Noten prikken
door Vrouwkje Tuinman 10 nov. 2021 10 november 2021
Schrijfster en dichteres Vrouwkje Tuinman reflecteert in Preludium maandelijks op haar muziekleven. Deze maand: na dertien jaar weer pianospelen.
Mijn buurjongen van zeven komt af en toe een halfuurtje bij mij op de piano hengsten. Hij vindt het geweldig klinken, en dat klinkt het ook, of in elk geval luid en dynamisch, maar hij is zich bewust van zijn beperkingen. Letters lezen gaat al heel aardig, maar noten… Hij vindt het verbijsterend dat de bladmuziek die op het lessenaartje staat in potentie tot klinken zou kunnen komen.
En dat dat niet gebeurt.
Laatst koos hij een Divertimento van Haydn uit en zei tegen me: ‘Dit kun jij.’
Nu heb ik ooit dat hele boek Leichte Divertimenti gespeeld, en sommige zijn best leicht. Maar dat was voordat ik ergens woonde waar de buren altijd thuis zijn. Al bijna dertien jaar heb ik geen enkele privacy en speel ik alleen als het vanwege iets met werk wel moet – op de een of andere manier valt mijn schaamte weg als het research is wat ik produceer.
‘Ik ben heel slecht’, zei ik.
‘Nou en’, zei de buurjongen. Hij prikte in een notenbalk. ‘Laat horen.’
Ik mopperde wat en bladerde stiekem naar een nog leichter divertimento, terwijl naast mij de pianokruk, die ik al dertien jaar voornamelijk als bijzettafel gebruik, werd leeggemaakt. Hij prikte in de zitting. ‘Spelen.’
Gelukkig kon mijn buurjongen de aanwijzingen niet lezen, want hoewel ik de juiste akkoorden raakte, hield ik me verder nergens aan. Het ging allemaal erg langzaam en houterig. Heel in de verte herkende ik muziek die ik vroeger blijkbaar beheerste.
‘Zie je wel dat je het kunt’, hoorde ik naast me. Hij begon door mijn collectie bladmuziek te bladeren, die overdreven fors is voor iemand die al dertien jaar niet speelt, en deels nooit tot mijn mogelijkheden heeft behoord. ‘Dit lijkt me wel wat’, zei hij. Scott Joplin. Swingend is geen trefwoord dat iemand al eens op mij heeft geplakt.
Nou, als ik echt wilde, mocht het ook Haydn blijven. Als ik maar weer aan de slag ging.
Sindsdien vraagt mijn buurjongen, elke keer als ik hem tegenkom, hoe het met oefenen gaat. Klopt het dat hij nog niks heeft gehoord?
Wie is Vrouwkje Tuinman?
Vrouwkje Tuinman publiceerde zes dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. In september 2019 verscheen haar bundel Lijfrente, waarvoor ze De Grote Poëzieprijs 2020 won. Ze werkt aan een nieuwe roman en schrijft geregeld voor theater- en familievoorstellingen.
Mijn buurjongen van zeven komt af en toe een halfuurtje bij mij op de piano hengsten. Hij vindt het geweldig klinken, en dat klinkt het ook, of in elk geval luid en dynamisch, maar hij is zich bewust van zijn beperkingen. Letters lezen gaat al heel aardig, maar noten… Hij vindt het verbijsterend dat de bladmuziek die op het lessenaartje staat in potentie tot klinken zou kunnen komen.
En dat dat niet gebeurt.
Laatst koos hij een Divertimento van Haydn uit en zei tegen me: ‘Dit kun jij.’
Nu heb ik ooit dat hele boek Leichte Divertimenti gespeeld, en sommige zijn best leicht. Maar dat was voordat ik ergens woonde waar de buren altijd thuis zijn. Al bijna dertien jaar heb ik geen enkele privacy en speel ik alleen als het vanwege iets met werk wel moet – op de een of andere manier valt mijn schaamte weg als het research is wat ik produceer.
‘Ik ben heel slecht’, zei ik.
‘Nou en’, zei de buurjongen. Hij prikte in een notenbalk. ‘Laat horen.’
Ik mopperde wat en bladerde stiekem naar een nog leichter divertimento, terwijl naast mij de pianokruk, die ik al dertien jaar voornamelijk als bijzettafel gebruik, werd leeggemaakt. Hij prikte in de zitting. ‘Spelen.’
Gelukkig kon mijn buurjongen de aanwijzingen niet lezen, want hoewel ik de juiste akkoorden raakte, hield ik me verder nergens aan. Het ging allemaal erg langzaam en houterig. Heel in de verte herkende ik muziek die ik vroeger blijkbaar beheerste.
‘Zie je wel dat je het kunt’, hoorde ik naast me. Hij begon door mijn collectie bladmuziek te bladeren, die overdreven fors is voor iemand die al dertien jaar niet speelt, en deels nooit tot mijn mogelijkheden heeft behoord. ‘Dit lijkt me wel wat’, zei hij. Scott Joplin. Swingend is geen trefwoord dat iemand al eens op mij heeft geplakt.
Nou, als ik echt wilde, mocht het ook Haydn blijven. Als ik maar weer aan de slag ging.
Sindsdien vraagt mijn buurjongen, elke keer als ik hem tegenkom, hoe het met oefenen gaat. Klopt het dat hij nog niks heeft gehoord?
Wie is Vrouwkje Tuinman?
Vrouwkje Tuinman publiceerde zes dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. In september 2019 verscheen haar bundel Lijfrente, waarvoor ze De Grote Poëzieprijs 2020 won. Ze werkt aan een nieuwe roman en schrijft geregeld voor theater- en familievoorstellingen.