Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
orkestlid

Violiste Jelena Ristic: ‘Ik kon eerder noten dan woorden lezen’

door Anna de Vey Mestdagh
21 jan. 2022 21 januari 2022

Jelena Ristic woont langer in Nederland dan ze ooit in haar geboorteland Servië heeft gewoond. Maar wat ze daar opstak, neemt ze haar hele leven mee. ‘We leerden dat werkelijk niets onmogelijk is in het leven.’

  • Jelena Ristic

    foto: Marije van den Berg

    Jelena Ristic

    foto: Marije van den Berg

  • Jelena Ristic

    foto: Marije van den Berg

    Jelena Ristic

    foto: Marije van den Berg

Jelena Ristic, sinds 2013 eerste violiste in het Concertgebouworkest, is met haar lange blonde haar en typisch Slavische ­jukbeenderen een charmante verschijning. Ze vertelt meeslepend over haar Servische achtergrond, de levenslessen en de bijbehorende emoties. ‘Ik heb mijn hele jeugd gevoeld dat er iets zwaars was. Ten eerste had je de oorlogen in voormalig Joegoslavië, die het dagelijks leven danig in de war schopten. Ook op persoonlijk vlak waren er uitdagingen: je moest altijd beter zijn dan de beste om iets te bereiken. Maar vergis je niet, tegelijkertijd was er een soort lichtheid en verbondenheid en leerden we dat werkelijk niets onmogelijk is in het leven.’

Podiumgevoel

Ze werd geboren in 1985 in Niš, Zuid-Servië, waar het klimaat heerlijk is en de mensen heel hartelijk. ‘Ik groeide op bij mijn vader, die jazztrompettist en militair is. Zolang ik me kan herinneren doe ik niets liever dan zingen. Op mijn derde deed ik al mee aan een zangcompetitie begeleid door de militaire blaaskapel van mijn vader. Tot mijn grote geluk mocht ik al gauw naar de muziekschool om viool te leren spelen, maar dan moest ik wel beloven dat ik keihard zou werken. En zo kwam het dat ik eerder noten dan woorden kon lezen. Mijn moeder is een beroemde volkszangeres, zeg maar de André Hazes van Servië. Van haar heb ik het grootse podiumgevoel meegekregen. Op het podium voel ik me in mijn element, daar werken mijn hersens gewoon beter, op een heel gevoels­matig niveau’.

Oorlog

Om zo snel mogelijk naar het muziek­gymnasium te kunnen gaan, sloeg Jelena Ristic twee jaar van de basisschool over. Ondertussen brak de eerste Bosnische oorlog uit, Jelena was een jaar of zes. ‘Heel bewust heb ik die gevechten niet meegemaakt. Wel herinner ik me de gevolgen van de enorme inflatie, zo stonden we om vijf uur ’s ochtends al in de rij voor brood. Zeven jaar later was het een heel ander verhaal, toen lag de stad drie maanden lang zwaar onder vuur. Het was een heftige tijd, maar toch heb ik er ook mooie herinneringen aan overgehouden. Er was een hecht gemeenschapsgevoel, iedereen hielp elkaar. En we droomden groot, ondanks alle ellende.’

Warm welkom

Op haar zestiende ging ze uit huis, viool studeren in Novi Sad, helemaal in het noorden van Servië. Na haar eindexamen besloot ze om bij Ilya Grubert in Nederland verder te studeren. Een paar maanden later werd ze aangenomen bij Het Gelders Orkest, naar later bleek illegaal omdat ze met een tijdelijke verblijfsvergunning helemaal niet mee had mogen doen. Nog even was er sprake van dat de nummer twee dan aangenomen zou worden, maar daar protesteerden de musici van het orkest hevig tegen. ‘Het was heel fijn om me zo welkom te voelen. Toen ik een dag voor de eerste orkestdienst ontdekte ik dat ik zwanger was, was ik wel even bang dat het daarom allemaal niet door zou gaan. In Servië zou die kans heel groot zijn geweest, maar hier in Nederland is alles fantastisch georganiseerd en het maakte helemaal niks uit.’

Verder ontwikkelen

Een half jaar na de geboorte van haar zoontje verwierf Jelena ook de positie van tweede concertmeester in Het Gelders Orkest. Toch had ze nog steeds de drive om zich verder te ontwikkelen. Ze wilde meer solospelen en kamermuziek maken en ging auditie doen bij andere orkesten. Uiteindelijk werd ze aangenomen bij het Concertgebouworkest. ‘In dit orkest voel ik me helemaal thuis. Het kernrepertoire is me op het lijf geschreven, ik ben dol op de dramatische componisten, zoals Wagner, Bruckner en Mahler. De speelcultuur is ook fantastisch. In het Concertgebouworkest zijn we in de goede zin van het woord allemaal concertmeester, we voelen ons één geheel en een titel is niet meer belangrijk. Daarnaast krijgen de orkestleden alle kans om zich verder te ontwikkelen, ook naast het orkestspel. Een tijdje geleden mocht ik bijvoorbeeld met de soliste van die week, altvioliste Tabea Zimmermann, het ­Eerste strijksextet van Brahms spelen in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw. Verder neem ik geregeld zanglessen, zingen is nog steeds een van mijn grootste passies.’

