Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Orkest van de Achttiende Eeuw: hoogtepunten uit Mozarts Die Zauberflöte

Orkest van de Achttiende Eeuw: hoogtepunten uit Mozarts Die Zauberflöte

Grote Zaal
12 oktober 2021
20.15 uur

Print dit programma

Orkest van de Achttiende Eeuw
Kenneth Montgomery dirigent
Roberta Alexander sopraan (Die Schauspieldirektorin)
Ilse Eerens sopraan (Pamina)
Anne Sophie Petit sopraan (Königin der Nacht & Madame Silberklang)
Katharine Dain sopraan (Madame Herz & Königin der Nacht)
Jeroen de Vaal tenor (Tamino, Monostatos & Herr Vogelsang)
Jan-Willem Schaafsma tenor (Monostatos & Herr Vogelsang)
Henk Neven bariton (Papageno & Puf)
Berend Eijkhout bas (Sarastro & Puf)

Alexander Oliver regisseur
Don Duyns teksten
Sophie Ketting styling
Jurjen Stekelenburg boventiteling
Jan van Dooren coördinator

Hoofdsponsor Van Lanschot Kempen biedt bij dit concert een podcast aan. Deze is te beluisteren via concertgebouw.nl.

 Lees ook het artikel De rugzak van Roberta Alexander

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

operapastiche met aria’s en duetten uit ‘Die Zauberflöte’, KV 620 (1791) en ‘Der Schauspieldirektor’, KV 486 (1786)

pauze ± 21.10 uur 
einde ± 22.10 uur

 

Grote Zaal 12 oktober 2021 20.15 uur

Orkest van de Achttiende Eeuw
Kenneth Montgomery dirigent
Roberta Alexander sopraan (Die Schauspieldirektorin)
Ilse Eerens sopraan (Pamina)
Anne Sophie Petit sopraan (Königin der Nacht & Madame Silberklang)
Katharine Dain sopraan (Madame Herz & Königin der Nacht)
Jeroen de Vaal tenor (Tamino, Monostatos & Herr Vogelsang)
Jan-Willem Schaafsma tenor (Monostatos & Herr Vogelsang)
Henk Neven bariton (Papageno & Puf)
Berend Eijkhout bas (Sarastro & Puf)

Alexander Oliver regisseur
Don Duyns teksten
Sophie Ketting styling
Jurjen Stekelenburg boventiteling
Jan van Dooren coördinator

Hoofdsponsor Van Lanschot Kempen biedt bij dit concert een podcast aan. Deze is te beluisteren via concertgebouw.nl.

 Lees ook het artikel De rugzak van Roberta Alexander

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

operapastiche met aria’s en duetten uit ‘Die Zauberflöte’, KV 620 (1791) en ‘Der Schauspieldirektor’, KV 486 (1786)

pauze ± 21.10 uur 
einde ± 22.10 uur

 

Toelichting

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Mozart: Die Zauberflöte

  • Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

    Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

  • Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

    Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

Al sinds een paar seizoenen brengt het Orkest van de Achttiende Eeuw in concertzalen door het hele land semi-scenische Mozart-opera’s voor het voetlicht. Een pandemie staat het vervolg van die bejubelde reeks niet in de weg. In dit bijzondere en in vele opzichten bijzonder improvisatorische najaar van 2021 slaat het orkest de handen ineen met regisseur Alexander Oliver en toneelschrijver Don Duyns. Het resultaat: Mozart in tempore coronae. Een gelegenheidsstuk met toekomstwaarde!

Met dirigent Kenneth Montgomery op de bok brengt het Orkest van de Achttiende Eeuw een vrolijk ‘Sing­spiel’ waarin we getuige zijn van de audities voor twee Mozart-opera’s: Die Zauberflöte en Der Schauspieldirektor. Sopraan Roberta Alexander wil als Schauspieldirektorin maar één ding: een sprankelende voorstelling op de planken brengen met de beste kandidaten. Sopraan Ilse Eerens gaat voor de rol van Pamina, de prinses – de dochter van de Königin der Nacht – die door een tovenaar gevangen wordt gehouden. Bariton Henk Neven hoopt haar als Papageno (een vogelvanger) te kunnen redden, samen met prins Tamino, vertolkt door tenor Jeroen de Vaal. Jan-Willem Schaafsma strijdt om de rollen van Monostatos en Herr Vogelsang. En dan is er natuurlijk nog de partij van de Königin der Nacht! Anne Sophie Petit haalt die indrukwekkende hoge noten met gemak. Of wordt het toch Katherine Dain? En zonder echte bas geen opera: Berend Eijkhout gaat voor de diepe noten van zonnepriester Sarastro.

