelijk van karakter en opbouw veranderen.

The Necks: 25 maart 2018 in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw.

Een piano die ingetogen noten inzet, waarna bas en drums invoegen, een contrasterend ritme spelen of juist de piano ondersteunen. Gaandeweg vervlechten de drie instrumenten zich tot een hecht groepsgeluid. De muziek lijkt statisch, maar heeft na verloop van tijd een volledige metamorfose ondergaan.

Eenendertig jaar geleden richtten de drie muzikanten The Necks op, aanvankelijk vooral voor hun eigen plezier. De bands waar ze in speelden, voldeden aan de conventionele karakteristieken van rock en jazz. In The Necks zochten ze een alternatief, een mogelijkheid om de tijd te nemen voor muziek die zich op organische wijze ongehaast, ­bijna onmerkbaar, zou ontwikkelen.

Drummer Tony Buck: ‘Toen we begonnen hadden we geen enkele ambitie om voor publiek te spelen. Een half jaar lang kwamen we drie keer per week bij elkaar om samen muziek te maken. We werden gevraagd voor een optreden. Tot onze verbazing begreep het publiek waar we mee bezig waren, wat we beoogden.’ Ze spelen doorgaans twee ononderbroken sets die elk drie kwartier tot een uur duren. Buck: ‘De muziek wordt als een wezen dat in de ruimte hangt en dat we voeden, maar verder met rust laten.’

Eigen weg

The Necks komen uit de Australische muziekscene van de jaren tachtig, toen het land nog vrijwel geïsoleerd was van ontwikkelingen in Europa en de Verenigde Staten. Kunst en muziek uit die werelddelen kwam er met enige vertraging aan. Wat er binnenkwam, miste de traditie waarin het zich ontwikkeld had, zegt Tony Buck: ‘We zagen daardoor andere aspecten. The Birthday Party, The Go-Betweens en Machine for Making Sense waren beïnvloed door de doe-het-zelf-instelling van de punk maar volgden een eigen weg. Australië was als een laboratorium waar preparaten opzij gezet en vergeten worden, waardoor zich onvoorspelbare ontwikkelingen konden voordoen.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.