Lisa Batiashvili: familie voor één seizoen
door Paul Janssen 01 dec. 2016 01 december 2016
Violiste Lisa Batiashvili is dit seizoen artist in residence bij het Koninklijk Concertgebouworkest. Deze maand staat ze voor het eerst in deze hoedanigheid op het podium. Een gesprek ter inleiding.
‘Ik ben de afgelopen jaren vaker ergens artist in residence geweest en ik heb er veel zin in’, zegt Lisa Batiashvili direct. Ze is even thuis in München en staat al weer klaar om haar gezin te verlaten en op weg te gaan naar Rusland. ‘Dat is het leven waar je voor kiest’, zegt ze berustend. En vooralsnog geniet ze ervan en kijkt ze uit naar de concerten in december.
Met het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van chef-dirigent Daniele Gatti waagt ze zich aan het Tweede vioolconcert van Prokofjev en een paar dagen later speelt ze mee in een Close-upconcert met musici van het orkest. In januari speelt ze het Vioolconcert van Tsjaikovski en in maart sluit ze haar residency af met het Eerste vioolconcert van Sjostakovitsj.
‘Het was helemaal niet de bedoeling om een programma te maken met Russische vioolconcerten’, zegt de Georgische violiste haast verontschuldigend. ‘Het is toevallig zo ontstaan. Binnenkort komt mijn cd uit met het Vioolconcert van Tsjaikovski, dus dat wilde ik graag spelen. Het was Gatti’s wens om het concert van Prokofjev met mij uit te voeren en Vladimir Jurowski stond er haast op dat ik Sjostakovitsj met hem speelde.
Nu zijn het allemaal concerten die ik heel graag speel omdat ik mij er toch mee verbonden voel, maar het was geenszins een opzet om een doorsnee van de Russische vioolconcerten te brengen. Het ging er meer om een connectie te maken met het publiek en ze dieper kennis te laten maken met mij als violiste.’
Want dat is voor Lisa Batiashvili een van de achtergronden van het artist-in-residenceschap. ‘Het is het verdiepen van een relatie, je bent familie voor één seizoen. Je bouwt een sterkere band op met een orkest en ook met het publiek. Dat vind ik het mooie van deze positie.’
Kerstcadeau
Batiashvili was de afgelopen jaren onder andere artist in residence bij de New York Philharmonic en het Tonhalle-Orchester Zürich. ‘Ik heb het elke keer geweldig gevonden. Het is vooral de support die je krijgt van het orkest en de chef-dirigent die mij het meest motiveert om er elke keer wat moois van te maken. Dat geeft zoveel energie.’
Dat het Concertgebouworkest haar vroeg om dit seizoen de rol van artist in residence te vervullen kwam als een complete verrassing. ‘Ik heb sinds 2001 vier keer met het orkest gespeeld en ik ben een groot fan van het orkest, Het Concertgebouw en Amsterdam. Maar deze eervolle uitnodiging had ik nooit verwacht. Ik kreeg het verzoek een dag voor Kerst, dus het was voor mij een geweldig kerstcadeau.’
Met diverse orkestleden heeft ze goed contact, dus dit seizoen voelt een beetje als thuiskomen. ‘Een paar musici van het Concertgebouworkest zijn vorig jaar zelfs op mijn verjaardag geweest. Het orkest speelde in München en ze vonden het leuk om langs te komen.’
Om nog meer orkestmusici te leren kennen wilde Lisa Batiashvili graag een kamermuziekprogramma spelen met leden van de strijkerssectie. ‘Ik ken er maar weinig echt en ik ben dol op de strijkers van het orkest; ze zijn muzikaal zo goed en ze klinken fantastisch.’ Vandaar dat ze tijdens het Close-upconcert meespeelt in Tsjaikovski’s fameuze Souvenir de Florence. ‘Een goede manier om mij even één te voelen met de strijkers.’
‘Ik ben de afgelopen jaren vaker ergens artist in residence geweest en ik heb er veel zin in’, zegt Lisa Batiashvili direct. Ze is even thuis in München en staat al weer klaar om haar gezin te verlaten en op weg te gaan naar Rusland. ‘Dat is het leven waar je voor kiest’, zegt ze berustend. En vooralsnog geniet ze ervan en kijkt ze uit naar de concerten in december.
