Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Maria Warenberg & Malcolm Martineau: Into the Night

Maria Warenberg & Malcolm Martineau: Into the Night

Kleine Zaal
07 maart 2025
20.15 uur

Print dit programma

Maria Warenberg mezzosopraan
Malcolm Martineau piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Jonge Nederlanders.

Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.

Ook interessant:
- De koffer van Maria Warenberg

Johannes Brahms (1833-1897)

Geheimnis
uit ‘Fünf Gesänge’, op. 71 (1877)

Vergebliches Ständchen
uit ‘Fünf Romanzen und Lieder’, op. 84 (1881-82)

Arnold Schönberg (1874-1951)

Erwartung
Schenk mir deinen goldenen Kamm
uit ‘Vier Lieder’, op. 2 (1899-1900)

Claude Debussy (1862-1918)

En sourdine
uit ‘Fêtes galantes I’ (1903)

Beau soir (1880)

Pauline Viardot (1821-1910)

Madrid
uit ‘Six mélodies’ (1884)

Gabriel Fauré (1845-1924)

Après un rêve
uit ‘Trois mélodies’, op. 7 (1870-77)

Au bord de l’eau
uit ‘Trois mélodies’, op. 8 (1871-75)

Manuel de Falla (1876-1946)

Jota
Nana
uit ‘Siete canciones populares españolas’ (1914-15)

pauze ± 21.00 uur

Modest Moesorgski (1839-1881)

Met Njanja
Met de pop
Voor het slapen gaan
uit ‘De kinderkamer’ (1868-72)

Serge Rachmaninoff (1873-1943)

Ze is zo mooi als de middag
uit ‘Twaalf romances’, op. 14 (1896)

In de stilte van een geheime nacht
uit ‘Zes romances’, op. 4 (1890)

De droom
uit ‘Zes romances’, op. 8 (1893)

Pjotr Tsjaikovski (1840-1893)

Op het rumoerige bal
uit ‘Zes romances’, op. 38 (1878)

Om zo snel te vergeten (1870)

Of nu de dag regeert
uit ‘Zeven romances’, op. 47 (1880)

einde ± 22.10 uur

Met dank aan de begunstigers van het Fonds Hemelbestormers.

Kleine Zaal 07 maart 2025 20.15 uur

Maria Warenberg mezzosopraan
Malcolm Martineau piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Jonge Nederlanders.

Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.

Ook interessant:
- De koffer van Maria Warenberg

Johannes Brahms (1833-1897)

Geheimnis
uit ‘Fünf Gesänge’, op. 71 (1877)

Vergebliches Ständchen
uit ‘Fünf Romanzen und Lieder’, op. 84 (1881-82)

Arnold Schönberg (1874-1951)

Erwartung
Schenk mir deinen goldenen Kamm
uit ‘Vier Lieder’, op. 2 (1899-1900)

Claude Debussy (1862-1918)

En sourdine
uit ‘Fêtes galantes I’ (1903)

Beau soir (1880)

Pauline Viardot (1821-1910)

Madrid
uit ‘Six mélodies’ (1884)

Gabriel Fauré (1845-1924)

Après un rêve
uit ‘Trois mélodies’, op. 7 (1870-77)

Au bord de l’eau
uit ‘Trois mélodies’, op. 8 (1871-75)

Manuel de Falla (1876-1946)

Jota
Nana
uit ‘Siete canciones populares españolas’ (1914-15)

pauze ± 21.00 uur

Modest Moesorgski (1839-1881)

Met Njanja
Met de pop
Voor het slapen gaan
uit ‘De kinderkamer’ (1868-72)

Serge Rachmaninoff (1873-1943)

Ze is zo mooi als de middag
uit ‘Twaalf romances’, op. 14 (1896)

In de stilte van een geheime nacht
uit ‘Zes romances’, op. 4 (1890)

De droom
uit ‘Zes romances’, op. 8 (1893)

Pjotr Tsjaikovski (1840-1893)

Op het rumoerige bal
uit ‘Zes romances’, op. 38 (1878)

Om zo snel te vergeten (1870)

Of nu de dag regeert
uit ‘Zeven romances’, op. 47 (1880)

einde ± 22.10 uur

Met dank aan de begunstigers van het Fonds Hemelbestormers.