Al sinds een paar seizoenen brengt het Orkest van de Achttiende Eeuw in concertzalen door het hele land semi-scenische Mozart-opera’s voor het voetlicht. Een pandemie staat het vervolg van die bejubelde reeks niet in de weg. In dit bijzondere en in vele opzichten bijzonder improvisatorische najaar van 2021 slaat het orkest de handen ineen met regisseur Alexander Oliver en toneelschrijver Don Duyns. Het resultaat: Mozart in tempore coronae. Een gelegenheidsstuk met toekomstwaarde!

Met dirigent Kenneth Montgomery op de bok brengt het Orkest van de Achttiende Eeuw een vrolijk ‘Sing­spiel’ waarin we getuige zijn van de audities voor twee Mozart-opera’s: Die Zauberflöte en Der Schauspieldirektor. Sopraan Roberta Alexander wil als Schauspieldirektorin maar één ding: een sprankelende voorstelling op de planken brengen met de beste kandidaten. Sopraan Ilse Eerens gaat voor de rol van Pamina, de prinses – de dochter van de Königin der Nacht – die door een tovenaar gevangen wordt gehouden. Bariton Henk Neven hoopt haar als Papageno (een vogelvanger) te kunnen redden, samen met prins Tamino, vertolkt door tenor Jeroen de Vaal. Jan-Willem Schaafsma strijdt om de rollen van Monostatos en Herr Vogelsang. En dan is er natuurlijk nog de partij van de Königin der Nacht! Anne Sophie Petit haalt die indrukwekkende hoge noten met gemak. Of wordt het toch Katherine Dain? En zonder echte bas geen opera: Berend Eijkhout gaat voor de diepe noten van zonnepriester Sarastro.

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Mozart: Die Zauberflöte

  • Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

    Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

  • Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

    Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

Al sinds een paar seizoenen brengt het Orkest van de Achttiende Eeuw in concertzalen door het hele land semi-scenische Mozart-opera’s voor het voetlicht. Een pandemie staat het vervolg van die bejubelde reeks niet in de weg. In dit bijzondere en in vele opzichten bijzonder improvisatorische najaar van 2021 slaat het orkest de handen ineen met regisseur Alexander Oliver en toneelschrijver Don Duyns. Het resultaat: Mozart in tempore coronae. Een gelegenheidsstuk met toekomstwaarde!

Met dirigent Kenneth Montgomery op de bok brengt het Orkest van de Achttiende Eeuw een vrolijk ‘Sing­spiel’ waarin we getuige zijn van de audities voor twee Mozart-opera’s: Die Zauberflöte en Der Schauspieldirektor. Sopraan Roberta Alexander wil als Schauspieldirektorin maar één ding: een sprankelende voorstelling op de planken brengen met de beste kandidaten. Sopraan Ilse Eerens gaat voor de rol van Pamina, de prinses – de dochter van de Königin der Nacht – die door een tovenaar gevangen wordt gehouden. Bariton Henk Neven hoopt haar als Papageno (een vogelvanger) te kunnen redden, samen met prins Tamino, vertolkt door tenor Jeroen de Vaal. Jan-Willem Schaafsma strijdt om de rollen van Monostatos en Herr Vogelsang. En dan is er natuurlijk nog de partij van de Königin der Nacht! Anne Sophie Petit haalt die indrukwekkende hoge noten met gemak. Of wordt het toch Katherine Dain? En zonder echte bas geen opera: Berend Eijkhout gaat voor de diepe noten van zonnepriester Sarastro.

