Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Jörgen van Rijen: ‘De trombone is virtuozer dan men vaak denkt’

door Thea Derks
19 okt. 2021 19 oktober 2021

Onvermoeibaar zet Jörgen van Rijen zich in voor uitbreiding van het repertoire voor trombone. Dit keer vroeg hij de Chinees-Amerikaanse componist Tan Dun een concert voor hem en het Concert­gebouworkest te schrijven. Three Muses in Video Game beleeft deze maand zijn wereldpremière.

  • Trombonist Jorgen van Rijen

    Foto: Marco Borggreve

    Trombonist Jorgen van Rijen

    Foto: Marco Borggreve

  • Trombonist Jorgen van Rijen

    Foto: Marco Borggreve

    Trombonist Jorgen van Rijen

    Foto: Marco Borggreve

Eerder al ‘bestelde’ Jörgen van Rijen stukken bij uiteenlopende componisten als Theo Verbey, Florian Magnus Maier, Kalevi Aho en James MacMillan. Waarom vroeg hij dit keer Tan Dun? ‘Twintig jaar geleden speelde ik voor het eerst muziek van hem met het Concertgebouworkest, zijn Concerto for Water Percussion and Orchestra. Ik was daar erg van onder de indruk. Na afloop vroeg ik of hij niet eens iets voor trombone wilde schrijven.’

Tan Dun reageerde enthousiast, maar er kwam aanvankelijk weinig van terecht. Van Rijen: ‘Telkens als we elkaar ontmoetten bevestigde hij dat hij erover nadacht, maar hij had het altijd druk en de juiste gelegenheid moest zich nog voordoen. In augustus 2016 speelde ik een stuk van Toru Takemitsu voor twee solisten (hobo en trombone), twee orkesten en twee dirigenten, voor een jubileum van de Suntory Hall in Tokio. Tan Dun dirigeerde ‘mijn’ orkest en in die week trokken we veel met elkaar op. Toen besloot hij definitief het trombone­concert te schijven.’

Wat trekt hem zo aan in de muziek van Tan Dun? ‘Hij heeft echt een eigen stijl, een bijzondere combinatie van westerse klassieke muziek met Chinese invloeden. Zijn werk is toegankelijk zonder voorspelbaar te zijn. Hij is vindingrijk in het bedenken van onderwerpen en concepten, er zit altijd een sterke gedachte achter zijn stukken. De Chinese invloed vraagt vaak om bijzondere effecten, met veel glissando’s. Toen ik dat voor het eerst hoorde bedacht ik onmiddellijk dat als er één blaasinstrument hiervoor geschikt zou zijn, het wel de trombone is.’

Advies

Tijdens het componeren vroeg Tan Dun hem geregeld om advies: ‘We hebben elkaar enkele keren ontmoet en gesproken over de mogelijkheden van de trombone. Natuurlijk kende hij die in grote lijnen wel, maar hij wilde graag tot in detail weten wat wel en niet kan. Ik heb hem ter inspiratie een hele set opnames en partituren gestuurd van stukken die goed geschreven zijn voor trombone, van oud tot nieuw.’ 

‘Eigenlijk ben ik nu pas serieus aan het studeren en nog steeds ontdek ik nieuwe, leuke en uitdagende dingen’

Hoewel Tan Dun al in 2016 besloot zijn concert te schrijven, kwam de partituur pas anderhalve maand voor de wereldpremière af. Het deert Van Rijen niet: ‘De titel was al intrigerend; muzen in videogames die vernoemd zijn naar Chinese instrumenten. En toen ik de orkestpartituur doornam was ik meteen enthousiast. De muziek is behoorlijk moeilijk en fysiek zwaar voor de trombone, maar het is nooit loos vertoon. Eigenlijk ben ik nu pas, begin oktober, serieus aan het studeren en nog steeds ontdek ik nieuwe, leuke en uitdagende dingen.’

Zo moeten sommige glissando’s in zijn solopartij staccato gespeeld worden. Dat lijkt met elkaar in tegenspraak. ‘Nou’, zegt Van Rijen, ‘dat zijn precies die effecten uit de Chinese traditie waar ik eerder op doelde. Het gaat om korte uithaaltjes die naar boven of beneden afbuigen, zoals je die hoort in Chinese liederen. Dat probeer ik na te doen.’ Op andere momenten wordt hij gevraagd te improviseren met glissando’s. Hoe pakt hij dat aan? ‘Ik experimenteer veel, om een palet aan mogelijkheden te ontwikkelen dat me houvast geeft. Vervolgens zie ik wel wat er tijdens het concert naar boven komt.’ 