Toelichting

Toelichting

door Liesbeth Houtman

Het recital Into the Night is een verkenning van de vele gezichten van de nacht. Maria Warenberg: ‘Ik hou ontzettend van de nacht. Dromen, feesten, verlangens: de nachtelijke uren hebben zoveel te bieden. Zelf kom ik ’s avonds echt tot leven. Gelukkig maar, want dat zijn de momenten waarop ik als zangeres het actiefst ben.’ 

Als tiener fantaseerde ze over een carrière als operazangeres in Parijs. Die droom is uitgekomen, want sinds dit seizoen is de mezzosopraan lid van het solistenensemble van de Opéra national de Paris. ‘Van kinds af aan deed ik niets liever dan op de bühne staan. Op mijn tweede was ik al een performertje. De melodietjes uit Carmen zong ik feilloos na.’ Ze ging op pianoles, zong in een popbandje en ontdekte op haar vijftiende de klassieke zang. ‘Vanaf les één wist ik: dít is wat ik wil.’ Haar opleiding aan het Conservatorium van Amsterdam rondde ze met onderscheiding af. 

‘De lastigste keuze is altijd: hoe begin je een recital?’

Thuis was Warenberg omringd door instrumentalisten. Haar vader speelt viool in het Residentie Orkest Den Haag, haar moeder is pianiste, haar jongere broer Alexander koos voor de cello. Ook haar grootouders van vaderszijde waren beroepsviolisten. Zodra de kans zich voordeed, emigreerden ze vanuit Sint-Petersburg naar Nederland. Haar zangtalent heeft Warenberg echter niet van een vreemde. Haar overgrootmoeder was operazangeres in Charkiv, Oekraïne. ‘Ze was een mezzo, net als ik. Volgens mijn oma had ze een prachtige, warme stem.’

Naast opera heeft Warenberg een grote liefde voor het lied. Voor haar debuutrecital in Het Concertgebouw vroeg ze Malcolm Martineau als begeleider. ‘Ik hoorde hem in de Kleine Zaal. Waanzinnig! Hij zei gelukkig direct ja.’ De zangeres maakte een persoonlijke selectie van liederen over de nacht in verschillende talen. ‘Elk lied heeft voor mij een speciale betekenis.’

Duits, Frans en Spaans

Warenberg opent met Brahms’ Geheimnis. ‘De lastigste keuze is altijd: hoe begin je een recital? Dit lied, over een stiekeme liefde, is de perfecte middenweg. Niet te loom, maar ook niet te ­actief.’ Daarna volgen vroege liederen van Schönberg. ‘Zijn opus 2 is fantastisch. Heel mysterieus. Helaas worden die liederen veel te weinig uitgevoerd.’

De Franse liederen zijn een hommage aan haar Parijse avontuur. ‘Ik vind het heerlijk om in het Frans te zingen.’ Au bord de l’eau van Fauré was het eerste Franse lied dat ze als vijftienjarige zong. ‘Toen al vond ik het prachtig.’ Tussen de dromerige poëzie van Debussy en Fauré vormt Madrid van Pauline Viardot een vurig intermezzo. Warenberg vertolkte het in 2023 tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd – ze was de eerste Nederlander in jaren die er de finale haalde. ‘Ik zocht een Frans lied met schwung. Zo stuitte ik op dit lied van Viardot. Ze was ook mezzosopraan, ik ben heel erg fan van haar muziek.’ Het lied verklankt een dansavond in Madrid. Het vormt een brug naar de ‘volkse’ liederen van de Spaanse componist Falla. ‘Jota is een heimelijk liefdesverhaal, het refereert aan de twee liederen van Brahms. Nana is een slaapliedje: ik wilde voor de pauze met iets kleins eindigen.’


