Wie is Johannes Brahms?
Johannes Brahms
componist
Johannes Brahms was een Duitse componist uit de Romantiek, beroemd om zijn vier symfonieën en Ein deutsches Requiem, maar ook zijn kamermuziek, liederen en koorwerken behoren tot het standaardrepertoire.
‘De meest klassieke componist van de romantische periode’, zo is Johannes Brahms de geschiedenis ingegaan. Zijn volle klankbeeld en de lange melodische lijnen zijn typerend voor de tweede helft van de negentiende eeuw, maar bij Brahms vind je geen muzikale zelfportretten, uitbeeldingen en emotionele uitbarstingen. Hij schreef muziek over muziek en hechtte aan de beproefde, doortimmerde vormen van Bach en Beethoven.
Jonge jaren
Johannes Brahms werd in 1833 geboren in Hamburg als zoon van een naaister en een contrabassist. De jonge ‘Hannes’ leerde verschillende instrumenten bespelen en zong in een jongenskoor, maar concentreerde zich op de piano. Zijn leraar Eduard Marxsen bracht hem muziektheorie bij, en Brahms begon al op jonge leeftijd koren te dirigeren.
Een onverwachte impuls kreeg zijn muzikale ontwikkeling in 1848. Politieke onrust maakte Hamburg tot toevluchtsoord van Hongaarse migranten, onder wie vele musici. Brahms raakte bevriend met de violist Eduard Reményi en werd diens pianobegeleider op een Duitse concerttournee. Hongaarse muziek zou een blijvend stempel op zijn composities drukken.
Clara en Robert Schumann
Doorslaggevend was zijn ontmoeting met de componisten/pianisten Clara en Robert Schumann, aan wie de twintigjarige Brahms zijn prille pianowerken voorlegde. Robert Schumann prees Brahms publiekelijk als ‘een uitverkorene, een apostel’. De complimenten hadden evenwel een keerzijde: ze schiepen zulke hoge verwachtingen dat Brahms altijd gebukt bleef gaan onder twijfel en zelfkritiek.
Toen Schumann in 1856 overleed bleef Brahms innig bevriend met diens weduwe Clara. Haar leven lang bleef ze voor hem een trouwe raadgeefster die de wording van nieuwe composities nauwgezet volgde.
Wenen en doorbraak
Aanvankelijk leefde Brahms vooral van optredens als pianist en dirigent. Zijn doorbraak in Duitsland werd bemoeilijkt doordat hij zich openlijk tegen de ‘nieuwe Duitse school’ rond Franz Liszt had gekeerd: Brahms zag niets in Liszts pleidooi voor programmatische muziek. Hij bleef de klassieke vormen trouw en wendde zich zelfs steeds meer tot het aloude contrapunt van Johann Sebastian Bach. In 1862 verhuisde hij naar Wenen, waar hij tot zijn dood bleef wonen.
Johannes Brahms
Met Ein deutsches Requiem (1868) vestigde hij internationaal zijn naam. Ook kwam in Wenen een gestage productie op gang van originele kamermuziekwerken met intense piano- en strijkerspartijen.
Aan symfonieën waagde hij zich pas laat, naar eigen zeggen omdat Beethoven daarin een niet te evenaren norm had gesteld. Aan de Eerste symfonie sleutelde hij dan ook jarenlang; met aanzienlijk meer gemak componeerde hij er daarna nog drie. Alle vier symfonieën behoren tot het ‘ijzeren repertoire’ en hebben elk een volkomen eigen karakter.
Late jaren
In 1890, op zijn zevenenvijftigste, gaf Brahms het componeren op met de opmerking: ‘Nu moeten de jongeren het maar overnemen.’ Toch schreef hij daarna nog een aantal expressieve kamermuziekstukken met klarinet, geïnspireerd door de briljante soloklarinettist van het Meininger Hoforkest.
Geen conservatief
Hoewel Brahms tijdens zijn leven te boek stond als een conservatief componist, werd zijn muzikale erfenis gekoesterd door de ‘revolutionair’ Arnold Schönberg. In zijn essay ‘Brahms the progressive’ noemde hij Brahms juist een voorloper van het modernisme vanwege zijn hang naar abstractie en zijn ‘ontwikkelende variatietechniek’. Schönbergs strijksextet Verklärte Nacht uit 1899 is te horen als een schakel tussen Brahms’ negentiende-eeuwse idioom en twintigste-eeuwse atonaliteit.
Johannes Brahms
Met Ein deutsches Requiem (1868) vestigde hij internationaal zijn naam. Ook kwam in Wenen een gestage productie op gang van originele kamermuziekwerken met intense piano- en strijkerspartijen.
Aan symfonieën waagde hij zich pas laat, naar eigen zeggen omdat Beethoven daarin een niet te evenaren norm had gesteld. Aan de Eerste symfonie sleutelde hij dan ook jarenlang; met aanzienlijk meer gemak componeerde hij er daarna nog drie. Alle vier symfonieën behoren tot het ‘ijzeren repertoire’ en hebben elk een volkomen eigen karakter.
Late jaren
In 1890, op zijn zevenenvijftigste, gaf Brahms het componeren op met de opmerking: ‘Nu moeten de jongeren het maar overnemen.’ Toch schreef hij daarna nog een aantal expressieve kamermuziekstukken met klarinet, geïnspireerd door de briljante soloklarinettist van het Meininger Hoforkest.
Geen conservatief
Hoewel Brahms tijdens zijn leven te boek stond als een conservatief componist, werd zijn muzikale erfenis gekoesterd door de ‘revolutionair’ Arnold Schönberg. In zijn essay ‘Brahms the progressive’ noemde hij Brahms juist een voorloper van het modernisme vanwege zijn hang naar abstractie en zijn ‘ontwikkelende variatietechniek’. Schönbergs strijksextet Verklärte Nacht uit 1899 is te horen als een schakel tussen Brahms’ negentiende-eeuwse idioom en twintigste-eeuwse atonaliteit.
Bijgewerkt op woensdag 04 januari 2023