Eerder al ‘bestelde’ Jörgen van Rijen stukken bij uiteenlopende componisten als Theo Verbey, Florian Magnus Maier, Kalevi Aho en James MacMillan. Waarom vroeg hij dit keer Tan Dun? ‘Twintig jaar geleden speelde ik voor het eerst muziek van hem met het Concertgebouworkest, zijn Concerto for Water Percussion and Orchestra. Ik was daar erg van onder de indruk. Na afloop vroeg ik of hij niet eens iets voor trombone wilde schrijven.’

Tan Dun reageerde enthousiast, maar er kwam aanvankelijk weinig van terecht. Van Rijen: ‘Telkens als we elkaar ontmoetten bevestigde hij dat hij erover nadacht, maar hij had het altijd druk en de juiste gelegenheid moest zich nog voordoen. In augustus 2016 speelde ik een stuk van Toru Takemitsu voor twee solisten (hobo en trombone), twee orkesten en twee dirigenten, voor een jubileum van de Suntory Hall in Tokio. Tan Dun dirigeerde ‘mijn’ orkest en in die week trokken we veel met elkaar op. Toen besloot hij definitief het trombone­concert te schijven.’

Wat trekt hem zo aan in de muziek van Tan Dun? ‘Hij heeft echt een eigen stijl, een bijzondere combinatie van westerse klassieke muziek met Chinese invloeden. Zijn werk is toegankelijk zonder voorspelbaar te zijn. Hij is vindingrijk in het bedenken van onderwerpen en concepten, er zit altijd een sterke gedachte achter zijn stukken. De Chinese invloed vraagt vaak om bijzondere effecten, met veel glissando’s. Toen ik dat voor het eerst hoorde bedacht ik onmiddellijk dat als er één blaasinstrument hiervoor geschikt zou zijn, het wel de trombone is.’

Advies

Tijdens het componeren vroeg Tan Dun hem geregeld om advies: ‘We hebben elkaar enkele keren ontmoet en gesproken over de mogelijkheden van de trombone. Natuurlijk kende hij die in grote lijnen wel, maar hij wilde graag tot in detail weten wat wel en niet kan. Ik heb hem ter inspiratie een hele set opnames en partituren gestuurd van stukken die goed geschreven zijn voor trombone, van oud tot nieuw.’ 

‘Eigenlijk ben ik nu pas serieus aan het studeren en nog steeds ontdek ik nieuwe, leuke en uitdagende dingen’

Hoewel Tan Dun al in 2016 besloot zijn concert te schrijven, kwam de partituur pas anderhalve maand voor de wereldpremière af. Het deert Van Rijen niet: ‘De titel was al intrigerend; muzen in videogames die vernoemd zijn naar Chinese instrumenten. En toen ik de orkestpartituur doornam was ik meteen enthousiast. De muziek is behoorlijk moeilijk en fysiek zwaar voor de trombone, maar het is nooit loos vertoon. Eigenlijk ben ik nu pas, begin oktober, serieus aan het studeren en nog steeds ontdek ik nieuwe, leuke en uitdagende dingen.’

Zo moeten sommige glissando’s in zijn solopartij staccato gespeeld worden. Dat lijkt met elkaar in tegenspraak. ‘Nou’, zegt Van Rijen, ‘dat zijn precies die effecten uit de Chinese traditie waar ik eerder op doelde. Het gaat om korte uithaaltjes die naar boven of beneden afbuigen, zoals je die hoort in Chinese liederen. Dat probeer ik na te doen.’ Op andere momenten wordt hij gevraagd te improviseren met glissando’s. Hoe pakt hij dat aan? ‘Ik experimenteer veel, om een palet aan mogelijkheden te ontwikkelen dat me houvast geeft. Vervolgens zie ik wel wat er tijdens het concert naar boven komt.’ 

