Mahlers Pianokwartet: Opgespoord. Voltooid. Uitgevoerd.
door Johan Giskes 16 sep. 2021 16 september 2021
Op 8 oktober klinkt het Pianokwartet van Gustav Mahler in de Kleine Zaal. Preludium-auteur Johan Giskes verdiept zich in een stukje vergeten geschiedenis.
In het meinummer van Preludium trof me de beschrijving door Axel Meijer van het Pianokwartet van Gustav Mahler: ‘Onvoltooid. Zoekgeraakt. Herontdekt.’ (Notenbeeld, pagina 34, red.). Ik meende me te herinneren dat deze compositie – evenals Mahlers symfonieën – een bijzondere band met het Concertgebouworkest had. Bestond er niet een première-opname van, een 45-toerenplaatje?
De geschiedenis is als volgt. Begin 1972 vroeg de toenmalige eerste soloaltist Klaas Boon aan de artistiek leider van het Concertgebouworkest, de musicoloog en componist Marius Flothuis, om uit te zoeken wat er geworden was van het pianokwartet dat Mahler in zijn studietijd in Wenen zou hebben gecomponeerd. Flothuis’ research resulteerde via de Internationale Gustav Mahler Gesellschaft in een fotokopie van het manuscript van een ‘Clavierquartett, 1. Satz’ uit 1876 met de naam van de componist (de vermelding 1. Satz en 1876 zijn door een andere hand toegevoegd).
Het viel Flothuis op dat het om een typisch jeugdwerk ging, in laatromantisch idioom geschreven, met tegelijk trekken ‘die de zeer persoonlijke schrijfwijze van Mahler al aankondigen’. Het leek in grote haast op papier te zijn gezet, zoals onder meer viel te concluderen uit het grote aantal schrijffouten, vergeten tekens zoals sleutels, en uit het feit dat kort voor het slot twaalf maten van de pianopartij niet waren uitgeschreven. Slechts enkele basnoten met cijfers, als in een bassocontinuo, stonden daar genoteerd.
Nadat Flothuis het werk had geredigeerd en voor uitvoering gereed had gemaakt, en na toestemming van Anna Mahler, een dochter van de componist, kon het worden uitgevoerd en opgenomen. Dat werd gedaan door het Concertgebouw-Pianokwartet, bestaande uit Klaas Boon en zijn partner pianiste Ina Overkamp, de eerste violist van het orkest Nobuyuki Shioda, en Boons dochter Saskia, celliste in het orkest. Ze zorgden niet alleen voor de eerste uitvoering in Nederland, maar ook voor de allereerste plaatopname van Mahlers ‘Quartettsatz’ ooit, dankzij de medewerking van KRO, NOS en Phonogram. Het singletje werd verspreid onder de donateurs van het orkest. Een radio-uitzending via Hilversum 2 vond plaats op 31 juli 1973 om 22.35 uur. De uitvoering op 21 oktober in een Aulaconcert in het Stedelijk Museum noemde De Telegraaf gloedvol en exact. Op componist Lex van Delden had deze uitvoering nóg meer indruk gemaakt dan de grammofoonopname. Want, zo schreef hij in Het Parool, ‘deze eerste “live”-uitvoering straalde een zo ingetogen, diep-menselijke uitdrukkingskracht uit dat men zich nauwelijks kon voorstellen hier met een compositie van een zestienjarige te doen te hebben.’
In het meinummer van Preludium trof me de beschrijving door Axel Meijer van het Pianokwartet van Gustav Mahler: ‘Onvoltooid. Zoekgeraakt. Herontdekt.’ (Notenbeeld, pagina 34, red.). Ik meende me te herinneren dat deze compositie – evenals Mahlers symfonieën – een bijzondere band met het Concertgebouworkest had. Bestond er niet een première-opname van, een 45-toerenplaatje?
De geschiedenis is als volgt. Begin 1972 vroeg de toenmalige eerste soloaltist Klaas Boon aan de artistiek leider van het Concertgebouworkest, de musicoloog en componist Marius Flothuis, om uit te zoeken wat er geworden was van het pianokwartet dat Mahler in zijn studietijd in Wenen zou hebben gecomponeerd. Flothuis’ research resulteerde via de Internationale Gustav Mahler Gesellschaft in een fotokopie van het manuscript van een ‘Clavierquartett, 1. Satz’ uit 1876 met de naam van de componist (de vermelding 1. Satz en 1876 zijn door een andere hand toegevoegd).
Het viel Flothuis op dat het om een typisch jeugdwerk ging, in laatromantisch idioom geschreven, met tegelijk trekken ‘die de zeer persoonlijke schrijfwijze van Mahler al aankondigen’. Het leek in grote haast op papier te zijn gezet, zoals onder meer viel te concluderen uit het grote aantal schrijffouten, vergeten tekens zoals sleutels, en uit het feit dat kort voor het slot twaalf maten van de pianopartij niet waren uitgeschreven. Slechts enkele basnoten met cijfers, als in een bassocontinuo, stonden daar genoteerd.
Nadat Flothuis het werk had geredigeerd en voor uitvoering gereed had gemaakt, en na toestemming van Anna Mahler, een dochter van de componist, kon het worden uitgevoerd en opgenomen. Dat werd gedaan door het Concertgebouw-Pianokwartet, bestaande uit Klaas Boon en zijn partner pianiste Ina Overkamp, de eerste violist van het orkest Nobuyuki Shioda, en Boons dochter Saskia, celliste in het orkest. Ze zorgden niet alleen voor de eerste uitvoering in Nederland, maar ook voor de allereerste plaatopname van Mahlers ‘Quartettsatz’ ooit, dankzij de medewerking van KRO, NOS en Phonogram. Het singletje werd verspreid onder de donateurs van het orkest. Een radio-uitzending via Hilversum 2 vond plaats op 31 juli 1973 om 22.35 uur. De uitvoering op 21 oktober in een Aulaconcert in het Stedelijk Museum noemde De Telegraaf gloedvol en exact. Op componist Lex van Delden had deze uitvoering nóg meer indruk gemaakt dan de grammofoonopname. Want, zo schreef hij in Het Parool, ‘deze eerste “live”-uitvoering straalde een zo ingetogen, diep-menselijke uitdrukkingskracht uit dat men zich nauwelijks kon voorstellen hier met een compositie van een zestienjarige te doen te hebben.’