Het gevaar van muziek
door Erwin Roebroeks 15 apr. 2022 15 april 2022
De wetenschap staat nooit stil – ook in de muziek niet. In Preludium duiken we de nieuwste onderzoeken op. Deze maand: hoe heeft muziek politieke impact?
De staat (1972-76) van Louis Andriessen is muzikale woede. Woede naar Plato, die vond dat er niet aan muzikale wetten moest worden getornd, omdat daarmee ook de staat zou veranderen – en woede omdat Plato volgens de componist ongelijk had. Kón muziek maar samenlevingen veranderen.
Ambivalentie is ook wat terugkomt in de resultaten van het prille onderzoek naar de politieke kracht van muziek. Wie kunst wil inzetten voor politieke doeleinden, lijkt er goed aan te doen de kunstenaar te knechten. Zo heeft Kim Jong-il in zijn boek On the Art of Opera precies beschreven wat en hoe de componist moet componeren, de librettist moet schrijven, enzovoorts. De kunstenaar als uitvoerend personeel in dienst van de staat.
De muziekbenadering van de nazi’s bestond uit op het land in kwestie afgestemd maatwerk, zo tonen Sarah Zalfen en Sven Oliver Müller van het Max-Planck-Institut in Berlijn in hun boek Besatzungsmacht Musik. Legde Joseph Goebbels het muzikale leven van Poolse musici vrijwel stil om op eigen muziek te marcheren, in Frankrijk en Nederland ging hij subtieler te werk. Hier werden Beethoven, Brahms en vooral Wagner ingezet om te pacificeren. Het doel: het opwekken van gevoelens van continuïteit en veiligheid.
Het is de ambivalentie van het werk van Wagner zelf die de muziek bij uitstek geschikt maakt voor uiteenlopende politieke ideologieën. Zo werden zijn opera’s tijdens de bezetting van het Rijnland na de Eerste Wereldoorlog niet alleen als vehikel van Franse machtsimplementatie ingezet, maar ook als element van een Rijnlandse bevrijdingsstrijd. En terwijl de nazi’s Wagner ideologisch hadden geannexeerd vanwege de Germaanse cultus van heldenaanbidding, werd de muziek dertig jaar later omarmd door de DDR-dictatuur, waar de Nibelungen werden beschouwd als de prototypische proletariërs.
Jonathan Pieslak deed veldonderzoek naar de inzet van muziek bij vier extremistische bewegingen: Al Qaida, racistische skinheads, christenradicalen en ecomilitanten. Ook hier ambivalentie alom, zo blijkt uit zijn boek Radicalism and Music. Dezelfde moslimextremisten die muziek verbieden, gebruiken haar in de training tot zelfmoordterrorist. Pieslak laat de manieren zien waarop muziek kan worden ingezet als gemeenschapsvormend voor geïsoleerde en gefrustreerde individuen, om hen vervolgens tot de ideologie in kwestie te verleiden.
Vervolgonderzoek is nodig, maar Pieslak grijpt alvast wel terug op Plato. Na intens veldwerk binnen doorgaans voor buitenstaanders gesloten radicale werelden stelt hij dat het gevaarlijk is om te denken dat muziek niet gevaarlijk kan zijn.
Meer lezen?
Sarah Zalfen & Sven Oliver Müller (red.), 2012: Besatzungsmacht Musik. Zur Musik- und Emotionsgeschichte im Zeitalter der Weltkriege (1914-1949)
Jonathan Pieslak, 2015: Radicalism and Music. An Introduction to the Music Cultures of al- Qa’ida, Racist Skinheads, Christian-Affiliated Radicals, and Eco-Animal Rights Militants.
De staat (1972-76) van Louis Andriessen is muzikale woede. Woede naar Plato, die vond dat er niet aan muzikale wetten moest worden getornd, omdat daarmee ook de staat zou veranderen – en woede omdat Plato volgens de componist ongelijk had. Kón muziek maar samenlevingen veranderen.
Ambivalentie is ook wat terugkomt in de resultaten van het prille onderzoek naar de politieke kracht van muziek. Wie kunst wil inzetten voor politieke doeleinden, lijkt er goed aan te doen de kunstenaar te knechten. Zo heeft Kim Jong-il in zijn boek On the Art of Opera precies beschreven wat en hoe de componist moet componeren, de librettist moet schrijven, enzovoorts. De kunstenaar als uitvoerend personeel in dienst van de staat.
De muziekbenadering van de nazi’s bestond uit op het land in kwestie afgestemd maatwerk, zo tonen Sarah Zalfen en Sven Oliver Müller van het Max-Planck-Institut in Berlijn in hun boek Besatzungsmacht Musik. Legde Joseph Goebbels het muzikale leven van Poolse musici vrijwel stil om op eigen muziek te marcheren, in Frankrijk en Nederland ging hij subtieler te werk. Hier werden Beethoven, Brahms en vooral Wagner ingezet om te pacificeren. Het doel: het opwekken van gevoelens van continuïteit en veiligheid.
Het is de ambivalentie van het werk van Wagner zelf die de muziek bij uitstek geschikt maakt voor uiteenlopende politieke ideologieën. Zo werden zijn opera’s tijdens de bezetting van het Rijnland na de Eerste Wereldoorlog niet alleen als vehikel van Franse machtsimplementatie ingezet, maar ook als element van een Rijnlandse bevrijdingsstrijd. En terwijl de nazi’s Wagner ideologisch hadden geannexeerd vanwege de Germaanse cultus van heldenaanbidding, werd de muziek dertig jaar later omarmd door de DDR-dictatuur, waar de Nibelungen werden beschouwd als de prototypische proletariërs.
Jonathan Pieslak deed veldonderzoek naar de inzet van muziek bij vier extremistische bewegingen: Al Qaida, racistische skinheads, christenradicalen en ecomilitanten. Ook hier ambivalentie alom, zo blijkt uit zijn boek Radicalism and Music. Dezelfde moslimextremisten die muziek verbieden, gebruiken haar in de training tot zelfmoordterrorist. Pieslak laat de manieren zien waarop muziek kan worden ingezet als gemeenschapsvormend voor geïsoleerde en gefrustreerde individuen, om hen vervolgens tot de ideologie in kwestie te verleiden.
Vervolgonderzoek is nodig, maar Pieslak grijpt alvast wel terug op Plato. Na intens veldwerk binnen doorgaans voor buitenstaanders gesloten radicale werelden stelt hij dat het gevaarlijk is om te denken dat muziek niet gevaarlijk kan zijn.
Meer lezen?
Sarah Zalfen & Sven Oliver Müller (red.), 2012: Besatzungsmacht Musik. Zur Musik- und Emotionsgeschichte im Zeitalter der Weltkriege (1914-1949)
Jonathan Pieslak, 2015: Radicalism and Music. An Introduction to the Music Cultures of al- Qa’ida, Racist Skinheads, Christian-Affiliated Radicals, and Eco-Animal Rights Militants.