Geen weg terug.
door Anna de Vey Mestdagh 25 okt. 2024 25 oktober 2024
Tweede violiste in het Concertgebouworkest Anna de Vey Mestdagh laat in haar maandelijkse column weten wat haar zoal bezighoudt. Deze maand: wat als er tijdens het spelen iets totaal onverwachts gebeurt?
In september waren we op festivaltournee in Zwitserland en Italië en zo deden we ook de Italiaanse badplaats Rimini aan. Daar heel vlakbij sprak de expansiedriftige Julius Caesar meer dan 2000 jaar geleden, bij het oversteken van de rivier de Rubicon, de beroemde woorden ‘Alea iacta est’. De dobbelsteen is geworpen. Met andere woorden: als je het spel begint moet je het afmaken. Iets vergelijkbaars gebeurt er wanneer je als musicus het podium betreedt. Na uren studeren en repeteren, met soms nog niet geheel uitgekristalliseerde discussies over tempo, dynamiek, puntjes, streepjes en boogjes, moet het nu dan toch echt gebeuren. Het publiek zit klaar, er is geen weg terug.
Maar wat dan als je er helemaal voor gaat en er gebeurt iets onverwachts: iemand in de zaal valt flauw of er rijdt een ambulance langs met gillende sirenes? In Rimini speelden we in het onlangs prachtig gerestaureerde Teatro Amintore Galli het Vierde pianoconcert van Beethoven met pianist Seong-Jin Cho, op het laatste moment ingevallen voor András Schiff. Tijdens de solocadens in het langzame deel werd buiten plotseling minutenlang een oorverdovend vuurwerk afgestoken. Ik was toevallig vrij en zat met een paar collega’s een eindje verderop een enorme gelato te eten in een bijzonder goed geïsoleerde ijssalon, dus we hebben er niets van meegekregen. Maar heeft het kabaal de concentratie in de zaal verstoord?
Nee, zeiden de spelende collega’s achteraf. Cho speelde zo mooi en verfijnd en iedereen was zo geconcentreerd dat niets de sfeer kon verpesten. Nog steeds eeuwig zonde, denk ik dan, dat een eeuw geleden de tuinconcerten achter Het Concertgebouw afgeschaft zijn, omdat men dacht dat het geluid van de gierende trams op de De Lairessestraat de muziek te veel zou verstoren. Maar ook hier is geen weg meer terug. De tuin is nu – dat dan weer wel – met kapitale huizen bebouwd
In september waren we op festivaltournee in Zwitserland en Italië en zo deden we ook de Italiaanse badplaats Rimini aan. Daar heel vlakbij sprak de expansiedriftige Julius Caesar meer dan 2000 jaar geleden, bij het oversteken van de rivier de Rubicon, de beroemde woorden ‘Alea iacta est’. De dobbelsteen is geworpen. Met andere woorden: als je het spel begint moet je het afmaken. Iets vergelijkbaars gebeurt er wanneer je als musicus het podium betreedt. Na uren studeren en repeteren, met soms nog niet geheel uitgekristalliseerde discussies over tempo, dynamiek, puntjes, streepjes en boogjes, moet het nu dan toch echt gebeuren. Het publiek zit klaar, er is geen weg terug.
Maar wat dan als je er helemaal voor gaat en er gebeurt iets onverwachts: iemand in de zaal valt flauw of er rijdt een ambulance langs met gillende sirenes? In Rimini speelden we in het onlangs prachtig gerestaureerde Teatro Amintore Galli het Vierde pianoconcert van Beethoven met pianist Seong-Jin Cho, op het laatste moment ingevallen voor András Schiff. Tijdens de solocadens in het langzame deel werd buiten plotseling minutenlang een oorverdovend vuurwerk afgestoken. Ik was toevallig vrij en zat met een paar collega’s een eindje verderop een enorme gelato te eten in een bijzonder goed geïsoleerde ijssalon, dus we hebben er niets van meegekregen. Maar heeft het kabaal de concentratie in de zaal verstoord?
Nee, zeiden de spelende collega’s achteraf. Cho speelde zo mooi en verfijnd en iedereen was zo geconcentreerd dat niets de sfeer kon verpesten. Nog steeds eeuwig zonde, denk ik dan, dat een eeuw geleden de tuinconcerten achter Het Concertgebouw afgeschaft zijn, omdat men dacht dat het geluid van de gierende trams op de De Lairessestraat de muziek te veel zou verstoren. Maar ook hier is geen weg meer terug. De tuin is nu – dat dan weer wel – met kapitale huizen bebouwd