Hoe Rachmaninoff zijn critici overwon
door Martin Kaaij 20 feb. 2023 20 februari 2023
Als componist, pianist en dirigent was Serge Rachmaninoff een zeldzaam multitalent. Dat wekte argwaan bij zijn critici. Hij zou, zoals de oude Russen zeiden, jagen op teveel hazen. Maar zijn muziek heeft kritiek van toen ruimschoots overleefd.
Bij veel componisten kun je horen in welke tijd ze leefden. De muziek van Tsjaikovski bijvoorbeeld is romantisch in hart en nieren. Smachtende melodieën, een zwelgend orkest, je hoeft geen kenner te zijn om hem in de negentiende eeuw te plaatsen en tot de Romantiek te rekenen. En omdat ook Chopin wel wist hoe hij de luisteraar diep in zijn gemoed kon raken, denk je al gauw dat Tsjaikovski en Chopin tijdgenoten zijn. Dat klopt maar een beetje: toen Chopin overleed rende Tsjaikovski nog in korte broek door het park.
Kennelijk is ons intuïtieve stijlgevoel een gebrekkige tijdsmeter. Een mens die meer met voertuigen heeft dan met componisten zou iets vergelijkbaars kunnen ervaren met de fiets. Het gevoel zegt dat de fiets er eerder was dan de auto, maar volgens Wikipedia reed de eerste stoomauto al in 1832 rond, terwijl de eerste fiets met trappers pas in 1862 werd gemaakt. De fiets was laat of de auto was vroeg, het is maar hoe je het bekijkt.
Bij Serge Rachmaninoff ligt de zaak nog wat anders. Ook zijn muziek klinkt onmiskenbaar romantisch, maar zijn laatste compositie Symfonische dansen stamt uit 1940. Dat is zo’n dertig jaar nadat de Romantiek volgens de boeken eindigt. Deze Symfonische dansen zijn dus in een ouderwetse stijl geschreven en de vraag is hoe fijn of erg dat is. In de film Dead Poets Society wordt aandacht besteed aan deze kwestie als een klas welgestelde jongens in het Amerika van de jaren vijftig poëzie-onderwijs krijgt van een ongewone leraar. Hij laat de pubers voetballen, op de tafel springen, schreeuwen en rare loopjes maken, allemaal onder het motto dat je op zijn tijd iets geks moet doen om van poëzie te gaan houden, en verhip, het werkt in de film.
In de eerste les moet het verplichte studieboek eraan geloven. In de inleiding wordt uitgelegd hoe je de waarde van een gedicht in een grafiek kunt weergeven: de ene as geeft de mate van perfectie aan, de andere as de urgentie. Het gedicht dat het verst verwijderd is van beide assen is het beste. Deze inleiding wordt klassikaal uit het boek gescheurd en joelend in de prullenbak gesmeten. Daar komt ellende van, denkt de kijker, en zo is het maar net.
Het succes van Rachmaninoffs ouderwetse muziek zou niet lang duren, zo voorspelde de kritiek.
Toch zijn urgentie en perfectie fraaie criteria om kunstwerken op hun plek te zetten. Onbetwiste meesterwerken zoals Johann Sebastian Bachs Matthäus-Passion of Le sacre du printemps van Igor Stravinsky vliegen diagonaal de grafiek uit. Langs de assen vind je de stukken die de meeste discussie opleveren. Aan de horizontale – laten we dit de urgentie-as noemen – kleven composities van hoge urgentie en minimale perfectie, door tegenstanders ook wel modieuze rommel genoemd. Aan de verticale as – de perfectie-as – ligt prachtig werk in ouderwetse stijl. Hun tegenstanders noemen dat op hun beurt afgezaagde en gemakzuchtige muziek.
De waardering voor muziek aan de randen van het assenstelsel blijkt in de loop der tijd nogal te veranderen. Bij de vooroorlogse twintigste-eeuwse muziek zijn de urgentste stukken inmiddels van de podia verdwenen, terwijl allerlei indertijd verguisde composities die alleen hoog scoorden op de perfectie-as toch wel erg aangenaam blijken te zijn om te beluisteren en tegenwoordig geestdriftig worden gespeeld.
