Hiernaar luistert pianostemmer Michel Brandjes
door Rahul Gandolahage 20 mei 2020 20 mei 2020
In de rubriek Luisterkunstenaars spreekt Preludium mensen die in hun dagelijkse leven op een bijzondere manier hun oren gebruiken. Deze maand: Michel Brandjes.
Wat betekent luisteren voor jou?
‘Als je écht luistert, ben je vrij. Ik probeer dat zo vaak mogelijk te doen. Door bij opnames en repetities te zijn, leer je steeds beter hoe je kunt luisteren.
In deze coronatijd herken ik veel terug uit de jaren zestig en zeventig. We wandelen elke dag in de duinen, je hoort nu geen mensen, geen vliegtuigen. Het is helemaal stil. Ik vraag me af wat dat doet voor de muziek.
In Pamplona troffen we een vleugel in zo’n slechte toestand dat ik in paniek raakte.
Ik herken de tijd dat er geen mobiele telefoons waren, toen je nog kon contempleren in alle rust. Dat contemplatieve is terug, en dat doet muziek veel goeds. Als we straks terugkomen, zal de muziek beter klinken dan ooit te voren, omdat we permanent zijn aangeraakt door de primaire klanken van de natuur, waaronder stilte.’
Luister je anders dan anderen?
‘Ik wil het niet, maar ik weet dat het zo is. Soms ben ik verstoord door een technisch oor. Ik probeer dat af te schudden als een hond die uit het water komt. Als dat me lukt, word ik door een mooi concert precies even krachtig aangeraakt als ieder ander.
Wel heb ik zoveel gehoord dat ik veel associeer. Hoe meer je luistert, hoe dieper je kan duiken.’
Concerten op vleugels die hij zelf gestemd heeft, beluistert Brandjes zeker anders. ‘Vanaf het moment dat je het instrument aflevert totdat de laatste noot geklonken heeft, zijn pianist én pianostemmer in een soort heimelijke vertwijfeling. Concerten met vleugels waar ik niet aan gewerkt heb, zijn juist relaxed.’
Wat hoor je graag?
‘Mijn cd-speler zit tegenwoordig in mijn inner ear. Na verloop van tijd hoef je eigenlijk niet meer te luisteren, dan roep je het liever op. Muziek groeit aan je, in je, als je loopt zit het onder je voetzolen, als je snuift tintelt het in je nek en aan je handpalmen, je kunt het drinken, het zit in je haar. Dan luister je met je ogen en je neus. Kijken doe je met je oren.’
Wat wil je liever niet horen?
‘Als je een piano voorbereidt, word je daar compleet ingezogen. Dan wil je vlak voor het concert geen onvolkomenheden horen. Ik was op tournee met Maria João Pires, door Spanje. Mijn eerste tournee als pianostemmer, ik was net 30. In Pamplona troffen we een vleugel, 25 jaar oud, in zo’n slechte toestand dat ik in paniek raakte. Ik heb er de hele nacht aan gewerkt, ze heeft het concert gegeven, en het werd een prachtig concert.’
Wat is het mooiste dat je ooit gehoord hebt?
‘Als je mooi uitlegt als indringend, denk ik terug aan de jaren zestig. We hadden thuis drie platen: Beethovens Eerste, Derde en Vijfde pianoconcert. Claudio Arrau en Bernard Haitink. Dat kwam zo waanzinnig mooi binnen dat een jongetje op zijn knietjes de naald van de pick-up steeds terugzette. Dat jongetje benijd ik nu wel eens.
Aan de radio-opname heb ik mijn vrouw te danken.
Maar als het mooiste een omstandigheid mag zijn: 1997, het Concertgebouworkest met Colin Davis en Radu Lupu in het Tweede pianoconcert van Beethoven. Aan de radio-opname heb ik mijn vrouw te danken. Toen we elkaar net kenden, zaten we ’s nachts in de auto. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Toen heb ik die opname aangezet. Muziek verandert levens...’
Wat zou je ooit nog willen laten horen en aan wie?
‘Het verbaast mij dat er enerzijds mensen zijn die een trans-Atlantische vlucht maken om de akoestiek van Het Concertgebouw te kunnen horen, en dat er tegelijkertijd mensen op een paar kilometer afstand van Het Concertgebouw wonen die er nog nooit binnen zijn geweest. Dit is een oproep aan de ingezetenen: probeer eens een nieuweling mee te nemen! De muziek daar kan een oplossing zijn voor heel veel problemen!’
Michel Brandjes is pianotechnicus. Hij stemt geregeld de piano’s in de Grote Zaal van Het Concertgebouw en werkte voor prominente pianisten als Martha Argerich, Daniel Barenboim, Alfred Brendel, Hélène Grimaud, Radu Lupu, Maria João Pires, Murray Perahia en András Schiff.
