Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wie is Gustav Mahler?

Gustav Mahler

componist

Gustav Mahler was een componist en dirigent van met name symfonieën en liederen. Zijn vooruitstrevende composities waren niet heel populair tijdens zijn leven, maar zijn tegenwoordig onderdeel van het standaardrepertoire.

De jeugd en opleiding van Mahler

Gustav Mahler wordt op 7 juli 1860 geboren in Kalištĕ, een klein dorpje op de grens van Bohemen en Moravië, in een Duitstalige Joodse Familie. Vader Bernard is café-eigenaar en brouwer, moeder Maria Hermann is de dochter van een zeepfabrikant. De jonge Gustav krijgt zijn eerste pianolessen als hij vijf jaar oud is. Vijf jaar later boekt hij zijn eerste successen in het theater van Iglau.

In 1875 wordt Mahler aangenomen aan het Weens Conservatorium. Hij studeert er piano en compositie. Hugo Wolf en Hans Rott behoren tot zijn medestudenten.

Mahler schrijft in zijn studententijd verschillende symfonische en kamermuziekwerken, die hij stuk voor stuk vernietigt. Uit 1876 dateert de eerste overgeleverde compositie: het eerste deel van het Pianokwartet in a klein. Hij wint er een prijs mee.

In september 1877 doet Mahler eindexamen in Iglau en schrijft zich in aan de Universiteit van Wenen. Hier bezoekt hij de harmonielessen van Anton Bruckner, en volgt hij onder meer cursussen vroeg-Germaanse literatuur, filosofie en geschiedenis van de Griekse kunst en van de Nederlandse schilderkunst.

Mahler als dirigent

In de zomer van 1880 betreedt Mahler zijn eerste positie als dirigent; hij dirigeert operettes aan het theater van Bad Hall. Tegelijkertijd werkt hij onder andere aan zijn eerste grote werk, de cantate Das klagende Lied. Tevergeefs probeert hij hiermee de prestigieuze Beethovenprijs te winnen.

Hierna besluit M­ahler zich op het dirigeren te focussen, met succes. In 1891 wordt hij Kapellmeister van het Stadt-Theater in Hamburg; in 1897 wordt hij, nadat hij zich vanwege het antisemitische klimaat tot het katholicisme heeft moeten bekeren, artistiek directeur van de Weense Hofoper.

Aan de Weense Hofoper 'regeert' M­ahler tien jaar. Hij zorgt onder meer voor grotere discipline onder de musici, werkt samen met prominente beeldend kunstenaars en biedt steun aan een jongere generatie componisten, waaronder Arnold Schönberg. Het Wenen in de tijd van Gustav Mahler was zowel het conservatieve artistieke centrum – trots op de muzikale erfenis; het Classisisme van Mozart en Haydn – als een broedplaats van nieuwe ideeen van bijvoorbeeld kunstenaar Gustav Klimt en psycholoog Sigmund Freud.  

Het is wederom aan antisemitisme te wijten dat M­ahler zijn functie in 1907 weer neer moet leggen. Een topdirigent als hij kwam gelukkig snel aan nieuw werk: van 1907 tot zijn dood was hij chef-dirigent van de Metropolitan Opera in New York.

Mahler als componist

Ondanks zijn drukke bestaan als chef-dirigent liet M­ahler het componeren niet voor wat het was: hiermee vulde hij zijn zomervakanties. Zijn composities zijn geen onverdeeld succes: de Eerste symfonie uit 1888 wordt niet positief ontvangen en als hij in 1901 zijn Totenfeier voorspeelt voor de dirigent en componist Hans von Bülow houdt deze uit protest zijn oren dicht.

Pas in 1902 blijkt zijn Derde symfonie wel te bekoren. Willem Mengelberg – op dat moment chef-dirigent van het Concertgebouworkest – nodigt M­ahler hierop uit zijn symfonieën in Amsterdam te dirigeren. Zowel in 1903 als 1904 komt M­ahler naar het Concertgebouw om zijn vier symfonieën te laten horen: tot zijn genoegen begrijpen de Amsterdammers hem als componist, schrijft hij aan zijn vrouw Alma.

Hierna besluit M­ahler zich op het dirigeren te focussen, met succes. In 1891 wordt hij Kapellmeister van het Stadt-Theater in Hamburg; in 1897 wordt hij, nadat hij zich vanwege het antisemitische klimaat tot het katholicisme heeft moeten bekeren, artistiek directeur van de Weense Hofoper.