Inat

Ondertussen woont Jelena al haar halve leven in Nederland. Ze spreekt bijna vloeiend Nederlands, heeft een Nederlandse partner en voelt zich enorm betrokken bij de samenleving. ‘Nederland is een geweldig land en ik ben heel dankbaar voor alle mogelijkheden die ik gekregen heb. Wat ik soms wel mis is wat we in het Servisch ‘inat’ noemen: het zoeken naar creatieve oplossingen, het niet bij de pakken neer zitten als het tegen zit. Wanneer je bijvoorbeeld tegen een Serviër zegt dat hij iets niet kan, dan zal hij er alles aan doen om te bewijzen dat hij het juist wél kan. Ik geloof ook dat het leven meer is dan werk alleen, dat het uitbundig gevierd mag worden. Hier in Nederland is het op de meeste plekken na zes uur doodstil op straat, bijna niemand gaat dan nog uit. Dat zou je in Servië alleen zien als de president wordt vermoord! Gelukkig maken we dat in het orkest ruimschoots goed met al onze muzikale avonturen, de vele buitenlandse tournees en de warme band met het publiek.’

Jelena Ristic, sinds 2013 eerste violiste in het Concertgebouworkest, is met haar lange blonde haar en typisch Slavische ­jukbeenderen een charmante verschijning. Ze vertelt meeslepend over haar Servische achtergrond, de levenslessen en de bijbehorende emoties. ‘Ik heb mijn hele jeugd gevoeld dat er iets zwaars was. Ten eerste had je de oorlogen in voormalig Joegoslavië, die het dagelijks leven danig in de war schopten. Ook op persoonlijk vlak waren er uitdagingen: je moest altijd beter zijn dan de beste om iets te bereiken. Maar vergis je niet, tegelijkertijd was er een soort lichtheid en verbondenheid en leerden we dat werkelijk niets onmogelijk is in het leven.’

Podiumgevoel

Ze werd geboren in 1985 in Niš, Zuid-Servië, waar het klimaat heerlijk is en de mensen heel hartelijk. ‘Ik groeide op bij mijn vader, die jazztrompettist en militair is. Zolang ik me kan herinneren doe ik niets liever dan zingen. Op mijn derde deed ik al mee aan een zangcompetitie begeleid door de militaire blaaskapel van mijn vader. Tot mijn grote geluk mocht ik al gauw naar de muziekschool om viool te leren spelen, maar dan moest ik wel beloven dat ik keihard zou werken. En zo kwam het dat ik eerder noten dan woorden kon lezen. Mijn moeder is een beroemde volkszangeres, zeg maar de André Hazes van Servië. Van haar heb ik het grootse podiumgevoel meegekregen. Op het podium voel ik me in mijn element, daar werken mijn hersens gewoon beter, op een heel gevoels­matig niveau’.

Oorlog

Om zo snel mogelijk naar het muziek­gymnasium te kunnen gaan, sloeg Jelena Ristic twee jaar van de basisschool over. Ondertussen brak de eerste Bosnische oorlog uit, Jelena was een jaar of zes. ‘Heel bewust heb ik die gevechten niet meegemaakt. Wel herinner ik me de gevolgen van de enorme inflatie, zo stonden we om vijf uur ’s ochtends al in de rij voor brood. Zeven jaar later was het een heel ander verhaal, toen lag de stad drie maanden lang zwaar onder vuur. Het was een heftige tijd, maar toch heb ik er ook mooie herinneringen aan overgehouden. Er was een hecht gemeenschapsgevoel, iedereen hielp elkaar. En we droomden groot, ondanks alle ellende.’

Warm welkom

Op haar zestiende ging ze uit huis, viool studeren in Novi Sad, helemaal in het noorden van Servië. Na haar eindexamen besloot ze om bij Ilya Grubert in Nederland verder te studeren. Een paar maanden later werd ze aangenomen bij Het Gelders Orkest, naar later bleek illegaal omdat ze met een tijdelijke verblijfsvergunning helemaal niet mee had mogen doen. Nog even was er sprake van dat de nummer twee dan aangenomen zou worden, maar daar protesteerden de musici van het orkest hevig tegen. ‘Het was heel fijn om me zo welkom te voelen. Toen ik een dag voor de eerste orkestdienst ontdekte ik dat ik zwanger was, was ik wel even bang dat het daarom allemaal niet door zou gaan. In Servië zou die kans heel groot zijn geweest, maar hier in Nederland is alles fantastisch georganiseerd en het maakte helemaal niks uit.’

