Het Jerusalem Kwartet: één instrument met zestien snaren
door Thiemo Wind 01 dec. 2016 01 december 2016
In een eigen Spotlightserie viert het fameuze Jerusalem Kwartet onder meer de 175e verjaardag van Dvořák. Het eerste programma van de serie bevat ook een kwintet en een sextet. ‘Kwartet plus geeft altijd iets speciaals’, vindt primarius Alexander Pavlovsky.
Het waren vier jonge knapen die, net vanuit Rusland naar Israël verhuisd, in 1993 aan het kwartetspelen gingen. ‘Kinderen nog, ik was zestien en de oudste’, vertelt Alexander Pavlovsky. ‘We zijn als Jerusalem Kwartet altijd meer een vriendenclub geweest dan een zakelijke onderneming. Dat is een van onze grote pluspunten. Wij zijn begonnen uit puur plezier, zonder verwachtingen.’
Inmiddels behoren ze tot de absolute wereldtop en geven ze concerten over de hele wereld, zeventig tot tachtig per jaar. Ook in Het Concertgebouw waren ze al vaak te gast. Nederland heeft vanaf het allereerste begin een bijzondere plaats ingenomen in het leven van deze musici.
‘Om het jaar kwamen we meestercursussen volgen tijdens de Zeister Muziekdagen. We hadden er geweldige docenten. Uit het LaSalle Kwartet, het Guarneri, Chilingirian. Zo is dit festival heel belangrijk geweest in onze muzikale ontwikkeling.
Later kwamen we hier zelf lesgeven en optreden. Toen ik acht jaar geleden de vraag kreeg artistiek leider te worden van de Zeister Muziekdagen, was ik blij verrast. Natuurlijk zei ik ja. Zeist is mijn tweede thuis.’
Sabbatical
Mede dankzij die cursussen ontwikkelde het ensemble zich razendsnel. In 2003 werden de vier jonge strijkers onderscheiden met een Borletti-Buitoni Trust Award, een prestigieuze muziekprijs in Engeland waarmee een fiks geldbedrag is gemoeid. Niet eerder maakte de jury laureaten mee die toestemming vroegen voor zo’n bijzondere besteding van de prijs. Wat de heren wensten? Een sabbatical!
‘We speelden al zoveel jaar samen. Niet dat we wilden uitrusten, we zochten ruimte om ons persoonlijk verder te ontwikkelen. Geen heel jaar overigens, het waren maar zes, zeven maanden. Ik ben weer vioollessen gaan nemen en heb verschillende leraren bezocht. Het was heel verfrissend.’
Inmiddels heeft het Jerusalem Kwartet de viering van zijn twintigjarig bestaan achter de rug. Het is een leven dat je niet in de koude kleren gaat zitten, erkent Pavlovsky, zeker als je het kwartetspelen wilt combineren met een gezin.
‘Ik heb twee kinderen, van zes en dertien. Tournees proberen we compact te houden, wat niet altijd eenvoudig is. Balans is belangrijk voor een mens. In het leven, in kamermuziek, in alles. Al dat reizen wordt er niet gemakkelijker op naarmate je ouder wordt. Het vreet energie.’
Het waren vier jonge knapen die, net vanuit Rusland naar Israël verhuisd, in 1993 aan het kwartetspelen gingen. ‘Kinderen nog, ik was zestien en de oudste’, vertelt Alexander Pavlovsky. ‘We zijn als Jerusalem Kwartet altijd meer een vriendenclub geweest dan een zakelijke onderneming. Dat is een van onze grote pluspunten. Wij zijn begonnen uit puur plezier, zonder verwachtingen.’
Inmiddels behoren ze tot de absolute wereldtop en geven ze concerten over de hele wereld, zeventig tot tachtig per jaar. Ook in Het Concertgebouw waren ze al vaak te gast. Nederland heeft vanaf het allereerste begin een bijzondere plaats ingenomen in het leven van deze musici.
‘Om het jaar kwamen we meestercursussen volgen tijdens de Zeister Muziekdagen. We hadden er geweldige docenten. Uit het LaSalle Kwartet, het Guarneri, Chilingirian. Zo is dit festival heel belangrijk geweest in onze muzikale ontwikkeling.
Later kwamen we hier zelf lesgeven en optreden. Toen ik acht jaar geleden de vraag kreeg artistiek leider te worden van de Zeister Muziekdagen, was ik blij verrast. Natuurlijk zei ik ja. Zeist is mijn tweede thuis.’
Sabbatical
Mede dankzij die cursussen ontwikkelde het ensemble zich razendsnel. In 2003 werden de vier jonge strijkers onderscheiden met een Borletti-Buitoni Trust Award, een prestigieuze muziekprijs in Engeland waarmee een fiks geldbedrag is gemoeid. Niet eerder maakte de jury laureaten mee die toestemming vroegen voor zo’n bijzondere besteding van de prijs. Wat de heren wensten? Een sabbatical!
‘We speelden al zoveel jaar samen. Niet dat we wilden uitrusten, we zochten ruimte om ons persoonlijk verder te ontwikkelen. Geen heel jaar overigens, het waren maar zes, zeven maanden. Ik ben weer vioollessen gaan nemen en heb verschillende leraren bezocht. Het was heel verfrissend.’
Inmiddels heeft het Jerusalem Kwartet de viering van zijn twintigjarig bestaan achter de rug. Het is een leven dat je niet in de koude kleren gaat zitten, erkent Pavlovsky, zeker als je het kwartetspelen wilt combineren met een gezin.
‘Ik heb twee kinderen, van zes en dertien. Tournees proberen we compact te houden, wat niet altijd eenvoudig is. Balans is belangrijk voor een mens. In het leven, in kamermuziek, in alles. Al dat reizen wordt er niet gemakkelijker op naarmate je ouder wordt. Het vreet energie.’