Al sinds een paar seizoenen brengt het Orkest van de Achttiende Eeuw in concertzalen door het hele land semi-scenische Mozart-opera’s voor het voetlicht. Een pandemie staat het vervolg van die bejubelde reeks niet in de weg. In dit bijzondere en in vele opzichten bijzonder improvisatorische najaar van 2021 slaat het orkest de handen ineen met regisseur Alexander Oliver en toneelschrijver Don Duyns. Het resultaat: Mozart in tempore coronae. Een gelegenheidsstuk met toekomstwaarde!

Met dirigent Kenneth Montgomery op de bok brengt het Orkest van de Achttiende Eeuw een vrolijk ‘Sing­spiel’ waarin we getuige zijn van de audities voor twee Mozart-opera’s: Die Zauberflöte en Der Schauspieldirektor. Sopraan Roberta Alexander wil als Schauspieldirektorin maar één ding: een sprankelende voorstelling op de planken brengen met de beste kandidaten. Sopraan Ilse Eerens gaat voor de rol van Pamina, de prinses – de dochter van de Königin der Nacht – die door een tovenaar gevangen wordt gehouden. Bariton Henk Neven hoopt haar als Papageno (een vogelvanger) te kunnen redden, samen met prins Tamino, vertolkt door tenor Jeroen de Vaal. Jan-Willem Schaafsma strijdt om de rollen van Monostatos en Herr Vogelsang. En dan is er natuurlijk nog de partij van de Königin der Nacht! Anne Sophie Petit haalt die indrukwekkende hoge noten met gemak. Of wordt het toch Katherine Dain? En zonder echte bas geen opera: Berend Eijkhout gaat voor de diepe noten van zonnepriester Sarastro.

Biografie

Orkest van de Achttiende Eeuw, orkest

Het Orkest van de Achttiende Eeuw verwierf wereldfaam door symfonisch werk uit te voeren op originele instrumenten (of kopieën daarvan) en op een historisch geïnformeerde manier. Het ontstond in 1981 naar een idee van blokfluitist Frans Brüggen, die tot aan zijn dood in 2014 dirigent en artistiek leider bleef. Sindsdien werkt het gezelschap met gasten. 

De orkestleden spelen internationaal in toonaangevende (kamer)muziekensembles en komen een aantal keer per jaar voor een project bij elkaar. In kleinere samenstellingen touren ze ook onder leiding van concertmeesters Marc Destrubé en Alexander Janiczek. De uitgebreide discografie van het Orkest van de Achttiende Eeuw omvat werken van Purcell, J.S. en C.Ph.E. Bach, Rameau, Haydn, Mozart, Beet­hoven, Schubert, Mendelssohn, Chopin en Weber.

Met Daniel Reuss en Cappella Amsterdam nam het orkest ­Beethovens Missa solemnis en Brahms’ Ein ­deutsches Requiem op. Na een concertante Così fan tutte van Mozart onder leiding van Ed Spanjaard in 2013 volgden in de Grote Zaal onder leiding van Kenneth Montgomery Le nozze di ­Figaro, La clemenza di Tito, Don ­Giovanni en een bewerking van Die Zauberflöte/Der Schauspieldirektor.

In oktober 2022 combineerde het orkest in Het Concertgebouw de laatste compositie van Louis Andriessen, May, met het Requiem van Mozart (met Cappella Amsterdam), in mei 2023 verzorgde het een driedaags Beethoven Festival en in oktober 2023 herhaalde het onder leiding van Manoj Kamps Così fan tutte.

Kenneth Montgomery, dirigent

Kenneth Montgomery is afkomstig uit Belfast en studeerde in Londen bij Adrian Boult, in Hamburg bij Hans Schmidt-Isserstedt, in Siena bij Sergiu Celibidache en bij John Pritchard. Hij begon zijn loopbaan bij Glyndebourne Festival Opera en English National Opera. In 1973 werd hij music director van Bournemouth Sinfonietta, twee jaar later van de Glyndebourne Touring Opera.

Sinds zijn debuut bij De Nederlandse Operastichting in 1970 nam zijn bekendheid ook in Nederland snel toe en hij werd chef-dirigent van het Radio Symfonie Orkest en het Groot Omroepkoor. Verder was Kenneth Montgomery chef-dirigent bij de Opera Northern Ireland, de Santa Fe Opera en het Ulster Orchestra en werkte hij als gastdirigent onder meer aan La Scala in Milaan en aan operahuizen in België, Frankrijk, de Verenigde Staten en Canada.

