Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

La Callas of gewoon Maria?

door Vrouwkje Tuinman
28 jan. 2025 28 januari 2025

Schrijfster en dichteres Vrouwkje Tuinman reflecteert in Preludium maandelijks op haar muziekleven. Deze maand: het nieuwste filmportret van operadiva Maria Callas.

  • Vrouwkje Tuinman

    foto: Milagro Elstak

    Vrouwkje Tuinman

    foto: Milagro Elstak

  • Vrouwkje Tuinman

    foto: Milagro Elstak

    Vrouwkje Tuinman

    foto: Milagro Elstak

Er is geen leven los van het ­podium’, zegt Maria Callas in Maria, het nieuwe filmportret van de operadiva, dat deze maand in de bioscopen komt. Ze heeft op het moment van spreken al meer dan vier jaar niet in het openbaar gezongen, en zal dat ook niet meer doen: de film beslaat de laatste week voor haar overlijden, slechts 53 jaar oud.

Nog decennia later staat Callas model voor dé operazangeres, iemand vol drama en tragiek, die samenvalt met de rollen die ze zingt. Als ze door een auto-immuunziekte haar stem verliest, betaalt ze de prijs. Wie is ze zelf nog? Een aan tranquillizers verslaafde, kinder- en ­partnerloze vrouw, die alleen nog haar butler en kokkin (heel roerende personages) vertrouwt. Iemand die steeds meer wanen krijgt, waarin ze nog wel de wonderen kan leveren die van haar worden verwacht, waarin ze nog La Callas is, in plaats van de podiumloze Maria.

Maria is inderdaad geen vrolijke film, maar wel een die interessante vragen stelt. Is het inderdaad zo dat musici pas écht overtuigen op het moment dat ze hun hele identiteit in dienst van de kunst zetten? Klopt het wat Maria beweert: geluk heeft nog nooit één mooie melodie voortgebracht? Wanneer is een stem mooi, en wanneer is die perfect?

Op het laatste vlak doet Maria een interessant experiment. De film is een soort Alle Dertien Goed van Callas’ beroemdste aria’s. Vaak gezongen door haarzelf, soms door hoofdrolspeelster Angelina Jolie en soms in een AI-mengvorm van die twee. Het doet je bevragen waar de uniciteit van een stem in zit en waarom Callas’ nieuwe geluid – in de praktijk dus dat van Jolie, die zich nergens voor hoeft te schamen – niet voldoet.

En of je, mocht je ooit mogen kiezen, zou gaan voor het podium of het echte leven.

Vrouwkje Tuinman publiceert dichtbundels en romans, en schrijft geregeld voor onder meer Trouw en voor theatervoorstellingen. Voor haar dichtbundel Lijf­rente ontving ze De Grote ­Poëzieprijs 2020. Ze maakte voor Preludium de podcast In de geest van Rosemary Brown.

Er is geen leven los van het ­podium’, zegt Maria Callas in Maria, het nieuwe filmportret van de operadiva, dat deze maand in de bioscopen komt. Ze heeft op het moment van spreken al meer dan vier jaar niet in het openbaar gezongen, en zal dat ook niet meer doen: de film beslaat de laatste week voor haar overlijden, slechts 53 jaar oud.

Nog decennia later staat Callas model voor dé operazangeres, iemand vol drama en tragiek, die samenvalt met de rollen die ze zingt. Als ze door een auto-immuunziekte haar stem verliest, betaalt ze de prijs. Wie is ze zelf nog? Een aan tranquillizers verslaafde, kinder- en ­partnerloze vrouw, die alleen nog haar butler en kokkin (heel roerende personages) vertrouwt. Iemand die steeds meer wanen krijgt, waarin ze nog wel de wonderen kan leveren die van haar worden verwacht, waarin ze nog La Callas is, in plaats van de podiumloze Maria.

Maria is inderdaad geen vrolijke film, maar wel een die interessante vragen stelt. Is het inderdaad zo dat musici pas écht overtuigen op het moment dat ze hun hele identiteit in dienst van de kunst zetten? Klopt het wat Maria beweert: geluk heeft nog nooit één mooie melodie voortgebracht? Wanneer is een stem mooi, en wanneer is die perfect?

Op het laatste vlak doet Maria een interessant experiment. De film is een soort Alle Dertien Goed van Callas’ beroemdste aria’s. Vaak gezongen door haarzelf, soms door hoofdrolspeelster Angelina Jolie en soms in een AI-mengvorm van die twee. Het doet je bevragen waar de uniciteit van een stem in zit en waarom Callas’ nieuwe geluid – in de praktijk dus dat van Jolie, die zich nergens voor hoeft te schamen – niet voldoet.

En of je, mocht je ooit mogen kiezen, zou gaan voor het podium of het echte leven.

Vrouwkje Tuinman publiceert dichtbundels en romans, en schrijft geregeld voor onder meer Trouw en voor theatervoorstellingen. Voor haar dichtbundel Lijf­rente ontving ze De Grote ­Poëzieprijs 2020. Ze maakte voor Preludium de podcast In de geest van Rosemary Brown.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.