Bij veel componisten kun je horen in welke tijd ze leefden. De muziek van Tsjaikovski bijvoorbeeld is romantisch in hart en nieren. Smachtende melodieën, een zwelgend orkest, je hoeft geen kenner te zijn om hem in de negentiende eeuw te plaatsen en tot de Romantiek te rekenen. En omdat ook Chopin wel wist hoe hij de luisteraar diep in zijn gemoed kon raken, denk je al gauw dat Tsjaikovski en Chopin tijdgenoten zijn. Dat klopt maar een beetje: toen Chopin overleed rende Tsjaikovski nog in korte broek door het park.
Kennelijk is ons intuïtieve stijlgevoel een gebrekkige tijdsmeter. Een mens die meer met voertuigen heeft dan met componisten zou iets vergelijkbaars kunnen ervaren met de fiets. Het gevoel zegt dat de fiets er eerder was dan de auto, maar volgens Wikipedia reed de eerste stoomauto al in 1832 rond, terwijl de eerste fiets met trappers pas in 1862 werd gemaakt. De fiets was laat of de auto was vroeg, het is maar hoe je het bekijkt.
Bij Serge Rachmaninoff ligt de zaak nog wat anders. Ook zijn muziek klinkt onmiskenbaar romantisch, maar zijn laatste compositie Symfonische dansen stamt uit 1940. Dat is zo’n dertig jaar nadat de Romantiek volgens de boeken eindigt. Deze Symfonische dansen zijn dus in een ouderwetse stijl geschreven en de vraag is hoe fijn of erg dat is. In de film Dead Poets Society wordt aandacht besteed aan deze kwestie als een klas welgestelde jongens in het Amerika van de jaren vijftig poëzie-onderwijs krijgt van een ongewone leraar. Hij laat de pubers voetballen, op de tafel springen, schreeuwen en rare loopjes maken, allemaal onder het motto dat je op zijn tijd iets geks moet doen om van poëzie te gaan houden, en verhip, het werkt in de film.
In de eerste les moet het verplichte studieboek eraan geloven. In de inleiding wordt uitgelegd hoe je de waarde van een gedicht in een grafiek kunt weergeven: de ene as geeft de mate van perfectie aan, de andere as de urgentie. Het gedicht dat het verst verwijderd is van beide assen is het beste. Deze inleiding wordt klassikaal uit het boek gescheurd en joelend in de prullenbak gesmeten. Daar komt ellende van, denkt de kijker, en zo is het maar net.
Het succes van Rachmaninoffs ouderwetse muziek zou niet lang duren, zo voorspelde de kritiek.
Toch zijn urgentie en perfectie fraaie criteria om kunstwerken op hun plek te zetten. Onbetwiste meesterwerken zoals Johann Sebastian Bachs Matthäus-Passion of Le sacre du printemps van Igor Stravinsky vliegen diagonaal de grafiek uit. Langs de assen vind je de stukken die de meeste discussie opleveren. Aan de horizontale – laten we dit de urgentie-as noemen – kleven composities van hoge urgentie en minimale perfectie, door tegenstanders ook wel modieuze rommel genoemd. Aan de verticale as – de perfectie-as – ligt prachtig werk in ouderwetse stijl. Hun tegenstanders noemen dat op hun beurt afgezaagde en gemakzuchtige muziek.
De waardering voor muziek aan de randen van het assenstelsel blijkt in de loop der tijd nogal te veranderen. Bij de vooroorlogse twintigste-eeuwse muziek zijn de urgentste stukken inmiddels van de podia verdwenen, terwijl allerlei indertijd verguisde composities die alleen hoog scoorden op de perfectie-as toch wel erg aangenaam blijken te zijn om te beluisteren en tegenwoordig geestdriftig worden gespeeld.