Hij werd in 1991 de eerste ­artistiek leider van de Dutch National Opera Academy en geeft nog steeds masterclasses aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.

Met het Orkest van de Achttiende Eeuw werkte Kenneth Montgomery voor het eerst in 2013. In oktober 2014 dirigeerde hij het orkest in de Grote Zaal van Het Concertgebouw in Mozarts ‘Jupiter’-symfonie als onderdeel van het herdenkingsconcert voor Frans Brüggen. In het najaar van 2015 leidde hij bij het Orkest van de Achttiende Eeuw een reeks concertante uitvoeringen van Le nozze di Figaro van Mozart, in 2017 een reeks van diens La clemenza di Tito en in 2019 van Don Giovanni.

Roberta Alexander, sopraan

De van geboorte Amerikaanse, in Nederland woonachtige sopraan Roberta Alexander geniet internationale faam. Onvergetelijk zijn haar interpretaties van de titelrol in Janáčeks Jenůfa, Mimì in Puccini’s La bohème, en in het bijzonder de grote Mozartrollen van haar stemvak zoals Fiordiligi (Così fan tutte), Donna Elvira (Don Giovanni) en Vitellia (La clemenza di Tito).

De sopraan is al ruim 45 jaar te beluisteren op de belangrijkste operapodia, waaronder het festival van Glyndebourne, de Metropolitan Opera in New York en de operahuizen van Berlijn, Hamburg, Wenen, Zürich, Londen en Amsterdam. Naast haar operacarrière oogstte ze ook succes met bijvoorbeeld Ravels Shéhérazade met het NDR-Sinfonieorchester onder André Previn (in heel Europa op tv uitgezonden) en trad ze op met de Wiener Philharmoniker, het London Symphony Orchestra, het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks en de orkesten van Cleveland, Boston, San Francisco.

Bij het Concertgebouworkest debuteerde ze in 1979. Roberta Alexander is bovendien een uiterst communicatief recitalzangeres, en haar indrukwekkende discografie – van Händel tot Andriessen en van oratorium tot Broadway – reflecteert haar affectie met uiteenlopende genres en stijl­periodes.

Sinds 2002 geeft ze les aan Codarts in Rotterdam. Afgelopen november kreeg Roberta Alexander de Edison Klassiek Oeuvreprijs 2020.

 

Ilse Eerens, sopraan

Ilse Eerens studeerde aan het Lemmensinstituut in Leuven en bij Jard van Nes aan de Nieuwe Opera Academie in Amsterdam en Den Haag. Ze won prijzen op het Internationaal Voca­listen Concours ’s-Hertogenbosch 2004 en de ARD Musik Wettbewerb 2006 in München. Ze zong in Lyon in Honeggers Jeanne d’Arc au bûcher, Janáčeks Het sluwe vosje (titelrol) en Zemlinsky’s Der Kreidekreis.

In het Theater an der Wien vertolkte ze Rossini, in Warschau en Tokio Hosokawa, op de festivals van Aix-en-Provence en Salz­burg Mozart, in Bregenz HK Gruber en aan De Munt in Brussel Ligeti, Enescu, Richard Strauss, Massenet en Verdi.

Op het concertpodium werkte de sopraan met Philippe Herre­weghe, Ton Koopman, Lorenzo Viotti, Jaap van Zweden en Mirga Gražinytė-Tyla.

In Het Concertgebouw zong Ilse Eerens meermaals bij het Orkest van de Achttiende Eeuw, onder meer in Mozarts Così fan tutte in 2013, diens Mis in c klein in 2014 en de pastiche Der Schauspieldirektor/Die Zauberflöte in 2021.

Anne Sophie Petit, sopraan

Voordat ze afstudeerde aan het Conservatoire à Rayon­nement Régional in Parijs behaalde sopraan Anne Sophie Petit haar master Engelse taal en cultuur. Bij Stephan Macleod aan de Haute École de Musique de Lausanne behaalde ze vervolgens haar solistenmaster. Aan de Royaumont ­Foundation volgde ze lessen bij Moshe Leiser en Patrice Caurier, en ook kreeg ze les aan de Académie Musicale Philippe Jaroussky.