Verder ontwikkelen

Een half jaar na de geboorte van haar zoontje verwierf Jelena ook de positie van tweede concertmeester in Het Gelders Orkest. Toch had ze nog steeds de drive om zich verder te ontwikkelen. Ze wilde meer solospelen en kamermuziek maken en ging auditie doen bij andere orkesten. Uiteindelijk werd ze aangenomen bij het Concertgebouworkest. ‘In dit orkest voel ik me helemaal thuis. Het kernrepertoire is me op het lijf geschreven, ik ben dol op de dramatische componisten, zoals Wagner, Bruckner en Mahler. De speelcultuur is ook fantastisch. In het Concertgebouworkest zijn we in de goede zin van het woord allemaal concertmeester, we voelen ons één geheel en een titel is niet meer belangrijk. Daarnaast krijgen de orkestleden alle kans om zich verder te ontwikkelen, ook naast het orkestspel. Een tijdje geleden mocht ik bijvoorbeeld met de soliste van die week, altvioliste Tabea Zimmermann, het ­Eerste strijksextet van Brahms spelen in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw. Verder neem ik geregeld zanglessen, zingen is nog steeds een van mijn grootste passies.’

Inat

Ondertussen woont Jelena al haar halve leven in Nederland. Ze spreekt bijna vloeiend Nederlands, heeft een Nederlandse partner en voelt zich enorm betrokken bij de samenleving. ‘Nederland is een geweldig land en ik ben heel dankbaar voor alle mogelijkheden die ik gekregen heb. Wat ik soms wel mis is wat we in het Servisch ‘inat’ noemen: het zoeken naar creatieve oplossingen, het niet bij de pakken neer zitten als het tegen zit. Wanneer je bijvoorbeeld tegen een Serviër zegt dat hij iets niet kan, dan zal hij er alles aan doen om te bewijzen dat hij het juist wél kan. Ik geloof ook dat het leven meer is dan werk alleen, dat het uitbundig gevierd mag worden. Hier in Nederland is het op de meeste plekken na zes uur doodstil op straat, bijna niemand gaat dan nog uit. Dat zou je in Servië alleen zien als de president wordt vermoord! Gelukkig maken we dat in het orkest ruimschoots goed met al onze muzikale avonturen, de vele buitenlandse tournees en de warme band met het publiek.’

  • De viool van Jelena Ristic

    De viool van Jelena Ristic

  • De viool van Jelena Ristic

    De viool van Jelena Ristic

‘Ik heb altijd op heel eenvoudige en goedkope violen gespeeld en al mijn audities daarmee gedaan. Ik was dan ook best tevreden met mijn viool, maar toen ik in het Concertgebouworkest aangenomen werd, kon ik een viool van Foundation Concertgebouworkest in bruikleen krijgen. Er ging een kast open met de meest prachtige violen, waaronder een aantal oude Italianen. Zoek er maar eentje uit, werd er gezegd. Mijn oog viel op een nogal robuuste Vuillaume uit 1845, eigenlijk een beetje het lelijke eendje van de collectie. Maar ik werd direct verliefd op de klank van het instrument. Een klank die past bij mijn voorstelling van het ideale vioolgeluid, zangerig en heel diep.’ De viool bevindt zich al lang in de collectie van het orkest; de laatste die hem bespeelde, tot aan zijn pensioen in 2010, was eerste violist Tony Rous.

‘Ik heb altijd op heel eenvoudige en goedkope violen gespeeld en al mijn audities daarmee gedaan. Ik was dan ook best tevreden met mijn viool, maar toen ik in het Concertgebouworkest aangenomen werd, kon ik een viool van Foundation Concertgebouworkest in bruikleen krijgen. Er ging een kast open met de meest prachtige violen, waaronder een aantal oude Italianen. Zoek er maar eentje uit, werd er gezegd. Mijn oog viel op een nogal robuuste Vuillaume uit 1845, eigenlijk een beetje het lelijke eendje van de collectie. Maar ik werd direct verliefd op de klank van het instrument. Een klank die past bij mijn voorstelling van het ideale vioolgeluid, zangerig en heel diep.’ De viool bevindt zich al lang in de collectie van het orkest; de laatste die hem bespeelde, tot aan zijn pensioen in 2010, was eerste violist Tony Rous.

Meer interviews met orkestleden

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.