Wat is een koraalbewerking?
koraalbewerking
Een koraalbewerking is een meerstemmige (polyfone) compositie gebaseerd op een koraal
Hoe klinkt een koraalbewerking?
Een koraalbewerking neemt een koraalmelodie als beginpunt. Boven of onder die melodie wordt een uitgebreid weefsel aan andere stemmen aangebracht. Je kunt de koraalmelodie meestal herkennen aan de langgerekte melodie, die statig tevoorschijn komt vanuit de beweeglijke massa aan andere melodielijnen.
Wat voor koraalbewerkingen zijn er?
De meeste koraalbewerkingen vinden hun oorsprong in de zeventiende en achttiende eeuw. De Lutherse kerk ruimt een belangrijke plaats in voor orgel- en koormuziek, wat tot een enorme creatieve bloei leidt onder componisten. De drie belangrijkste koraalbewerkingen zijn:
- koraalfantasieën
- koraalpreludes
- koraalcantates
De koraalfantasie
Componisten zoals Johann Sebastian Bach en, veel later, Max Reger verwerken koralen onder andere tot zogenoemde koraalfantasieën. Dat zijn complexe, meerstemmige stukken voor koor of orgel waarin de koraalmelodie begeleid wordt door allerlei andere melodische lijnen (zie contrapunt). Die lijnen zijn veel zelfstandiger dan die in vierstemmige bewerkingen, en hebben vaak niets meer met de oorspronkelijke melodie te maken.
Het slotkoor van het eerste deel van de Matthäus-Passion is een bekend voorbeeld van zo’n stuk. De sopranen zetten het koraal in, de overige stemmen weven zich tot een levendige massa. Zij krijgen vaak de nadruk en gaan vaak nog even door nadat de sopranen de regel al af hebben.
Johann Sebastian Bach, koraalfantasie 'O Mensch, bewein dein Sünde Groß' uit de Matthäus-Passion
De koraalprelude
Voor het orgel schreven componisten naast koraalfantasieën ook koraalpreludes. Deze lijken op koraalfantasieën, met het verschil dat in een koraalprelude de koraalmelodie als cantus firmus optreedt. Dat wil zeggen: deze wordt niet over de andere lijnen heen gespeeld, maar vormt een soort langgerekte baslijn waarover zich andere motiefjes uitspinnen. De focus ligt op de koraalmelodie, niet op de begeleidende lijnen. Ook zijn koraalpreludes meestal veel korter dan koraalfantasieën.
Johann Sebastian Bach, koraalprelude 'OMensch, bewein dein Sünde Groß'
De koraalcantate
Koraalcantates zijn vooral bekend van de hand van Johann Sebastian Bach. Het zijn cantates bedoeld voor de lutherse liturgie, die hun tekst ontlenen aan een bestaand koraal. Meestal opent een koraalcantate ook met een koraalfantasie voor koor of een vrije bewerking van het koraal met solisten.
Een voorloper van de koraalcantate is het koraalconcert (ook wel koraalsinfonia), dat alléén de oorspronkelijke tekst van het koraal bevat, en geen aanvulling of bewerking hiervan. Met name Dietrich Buxtehude scheef koraalconcerten.
Het openingskoor van koraalcantate 'Nun komm, der Heiden Heiland', BWV 62
(het oorspronkelijke koraal is te horen in de sopraanstem)
Hoe klinkt een koraalbewerking?
Een koraalbewerking neemt een koraalmelodie als beginpunt. Boven of onder die melodie wordt een uitgebreid weefsel aan andere stemmen aangebracht. Je kunt de koraalmelodie meestal herkennen aan de langgerekte melodie, die statig tevoorschijn komt vanuit de beweeglijke massa aan andere melodielijnen.
Wat voor koraalbewerkingen zijn er?
De meeste koraalbewerkingen vinden hun oorsprong in de zeventiende en achttiende eeuw. De Lutherse kerk ruimt een belangrijke plaats in voor orgel- en koormuziek, wat tot een enorme creatieve bloei leidt onder componisten. De drie belangrijkste koraalbewerkingen zijn:
- koraalfantasieën
- koraalpreludes
- koraalcantates
De koraalfantasie
Componisten zoals Johann Sebastian Bach en, veel later, Max Reger verwerken koralen onder andere tot zogenoemde koraalfantasieën. Dat zijn complexe, meerstemmige stukken voor koor of orgel waarin de koraalmelodie begeleid wordt door allerlei andere melodische lijnen (zie contrapunt). Die lijnen zijn veel zelfstandiger dan die in vierstemmige bewerkingen, en hebben vaak niets meer met de oorspronkelijke melodie te maken.
Het slotkoor van het eerste deel van de Matthäus-Passion is een bekend voorbeeld van zo’n stuk. De sopranen zetten het koraal in, de overige stemmen weven zich tot een levendige massa. Zij krijgen vaak de nadruk en gaan vaak nog even door nadat de sopranen de regel al af hebben.
Johann Sebastian Bach, koraalfantasie 'O Mensch, bewein dein Sünde Groß' uit de Matthäus-Passion
De koraalprelude
Voor het orgel schreven componisten naast koraalfantasieën ook koraalpreludes. Deze lijken op koraalfantasieën, met het verschil dat in een koraalprelude de koraalmelodie als cantus firmus optreedt. Dat wil zeggen: deze wordt niet over de andere lijnen heen gespeeld, maar vormt een soort langgerekte baslijn waarover zich andere motiefjes uitspinnen. De focus ligt op de koraalmelodie, niet op de begeleidende lijnen. Ook zijn koraalpreludes meestal veel korter dan koraalfantasieën.
Johann Sebastian Bach, koraalprelude 'OMensch, bewein dein Sünde Groß'
De koraalcantate
Koraalcantates zijn vooral bekend van de hand van Johann Sebastian Bach. Het zijn cantates bedoeld voor de lutherse liturgie, die hun tekst ontlenen aan een bestaand koraal. Meestal opent een koraalcantate ook met een koraalfantasie voor koor of een vrije bewerking van het koraal met solisten.
Een voorloper van de koraalcantate is het koraalconcert (ook wel koraalsinfonia), dat alléén de oorspronkelijke tekst van het koraal bevat, en geen aanvulling of bewerking hiervan. Met name Dietrich Buxtehude scheef koraalconcerten.
Het openingskoor van koraalcantate 'Nun komm, der Heiden Heiland', BWV 62
(het oorspronkelijke koraal is te horen in de sopraanstem)