Wat is een mol?
mol
Teken dat een noot een halve toon verlaagt.
Wat betekent een mol?
Een mol (♭) voor een noot geeft aan dat deze met een halve toon verlaagd moet worden, net als elke volgende noot met dezelfde toonhoogte (ook octaven hoger of lager) in die maat.
Dit soort mollen (♭) geldt alleen voor deze maat
Een mol aan het begin van de notenbalk, na de sleutel, geeft aan dat alle noten met deze toonwaarde een halve toon verlaagd moeten worden.
Dit soort mollen (♭) geldt voor het hele stuk (maar de twee kruizen (♯) alleen voor deze maat)
Een kruis is een teken om een noot te halve toon te verhogen.
Hoe noem je noten met een mol ervoor?
Als een noot verlaagd is met een mol, wordt bijna altijd –es aan de naam toegevoegd. De naam as is de uitzondering op de regel: ces, des, es, fes, ges, as, bes. Een dubbelmol (zie afbeelding) leidt net als bij een dubbelkruis tot verdubbeling van de toevoeging –es: ceses, deses enzovoort. De dubbelverlaagde A wordt ases genoemd.
Mollen en toonsoorten
Een toonladder kan op elke gewenste toon beginnen. Als de toonladder begint op C, zijn er geen mollen nodig om de hele ladder af te lopen. Begin je op de F, dan heb je voor de B een mol nodig om de toonladder volgens het vaste patroon te voltooien.
Zie je aan het begin van de notenbalk één mol staan, dan staat het werk vermoedelijk in toonsoort F. Als je de toonladder nog een kwint lager begint op Bes heb je twee mollen nodig (voor B en E), voor de toonladder op Es heb je drie mollen nodig (voor B, E en A) en zo verder.
Zie ook: kwintencirkel
Hoe is de mol ontstaan?
De monnik Guido van Arezzo (ca. 999-1050) gebruikte groepjes van zes noten (hexachorden) om zijn koor van blad te leren zingen. Precies in het midden van zo'n toonreeks zit een halve toonafstand. Als je zo’n groepje van zes op de toon F begint, dan moet je de B een halve toon verlagen. Zie ook muzieknotatie.
Wat betekent een mol?
Een mol (♭) voor een noot geeft aan dat deze met een halve toon verlaagd moet worden, net als elke volgende noot met dezelfde toonhoogte (ook octaven hoger of lager) in die maat.
Dit soort mollen (♭) geldt alleen voor deze maat
Een mol aan het begin van de notenbalk, na de sleutel, geeft aan dat alle noten met deze toonwaarde een halve toon verlaagd moeten worden.
Dit soort mollen (♭) geldt voor het hele stuk (maar de twee kruizen (♯) alleen voor deze maat)
Een kruis is een teken om een noot te halve toon te verhogen.
Hoe noem je noten met een mol ervoor?
Als een noot verlaagd is met een mol, wordt bijna altijd –es aan de naam toegevoegd. De naam as is de uitzondering op de regel: ces, des, es, fes, ges, as, bes. Een dubbelmol (zie afbeelding) leidt net als bij een dubbelkruis tot verdubbeling van de toevoeging –es: ceses, deses enzovoort. De dubbelverlaagde A wordt ases genoemd.
Mollen en toonsoorten
Een toonladder kan op elke gewenste toon beginnen. Als de toonladder begint op C, zijn er geen mollen nodig om de hele ladder af te lopen. Begin je op de F, dan heb je voor de B een mol nodig om de toonladder volgens het vaste patroon te voltooien.
Zie je aan het begin van de notenbalk één mol staan, dan staat het werk vermoedelijk in toonsoort F. Als je de toonladder nog een kwint lager begint op Bes heb je twee mollen nodig (voor B en E), voor de toonladder op Es heb je drie mollen nodig (voor B, E en A) en zo verder.
Zie ook: kwintencirkel
Hoe is de mol ontstaan?
De monnik Guido van Arezzo (ca. 999-1050) gebruikte groepjes van zes noten (hexachorden) om zijn koor van blad te leren zingen. Precies in het midden van zo'n toonreeks zit een halve toonafstand. Als je zo’n groepje van zes op de toon F begint, dan moet je de B een halve toon verlagen. Zie ook muzieknotatie.
Guido noemde deze noot een b mollum, ofwel zachte b. Hij noteerde de b met een ronde bolling, in tegenstelling tot de scherp gehoekte b uit het hexachord durum op G. Zo is meteen duidelijk waar het teken en de naam van de mol vandaan komen.
B of H?
In Duitstalige landen wordt onze B een H genoemd, terwijl onze Bes verwarrend genoeg B genoemd wordt. Dat komt omdat de hoekige B van Guido’s hexachord durum voor een h aangezien werd. Zo kon Bach zonder probleem een motief componeren met de letters van zijn naam B-A-C-H (Bes-A-C-B).
Ook de Engelse benaming ‘sharp’ voor een kruis is afgeleid van Guido’s hexachord durum (hard of scherp) en de hoekige b.
Guido noemde deze noot een b mollum, ofwel zachte b. Hij noteerde de b met een ronde bolling, in tegenstelling tot de scherp gehoekte b uit het hexachord durum op G. Zo is meteen duidelijk waar het teken en de naam van de mol vandaan komen.
B of H?
In Duitstalige landen wordt onze B een H genoemd, terwijl onze Bes verwarrend genoeg B genoemd wordt. Dat komt omdat de hoekige B van Guido’s hexachord durum voor een h aangezien werd. Zo kon Bach zonder probleem een motief componeren met de letters van zijn naam B-A-C-H (Bes-A-C-B).
Ook de Engelse benaming ‘sharp’ voor een kruis is afgeleid van Guido’s hexachord durum (hard of scherp) en de hoekige b.