Russische roots

In het tweede deel van het programma duikt Warenberg in haar Russische roots. ‘De melancholie en hartstocht van de Russische muziek zitten in mijn genen. Ze raken me diep. Ik heb een optimistisch karakter, maar zodra ik Rachmaninoff hoor schiet ik vol.’ De kinderkamer van Moesorgski slaat een frissere toon aan. De liederen beelden het kinderleven uit. ‘Moesorgski maakte zelf de teksten voor deze ­cyclus. De Russische taal heb ik van huis uit meegekregen. Maar zelfs als je het Russisch niet begrijpt, hoor je precies waar het over gaat. Deze liederen moet je niet met volle operastem zingen, ze vragen om een intieme benadering, met minder vibrato. Wat dat betreft ben je als zanger voortdurend zoekende hoe je je klankpalet moet inzetten.’

‘Rachmaninoff geldt als een van de grootse Russische liedcomponisten. Zijn muziek is heel anders dan die van Tsjaikovski. Toch hoor je in de liederen die ik uitkoos dat hij veel naar ­Tsjaikovski heeft geluisterd.’ ­Tsjaikovski’s Op het rumoerige bal is het eerste Russische lied dat Warenberg instudeerde. ‘Ik heb het vaak gezongen voor mijn oma. Het herinnerde haar aan haar moeder, die het ook op haar repertoire had.’ Ook Tsjaikovski’s Om zo snel te vergeten heeft een bijzonder plekje in haar hart. Warenberg zong het in 2014 tijdens een lunchconcert in de Kleine Zaal. ‘Ik zat op de School voor Jong Talent van het Koninklijk Conservatorium en was megazenuwachtig.’ Nergens voor nodig, constateert zij achteraf. ‘Door de akoestiek gaat zingen hier als vanzelf – en dat geldt ook voor de Grote Zaal.’ Nu, elf jaar later, besluit zij met Tsjaikovski’s Of nu de dag regeert. ‘Ik wilde per se met een optimistisch lied eindigen. Na de nacht mag het ook weer dag zijn.’ Met die boodschap van hoop en licht stuurt zij haar publiek de nacht in. De cirkel is rond.  

Het recital Into the Night is een verkenning van de vele gezichten van de nacht. Maria Warenberg: ‘Ik hou ontzettend van de nacht. Dromen, feesten, verlangens: de nachtelijke uren hebben zoveel te bieden. Zelf kom ik ’s avonds echt tot leven. Gelukkig maar, want dat zijn de momenten waarop ik als zangeres het actiefst ben.’ 

Als tiener fantaseerde ze over een carrière als operazangeres in Parijs. Die droom is uitgekomen, want sinds dit seizoen is de mezzosopraan lid van het solistenensemble van de Opéra national de Paris. ‘Van kinds af aan deed ik niets liever dan op de bühne staan. Op mijn tweede was ik al een performertje. De melodietjes uit Carmen zong ik feilloos na.’ Ze ging op pianoles, zong in een popbandje en ontdekte op haar vijftiende de klassieke zang. ‘Vanaf les één wist ik: dít is wat ik wil.’ Haar opleiding aan het Conservatorium van Amsterdam rondde ze met onderscheiding af. 

‘De lastigste keuze is altijd: hoe begin je een recital?’

Thuis was Warenberg omringd door instrumentalisten. Haar vader speelt viool in het Residentie Orkest Den Haag, haar moeder is pianiste, haar jongere broer Alexander koos voor de cello. Ook haar grootouders van vaderszijde waren beroepsviolisten. Zodra de kans zich voordeed, emigreerden ze vanuit Sint-Petersburg naar Nederland. Haar zangtalent heeft Warenberg echter niet van een vreemde. Haar overgrootmoeder was operazangeres in Charkiv, Oekraïne. ‘Ze was een mezzo, net als ik. Volgens mijn oma had ze een prachtige, warme stem.’

