Opera vermist (4): een golf van vreugde
door Erwin Roebroeks 26 dec. 2022 26 december 2022
Musicoloog Erwin Roebroeks zoekt al jaren naar de vermiste opera Arianna van Claudio Monteverdi uit 1608. Op één aria na, is de opera spoorloos. Voor Preludium doet hij maandelijks verslag van zijn zoektocht. Deze maand: een bijzondere dag in het staatsarchief.
Archiefonderzoek is werk van de lange adem. Wie een specifiek ding zoekt, heeft een hoge frustratietolerantie nodig. De kans dat je het niet vindt, is namelijk groot. Ook is het handig als je een zekere aristoteliaanse levenshouding hebt; dat je voldoening vindt op weg naar het doel, zodat je inspanningen ook bij het niet bereiken van dat doel zinvol zijn geweest.
In het staatsarchief onderzoek ik dag in dag uit de inventaris van het Palazzo Dandolo. Lijsten vol bestek, kasten of zilvergoed, in schitterend handschrift. Maar vooralsnog geen enkel spoor van een muzikaal object.
Aan een andere archieftafel werkt collega Christine Follmann. Zij doet onderzoek naar de schilder Veronese. Ik keek vaak met haar mee, en leerde op die manier oude handschriften lezen. Zo nam ik eens oude Venetiaanse sterfregisters door. De hoeveelheid dode kinderen is verbluffend. Venetië was in de zestiende eeuw een van de grootste steden van Europa, met veel kroost. Het is een misverstand dat mensen in de zestiende eeuw niet oud werden; het hoge sterftecijfer in de eerste levensfase drukte de gemiddelde leeftijd. Tragisch om te lezen aan welke onbenulligheden kinderen in die tijd stierven. Tegelijkertijd tonen deze sterfregisters de enorme vlucht die de wetenschap heeft genomen. Vaak was dat het gevolg van het toetsen van uiterst creatieve hypothesen.
Elke onderzoeker weet hoeveel inspanning een vondst vergt
Dat laatste geldt ook voor Follmann. Zij heeft een onderzoek ontworpen dat even waanzinnig als eenvoudig klinkt. Eenvoudig omdat haar opzet logisch lijkt, waanzinnig omdat ze ook een specifiek ding zoekt – in een archief van tachtig kilometer. Omdat haar onderzoek nog niet gepubliceerd is, kan ik er niet te diep op ingaan, maar opeens is het zover: ze heeft gevonden wat ze zocht!
Het is schier ongelofelijk. Er gaat een golf van vreugde door het staatsarchief en, vooral, het verderop gelegen Duits studiecentrum. Iedereen deelt in haar geluk. Want elke onderzoeker weet hoeveel inspanning zo’n vondst vergt.
Maar ook wie niets vindt, of niet van Aristoteles houdt, vindt iets. Door archiefwerk ontstaat een beeld van de periode in kwestie die je niet uit geschiedenisboeken haalt. Geschiedenis is een reconstructie van een bepaalde periode, terwijl archiefstukken het ruwe materiaal van die tijd vormen. Volgens kunstenaar Taryn Simon bestaan archieven omdat er iets is dat niet kan worden gearticuleerd: ‘Something is said in the gaps between all the information.’ Op die manier kleurt archiefonderzoek de reeds gekende geschiedenis.
Ondertussen is er nog geen spoor van Arianna, maar de geraadpleegde archieven zijn geschreven alsof de toekomst ervan afhangt.
Musicoloog Erwin Roebroeks werkt als schrijver, onderzoeker en curator op het gebied van muziek en opera. Hij was criticus voor de Neue Zeitschrift für Musik, schreef programmatoelichtingen en essays voor onder meer het Concertgebouworkest en de Bayerische Staatsoper, en programmeerde diverse muziekfestivals, waaronder als gastcurator bij La Biennale di Venezia. Sinds oktober 2022 is hij festivalleider van Musica Sacra Maastricht. Hij ontving een Duits staatsstipendium om in Venetië te zoeken naar Monteverdi’s verdwenen opera Arianna.
Archiefonderzoek is werk van de lange adem. Wie een specifiek ding zoekt, heeft een hoge frustratietolerantie nodig. De kans dat je het niet vindt, is namelijk groot. Ook is het handig als je een zekere aristoteliaanse levenshouding hebt; dat je voldoening vindt op weg naar het doel, zodat je inspanningen ook bij het niet bereiken van dat doel zinvol zijn geweest.
In het staatsarchief onderzoek ik dag in dag uit de inventaris van het Palazzo Dandolo. Lijsten vol bestek, kasten of zilvergoed, in schitterend handschrift. Maar vooralsnog geen enkel spoor van een muzikaal object.
Aan een andere archieftafel werkt collega Christine Follmann. Zij doet onderzoek naar de schilder Veronese. Ik keek vaak met haar mee, en leerde op die manier oude handschriften lezen. Zo nam ik eens oude Venetiaanse sterfregisters door. De hoeveelheid dode kinderen is verbluffend. Venetië was in de zestiende eeuw een van de grootste steden van Europa, met veel kroost. Het is een misverstand dat mensen in de zestiende eeuw niet oud werden; het hoge sterftecijfer in de eerste levensfase drukte de gemiddelde leeftijd. Tragisch om te lezen aan welke onbenulligheden kinderen in die tijd stierven. Tegelijkertijd tonen deze sterfregisters de enorme vlucht die de wetenschap heeft genomen. Vaak was dat het gevolg van het toetsen van uiterst creatieve hypothesen.
Elke onderzoeker weet hoeveel inspanning een vondst vergt
Dat laatste geldt ook voor Follmann. Zij heeft een onderzoek ontworpen dat even waanzinnig als eenvoudig klinkt. Eenvoudig omdat haar opzet logisch lijkt, waanzinnig omdat ze ook een specifiek ding zoekt – in een archief van tachtig kilometer. Omdat haar onderzoek nog niet gepubliceerd is, kan ik er niet te diep op ingaan, maar opeens is het zover: ze heeft gevonden wat ze zocht!
Het is schier ongelofelijk. Er gaat een golf van vreugde door het staatsarchief en, vooral, het verderop gelegen Duits studiecentrum. Iedereen deelt in haar geluk. Want elke onderzoeker weet hoeveel inspanning zo’n vondst vergt.
Maar ook wie niets vindt, of niet van Aristoteles houdt, vindt iets. Door archiefwerk ontstaat een beeld van de periode in kwestie die je niet uit geschiedenisboeken haalt. Geschiedenis is een reconstructie van een bepaalde periode, terwijl archiefstukken het ruwe materiaal van die tijd vormen. Volgens kunstenaar Taryn Simon bestaan archieven omdat er iets is dat niet kan worden gearticuleerd: ‘Something is said in the gaps between all the information.’ Op die manier kleurt archiefonderzoek de reeds gekende geschiedenis.
Ondertussen is er nog geen spoor van Arianna, maar de geraadpleegde archieven zijn geschreven alsof de toekomst ervan afhangt.
Musicoloog Erwin Roebroeks werkt als schrijver, onderzoeker en curator op het gebied van muziek en opera. Hij was criticus voor de Neue Zeitschrift für Musik, schreef programmatoelichtingen en essays voor onder meer het Concertgebouworkest en de Bayerische Staatsoper, en programmeerde diverse muziekfestivals, waaronder als gastcurator bij La Biennale di Venezia. Sinds oktober 2022 is hij festivalleider van Musica Sacra Maastricht. Hij ontving een Duits staatsstipendium om in Venetië te zoeken naar Monteverdi’s verdwenen opera Arianna.