De vriendschap is altijd gebleven. Er waren dan ook geen strubbelingen toen een van de musici zes jaar geleden besloot de groep te verlaten, de eerste en enige wisseling tot dusverre. Het was altviolist Amihai Grosz die voor een nieuwe bestemming koos. Pavlovsky:
‘Wij doen er allemaal iets naast, zoals lesgeven. Amihai droomde ervan bij de Berliner Philharmoniker te spelen. Toen zich daar een vacature aandiende voor de positie van aanvoerder, heeft hij de kans gegrepen. Voor ons als collega’s kwam het niet onverwacht. Het was een natuurlijk besluit. Toen we vorig jaar debuteerden in de Berlijnse Philharmonie, zijn we met Amihai uit eten gegaan.’
‘In Ori Kam vonden we direct een nieuwe altist. Audities hoefden we niet te houden, we kenden hem al vanaf onze begintijd. Hij stond boven aan onze lijst. Grappig genoeg kwam hij bij de Berliner Philharmoniker vandaan, het is een soort ruil geweest. De wisseling heeft veel positiefs gebracht. Als je met z’n vieren samenspeelt, zijn er zoveel dingen die gewoon worden. Ori heeft nieuwe energie en nieuwe ideeën meegebracht. De switch verliep heel soepel.’
Eenheid en variatie
Ook in hun vaste constellatie omringen de vier musici zich graag met collega’s. ‘Eenheid is altijd ons streven geweest. We willen één instrument zijn met zestien snaren. Maar daarmee loop je wel het gevaar de individualiteit van de kwartetleden te verliezen. Zo gauw je iemand te gast hebt, krijg je vanzelf een ander organisme. Qua kleuring, energie, balans, atmosfeer. Dat is altijd weer een -fascinerend proces.’
Het Jerusalem Kwartet maakt zijn uitstapjes naar grotere bezettingen vaak in het kader van speciale projecten, zoals dit seizoen in de Kleine Zaal, waar twee van de drie Spotlight-programma’s volledig aan Dvořák zijn gewijd.
‘Trio, kwartet, kwintet, sextet: voor die uiteenlopende bezettingen hanteerde deze componist evenzoveel verschillende “gereedschappen”. Dat is interessant om te ervaren, zowel voor het publiek als voor onszelf. Vanuit een diversiteit aan invalshoeken leer je een componist echt kennen.’
‘Het Twaalfde strijkkwartet (het -‘Amerikaanse’) was het werk waarmee we als tieners begonnen. We houden nog steeds intens van dit stuk. Het is zo romantisch, zo persoonlijk. In andere kamermuziekwerken ontmoet je Dvořák de symfonicus, maar hier spreekt hij de taal van de eenvoud. Door meer dan twintig jaar samenspelen zijn we gaan beseffen dat eenvoud in muziek het allermoeilijkst is.’
De vriendschap is altijd gebleven. Er waren dan ook geen strubbelingen toen een van de musici zes jaar geleden besloot de groep te verlaten, de eerste en enige wisseling tot dusverre. Het was altviolist Amihai Grosz die voor een nieuwe bestemming koos. Pavlovsky:
‘Wij doen er allemaal iets naast, zoals lesgeven. Amihai droomde ervan bij de Berliner Philharmoniker te spelen. Toen zich daar een vacature aandiende voor de positie van aanvoerder, heeft hij de kans gegrepen. Voor ons als collega’s kwam het niet onverwacht. Het was een natuurlijk besluit. Toen we vorig jaar debuteerden in de Berlijnse Philharmonie, zijn we met Amihai uit eten gegaan.’
‘In Ori Kam vonden we direct een nieuwe altist. Audities hoefden we niet te houden, we kenden hem al vanaf onze begintijd. Hij stond boven aan onze lijst. Grappig genoeg kwam hij bij de Berliner Philharmoniker vandaan, het is een soort ruil geweest. De wisseling heeft veel positiefs gebracht. Als je met z’n vieren samenspeelt, zijn er zoveel dingen die gewoon worden. Ori heeft nieuwe energie en nieuwe ideeën meegebracht. De switch verliep heel soepel.’
Eenheid en variatie
Ook in hun vaste constellatie omringen de vier musici zich graag met collega’s. ‘Eenheid is altijd ons streven geweest. We willen één instrument zijn met zestien snaren. Maar daarmee loop je wel het gevaar de individualiteit van de kwartetleden te verliezen. Zo gauw je iemand te gast hebt, krijg je vanzelf een ander organisme. Qua kleuring, energie, balans, atmosfeer. Dat is altijd weer een -fascinerend proces.’
Het Jerusalem Kwartet maakt zijn uitstapjes naar grotere bezettingen vaak in het kader van speciale projecten, zoals dit seizoen in de Kleine Zaal, waar twee van de drie Spotlight-programma’s volledig aan Dvořák zijn gewijd.
‘Trio, kwartet, kwintet, sextet: voor die uiteenlopende bezettingen hanteerde deze componist evenzoveel verschillende “gereedschappen”. Dat is interessant om te ervaren, zowel voor het publiek als voor onszelf. Vanuit een diversiteit aan invalshoeken leer je een componist echt kennen.’
‘Het Twaalfde strijkkwartet (het -‘Amerikaanse’) was het werk waarmee we als tieners begonnen. We houden nog steeds intens van dit stuk. Het is zo romantisch, zo persoonlijk. In andere kamermuziekwerken ontmoet je Dvořák de symfonicus, maar hier spreekt hij de taal van de eenvoud. Door meer dan twintig jaar samenspelen zijn we gaan beseffen dat eenvoud in muziek het allermoeilijkst is.’