Naast opera heeft Warenberg een grote liefde voor het lied. Voor haar debuutrecital in Het Concertgebouw vroeg ze Malcolm Martineau als begeleider. ‘Ik hoorde hem in de Kleine Zaal. Waanzinnig! Hij zei gelukkig direct ja.’ De zangeres maakte een persoonlijke selectie van liederen over de nacht in verschillende talen. ‘Elk lied heeft voor mij een speciale betekenis.’

Duits, Frans en Spaans

Warenberg opent met Brahms’ Geheimnis. ‘De lastigste keuze is altijd: hoe begin je een recital? Dit lied, over een stiekeme liefde, is de perfecte middenweg. Niet te loom, maar ook niet te ­actief.’ Daarna volgen vroege liederen van Schönberg. ‘Zijn opus 2 is fantastisch. Heel mysterieus. Helaas worden die liederen veel te weinig uitgevoerd.’

De Franse liederen zijn een hommage aan haar Parijse avontuur. ‘Ik vind het heerlijk om in het Frans te zingen.’ Au bord de l’eau van Fauré was het eerste Franse lied dat ze als vijftienjarige zong. ‘Toen al vond ik het prachtig.’ Tussen de dromerige poëzie van Debussy en Fauré vormt Madrid van Pauline Viardot een vurig intermezzo. Warenberg vertolkte het in 2023 tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd – ze was de eerste Nederlander in jaren die er de finale haalde. ‘Ik zocht een Frans lied met schwung. Zo stuitte ik op dit lied van Viardot. Ze was ook mezzosopraan, ik ben heel erg fan van haar muziek.’ Het lied verklankt een dansavond in Madrid. Het vormt een brug naar de ‘volkse’ liederen van de Spaanse componist Falla. ‘Jota is een heimelijk liefdesverhaal, het refereert aan de twee liederen van Brahms. Nana is een slaapliedje: ik wilde voor de pauze met iets kleins eindigen.’


Russische roots

In het tweede deel van het programma duikt Warenberg in haar Russische roots. ‘De melancholie en hartstocht van de Russische muziek zitten in mijn genen. Ze raken me diep. Ik heb een optimistisch karakter, maar zodra ik Rachmaninoff hoor schiet ik vol.’ De kinderkamer van Moesorgski slaat een frissere toon aan. De liederen beelden het kinderleven uit. ‘Moesorgski maakte zelf de teksten voor deze ­cyclus. De Russische taal heb ik van huis uit meegekregen. Maar zelfs als je het Russisch niet begrijpt, hoor je precies waar het over gaat. Deze liederen moet je niet met volle operastem zingen, ze vragen om een intieme benadering, met minder vibrato. Wat dat betreft ben je als zanger voortdurend zoekende hoe je je klankpalet moet inzetten.’

‘Rachmaninoff geldt als een van de grootse Russische liedcomponisten. Zijn muziek is heel anders dan die van Tsjaikovski. Toch hoor je in de liederen die ik uitkoos dat hij veel naar ­Tsjaikovski heeft geluisterd.’ ­Tsjaikovski’s Op het rumoerige bal is het eerste Russische lied dat Warenberg instudeerde. ‘Ik heb het vaak gezongen voor mijn oma. Het herinnerde haar aan haar moeder, die het ook op haar repertoire had.’ Ook Tsjaikovski’s Om zo snel te vergeten heeft een bijzonder plekje in haar hart. Warenberg zong het in 2014 tijdens een lunchconcert in de Kleine Zaal. ‘Ik zat op de School voor Jong Talent van het Koninklijk Conservatorium en was megazenuwachtig.’ Nergens voor nodig, constateert zij achteraf. ‘Door de akoestiek gaat zingen hier als vanzelf – en dat geldt ook voor de Grote Zaal.’ Nu, elf jaar later, besluit zij met Tsjaikovski’s Of nu de dag regeert. ‘Ik wilde per se met een optimistisch lied eindigen. Na de nacht mag het ook weer dag zijn.’ Met die boodschap van hoop en licht stuurt zij haar publiek de nacht in. De cirkel is rond.  

