Wat is een oratorium?
oratorium
Een oratorium is een compositie voor koor en solisten met instrumentale begeleiding. De zangers vertellen een (vaak geestelijk) verhaal zonder dat er wordt geacteerd.
Centraal in een oratorium klinkt een verteller, die een (vaak christelijk) verhaal vertelt. De componist onderbreekt hem af en toe met koren en aria’s.
Het plot is meestal afkomstig uit de Bijbel, maar kan ook gebaseerd zijn op grote thema’s zoals 'tijd' of 'de dood'. Een beroemd oratorium is de Messiah van Georg Friedrich Händel: dat beschrijft het hele leven van Jezus dat centraal staat in het christendom.
Een oratorium waarin specifiek de lijdensweg en de dood van Jezus worden beschreven heet een passie (zoals de Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach).
Hoe is een oratorium opgebouwd?
De verteller is meestal een tenor. Hij leidt het publiek in korte passages (recitatief) door het verhaal. Steeds als en groep mensen aan het woord komt, zingt het koor een 'turba' (letterlijk 'menigte'), met meer uitgebreide orkestbegeleiding. Solisten vervullen verschillende rollen binnen het verhaal.
Op belangrijke momenten zet de componist de tijd even stil. Dat kan op twee manieren: met een koor of met een aria. Koren vertegenwoordigen een collectief gevoel van de toehoorders, aria’s zijn een soort emotionele bespiegeling van één persoon.
Welke oratoria zijn zeker het luisteren waard?
Het oratorium begint zijn geschiedenis in de vroege barok. Het recitatief is net uitgevonden, en componisten staan te springen om de nieuwe mogelijkheden van deze manier van tekstuitdrukking te gebruiken. De eerste, vrij korte oratoria zijn van Giacomo Carissimi, met als bekendste voorbeeld Jephte (1648).
Dit oratorium vertelt het oud-testamentische verhaal van 'richter' ('verlosser') Jefta, die in ruil voor een overwinning zijn dochter beloofde te offeren. De emotie in het verhaal wordt uitgedrukt door enkele aria’s van met name de dochter van Jefta en een aantal koren. Vooral het slotkoor is beroemd, waarin de dood van de dochter van Jefta wordt beklaagd.
De Duitse componist Heinrich Schütz volgde het voorbeeld van Carissimi en beschreef verschillende verhalen uit het nieuwe testament, vooral rondom het lijden en sterven van Jezus, volgens dezelfde structuur. Deze vroege vorm van het oratorium wordt ook wel historia genoemd en vormde de muzikale basis voor de latere passies van Bach.
De Messiah van Händel is een beroemd voorbeeld van een oratorium uit ongeveer dezelfde periode als de Matthäus-Passion. Anders dan de Matthäus volgt de Messiah geen vastomlijnd plot, maar is het een reeks meditaties over verschillende bijbelteksten die met het leven van Jezus te maken hebben.
Latere oratoria van Felix Mendelssohn volgen voor een groot deel de vorm die bij Bach en Händel gebruikelijk was, maar passen muzikaal gezien in de Romantiek. Zo komen hier veel vaker personages aan het woord, en is het orkest flink uitgebreid.
Lees ook: cantate, mis, requiem
Centraal in een oratorium klinkt een verteller, die een (vaak christelijk) verhaal vertelt. De componist onderbreekt hem af en toe met koren en aria’s.
Het plot is meestal afkomstig uit de Bijbel, maar kan ook gebaseerd zijn op grote thema’s zoals 'tijd' of 'de dood'. Een beroemd oratorium is de Messiah van Georg Friedrich Händel: dat beschrijft het hele leven van Jezus dat centraal staat in het christendom.
Een oratorium waarin specifiek de lijdensweg en de dood van Jezus worden beschreven heet een passie (zoals de Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach).
Hoe is een oratorium opgebouwd?
De verteller is meestal een tenor. Hij leidt het publiek in korte passages (recitatief) door het verhaal. Steeds als en groep mensen aan het woord komt, zingt het koor een 'turba' (letterlijk 'menigte'), met meer uitgebreide orkestbegeleiding. Solisten vervullen verschillende rollen binnen het verhaal.
Op belangrijke momenten zet de componist de tijd even stil. Dat kan op twee manieren: met een koor of met een aria. Koren vertegenwoordigen een collectief gevoel van de toehoorders, aria’s zijn een soort emotionele bespiegeling van één persoon.
Welke oratoria zijn zeker het luisteren waard?
Het oratorium begint zijn geschiedenis in de vroege barok. Het recitatief is net uitgevonden, en componisten staan te springen om de nieuwe mogelijkheden van deze manier van tekstuitdrukking te gebruiken. De eerste, vrij korte oratoria zijn van Giacomo Carissimi, met als bekendste voorbeeld Jephte (1648).
Dit oratorium vertelt het oud-testamentische verhaal van 'richter' ('verlosser') Jefta, die in ruil voor een overwinning zijn dochter beloofde te offeren. De emotie in het verhaal wordt uitgedrukt door enkele aria’s van met name de dochter van Jefta en een aantal koren. Vooral het slotkoor is beroemd, waarin de dood van de dochter van Jefta wordt beklaagd.
De Duitse componist Heinrich Schütz volgde het voorbeeld van Carissimi en beschreef verschillende verhalen uit het nieuwe testament, vooral rondom het lijden en sterven van Jezus, volgens dezelfde structuur. Deze vroege vorm van het oratorium wordt ook wel historia genoemd en vormde de muzikale basis voor de latere passies van Bach.
De Messiah van Händel is een beroemd voorbeeld van een oratorium uit ongeveer dezelfde periode als de Matthäus-Passion. Anders dan de Matthäus volgt de Messiah geen vastomlijnd plot, maar is het een reeks meditaties over verschillende bijbelteksten die met het leven van Jezus te maken hebben.
Latere oratoria van Felix Mendelssohn volgen voor een groot deel de vorm die bij Bach en Händel gebruikelijk was, maar passen muzikaal gezien in de Romantiek. Zo komen hier veel vaker personages aan het woord, en is het orkest flink uitgebreid.
Lees ook: cantate, mis, requiem