Aan de top van de perfectie-as twinkelen de composities van Rachmaninoff. Critici lustten hem rauw omdat hij zulke publieksvriendelijke muziek componeerde in een tijd waarin de avant-gardisten de show stalen met ingenieuze vernieuwingen. Hij werd uitgemaakt voor reactionair, tweederangs of, ietsje vriendelijker, een beminnelijke geest uit het verleden. Het succes van Rachmaninoffs ouderwetse muziek zou niet lang duren, zo voorspelde de kritiek.
Het klinkt nu allemaal even vreemd als wanneer een negentiende-eeuwse autojournalist het succes van de fiets had gebagatelliseerd omdat ze in zijn ogen veel te laat was uitgevonden. Maar misschien is het zo gegaan: de critici waren zo in hun wiek geschoten dat Rachmaninoff geen urgente vernieuwende muziek componeerde dat ze vergaten op te merken hoe perfect zijn muziek is. Ze waren doof van woede, zo kun je het ook zeggen. Een ander punt van kritiek was trouwens dat Rachmaninoff ook uitvoerend musicus was. Mooi spelen en goed componeren ging in de ogen van veel vernieuwers niet samen.
Rachmaninoff was er zelf ook niet gerust op dat hij er goed aan had gedaan om voor een drievoudige carrière als componist, pianist en dirigent te kiezen. Tot 1917 was componeren zijn voornaamste bezigheid. Maar na zijn vertrek uit Rusland verdiende hij de kost als muzikant. In die jaren gaf hij tussen de twintig en zeventig concerten per seizoen, voornamelijk in de Verenigde Staten, maar hij ging ook wel eens op tournee naar Europa. Dat is een flinke dagtaak en daarom componeerde Rachmaninoff in de vakantie.
Inmiddels weten we dat Rachmaninoff niet één, maar vele hazen heeft gevangen.
Het baarde hem zorgen dat hij zijn aandacht zo moest versnipperen. Ooit verzuchtte hij: ‘Vandaag, nu het grootste deel van mijn leven voorbij is, word ik geplaagd door het angstige voorgevoel dat ik niet het beste van mijn leven heb gemaakt, doordat ik mij met te veel disciplines heb beziggehouden. Zoals de oude Russen zeiden, ‘ik heb op drie hazen gejaagd’. Kan ik er zeker van zijn dat ik er een gevangen heb?’
Hij kan gerust zijn, want inmiddels weten we dat hij niet één, maar vele hazen heeft gevangen. De meest malse haas is het Tweede pianoconcert – onder pianisten kortweg Rach 2 of ook wel Rocky II genoemd. Dit pianoconcert behoort tot de meest geliefde composities uit het gehele klassieke repertoire. Het is bijvoorbeeld prominent aanwezig op een internetlijst met 240 films waarin Rachmaninoffs composities als achtergrondmuziek worden gebruikt.
Maar Rach 2 is niet zijn enige populaire compositie. De recentste twaalf films op de lijst gebruiken nog zeven andere composities voor orkest, zang en piano: Het Dodeneiland, Zdes chorosjo (‘Het is hier mooi’ uit Twaalf liederen, opus 21), het Derde pianoconcert, de Rapsodie op een thema van Paganini, de Tweede symfonie, de zesde van de Études tableaux, en Vocalise. Het oeuvre van Rachmaninoff spreekt in de volle breedte tot onze verbeelding. Zijn muziek heeft de kritiek van weleer overleefd.
Toch schieten sommige liefhebbers nog steeds in de verdediging. Zij wijzen dan op ingenieuze structuren of op motieven die in elk deel van een symfonie in allerlei gedaanten weer terugkomen. Het is genot goedgepraat door geleerdheid. En hoe waar het ook allemaal is, je kunt er boeken over volschrijven zonder een mens te overtuigen. Voor velen werkt het beter om Rachmaninoffs muziek te beluisteren en zelf vast te stellen dat de perfectie hoog is en de urgentie er hier kennelijk niet zoveel toe doet.