door Liesbeth Houtman

Toelichting

door Liesbeth Houtman

Het recital Into the Night is een verkenning van de vele gezichten van de nacht. Maria Warenberg: ‘Ik hou ontzettend van de nacht. Dromen, feesten, verlangens: de nachtelijke uren hebben zoveel te bieden. Zelf kom ik ’s avonds echt tot leven. Gelukkig maar, want dat zijn de momenten waarop ik als zangeres het actiefst ben.’ 

Als tiener fantaseerde ze over een carrière als operazangeres in Parijs. Die droom is uitgekomen, want sinds dit seizoen is de mezzosopraan lid van het solistenensemble van de Opéra national de Paris. ‘Van kinds af aan deed ik niets liever dan op de bühne staan. Op mijn tweede was ik al een performertje. De melodietjes uit Carmen zong ik feilloos na.’ Ze ging op pianoles, zong in een popbandje en ontdekte op haar vijftiende de klassieke zang. ‘Vanaf les één wist ik: dít is wat ik wil.’ Haar opleiding aan het Conservatorium van Amsterdam rondde ze met onderscheiding af. 

‘De lastigste keuze is altijd: hoe begin je een recital?’

Thuis was Warenberg omringd door instrumentalisten. Haar vader speelt viool in het Residentie Orkest Den Haag, haar moeder is pianiste, haar jongere broer Alexander koos voor de cello. Ook haar grootouders van vaderszijde waren beroepsviolisten. Zodra de kans zich voordeed, emigreerden ze vanuit Sint-Petersburg naar Nederland. Haar zangtalent heeft Warenberg echter niet van een vreemde. Haar overgrootmoeder was operazangeres in Charkiv, Oekraïne. ‘Ze was een mezzo, net als ik. Volgens mijn oma had ze een prachtige, warme stem.’

Naast opera heeft Warenberg een grote liefde voor het lied. Voor haar debuutrecital in Het Concertgebouw vroeg ze Malcolm Martineau als begeleider. ‘Ik hoorde hem in de Kleine Zaal. Waanzinnig! Hij zei gelukkig direct ja.’ De zangeres maakte een persoonlijke selectie van liederen over de nacht in verschillende talen. ‘Elk lied heeft voor mij een speciale betekenis.’

Duits, Frans en Spaans

Warenberg opent met Brahms’ Geheimnis. ‘De lastigste keuze is altijd: hoe begin je een recital? Dit lied, over een stiekeme liefde, is de perfecte middenweg. Niet te loom, maar ook niet te ­actief.’ Daarna volgen vroege liederen van Schönberg. ‘Zijn opus 2 is fantastisch. Heel mysterieus. Helaas worden die liederen veel te weinig uitgevoerd.’

De Franse liederen zijn een hommage aan haar Parijse avontuur. ‘Ik vind het heerlijk om in het Frans te zingen.’ Au bord de l’eau van Fauré was het eerste Franse lied dat ze als vijftienjarige zong. ‘Toen al vond ik het prachtig.’ Tussen de dromerige poëzie van Debussy en Fauré vormt Madrid van Pauline Viardot een vurig intermezzo. Warenberg vertolkte het in 2023 tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd – ze was de eerste Nederlander in jaren die er de finale haalde. ‘Ik zocht een Frans lied met schwung. Zo stuitte ik op dit lied van Viardot. Ze was ook mezzosopraan, ik ben heel erg fan van haar muziek.’ Het lied verklankt een dansavond in Madrid. Het vormt een brug naar de ‘volkse’ liederen van de Spaanse componist Falla. ‘Jota is een heimelijk liefdesverhaal, het refereert aan de twee liederen van Brahms. Nana is een slaapliedje: ik wilde voor de pauze met iets kleins eindigen.’


