Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Is een beetje dwang misschien wel onvermijdelijk?

door Anna de Vey Mestdagh
26 dec. 2022 26 december 2022

Tweede violiste in het Concertgebouworkest Anna de Vey Mestdagh laat in haar maandelijkse column weten wat haar zoal bezighoudt. Deze maand: hoe krijg je in een orkest alle neuzen dezelfde kant op?

  • Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

    Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

  • Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

    Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

Een symfonieorkest is een archaïsch instituut, wordt wel eens gezegd. Steeds maar opnieuw diezelfde – meestal prachtige – muziek afstoffen, vaste rituelen naleven, steevast gekleed gaan in apenpakkies die een eeuw geleden in de mode waren, een dirigent die maestro wordt genoemd. Toch durf ik te beweren dat wij als instituut een stapje verder zijn dan bijvoorbeeld een topspeler in omroepland, waar onlangs grote ophef is ontstaan over het jarenlange bullebakkerige gedrag van Matthijs van Nieuwkerk.

Moet je als ‘leider van de band’ brullen om je zin te krijgen, is een beetje dwang misschien wel gewoon onvermijdelijk? De verleiding kan groot zijn, want zie maar eens binnen korte tijd honderd eigenwijze neuzen dezelfde kant op te krijgen. Maar: een slimme dirigent is zich ervan bewust dat zijn dirigeerstok hoogstens een zwiepend geluid maakt en dat hij totaal afhankelijk is van de goodwill van de musici. Hij kan het eventuele ongenoegen van de musici eenvoudigweg niet onder het tapijt vegen en doet er verstandig aan om zijn brullen op fluistertoon te doen.

Gelukkig hebben we in de loop der jaren talloze voorbeelden van geweldloos leiderschap gezien, denk aan Bernard Haitink ‘doet u het nou maar gewoon’, Myung-whun Chung ‘I can give you more but then I will get less’, en nu ook Klaus ­Mäkelä ‘we are in this together’. Ook Daniele Gatti ‘I want to listen you’ (sic) ­bedoelde het denk ik wel goed, maar fluisterde waarschijnlijk niet zacht genoeg.

Wie in het rijtje absoluut ook thuishoort is de 95-jarige Herbert Blomstedt ‘I praise the Lord one day a week’. Eind deze maand zal hij ons, ongetwijfeld vriendelijk doch beslist, door de Vierde symfonie van Bruckner loodsen en Janine Jansen begeleiden in het Vierde vioolconcert van Mozart. Met zijn scherpe stem zingt hij ons de frases meestal luid en duidelijk voor. Ach ja, dat is natuurlijk ook nog een optie: niet brullen of fluisteren maar gewoon voorzingen.

Een symfonieorkest is een archaïsch instituut, wordt wel eens gezegd. Steeds maar opnieuw diezelfde – meestal prachtige – muziek afstoffen, vaste rituelen naleven, steevast gekleed gaan in apenpakkies die een eeuw geleden in de mode waren, een dirigent die maestro wordt genoemd. Toch durf ik te beweren dat wij als instituut een stapje verder zijn dan bijvoorbeeld een topspeler in omroepland, waar onlangs grote ophef is ontstaan over het jarenlange bullebakkerige gedrag van Matthijs van Nieuwkerk.

Moet je als ‘leider van de band’ brullen om je zin te krijgen, is een beetje dwang misschien wel gewoon onvermijdelijk? De verleiding kan groot zijn, want zie maar eens binnen korte tijd honderd eigenwijze neuzen dezelfde kant op te krijgen. Maar: een slimme dirigent is zich ervan bewust dat zijn dirigeerstok hoogstens een zwiepend geluid maakt en dat hij totaal afhankelijk is van de goodwill van de musici. Hij kan het eventuele ongenoegen van de musici eenvoudigweg niet onder het tapijt vegen en doet er verstandig aan om zijn brullen op fluistertoon te doen.

Gelukkig hebben we in de loop der jaren talloze voorbeelden van geweldloos leiderschap gezien, denk aan Bernard Haitink ‘doet u het nou maar gewoon’, Myung-whun Chung ‘I can give you more but then I will get less’, en nu ook Klaus ­Mäkelä ‘we are in this together’. Ook Daniele Gatti ‘I want to listen you’ (sic) ­bedoelde het denk ik wel goed, maar fluisterde waarschijnlijk niet zacht genoeg.

Wie in het rijtje absoluut ook thuishoort is de 95-jarige Herbert Blomstedt ‘I praise the Lord one day a week’. Eind deze maand zal hij ons, ongetwijfeld vriendelijk doch beslist, door de Vierde symfonie van Bruckner loodsen en Janine Jansen begeleiden in het Vierde vioolconcert van Mozart. Met zijn scherpe stem zingt hij ons de frases meestal luid en duidelijk voor. Ach ja, dat is natuurlijk ook nog een optie: niet brullen of fluisteren maar gewoon voorzingen.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.