In Lausanne maakte ze debuten als Soeur Constance in Dialogues des carmélites van Poulenc, Susanna in Le nozze di Figaro van Mozart en Musetta in Puccini’s La bohème. Bij het Orchestre de Chambre de Lausanne soleerde ze in Mendelssohns Ein Sommernachts­traum ­onder leiding van Joshua Weilerstein. Onder haar andere engagementen zijn de Koningin van de Nacht in Die Zauberflöte van Mozart in Sion, twee rollen in Acante et Céphise van Rameau in het Théâtre des Champs-Elysées in Parijs en Yniold in Pelléas et Melisande van Debussy aan de Opéra de Rouen. Anne Sophie Petit soleert geregeld bij Gli Angeli Genève. In Nederland was ze eerder te horen op het Festival Oude Muziek in Utrecht; in Het Concertgebouw maakt ze haar debuut.

Katharine Dain, sopraan

De Nederlands-Amerikaanse ­sopraan Katharine Dain studeerde aan Harvard ­University, de Guildhall School of Music and Drama in Londen en Mannes College of Music in New York. In 2018 kreeg ze veel lof voor haar roldebuut als Konstanze in Mozarts Die Entführung aus dem Serail aan de operahuizen van Clermont-­Ferrand, Avignon, Rouen, Massy en Reims.

Op hedendaags vlak zong ze de Pessoa-cyclus van Jan van de Putte met Asko|Schönberg en Cappella Amsterdam onder leiding van Reinbert de Leeuw, bij De Nationale Opera stond ze in Viviers Kopernikus, in Stravinsky’s Les noces werkte ze met het New York City Ballet.

In december 2020 verzorgde de sopraan met het Concertgebouworkest onder Antony Hermus de wereldpremière van Notenkrakers’ notulen van Bram Kortekaas. Met het door haar opgerichte Damask Vocal Quartet nam Katharine Dain in 2018 het album O schöne Nacht op, met kwartetten van Brahms en tijdgenoten. Haar ‘lockdownalbum’ Regards sur l’Infini (Messiaen, Debussy, Delbos, Dutilleux en Saariaho) met pianist Sam Armstrong werd in 2021 bekroond met een Edison.

Katharine Dain soleerde eerder in Het Concertgebouw bij het Orkest van de Achttiende Eeuw in Beethovens Negende symfonie (2023) en in drie Mozartproducties: Don Giovanni (2019), Die Zauberflöte/Der Schauspieldirektor (2021) en Cosí fan tutte (oktober jl.).

Jeroen de Vaal, tenor

Jeroen de Vaal studeerde aan het conservatorium van Utrecht bij Eugénie Ditewig en volgde daar de operaklas bij Monique Wagemakers en Jan Slothouwer. Daarna volgde hij lessen bij Eric Tappy in Lausanne en bij Marcel Reijans. Masterclasses volgde hij onder meer bij Jard van Nes en Udo Reinemann.

De tenor stond op het podium van de bekende operahuizen van Amsterdam, Antwerpen/Gent, Brussel, Lyon en Luxemburg en zong in Wenen aan zowel de Wiener Kammeroper als het Theater an der Wien. Hij werkte met dirigenten als Marc Albrecht, Ivor Bolton, William Christie, Iván Fischer, Hartmut Haenchen, Peter Dijkstra, Gijs Leenaars en Boudewijn Jansen. Jeroen de Vaal is bovendien een veelgevraagd concertzanger en is dan ook regelmatig te horen in Bachs passionen en cantates, ‘Hohe Messe’ en Weihnachtsoratorium. In Het Concertgebouw is hij de afgelopen seizoenen veelvuldig te horen geweest in de passieuitvoeringen van het Amsterdams Gemengd Koor en KCOV Excelsior en was hij ook een van de solisten in een concertante Parsifal van Wagner onder Jaap van Zweden in de NTR ZaterdagMatinee.