Russische roots

In het tweede deel van het programma duikt Warenberg in haar Russische roots. ‘De melancholie en hartstocht van de Russische muziek zitten in mijn genen. Ze raken me diep. Ik heb een optimistisch karakter, maar zodra ik Rachmaninoff hoor schiet ik vol.’ De kinderkamer van Moesorgski slaat een frissere toon aan. De liederen beelden het kinderleven uit. ‘Moesorgski maakte zelf de teksten voor deze ­cyclus. De Russische taal heb ik van huis uit meegekregen. Maar zelfs als je het Russisch niet begrijpt, hoor je precies waar het over gaat. Deze liederen moet je niet met volle operastem zingen, ze vragen om een intieme benadering, met minder vibrato. Wat dat betreft ben je als zanger voortdurend zoekende hoe je je klankpalet moet inzetten.’

‘Rachmaninoff geldt als een van de grootse Russische liedcomponisten. Zijn muziek is heel anders dan die van Tsjaikovski. Toch hoor je in de liederen die ik uitkoos dat hij veel naar ­Tsjaikovski heeft geluisterd.’ ­Tsjaikovski’s Op het rumoerige bal is het eerste Russische lied dat Warenberg instudeerde. ‘Ik heb het vaak gezongen voor mijn oma. Het herinnerde haar aan haar moeder, die het ook op haar repertoire had.’ Ook Tsjaikovski’s Om zo snel te vergeten heeft een bijzonder plekje in haar hart. Warenberg zong het in 2014 tijdens een lunchconcert in de Kleine Zaal. ‘Ik zat op de School voor Jong Talent van het Koninklijk Conservatorium en was megazenuwachtig.’ Nergens voor nodig, constateert zij achteraf. ‘Door de akoestiek gaat zingen hier als vanzelf – en dat geldt ook voor de Grote Zaal.’ Nu, elf jaar later, besluit zij met Tsjaikovski’s Of nu de dag regeert. ‘Ik wilde per se met een optimistisch lied eindigen. Na de nacht mag het ook weer dag zijn.’ Met die boodschap van hoop en licht stuurt zij haar publiek de nacht in. De cirkel is rond.  

Het recital Into the Night is een verkenning van de vele gezichten van de nacht. Maria Warenberg: ‘Ik hou ontzettend van de nacht. Dromen, feesten, verlangens: de nachtelijke uren hebben zoveel te bieden. Zelf kom ik ’s avonds echt tot leven. Gelukkig maar, want dat zijn de momenten waarop ik als zangeres het actiefst ben.’ 

Als tiener fantaseerde ze over een carrière als operazangeres in Parijs. Die droom is uitgekomen, want sinds dit seizoen is de mezzosopraan lid van het solistenensemble van de Opéra national de Paris. ‘Van kinds af aan deed ik niets liever dan op de bühne staan. Op mijn tweede was ik al een performertje. De melodietjes uit Carmen zong ik feilloos na.’ Ze ging op pianoles, zong in een popbandje en ontdekte op haar vijftiende de klassieke zang. ‘Vanaf les één wist ik: dít is wat ik wil.’ Haar opleiding aan het Conservatorium van Amsterdam rondde ze met onderscheiding af. 

‘De lastigste keuze is altijd: hoe begin je een recital?’

Thuis was Warenberg omringd door instrumentalisten. Haar vader speelt viool in het Residentie Orkest Den Haag, haar moeder is pianiste, haar jongere broer Alexander koos voor de cello. Ook haar grootouders van vaderszijde waren beroepsviolisten. Zodra de kans zich voordeed, emigreerden ze vanuit Sint-Petersburg naar Nederland. Haar zangtalent heeft Warenberg echter niet van een vreemde. Haar overgrootmoeder was operazangeres in Charkiv, Oekraïne. ‘Ze was een mezzo, net als ik. Volgens mijn oma had ze een prachtige, warme stem.’