Aan de top van de perfectie-as twinkelen de composities van Rachmaninoff. Critici lustten hem rauw omdat hij zulke publieksvriendelijke muziek componeerde in een tijd waarin de avant-gardisten de show stalen met ingenieuze vernieuwingen. Hij werd uitgemaakt voor reactionair, tweederangs of, ietsje vriendelijker, een beminnelijke geest uit het verleden. Het succes van Rachmaninoffs ouderwetse muziek zou niet lang duren, zo voorspelde de kritiek.
Het klinkt nu allemaal even vreemd als wanneer een negentiende-eeuwse autojournalist het succes van de fiets had gebagatelliseerd omdat ze in zijn ogen veel te laat was uitgevonden. Maar misschien is het zo gegaan: de critici waren zo in hun wiek geschoten dat Rachmaninoff geen urgente vernieuwende muziek componeerde dat ze vergaten op te merken hoe perfect zijn muziek is. Ze waren doof van woede, zo kun je het ook zeggen. Een ander punt van kritiek was trouwens dat Rachmaninoff ook uitvoerend musicus was. Mooi spelen en goed componeren ging in de ogen van veel vernieuwers niet samen.
Rachmaninoff was er zelf ook niet gerust op dat hij er goed aan had gedaan om voor een drievoudige carrière als componist, pianist en dirigent te kiezen. Tot 1917 was componeren zijn voornaamste bezigheid. Maar na zijn vertrek uit Rusland verdiende hij de kost als muzikant. In die jaren gaf hij tussen de twintig en zeventig concerten per seizoen, voornamelijk in de Verenigde Staten, maar hij ging ook wel eens op tournee naar Europa. Dat is een flinke dagtaak en daarom componeerde Rachmaninoff in de vakantie.
Inmiddels weten we dat Rachmaninoff niet één, maar vele hazen heeft gevangen.
Het baarde hem zorgen dat hij zijn aandacht zo moest versnipperen. Ooit verzuchtte hij: ‘Vandaag, nu het grootste deel van mijn leven voorbij is, word ik geplaagd door het angstige voorgevoel dat ik niet het beste van mijn leven heb gemaakt, doordat ik mij met te veel disciplines heb beziggehouden. Zoals de oude Russen zeiden, ‘ik heb op drie hazen gejaagd’. Kan ik er zeker van zijn dat ik er een gevangen heb?’
Hij kan gerust zijn, want inmiddels weten we dat hij niet één, maar vele hazen heeft gevangen. De meest malse haas is het Tweede pianoconcert – onder pianisten kortweg Rach 2 of ook wel Rocky II genoemd. Dit pianoconcert behoort tot de meest geliefde composities uit het gehele klassieke repertoire. Het is bijvoorbeeld prominent aanwezig op een internetlijst met 240 films waarin Rachmaninoffs composities als achtergrondmuziek worden gebruikt.
Maar Rach 2 is niet zijn enige populaire compositie. De recentste twaalf films op de lijst gebruiken nog zeven andere composities voor orkest, zang en piano: Het Dodeneiland, Zdes chorosjo (‘Het is hier mooi’ uit Twaalf liederen, opus 21), het Derde pianoconcert, de Rapsodie op een thema van Paganini, de Tweede symfonie, de zesde van de Études tableaux, en Vocalise. Het oeuvre van Rachmaninoff spreekt in de volle breedte tot onze verbeelding. Zijn muziek heeft de kritiek van weleer overleefd.
Toch schieten sommige liefhebbers nog steeds in de verdediging. Zij wijzen dan op ingenieuze structuren of op motieven die in elk deel van een symfonie in allerlei gedaanten weer terugkomen. Het is genot goedgepraat door geleerdheid. En hoe waar het ook allemaal is, je kunt er boeken over volschrijven zonder een mens te overtuigen. Voor velen werkt het beter om Rachmaninoffs muziek te beluisteren en zelf vast te stellen dat de perfectie hoog is en de urgentie er hier kennelijk niet zoveel toe doet.