Stof tot nadenken voor elke lezer
door Bert Natter 13 okt. 2023 13 oktober 2023
Schrijver Bert Natter deelt maandelijks een literair-muzikale tip. Deze keer Afscheidstournee (2016) van Vrouwkje Tuinman.
In historische fictie zien we wereldberoemde grootheden vaak door de ogen van iemand uit de omgeving: een bediende, een partner, een vriend of een collega, zoals Salieri die in de film Amadeus het verhaal van Mozart vertelt. In Afscheidstournee van Vrouwkje Tuinman is de vioolvirtuoos Nicolò Paganini de zon waar alles om draait, terwijl het verhaal in wezen gaat over diens zoon Achille, een jongen die liefdevol werd grootgebracht door zijn vader, maar die zich nooit van hem wist los te maken.
Op de een of andere manier slaagt Vrouwkje Tuinman erin het onwaarschijnlijke verhaal over wat er met de stoffelijke resten van Paganini gebeurde overtuigend te vertellen, maar eigenlijk altijd min of meer op de achtergrond.
Op de voorgrond staat steevast diens Hamlet-achtige zoon, die verplichtingen jegens zijn vader voelt die over de dood heen reiken. Achille was vijftien toen zijn ziekelijke vader in 1840 op 57-jarige leeftijd overleed. We volgen hem door de rest van zijn leven, letterlijk en figuurlijk tot zijn eigen dood zeulend met het gebalsemde lichaam van de volgens de overlevering door de duivel bezeten wereldster.
Ik raakte zo bij Achille en zijn vrouw en kinderen betrokken dat ik me pas toen ik het hele boek uit had, begon af te vragen: wat is hier ‘echt gebeurd’ en wat door de schrijver verzonnen? Dat maakt eigenlijk niet uit, want deze roman is vooral wat een roman moet zijn: waarachtig.
Al telt Afscheidstournee evenveel hoofdstukken als er capriccio’s voor soloviool van Paganini bestaan en al zijn die 24 hoofdstukken net zo gevarieerd en grillig als deze virtuoze showstukken, bijzonder prettig is dat Vrouwkje Tuinman niet in de val is getrapt waarin schrijvers van historische romans nogal eens tuimelen: de schrijfstijl te zeer aanpassen aan het onderwerp. In het geval van Paganini bestaat het gevaar dat iemand verleid wordt eindeloze zinnen vol tierelantijnen te gaan schrijven. Tuinman echter houdt haar stijl strak in de hand en bouwt veelzeggende, compacte scènes, die niet lijken op de uitgesponnen cadensen waarmee haar onderwerp graag zijn toch al breedsprakige vioolconcerten opluisterde.
Voor mensen die van klassieke muziek houden, is dit boek uiteraard extra aantrekkelijk, omdat je veel te weten komt over Paganini, maar tegelijk veronderstelt de roman niet meer dan interesse, want er komen geen musicologische vaktermen in voor; zelfs als je niets van muziek weet, is alles goed te volgen. Sterker nog, dit ontroerende en vaak geestige boek biedt niet alleen vele aangename leesuren voor literatuurliefhebbers, maar ook stof tot nadenken voor elke lezer.
Ik ben tot de conclusie gekomen dat Afscheidstournee voor mij gaat over een man die gelukkig is, zonder dat hij het in de gaten heeft.
In historische fictie zien we wereldberoemde grootheden vaak door de ogen van iemand uit de omgeving: een bediende, een partner, een vriend of een collega, zoals Salieri die in de film Amadeus het verhaal van Mozart vertelt. In Afscheidstournee van Vrouwkje Tuinman is de vioolvirtuoos Nicolò Paganini de zon waar alles om draait, terwijl het verhaal in wezen gaat over diens zoon Achille, een jongen die liefdevol werd grootgebracht door zijn vader, maar die zich nooit van hem wist los te maken.
Op de een of andere manier slaagt Vrouwkje Tuinman erin het onwaarschijnlijke verhaal over wat er met de stoffelijke resten van Paganini gebeurde overtuigend te vertellen, maar eigenlijk altijd min of meer op de achtergrond.
Op de voorgrond staat steevast diens Hamlet-achtige zoon, die verplichtingen jegens zijn vader voelt die over de dood heen reiken. Achille was vijftien toen zijn ziekelijke vader in 1840 op 57-jarige leeftijd overleed. We volgen hem door de rest van zijn leven, letterlijk en figuurlijk tot zijn eigen dood zeulend met het gebalsemde lichaam van de volgens de overlevering door de duivel bezeten wereldster.
Ik raakte zo bij Achille en zijn vrouw en kinderen betrokken dat ik me pas toen ik het hele boek uit had, begon af te vragen: wat is hier ‘echt gebeurd’ en wat door de schrijver verzonnen? Dat maakt eigenlijk niet uit, want deze roman is vooral wat een roman moet zijn: waarachtig.
Al telt Afscheidstournee evenveel hoofdstukken als er capriccio’s voor soloviool van Paganini bestaan en al zijn die 24 hoofdstukken net zo gevarieerd en grillig als deze virtuoze showstukken, bijzonder prettig is dat Vrouwkje Tuinman niet in de val is getrapt waarin schrijvers van historische romans nogal eens tuimelen: de schrijfstijl te zeer aanpassen aan het onderwerp. In het geval van Paganini bestaat het gevaar dat iemand verleid wordt eindeloze zinnen vol tierelantijnen te gaan schrijven. Tuinman echter houdt haar stijl strak in de hand en bouwt veelzeggende, compacte scènes, die niet lijken op de uitgesponnen cadensen waarmee haar onderwerp graag zijn toch al breedsprakige vioolconcerten opluisterde.
Voor mensen die van klassieke muziek houden, is dit boek uiteraard extra aantrekkelijk, omdat je veel te weten komt over Paganini, maar tegelijk veronderstelt de roman niet meer dan interesse, want er komen geen musicologische vaktermen in voor; zelfs als je niets van muziek weet, is alles goed te volgen. Sterker nog, dit ontroerende en vaak geestige boek biedt niet alleen vele aangename leesuren voor literatuurliefhebbers, maar ook stof tot nadenken voor elke lezer.
Ik ben tot de conclusie gekomen dat Afscheidstournee voor mij gaat over een man die gelukkig is, zonder dat hij het in de gaten heeft.