Naast opera heeft Warenberg een grote liefde voor het lied. Voor haar debuutrecital in Het Concertgebouw vroeg ze Malcolm Martineau als begeleider. ‘Ik hoorde hem in de Kleine Zaal. Waanzinnig! Hij zei gelukkig direct ja.’ De zangeres maakte een persoonlijke selectie van liederen over de nacht in verschillende talen. ‘Elk lied heeft voor mij een speciale betekenis.’

Duits, Frans en Spaans

Warenberg opent met Brahms’ Geheimnis. ‘De lastigste keuze is altijd: hoe begin je een recital? Dit lied, over een stiekeme liefde, is de perfecte middenweg. Niet te loom, maar ook niet te ­actief.’ Daarna volgen vroege liederen van Schönberg. ‘Zijn opus 2 is fantastisch. Heel mysterieus. Helaas worden die liederen veel te weinig uitgevoerd.’

De Franse liederen zijn een hommage aan haar Parijse avontuur. ‘Ik vind het heerlijk om in het Frans te zingen.’ Au bord de l’eau van Fauré was het eerste Franse lied dat ze als vijftienjarige zong. ‘Toen al vond ik het prachtig.’ Tussen de dromerige poëzie van Debussy en Fauré vormt Madrid van Pauline Viardot een vurig intermezzo. Warenberg vertolkte het in 2023 tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd – ze was de eerste Nederlander in jaren die er de finale haalde. ‘Ik zocht een Frans lied met schwung. Zo stuitte ik op dit lied van Viardot. Ze was ook mezzosopraan, ik ben heel erg fan van haar muziek.’ Het lied verklankt een dansavond in Madrid. Het vormt een brug naar de ‘volkse’ liederen van de Spaanse componist Falla. ‘Jota is een heimelijk liefdesverhaal, het refereert aan de twee liederen van Brahms. Nana is een slaapliedje: ik wilde voor de pauze met iets kleins eindigen.’


Russische roots

In het tweede deel van het programma duikt Warenberg in haar Russische roots. ‘De melancholie en hartstocht van de Russische muziek zitten in mijn genen. Ze raken me diep. Ik heb een optimistisch karakter, maar zodra ik Rachmaninoff hoor schiet ik vol.’ De kinderkamer van Moesorgski slaat een frissere toon aan. De liederen beelden het kinderleven uit. ‘Moesorgski maakte zelf de teksten voor deze ­cyclus. De Russische taal heb ik van huis uit meegekregen. Maar zelfs als je het Russisch niet begrijpt, hoor je precies waar het over gaat. Deze liederen moet je niet met volle operastem zingen, ze vragen om een intieme benadering, met minder vibrato. Wat dat betreft ben je als zanger voortdurend zoekende hoe je je klankpalet moet inzetten.’

‘Rachmaninoff geldt als een van de grootse Russische liedcomponisten. Zijn muziek is heel anders dan die van Tsjaikovski. Toch hoor je in de liederen die ik uitkoos dat hij veel naar ­Tsjaikovski heeft geluisterd.’ ­Tsjaikovski’s Op het rumoerige bal is het eerste Russische lied dat Warenberg instudeerde. ‘Ik heb het vaak gezongen voor mijn oma. Het herinnerde haar aan haar moeder, die het ook op haar repertoire had.’ Ook Tsjaikovski’s Om zo snel te vergeten heeft een bijzonder plekje in haar hart. Warenberg zong het in 2014 tijdens een lunchconcert in de Kleine Zaal. ‘Ik zat op de School voor Jong Talent van het Koninklijk Conservatorium en was megazenuwachtig.’ Nergens voor nodig, constateert zij achteraf. ‘Door de akoestiek gaat zingen hier als vanzelf – en dat geldt ook voor de Grote Zaal.’ Nu, elf jaar later, besluit zij met Tsjaikovski’s Of nu de dag regeert. ‘Ik wilde per se met een optimistisch lied eindigen. Na de nacht mag het ook weer dag zijn.’ Met die boodschap van hoop en licht stuurt zij haar publiek de nacht in. De cirkel is rond.  

door Liesbeth Houtman

Biografie

Maria Warenberg, mezzosopraan

Maria Warenberg komt uit een lange lijn van musici. Ze was meervoudig prijswinnaar van het Classic Young Masters Concours en drong in 2023 door tot de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. In 2021 rondde ze haar bachelorstudie af aan het Conservatorium van Amsterdam bij Sasja Hunnego.