Aan de Weense Hofoper 'regeert' M­ahler tien jaar. Hij zorgt onder meer voor grotere discipline onder de musici, werkt samen met prominente beeldend kunstenaars en biedt steun aan een jongere generatie componisten, waaronder Arnold Schönberg. Het Wenen in de tijd van Gustav Mahler was zowel het conservatieve artistieke centrum – trots op de muzikale erfenis; het Classisisme van Mozart en Haydn – als een broedplaats van nieuwe ideeen van bijvoorbeeld kunstenaar Gustav Klimt en psycholoog Sigmund Freud.  

Het is wederom aan antisemitisme te wijten dat M­ahler zijn functie in 1907 weer neer moet leggen. Een topdirigent als hij kwam gelukkig snel aan nieuw werk: van 1907 tot zijn dood was hij chef-dirigent van de Metropolitan Opera in New York.

Mahler als componist

Ondanks zijn drukke bestaan als chef-dirigent liet M­ahler het componeren niet voor wat het was: hiermee vulde hij zijn zomervakanties. Zijn composities zijn geen onverdeeld succes: de Eerste symfonie uit 1888 wordt niet positief ontvangen en als hij in 1901 zijn Totenfeier voorspeelt voor de dirigent en componist Hans von Bülow houdt deze uit protest zijn oren dicht.

Pas in 1902 blijkt zijn Derde symfonie wel te bekoren. Willem Mengelberg – op dat moment chef-dirigent van het Concertgebouworkest – nodigt M­ahler hierop uit zijn symfonieën in Amsterdam te dirigeren. Zowel in 1903 als 1904 komt M­ahler naar het Concertgebouw om zijn vier symfonieën te laten horen: tot zijn genoegen begrijpen de Amsterdammers hem als componist, schrijft hij aan zijn vrouw Alma.

  • Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

    Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

  • Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

    Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

  • Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

    Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

  • Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

    Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

De symfonieën worden steeds grootser en spectaculairder: in de Zesde zijn een drietal oorverdovende hamerslagen te horen en voor de Achtste is een liefst 850-koppig koor nodig.

M­ahlers werken worden tijdens zijn leven niet altijd met open armen ontvangen. In een brief aan Alma uit 1902 voorspelt hij echter: ‘Meine Zeit wird kommen.’ Ma­hlers tijd is inderdaad gekomen: tegenwoordig behoort het oeuvre van M­ahler tot het standaardrepertoire van symfonieorkesten. Vooral het Adagietto uit zijn Vijfde symfonie is niet uit de concertzalen weg te denken.

Mahler als echtgenoot – Alma Mahler

Eind oktober 1901 zit M­ahler tijdens een diner tegenover de 22-jarige Alma Schindler, dochter van landschapsschilder Emil Schindler en zangeres Anna Bergen. Ma­hler nodigt Alma uit de Hofoper te bezoeken. Nog geen twee maanden later kondigen zij hun verloving aan; ze trouwen vier maanden na hun kennismaking.

Alma componeert vooral liederen en droomt ervan een opera te schrijven. Voor twee componisten is er volgens M­ahler echter geen plaats in hun huwelijk. Alma laat haar compositorische ambities varen - volgens haarzelf onder dwang van M­ahler, hoewel dit niet met zekerheid te zeggen is.

De eerste jaren lijkt het een gelukkig huwelijk, met als kers op de taart twee dochters: Maria Anna (Putzi) en Anna Justine (Gucki). In 1907 komt, met de dood van Maria Anna aan difterie, het eerste scheurtje. In hetzelfde jaar neemt M­ahler na jaren van ruzies ontslag bij de Hofoper én wordt bij hem een ongeneeslijke hartkwaal geconstateerd. Ondertussen koestert Alma steeds meer wrok vanwege de artistieke verstikking die M­ahler haar oplegt.

‘Meine Zeit wird kommen’

In de zomer van 1910, terwijl Ma­hler aan zijn Tiende symfonie werkt, begint zij een affaire met de jonge architect Walter Gropius. De huwelijkscrisis escaleert wanneer Gropius een brief aan Alma – per ongeluk? – adresseert aan ‘Herrn Direktor Mahler’ en zelf een dag later op Mahlers vakantieadres arriveert. 