Met het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van chef-dirigent Daniele Gatti waagt ze zich aan het Tweede vioolconcert van Prokofjev en een paar dagen later speelt ze mee in een Close-upconcert met musici van het orkest. In januari speelt ze het Vioolconcert van Tsjaikovski en in maart sluit ze haar residency af met het Eerste vioolconcert van Sjostakovitsj.
‘Het was helemaal niet de bedoeling om een programma te maken met Russische vioolconcerten’, zegt de Georgische violiste haast verontschuldigend. ‘Het is toevallig zo ontstaan. Binnenkort komt mijn cd uit met het Vioolconcert van Tsjaikovski, dus dat wilde ik graag spelen. Het was Gatti’s wens om het concert van Prokofjev met mij uit te voeren en Vladimir Jurowski stond er haast op dat ik Sjostakovitsj met hem speelde.
Nu zijn het allemaal concerten die ik heel graag speel omdat ik mij er toch mee verbonden voel, maar het was geenszins een opzet om een doorsnee van de Russische vioolconcerten te brengen. Het ging er meer om een connectie te maken met het publiek en ze dieper kennis te laten maken met mij als violiste.’
Want dat is voor Lisa Batiashvili een van de achtergronden van het artist-in-residenceschap. ‘Het is het verdiepen van een relatie, je bent familie voor één seizoen. Je bouwt een sterkere band op met een orkest en ook met het publiek. Dat vind ik het mooie van deze positie.’
Kerstcadeau
Batiashvili was de afgelopen jaren onder andere artist in residence bij de New York Philharmonic en het Tonhalle-Orchester Zürich. ‘Ik heb het elke keer geweldig gevonden. Het is vooral de support die je krijgt van het orkest en de chef-dirigent die mij het meest motiveert om er elke keer wat moois van te maken. Dat geeft zoveel energie.’
Dat het Concertgebouworkest haar vroeg om dit seizoen de rol van artist in residence te vervullen kwam als een complete verrassing. ‘Ik heb sinds 2001 vier keer met het orkest gespeeld en ik ben een groot fan van het orkest, Het Concertgebouw en Amsterdam. Maar deze eervolle uitnodiging had ik nooit verwacht. Ik kreeg het verzoek een dag voor Kerst, dus het was voor mij een geweldig kerstcadeau.’
Met diverse orkestleden heeft ze goed contact, dus dit seizoen voelt een beetje als thuiskomen. ‘Een paar musici van het Concertgebouworkest zijn vorig jaar zelfs op mijn verjaardag geweest. Het orkest speelde in München en ze vonden het leuk om langs te komen.’
Om nog meer orkestmusici te leren kennen wilde Lisa Batiashvili graag een kamermuziekprogramma spelen met leden van de strijkerssectie. ‘Ik ken er maar weinig echt en ik ben dol op de strijkers van het orkest; ze zijn muzikaal zo goed en ze klinken fantastisch.’ Vandaar dat ze tijdens het Close-upconcert meespeelt in Tsjaikovski’s fameuze Souvenir de Florence. ‘Een goede manier om mij even één te voelen met de strijkers.’
Verkeerde afslag
Het is een hele andere rol dan die ze op 14 en 15 december speelt in de Grote Zaal. Dan staat ze voor het orkest om de solopartij van Prokofjevs Tweede vioolconcert te vertolken. ‘Ik heb een zwak voor Prokofjev’, zegt ze. ‘Hij is zo beïnvloed door zijn eigen cultuur, maar ondertussen heeft hij vele andere kleuren meegekregen en heeft hij zich ontwikkeld tot een werkelijk multicultureel componist.’
Prokofjevs Eerste vioolconcert speelde ze al eens met het Concertgebouworkest. ‘Dat is een heel fragiel concert. Het tweede is meteen zo anders. Het eerste deel is heel motorisch en met het tweede deel zit je opeens midden in de sfeer van Romeo en Julia. Het derde deel is dan weer heel robuust. Eigenlijk vind ik zijn Tweede vioolconcert karakteristieker voor de componist. Het heeft die nobele elegantie die zo bij Prokofjev past. Hij is een van de meest elegante componisten ooit.’
Dat het Tweede vioolconcert volgens Batiashvili ook meteen een van de moeilijkste is hoopt ze niet aan het publiek te laten horen. ‘Ik heb mij toen ik het voor het eerst instudeerde echt af lopen vragen hoe ik die noten ooit kon laten werken om een verhaal te vertellen. Vooral in het laatste deel zitten momenten die een herhaling lijken van voorgaande momenten, maar net weer ergens anders heen gaan. En dat is lastig. Je neemt snel een verkeerde afslag.’
