Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
nieuws

In memoriam Louis Andriessen (1939-2021)

door Martijn Voorvelt
02 jul. 2021 02 juli 2021

Donderdagnacht 1 juli 2021 overleed Louis Andriessen, de meest invloedrijke Nederlandse componist sinds Jan Pieterszoon Sweelinck.

Met het overlijden van Louis Andriessen verliest de wereld, na het overlijden van Reinbert de Leeuw in 2020, opnieuw een icoon van de hedendaagse muziek: een hartstochtelijk anti-sentimenteel componist en beeldenstormer, de spil van de vermaarde ‘Haagse School’, een charismatische leraar voor jonge componisten uit binnen- en buitenland, en de schepper van een monumentaal oeuvre.

Andriessen was de jongste telg in een zeer muzikaal nest. Vader Hendrik Andriessen was een bekend componist en organist, maar naar eigen zeggen leerde hij het meest van zijn oudere broer, componist en jazzliefhebber Jurriaan. De radicale seriële muziek van Boulez en Stockhausen was voor Louis Andriessen een eye-opener – als jonge student aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, en vooral in het ‘maandagochtendklasje’ van serialist van het eerste uur Kees van Baaren, bekwaamde hij zich in nieuwe compositietechnieken en experimenten, waarna hij verder studeerde bij Luciano Berio. 
Al in 1964 speelde het Concertgebouworkest onder Bernard Haitink Andriessens Nocturnen voor sopraan en orkest. Zijn werk zou nog vaak in Het Concertgebouw klinken, en bij het Concertgebouworkest met regelmaat op de lessenaars verschijnen.

Met het overlijden van Louis Andriessen verliest de wereld, na het overlijden van Reinbert de Leeuw in 2020, opnieuw een icoon van de hedendaagse muziek: een hartstochtelijk anti-sentimenteel componist en beeldenstormer, de spil van de vermaarde ‘Haagse School’, een charismatische leraar voor jonge componisten uit binnen- en buitenland, en de schepper van een monumentaal oeuvre.

Andriessen was de jongste telg in een zeer muzikaal nest. Vader Hendrik Andriessen was een bekend componist en organist, maar naar eigen zeggen leerde hij het meest van zijn oudere broer, componist en jazzliefhebber Jurriaan. De radicale seriële muziek van Boulez en Stockhausen was voor Louis Andriessen een eye-opener – als jonge student aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, en vooral in het ‘maandagochtendklasje’ van serialist van het eerste uur Kees van Baaren, bekwaamde hij zich in nieuwe compositietechnieken en experimenten, waarna hij verder studeerde bij Luciano Berio. 
Al in 1964 speelde het Concertgebouworkest onder Bernard Haitink Andriessens Nocturnen voor sopraan en orkest. Zijn werk zou nog vaak in Het Concertgebouw klinken, en bij het Concertgebouworkest met regelmaat op de lessenaars verschijnen.

  • Louis Andriessen

    foto: Eddy de Jongh

    Louis Andriessen

    foto: Eddy de Jongh

  • Louis Andriessen

    foto: Eddy de Jongh

    Louis Andriessen

    foto: Eddy de Jongh

Na 1965 ontstond een rebelse groep musici rondom Andriessen, De Leeuw, Peter Schat, Misha Mengelberg en Jan van Vlijmen. Hun roep om een progressiever artistiek beleid bij het Concertgebouworkest culmineerde in november 1969 in de beruchte Actie Notenkraker. Andriessen wendde zich af van het symfonieorkest en richtte zijn eigen ensemble De Volharding en – later – Hoketus op. Hiermee stond hij – samen met De Leeuw – aan de wieg van de internationaal gelauwerde Nederlandse ensemblecultuur. In 1976 bracht het Nederlands Blazers Ensemble – musici van het Concertgebouworkest aangevuld met elektrische gitaren, basgitaar, piano’s en vocalisten – in Het Concertgebouw De staat in première. Het stuwende, ritmische en repetitieve werk betekende Andriessens internationale doorbraak.

Met zijn anti-sentimentele en conceptuele invalshoek maakte hij school als docent aan het Koninklijk Conservatorium. Complete generaties componisten zijn schatplichtig aan Andriessen, onder wie Michel van der Aa en componist des vaderlands Calliope Tsoupaki, maar ook de New-Yorkse componisten van ensemble Bang on a Can, zoals Julia Wolfe, Michael Gordon en David Lang. 

Na 1965 ontstond een rebelse groep musici rondom Andriessen, De Leeuw, Peter Schat, Misha Mengelberg en Jan van Vlijmen. Hun roep om een progressiever artistiek beleid bij het Concertgebouworkest culmineerde in november 1969 in de beruchte Actie Notenkraker. Andriessen wendde zich af van het symfonieorkest en richtte zijn eigen ensemble De Volharding en – later – Hoketus op. Hiermee stond hij – samen met De Leeuw – aan de wieg van de internationaal gelauwerde Nederlandse ensemblecultuur. In 1976 bracht het Nederlands Blazers Ensemble – musici van het Concertgebouworkest aangevuld met elektrische gitaren, basgitaar, piano’s en vocalisten – in Het Concertgebouw De staat in première. Het stuwende, ritmische en repetitieve werk betekende Andriessens internationale doorbraak.

