Wat is een etude?
etude
Een etude is een muziekstuk dat speciaal geschreven is om technische vaardigheden te verbeteren.
Wat is een etude?
Een etude (van het Franse étude, 'studie') is gecomponeerd rond een bepaalde speeltechniek, met de bedoeling deze te verbeteren. Aangezien elk instrument zijn eigen uitdagingen kent, zijn er verschillende etudes voor verschillende instrumenten. Etudes worden vooral in muziekonderwijs gebruikt, maar zijn soms ook geschikt voor de concertzaal en worden dan concertetudes genoemd.
Sinds wanneer is de etude populair?
In de negentiende eeuw verscheen de ene serie etudes na de andere, voor elk denkbaar instrument. Het is geen toeval dat in dezelfde periode het muziekonderwijs professionaliseerde en conservatoria sterk in opkomst waren. Ook werden instrumenten steeds geavanceerder en meer geschikt als virtuoos soloinstrument op een groot podium.
Wat is een etude?
Een etude (van het Franse étude, 'studie') is gecomponeerd rond een bepaalde speeltechniek, met de bedoeling deze te verbeteren. Aangezien elk instrument zijn eigen uitdagingen kent, zijn er verschillende etudes voor verschillende instrumenten. Etudes worden vooral in muziekonderwijs gebruikt, maar zijn soms ook geschikt voor de concertzaal en worden dan concertetudes genoemd.
Sinds wanneer is de etude populair?
In de negentiende eeuw verscheen de ene serie etudes na de andere, voor elk denkbaar instrument. Het is geen toeval dat in dezelfde periode het muziekonderwijs professionaliseerde en conservatoria sterk in opkomst waren. Ook werden instrumenten steeds geavanceerder en meer geschikt als virtuoos soloinstrument op een groot podium.
Wie componeerden etudes?
Muzio Clementi componeerde aan het begin van de 19e eeuw een verzameling van 100 etudes voor piano, oplopend in moeilijkheidsgraad. Hij noemde zijn boek Gradus ad parnassum, Stappen naar Parnassus. Carl Czerny is een andere bekende etudecomponist uit de 19e eeuw waar veel pianisten groot mee zijn geworden. Chopin en Liszt schreven beroemde concertetudes voor de piano.
Violisten raken nooit uitgestudeerd met de etudes van Kreutzer, Wohlfahrt en Mazas, terwijl voor cellisten Duport en Popper belangrijke namen zijn. In dikke boeken komen alle mogelijke streektechnieken, dubbelgrepen en bijzondere ritmes voorbij. Voor fluitisten is de Franse fluitschool belangrijk, met componisten als Taffanel, Gaubert en Donjon. Hoornisten hebben in de Duitse hoornist Oscar Franz hun eigen etude-goeroe. Kortom, elk instrument kent zijn eigen etudecomponisten.
Etudes voor orkest
Behalve voor afzonderlijke instrumenten, zijn er ook etudes voor orkest. Zonder uitzondering zijn deze bedoeld voor de concertzaal. Het Koninklijk Concertgebouworkest speelde de Quatre etudes pour orchestre van Stravinsky tien keer. Veel vaker stond de Symfonische etude van Hendrik Andriessen op de lessenaar. Deze etude was niet bedoeld om het orkest vaardigheden aan te leren, maar diende meer als oefenstuk voor de componist, die zich wilde verdiepen in de twaalftoonsmuziek. In 1955 bracht het orkest de Études symphoniques van Géza Frid in première, eveneens eerder een studie in compositie dan oefenmateriaal voor het orkest.
Wie componeerden etudes?
Muzio Clementi componeerde aan het begin van de 19e eeuw een verzameling van 100 etudes voor piano, oplopend in moeilijkheidsgraad. Hij noemde zijn boek Gradus ad parnassum, Stappen naar Parnassus. Carl Czerny is een andere bekende etudecomponist uit de 19e eeuw waar veel pianisten groot mee zijn geworden. Chopin en Liszt schreven beroemde concertetudes voor de piano.
Violisten raken nooit uitgestudeerd met de etudes van Kreutzer, Wohlfahrt en Mazas, terwijl voor cellisten Duport en Popper belangrijke namen zijn. In dikke boeken komen alle mogelijke streektechnieken, dubbelgrepen en bijzondere ritmes voorbij. Voor fluitisten is de Franse fluitschool belangrijk, met componisten als Taffanel, Gaubert en Donjon. Hoornisten hebben in de Duitse hoornist Oscar Franz hun eigen etude-goeroe. Kortom, elk instrument kent zijn eigen etudecomponisten.
Etudes voor orkest
Behalve voor afzonderlijke instrumenten, zijn er ook etudes voor orkest. Zonder uitzondering zijn deze bedoeld voor de concertzaal. Het Koninklijk Concertgebouworkest speelde de Quatre etudes pour orchestre van Stravinsky tien keer. Veel vaker stond de Symfonische etude van Hendrik Andriessen op de lessenaar. Deze etude was niet bedoeld om het orkest vaardigheden aan te leren, maar diende meer als oefenstuk voor de componist, die zich wilde verdiepen in de twaalftoonsmuziek. In 1955 bracht het orkest de Études symphoniques van Géza Frid in première, eveneens eerder een studie in compositie dan oefenmateriaal voor het orkest.