Ze rekent in dezen ook op Daniele Gatti, zegt ze lachend. ‘Ik heb nog nooit met hem gewerkt, maar ik ben erg blij met de gelegenheid. Ik heb met vele grote dirigenten concerten gegeven en Gatti staat al heel lang op mijn verlanglijst. Ik weet dat hij briljant is, en ik verheug mij erop om dat zelf te ervaren.’
RCO Club Night
In januari keert ze terug om onder leiding van Antonio Pappano Tsjaikovski’s Vioolconcert uit te voeren, maar waar ze vooral naar uitkijkt is de RCO Club Night in maart met de pas twintigjarige Georgische jazzpianist Beka Gochiashvili. ‘Ik wilde hem graag uitnodigen. Hij speelde al met vele groten uit de jazzwereld, maar jonge musici uit Georgië kunnen alle steun gebruiken.
Ik kwam destijds als twaalfjarig meisje in München in een warm bad waar ik alle steun vond die ik nodig had om de musicus te worden die ik ben. Ik beschouw het daarom als mijn plicht om nu andere jonge musici te helpen. En Beka verdient die steun. Ik speel normaliter geen jazz, maar we gaan elkaar ergens vinden, bijvoorbeeld in de Georgische volksmuziek. Het is in ieder geval een concert waarbij ik mijn grenzen kan verleggen. Ook dat hoort er voor mij bij als je artist in residence bent.’
Verkeerde afslag
Het is een hele andere rol dan die ze op 14 en 15 december speelt in de Grote Zaal. Dan staat ze voor het orkest om de solopartij van Prokofjevs Tweede vioolconcert te vertolken. ‘Ik heb een zwak voor Prokofjev’, zegt ze. ‘Hij is zo beïnvloed door zijn eigen cultuur, maar ondertussen heeft hij vele andere kleuren meegekregen en heeft hij zich ontwikkeld tot een werkelijk multicultureel componist.’
Prokofjevs Eerste vioolconcert speelde ze al eens met het Concertgebouworkest. ‘Dat is een heel fragiel concert. Het tweede is meteen zo anders. Het eerste deel is heel motorisch en met het tweede deel zit je opeens midden in de sfeer van Romeo en Julia. Het derde deel is dan weer heel robuust. Eigenlijk vind ik zijn Tweede vioolconcert karakteristieker voor de componist. Het heeft die nobele elegantie die zo bij Prokofjev past. Hij is een van de meest elegante componisten ooit.’
Dat het Tweede vioolconcert volgens Batiashvili ook meteen een van de moeilijkste is hoopt ze niet aan het publiek te laten horen. ‘Ik heb mij toen ik het voor het eerst instudeerde echt af lopen vragen hoe ik die noten ooit kon laten werken om een verhaal te vertellen. Vooral in het laatste deel zitten momenten die een herhaling lijken van voorgaande momenten, maar net weer ergens anders heen gaan. En dat is lastig. Je neemt snel een verkeerde afslag.’
Ze rekent in dezen ook op Daniele Gatti, zegt ze lachend. ‘Ik heb nog nooit met hem gewerkt, maar ik ben erg blij met de gelegenheid. Ik heb met vele grote dirigenten concerten gegeven en Gatti staat al heel lang op mijn verlanglijst. Ik weet dat hij briljant is, en ik verheug mij erop om dat zelf te ervaren.’
RCO Club Night
In januari keert ze terug om onder leiding van Antonio Pappano Tsjaikovski’s Vioolconcert uit te voeren, maar waar ze vooral naar uitkijkt is de RCO Club Night in maart met de pas twintigjarige Georgische jazzpianist Beka Gochiashvili. ‘Ik wilde hem graag uitnodigen. Hij speelde al met vele groten uit de jazzwereld, maar jonge musici uit Georgië kunnen alle steun gebruiken.
Ik kwam destijds als twaalfjarig meisje in München in een warm bad waar ik alle steun vond die ik nodig had om de musicus te worden die ik ben. Ik beschouw het daarom als mijn plicht om nu andere jonge musici te helpen. En Beka verdient die steun. Ik speel normaliter geen jazz, maar we gaan elkaar ergens vinden, bijvoorbeeld in de Georgische volksmuziek. Het is in ieder geval een concert waarbij ik mijn grenzen kan verleggen. Ook dat hoort er voor mij bij als je artist in residence bent.’