Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

De voordelen van ouder worden

door Anna de Vey Mestdagh
26 sep. 2024 26 september 2024

Tweede violiste in het Concertgebouworkest Anna de Vey Mestdagh laat in haar maandelijkse column weten wat haar zoal bezighoudt. Deze maand: ‘Opeens realiseer ik me dat ik nu toch echt tot de ouderen van het orkest behoor.’ 

  • Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

    Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

  • Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

    Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

Onlangs nam collega-violiste Keiko Iwata-Takahashi na 32 jaar trouwe dienst afscheid van het orkest. Wij traden beiden in hetzelfde jaar aan, sterker nog: we deden op dezelfde dag auditie. Nu is zij dus met pensioen en opeens realiseer ik me dat ik nu toch echt tot de ouderen van het orkest behoor. Misschien was dat nog niet helemaal tot me doorgedrongen omdat wij als orkestleden altijd samen dezelfde ­muziek spelen, zonder onderscheid des leeftijds.

Iemand die het altijd en eeuwig heeft over ouder worden is de mij zeer geliefde dirigent Myung-whun Chung. Nee echt, ik vind hem een muzikaal genie en gelukkig komt hij regelmatig bij ons dirigeren, zoals pas geleden tijdens de VriendenLoterij Zomerconcerten en de festivaltournee naar Zwitserland en Italië. Maar dat gelamenteer over zijn leeftijd en dan die berustende houding...

En toch zit er voor de goede verstaander een bijzondere boodschap onder. Hoe ouder hij wordt, zo vertelt hij iedere keer weer, hoe meer hij inziet dat een dirigent er niet is om ‘een twee in de maat’ te slaan, maar vooral om de grote lijnen in de muziek over te brengen. Er zijn volgens Chung een aantal fases in een dirigentenbestaan: eerst sla je gewoon de maat, daarna ga je doorgaande cirkels maken en uiteindelijk hoef je alleen nog maar een lange muzikale lijn van links naar rechts trekken.

Dat is natuurlijk een prachtig idee, maar er is een klein probleempje. Wij uitvoerenden willen het liefst met z’n allen precies tegelijk inzetten en van harmonie wisselen, ook als we elkaar vanuit de verschillende hoeken van het podium nauwelijks kunnen horen of zien. En daar heb je dan toch weer zo’n ­een-twee-in-de-maat-dirigent voor nodig. Of toch niet? Ik durf het bijna niet te zeggen, maar heel misschien bestaat er een soort muzikale telepathie. Eentje die je al ouder wordend kunt ontwikkelen. En dat je dan gewoon niet meer naar de dirigent hoeft te kijken. Behalve als je het nodig hebt.

Onlangs nam collega-violiste Keiko Iwata-Takahashi na 32 jaar trouwe dienst afscheid van het orkest. Wij traden beiden in hetzelfde jaar aan, sterker nog: we deden op dezelfde dag auditie. Nu is zij dus met pensioen en opeens realiseer ik me dat ik nu toch echt tot de ouderen van het orkest behoor. Misschien was dat nog niet helemaal tot me doorgedrongen omdat wij als orkestleden altijd samen dezelfde ­muziek spelen, zonder onderscheid des leeftijds.

Iemand die het altijd en eeuwig heeft over ouder worden is de mij zeer geliefde dirigent Myung-whun Chung. Nee echt, ik vind hem een muzikaal genie en gelukkig komt hij regelmatig bij ons dirigeren, zoals pas geleden tijdens de VriendenLoterij Zomerconcerten en de festivaltournee naar Zwitserland en Italië. Maar dat gelamenteer over zijn leeftijd en dan die berustende houding...

En toch zit er voor de goede verstaander een bijzondere boodschap onder. Hoe ouder hij wordt, zo vertelt hij iedere keer weer, hoe meer hij inziet dat een dirigent er niet is om ‘een twee in de maat’ te slaan, maar vooral om de grote lijnen in de muziek over te brengen. Er zijn volgens Chung een aantal fases in een dirigentenbestaan: eerst sla je gewoon de maat, daarna ga je doorgaande cirkels maken en uiteindelijk hoef je alleen nog maar een lange muzikale lijn van links naar rechts trekken.

Dat is natuurlijk een prachtig idee, maar er is een klein probleempje. Wij uitvoerenden willen het liefst met z’n allen precies tegelijk inzetten en van harmonie wisselen, ook als we elkaar vanuit de verschillende hoeken van het podium nauwelijks kunnen horen of zien. En daar heb je dan toch weer zo’n ­een-twee-in-de-maat-dirigent voor nodig. Of toch niet? Ik durf het bijna niet te zeggen, maar heel misschien bestaat er een soort muzikale telepathie. Eentje die je al ouder wordend kunt ontwikkelen. En dat je dan gewoon niet meer naar de dirigent hoeft te kijken. Behalve als je het nodig hebt.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.