Alma’s affaire – die ze voortaan in het geheim voortzet – breekt Mahler op. Vertwijfeld reist de componist naar Leiden waar hij een bezoek brengt aan Sigmund Freud die in het nabijgelegen Noordwijk op vakantie is. De beroemde psychoanalyticus constateert een sterke moederbinding bij de componist.

Hierna probeert M­ahler zijn vrouw toch te helpen met het publiceren van haar composities in een poging het huwelijk te redden. Hij sterft voor ze zouden kunnen scheiden.

De dood van Mahler

Op 21 februari 1911 dirigeert Mahler zijn laatste concert in Amerika. Drie dagen later wordt hij ziek. Wat een onschuldige griep lijkt, blijkt een streptokokkeninfectie te zijn. Vanaf begin april reist Mahler in Europa van kliniek naar kliniek.

Op 18 mei, om 23.05 uur, overlijdt hij. Gustav Mahler wordt op 22 mei begraven op het kerkhof van Grinzing, net buiten Wenen, naast zijn dochter Maria Anna.

De symfonieën worden steeds grootser en spectaculairder: in de Zesde zijn een drietal oorverdovende hamerslagen te horen en voor de Achtste is een liefst 850-koppig koor nodig.

M­ahlers werken worden tijdens zijn leven niet altijd met open armen ontvangen. In een brief aan Alma uit 1902 voorspelt hij echter: ‘Meine Zeit wird kommen.’ Ma­hlers tijd is inderdaad gekomen: tegenwoordig behoort het oeuvre van M­ahler tot het standaardrepertoire van symfonieorkesten. Vooral het Adagietto uit zijn Vijfde symfonie is niet uit de concertzalen weg te denken.

Mahler als echtgenoot – Alma Mahler

Eind oktober 1901 zit M­ahler tijdens een diner tegenover de 22-jarige Alma Schindler, dochter van landschapsschilder Emil Schindler en zangeres Anna Bergen. Ma­hler nodigt Alma uit de Hofoper te bezoeken. Nog geen twee maanden later kondigen zij hun verloving aan; ze trouwen vier maanden na hun kennismaking.

Alma componeert vooral liederen en droomt ervan een opera te schrijven. Voor twee componisten is er volgens M­ahler echter geen plaats in hun huwelijk. Alma laat haar compositorische ambities varen - volgens haarzelf onder dwang van M­ahler, hoewel dit niet met zekerheid te zeggen is.

De eerste jaren lijkt het een gelukkig huwelijk, met als kers op de taart twee dochters: Maria Anna (Putzi) en Anna Justine (Gucki). In 1907 komt, met de dood van Maria Anna aan difterie, het eerste scheurtje. In hetzelfde jaar neemt M­ahler na jaren van ruzies ontslag bij de Hofoper én wordt bij hem een ongeneeslijke hartkwaal geconstateerd. Ondertussen koestert Alma steeds meer wrok vanwege de artistieke verstikking die M­ahler haar oplegt.

‘Meine Zeit wird kommen’

In de zomer van 1910, terwijl Ma­hler aan zijn Tiende symfonie werkt, begint zij een affaire met de jonge architect Walter Gropius. De huwelijkscrisis escaleert wanneer Gropius een brief aan Alma – per ongeluk? – adresseert aan ‘Herrn Direktor Mahler’ en zelf een dag later op Mahlers vakantieadres arriveert. 

Alma’s affaire – die ze voortaan in het geheim voortzet – breekt Mahler op. Vertwijfeld reist de componist naar Leiden waar hij een bezoek brengt aan Sigmund Freud die in het nabijgelegen Noordwijk op vakantie is. De beroemde psychoanalyticus constateert een sterke moederbinding bij de componist.

Hierna probeert M­ahler zijn vrouw toch te helpen met het publiceren van haar composities in een poging het huwelijk te redden. Hij sterft voor ze zouden kunnen scheiden.

De dood van Mahler

Op 21 februari 1911 dirigeert Mahler zijn laatste concert in Amerika. Drie dagen later wordt hij ziek. Wat een onschuldige griep lijkt, blijkt een streptokokkeninfectie te zijn. Vanaf begin april reist Mahler in Europa van kliniek naar kliniek.

Op 18 mei, om 23.05 uur, overlijdt hij. Gustav Mahler wordt op 22 mei begraven op het kerkhof van Grinzing, net buiten Wenen, naast zijn dochter Maria Anna.

Bijgewerkt op dinsdag 10 januari 2023