Jan-Willem Schaafsma, tenor

Jan-Willem Schaafsma studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en behaalde zijn masterdiploma aan de Dutch National Opera Academy, waar hij in acht producties zong waaronder Le nozze di Figaro en Die Zauberflöte van Mozart. Na zijn studie werd hij gecoacht door Marcel Reijans en Ira Siff.

In de NTR ZaterdagMatinee zong hij Puccini onder leiding van Edo de Waart, en bij de Nederlandse Reisopera vertolkte hij onder meer de titelrol in Bernsteins Candide. Bij De Nationale Opera was hij te zien in Lully’s Platée, Händels Deidamia en Wagners Die Meistersinger von Nürnberg. Ook werd Jan-Willem Schaafsma geëngageerd door Opera Zuid, Barok Opera Amsterdam en Opera2Day. Hij vertolkte de tenoraria’s in de eerste Matthäus-Passion die Reinbert de Leeuw dirigeerde, met het Limburgs Symfonie Orkest, en zong bij de Nederlandse Bachvereniging. Bij het Orkest van de Achttiende Eeuw soleerde hij eerder in Die Schöpfung van Haydn en Alcina van Händel.

Naast zijn solocarrière maakt JanWillem Schaafsma deel uit van het vocale ensemble Frommermann, dat in oktober 2018 bij het Concertgebouworkest debuteerde in Die sieben Todsünden van Weill.

Henk Neven, bas

Henk Neven kreeg een Borletti-Buitoni Trust Fellowship en ontving in 2011 de Nederlandse Muziekprijs. Hij vertolkt hoofdrollen in opera’s van Monteverdi tot en met Messiaen bij De Nationale Opera, het Theater an der Wien en in de grote theaters van Berlijn, Parijs, Brussel en Londen.

Bij het Orkest van de Achttiende Eeuw was hij eerder Almaviva in Mozarts Le nozze di Figaro (2015), Publio in La clemenza di Tito (2017), Leporello in Don Giovanni (2019) en Papageno en Puf in de pastiche Der Schauspieldirektor/Die Zauberflöte (2021), maar ook Christus in Bachs Johannes-Passion (2019).

Liedrecitals gaf de zanger op de BBC Proms en in Wigmore Hall in Londen, in Het Concertgebouw en op de festivals van Oxford en Leeds.

Hij soleerde bij het Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Nederlands Kamerorkest, de Nederlandse Bachvereniging, het Orchestra of the Age of Enlightenment, Les Talens Lyriques, het Orchestre National de France en de Staatskapelle Berlin.

Berend Eijkhout, bas (Masetto)

Berend Eijkhout studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Frans Fiselier en Gerda van Zelm. Hij vervolgde zijn opleiding bij Nadine Secunde en Peter Lockwood, en kreeg verder lessen van Roberta Alexander, Luca Pisaroni, Hans Pieter Herman en Margreet Honig.

Op het ­operapodium was hij te zien in de Mozart-opera’s Die Zauberflöte (Papageno), Don Giovanni (­Masetto) en Le nozze di Figaro (Il Conte), maar ook in werken van Monteverdi, Händel, Rossini en Weill. Hij werkte mee aan nieuw gecomponeerde opera’s als Who’s Afraid of Orfeo? (Chiel Meijering) en Mariken in de Tuin der Lusten (Calliope Tsoupaki).

Berend Eijkhout heeft daarnaast een uitgebreid concertrepertoire en soleerde onder dirigenten als Jos van Veldhoven (Messiah in Tokio, Weihnachts­oratorium in Osaka), ­Daniel Reuss (Ein deutsches Requiem), Antony Hermus (Residentie Orkest), Ton Koopman (Boston Early Music Festival) en Marcus Creed (Die Schöpfung met het Orkest van de Achttiende Eeuw).

Als liedzanger werkte Berend samen met pianisten Felix Justin, Daan Boertien en Rixt van der Kooij en volgde hij masterclasses van Elly Ameling en Hans Eijsackers. Hij voert graag nieuwe kamermuziek uit; zo bracht hij met celliste Quirine Viersen en kamerkoor Ad Parnassum de Peace Cantata van Kris Oelbrand in première.