Masterclasses volgde ze bij docenten van de New Yorkse Juilliard School, onder wie Ann Murray, Sergei Leiferkus en Angel Brower. Ze studeerde door aan de Dutch National Opera Academy, waar ze rollen kreeg in Postcard from Morocco van Dominick Argento, Die Zauberflöte en La finta giardiniera van Mozart, Un mari à la porte van Offenbach en – met het Orkest van de Achttiende Eeuw gedirigeerd door Kenneth Montgomery – L’isola disabitata van Haydn.

Maria Warenberg debuteerde in 2021 bij Opera Zuid als Stéphano in ­Roméo et Juliette van Gounod, en maakte recentelijk haar roldebuut as Annio (in La clemenza di Tito van Mozart) bij Opera Ballet Vlaanderen in een productie die ook op de planken kwam in Luxemburg en op de Wiener Festwochen. In de Grote Zaal van Het Concertgebouw zong ze in Het Zondagochtend Concert van 16 oktober 2022 opera-aria’s bij het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Enrico Delamboye. Voor het lopende seizoen maakt de Nederlandse mezzo­sopraan deel uit van het ensemble van de Opéra national de Paris.

Naast de opera heeft ze een grote liefde voor het Lied, en zo maakte ze in april 2014 haar debuut in de Kleine Zaal in een Lunchconcert door de jong talent-­afdeling van het Koninklijk Conservato­rium Den Haag.

Malcolm Martineau, piano

Malcolm Martineau, geboren in Edinburgh en opgeleid in Cambridge en bij Geoffrey Parsons in Londen, specialiseerde zich in de kunst van het liedbegeleiden. Hij ­musiceerde wereldwijd met tal van befaamde zangers, onder wie Barbara Bonney, Ian Bostridge, Sarah ­Connolly, Susan Graham, Thomas Hampson, Angelika ­Kirchschlager, Magdalena Kožená, Konstantin Krimmel, Felicity Lott, ­Christopher Maltman, Anna Netrebko, Anne Sofie von Otter en Bryn Terfel.

Songs of War, een album met vooral Engelse componisten opgenomen met Simon Keenlyside, werd bekroond met een Grammy Award.

Met Tom Krause en Sarah Walker legde Malcolm Martineau alle liederen van Fauré vast. Ook het hele liedoeuvre van Poulenc en Mendels­sohn, de Folk Songs van Britten en alle volksliederen van Beethoven nam hij op. Met Florian Boesch maakte hij een Britten-album, een opname van Schuberts Winterreise en een cd met liederen van Schumann en Mahler.

De pianist presenteerde eigen concertseries in de Londense Wigmore Hall en op het Edinburgh Festival, was in 2011 artistiek leider van het Leeds Lieder Festival en is dat momenteel van Oxenfoord International. Van het Royal Conservatoire of Scotland kreeg hij in 2004 een eredoctoraat en sinds 2009 is hij er International Fellow of Accompaniment; ook geeft hij les op de Royal Academy of Music in Londen.

In Het Concertgebouw was Malcolm Martineau het afgelopen decennium te beluisteren met Florian Boesch (2013, 2018 en 2024), Kate Royal (2013), Dorothea Röschmann (2014), Thomas Oliemans (2016 en 2017), het duo Thomas Oliemans en Eva-Maria Westbroek (2021) en het duo Erin Morley en Huw Montague Rendall (2024).