  • Tan Dun

    foto: Columbia Artists

    Tan Dun

    foto: Columbia Artists

  • Tan Dun

    foto: Columbia Artists

    Tan Dun

    foto: Columbia Artists

Drie delen

In het eerste deel, ‘Muse of Bili’, krijgt de solist de opdracht te spelen in ‘Bili-stijl’. De bili is een oud Chinees dubbelrietinstrument met een warme, omfloerste klank, hoe vertaal je die naar een trombone? Van Rijen lacht: ‘Dat hoop ik zelf ook te achterhalen vóór de wereldpremière, het is een van mijn vragen aan Tan Dun. Ik heb afgesproken dat ik eerst stevig op mijn partij ga studeren en daarna contact met hem heb om dat soort dingen te bespreken.’

Het tweede deel, ‘Muse of Xiqin’, is vernoemd naar de gelijknamige Chinese vedel, een voorloper van de tweesnarige erhu. In dit deel is de solopartij geheel uitgeschreven en ontbreken glissando’s. De sfeeraanduiding is ‘misterioso’. Hoe verhoudt zich dit deel tot het eerste? Van Rijen: ‘Het eerste is aanzienlijk extraverter, met flink wat uithalen en effecten. Het tweede is introverter en verstilder, al bouwt het uiteindelijk alsnog op naar een climax.’ 

In het slotdeel, ‘Muse of Sheng’ wordt de muze belichaamd door het bekende Chinese mondorgel. De rechtopstaande bamboepijpen produceren een snerpende klank die kenmerkend is voor Chinese muziek. Ondanks de sfeeromschrijving ‘rituale’ grossiert dit deel in snelle (en herhaalde) noten. Hoe is dat voor Van Rijen? ‘Voorlopig ervaar ik het vooral als heel zwaar’, lacht hij, ‘het zijn heel veel hoge noten! Het heeft een repeterend Chinees-achtig thema dat vanuit de trombones uitwaaiert over het orkest. Daaronder ligt een ­opzwepend ritme, dat het een feestelijk tintje geeft.’

Aanwinst

Wat vindt de solotrombonist van het Concertgebouworkest nou het mooist in zijn partij? ‘De combinatie van lyrische passages met virtuoos spektakel, precies de kanten van de trombone die veelal onderbelicht blijven. Het instrument kan werkelijk mooi zingen en is virtuozer dan men vaak denkt. Three Muses in Video Game is een spectaculair mooi stuk, een ware aanwinst voor ons repertoire!’ 

Drie delen

In het eerste deel, ‘Muse of Bili’, krijgt de solist de opdracht te spelen in ‘Bili-stijl’. De bili is een oud Chinees dubbelrietinstrument met een warme, omfloerste klank, hoe vertaal je die naar een trombone? Van Rijen lacht: ‘Dat hoop ik zelf ook te achterhalen vóór de wereldpremière, het is een van mijn vragen aan Tan Dun. Ik heb afgesproken dat ik eerst stevig op mijn partij ga studeren en daarna contact met hem heb om dat soort dingen te bespreken.’

Het tweede deel, ‘Muse of Xiqin’, is vernoemd naar de gelijknamige Chinese vedel, een voorloper van de tweesnarige erhu. In dit deel is de solopartij geheel uitgeschreven en ontbreken glissando’s. De sfeeraanduiding is ‘misterioso’. Hoe verhoudt zich dit deel tot het eerste? Van Rijen: ‘Het eerste is aanzienlijk extraverter, met flink wat uithalen en effecten. Het tweede is introverter en verstilder, al bouwt het uiteindelijk alsnog op naar een climax.’ 

In het slotdeel, ‘Muse of Sheng’ wordt de muze belichaamd door het bekende Chinese mondorgel. De rechtopstaande bamboepijpen produceren een snerpende klank die kenmerkend is voor Chinese muziek. Ondanks de sfeeromschrijving ‘rituale’ grossiert dit deel in snelle (en herhaalde) noten. Hoe is dat voor Van Rijen? ‘Voorlopig ervaar ik het vooral als heel zwaar’, lacht hij, ‘het zijn heel veel hoge noten! Het heeft een repeterend Chinees-achtig thema dat vanuit de trombones uitwaaiert over het orkest. Daaronder ligt een ­opzwepend ritme, dat het een feestelijk tintje geeft.’

Aanwinst

Wat vindt de solotrombonist van het Concertgebouworkest nou het mooist in zijn partij? ‘De combinatie van lyrische passages met virtuoos spektakel, precies de kanten van de trombone die veelal onderbelicht blijven. Het instrument kan werkelijk mooi zingen en is virtuozer dan men vaak denkt. Three Muses in Video Game is een spectaculair mooi stuk, een ware aanwinst voor ons repertoire!’ 

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.