Wat betekent luisteren voor jou?
‘Als je écht luistert, ben je vrij. Ik probeer dat zo vaak mogelijk te doen. Door bij opnames en repetities te zijn, leer je steeds beter hoe je kunt luisteren.
In deze coronatijd herken ik veel terug uit de jaren zestig en zeventig. We wandelen elke dag in de duinen, je hoort nu geen mensen, geen vliegtuigen. Het is helemaal stil. Ik vraag me af wat dat doet voor de muziek.
In Pamplona troffen we een vleugel in zo’n slechte toestand dat ik in paniek raakte.
Ik herken de tijd dat er geen mobiele telefoons waren, toen je nog kon contempleren in alle rust. Dat contemplatieve is terug, en dat doet muziek veel goeds. Als we straks terugkomen, zal de muziek beter klinken dan ooit te voren, omdat we permanent zijn aangeraakt door de primaire klanken van de natuur, waaronder stilte.’
Luister je anders dan anderen?
‘Ik wil het niet, maar ik weet dat het zo is. Soms ben ik verstoord door een technisch oor. Ik probeer dat af te schudden als een hond die uit het water komt. Als dat me lukt, word ik door een mooi concert precies even krachtig aangeraakt als ieder ander.
Wel heb ik zoveel gehoord dat ik veel associeer. Hoe meer je luistert, hoe dieper je kan duiken.’
Concerten op vleugels die hij zelf gestemd heeft, beluistert Brandjes zeker anders. ‘Vanaf het moment dat je het instrument aflevert totdat de laatste noot geklonken heeft, zijn pianist én pianostemmer in een soort heimelijke vertwijfeling. Concerten met vleugels waar ik niet aan gewerkt heb, zijn juist relaxed.’
Wat hoor je graag?
‘Mijn cd-speler zit tegenwoordig in mijn inner ear. Na verloop van tijd hoef je eigenlijk niet meer te luisteren, dan roep je het liever op. Muziek groeit aan je, in je, als je loopt zit het onder je voetzolen, als je snuift tintelt het in je nek en aan je handpalmen, je kunt het drinken, het zit in je haar. Dan luister je met je ogen en je neus. Kijken doe je met je oren.’
Wat wil je liever niet horen?
‘Als je een piano voorbereidt, word je daar compleet ingezogen. Dan wil je vlak voor het concert geen onvolkomenheden horen. Ik was op tournee met Maria João Pires, door Spanje. Mijn eerste tournee als pianostemmer, ik was net 30. In Pamplona troffen we een vleugel, 25 jaar oud, in zo’n slechte toestand dat ik in paniek raakte. Ik heb er de hele nacht aan gewerkt, ze heeft het concert gegeven, en het werd een prachtig concert.’
Wat is het mooiste dat je ooit gehoord hebt?
‘Als je mooi uitlegt als indringend, denk ik terug aan de jaren zestig. We hadden thuis drie platen: Beethovens Eerste, Derde en Vijfde pianoconcert. Claudio Arrau en Bernard Haitink. Dat kwam zo waanzinnig mooi binnen dat een jongetje op zijn knietjes de naald van de pick-up steeds terugzette. Dat jongetje benijd ik nu wel eens.
Aan de radio-opname heb ik mijn vrouw te danken.
Maar als het mooiste een omstandigheid mag zijn: 1997, het Concertgebouworkest met Colin Davis en Radu Lupu in het Tweede pianoconcert van Beethoven. Aan de radio-opname heb ik mijn vrouw te danken. Toen we elkaar net kenden, zaten we ’s nachts in de auto. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Toen heb ik die opname aangezet. Muziek verandert levens...’
Wat zou je ooit nog willen laten horen en aan wie?
‘Het verbaast mij dat er enerzijds mensen zijn die een trans-Atlantische vlucht maken om de akoestiek van Het Concertgebouw te kunnen horen, en dat er tegelijkertijd mensen op een paar kilometer afstand van Het Concertgebouw wonen die er nog nooit binnen zijn geweest. Dit is een oproep aan de ingezetenen: probeer eens een nieuweling mee te nemen! De muziek daar kan een oplossing zijn voor heel veel problemen!’
Michel Brandjes is pianotechnicus. Hij stemt geregeld de piano’s in de Grote Zaal van Het Concertgebouw en werkte voor prominente pianisten als Martha Argerich, Daniel Barenboim, Alfred Brendel, Hélène Grimaud, Radu Lupu, Maria João Pires, Murray Perahia en András Schiff.