Met zijn anti-sentimentele en conceptuele invalshoek maakte hij school als docent aan het Koninklijk Conservatorium. Complete generaties componisten zijn schatplichtig aan Andriessen, onder wie Michel van der Aa en componist des vaderlands Calliope Tsoupaki, maar ook de New-Yorkse componisten van ensemble Bang on a Can, zoals Julia Wolfe, Michael Gordon en David Lang. 

  • Louis Andriessen, ca. 2008

    Emi Barendse

    Louis Andriessen, ca. 2008

    Emi Barendse

  • Louis Andriessen, ca. 2008

    Emi Barendse

    Louis Andriessen, ca. 2008

    Emi Barendse

Naarmate uiteenlopende invloeden hun weg naar Andriessens karakteristieke oeuvre vonden, werden zijn werken milder van klank. De strenge, kale akkoordenmechanieken van De tijd (1981) en De snelheid (1982-84) kregen in De materie (1985-88) gezelschap van Bach, boogie-woogie, Mondriaan en middeleeuwse mystiek. Muziektheaterwerken als Rosa (1994) en Writing to Vermeer (1997-98), beide in samenwerking met fimmaker Peter Greenaway, kenmerkten zijn latere werk. Voor de Dante-opera La commedia (2004-08) ontving Andriessen de prestigieuze Grawemeyer Award.

In 2012 besloot Andriessen gehoor te geven aan de vraag van het Concertgebouworkest om – na ruim veertig jaar – toch weer een symfonisch werk te schrijven, naar eigen zeggen aangespoord door zijn vader in een dagdroom. Mysteriën, gebaseerd op teksten van de vijftiende-eeuwse mysticus Thomas a Kempis, werd op 3 november 2013 door toenmalig chef-dirigent Mariss Jansons gedirigeerd ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van het orkest. Dat de samenwerking niet vlekkeloos verliep, werd blootgelegd in de documentaire Imperfect Harmony. Maar de kritieken waren uiterst lovend, het contact bleef, en het orkest voerde Mysteriën nog diverse keren uit.
Om te vieren dat Andriessen in 2019 tachtig jaar werd stonden dat jaar ook De staat (tijdens een Club Night in Paradiso) en Tapdance (2013) bij het Concertgebouworkest op het programma.

De laatste paar jaar leed Andriessen aan de ziekte van Alzheimer. Zijn op Herman Gorter gebaseerde May (2019) werd voltooid door Andriessens voormalige leerling Martijn Padding en ging op 5 december 2020 in première in Het Concertgebouw, uitgevoerd door het Orkest van de Achttiende Eeuw en Cappella Amsterdam tijdens de NTR ZaterdagMatinee. Het is het sluitstuk van een compromisloos, maar intens menselijk oeuvre. Louis Andriessen laat een groot gat achter in het Nederlandse muziekleven, dat hij de afgelopen halve eeuw mede vormgaf.

Naarmate uiteenlopende invloeden hun weg naar Andriessens karakteristieke oeuvre vonden, werden zijn werken milder van klank. De strenge, kale akkoordenmechanieken van De tijd (1981) en De snelheid (1982-84) kregen in De materie (1985-88) gezelschap van Bach, boogie-woogie, Mondriaan en middeleeuwse mystiek. Muziektheaterwerken als Rosa (1994) en Writing to Vermeer (1997-98), beide in samenwerking met fimmaker Peter Greenaway, kenmerkten zijn latere werk. Voor de Dante-opera La commedia (2004-08) ontving Andriessen de prestigieuze Grawemeyer Award.

In 2012 besloot Andriessen gehoor te geven aan de vraag van het Concertgebouworkest om – na ruim veertig jaar – toch weer een symfonisch werk te schrijven, naar eigen zeggen aangespoord door zijn vader in een dagdroom. Mysteriën, gebaseerd op teksten van de vijftiende-eeuwse mysticus Thomas a Kempis, werd op 3 november 2013 door toenmalig chef-dirigent Mariss Jansons gedirigeerd ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van het orkest. Dat de samenwerking niet vlekkeloos verliep, werd blootgelegd in de documentaire Imperfect Harmony. Maar de kritieken waren uiterst lovend, het contact bleef, en het orkest voerde Mysteriën nog diverse keren uit.
Om te vieren dat Andriessen in 2019 tachtig jaar werd stonden dat jaar ook De staat (tijdens een Club Night in Paradiso) en Tapdance (2013) bij het Concertgebouworkest op het programma.

De laatste paar jaar leed Andriessen aan de ziekte van Alzheimer. Zijn op Herman Gorter gebaseerde May (2019) werd voltooid door Andriessens voormalige leerling Martijn Padding en ging op 5 december 2020 in première in Het Concertgebouw, uitgevoerd door het Orkest van de Achttiende Eeuw en Cappella Amsterdam tijdens de NTR ZaterdagMatinee. Het is het sluitstuk van een compromisloos, maar intens menselijk oeuvre. Louis Andriessen laat een groot gat achter in het Nederlandse muziekleven, dat hij de afgelopen halve eeuw mede vormgaf.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.