Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Pierre Audi: ‘Ik heb niet eerder zoiets complex georganiseerd’

door Erwin Roebroeks
20 jan. 2022 20 januari 2022

Pierre Audi is gedurende drie seizoenen creatief partner van het Concertgebouworkest. Het eerste project in de reeks is een samenwerking met singer-songwriter Damon Albarn, waarbij het Concertgebouworkest zal jammen met musici uit Mali, Burkina Faso en Congo.

  • Pierre Audi

    foto: Anne Dokter

    Pierre Audi

    foto: Anne Dokter

  • Pierre Audi

    foto: Anne Dokter

    Pierre Audi

    foto: Anne Dokter

  • Pierre Audi

    foto: Anne Dokter

    Pierre Audi

    foto: Anne Dokter

  • Pierre Audi

    foto: Anne Dokter

    Pierre Audi

    foto: Anne Dokter

Hij maakt zich zorgen, zegt Pierre Audi, over de kunsten na corona. ‘Niemand weet wat het effect is op de productiviteit, inspiratie en motivatie van kunstenaars.’ Hij vergelijkt de pandemie met een stroomkabel die is doorgesneden. ‘Het is zaak om de oude stroom in nieuwe banen te leiden. Dat is in handen van de kunstenaars. We wachten op hun call.’

Het tekent de operamaker: zelf internationaal vermaard regisseur maar de kunstenaar, dat is de ander. Pierre Audi benadrukt graag dat hij de muziek, haar makers en vertolkers dient. Nu gaat hij het Concertgebouworkest dienen, als ‘creatief partner’. Zijn werk liep vertraging op, want corona maakte ‘alles anders’. Maar ook dat ligt hem wel. ‘Je hebt iemand nodig die snel kan reageren, en dat ben ik. Niet zozeer grote verhalen vertellen over wat er gaat gebeuren, maar laten we beginnen.’

Pogingen tot vernieuwing van de symfonische praktijk zijn nogal eens deerniswekkend, omdat ze neerkomen op de lat lager leggen. Het roept de vraag op in hoeverre het symfonieorkest nog een rol in deze tijd heeft. Die rol heeft het, zegt Audi, mits er een passievol muzikaal leider is die een boodschap heeft, want die kan het orkest verder brengen. Maar die heeft het Concertgebouworkest momenteel niet. ‘Ik wens het orkest voor de toekomst een nieuwe inspirator.’

De benoeming van Audi als creatief partner is een keuze voor inhoud. Audi’s programmatische ideeën toonden herhaaldelijk dat het publiek uitloopt voor hoogwaardige kwaliteit. Denk aan de ‘Trilogie van het sublieme’ rondom de Italiaanse componist Luigi Nono binnen het Holland Festival 2014, dat popmuziekachtige smeekbedes om toegangskaarten kende, het Opera Forward Festival dat vanaf de eerste editie in 2016 aansloeg bij een nieuw jong publiek, of het in 2019 door Audi geregisseerde Stockhausen-project aus LICHT dat 9.226 bezoekers naar de Amsterdamse Gashouder trok.

Ligt de keuze van het Concertgebouworkest voor Audi om die reden voor de hand, andersom lijkt dat minder vanzelfsprekend. Als regisseur is hij gewend een opera telkens opnieuw op te bouwen. Dat is nogal wat anders dan werken met een groot, eerbiedwaardig symfonieorkest. Waarom zei hij ja?

‘Orkesten denken nu out of the box, ze willen openheid en nemen meer risico’s. Dat is een teken van ontwikkeling, avontuur en onderzoek. De bekende grote componisten zijn allemaal dood. We hebben niet langer de ­hiërarchie van de grote meesters. We zitten met vragen over van alles. We zijn gedwongen om met de nieuwe generatie te werken. Gaan we die overtuigen om met onze tradi­tionele regels te werken of stellen we ons open voor experimenten? Ik vind het interessant om antwoorden daarop in programmering te zoeken.’

Audi’s doel is om artistieke waarde toe te voegen en een dialoog met andere ­publieken te ontwikkelen. ‘Ik kom niet alleen als programmeur/kunstenaar, maar ook met mijn adresboek en de ervaring met manieren waarop je nieuwe initiatieven kunt ontplooien binnen een instituut, zoals ik met het Opera Forward Festival heb gedaan. De kracht van het OFF is dat het is geboren als laboratorium en programmeringsplatform binnen een instituut [De Nationale Opera, ER].’

Twee samenwerkingsprojecten stonden er dit seizoen op het programma: dat met de Chinese componist Tan Dun ging vanwege corona helaas niet door. Deze maand vinden er twee concerten plaats met de veelzijdige Britse singer-songwriter Damon Albarn, bekend van de bands Blur en Gorillaz. Deze concerten vinden plaats in de Amsterdamse Gashouder, waar Audi al vele successen kende. Wat wordt de rol van de ruimte?

‘Luigi Nono heeft zijn hele leven gewijd aan klank en immersive music. Hoe kan dat worden ontwikkeld voor een orkest als Concertgebouworkest? Het Concertgebouw is akoestisch fantastisch, maar qua vorm moeilijk. De Gashouder biedt meer mogelijkheden. Een probleem is dat het orkest altijd zenuwachtig is voor versterking. Maar gezien de akoestiek van de Gashouder moet je nu eenmaal elektronisch ingrijpen.’ Ook de theatrale dimensie van een concert en de relatie tussen publiek en performance hebben Audi altijd gefascineerd. Dat is een andere reden waarom zijn projecten beter in de Gashouder dan in de Grote Zaal passen. ‘Om een andere sfeer te creëren en een ander publiek te krijgen.’

‘Het wordt geen theatraal concert, de muziek is theatraal’

Zijn benadering is project- en kunstenaarspecifiek. ‘Daar kan ik niets algemeens over zeggen.’ Het project met Damon Albarn wordt zijn vuurdoop als creatief partner van het Concertgebouworkest. ‘Het idee was een out of the box-grenzeloze programmering die leidt tot meer diversiteit. Dat is van belang in een nieuw cultureel landschap.’ Centraal staat de ontmoeting tussen Albarn als musicus en componist, het Concertgebouworkest én musici uit Mali, Burkina Faso en Congo die voor Albarn belangrijk zijn. André de Ridder dirigeert de negentig minuten durende voorstelling zonder pauze. Het wordt een combinatie van nieuw werk en inspiratiebronnen van Albarn, zoals Olivier Messiaen en zijn vogelgeluiden. ‘Het wordt geen theatraal concert, de muziek is theatraal.’ En er komt een jamsessie van het orkest en de Afrikaanse musici. ‘Dat is ook een mentale jam, omdat het openheid vergt om het te doen.’ De tijd is er rijp voor, zegt Audi, want het orkest is nu een jong orkest, met musici die meer willen dan een fantastische Bruckner, Beethoven of Mahler spelen. ‘Er moet meer gebeuren voor een institutie als deze om in de huidige tijd te functioneren. ‘Grenzeloos programmeren’ leidt tot programma’s die je niet verwacht van het Concertgebouworkest.’ En dat is nodig, gezien de vernieuwing bij sommige andere toporkesten, zoals de Berliner Philharmoniker met de Digital Concert Hall en het Tanglewood’s Linde Center van het Boston Symphony Orchestra. ‘Vergeleken daarmee loopt Amsterdam een beetje achter. Maar er is een wens tot ontwaken. Die zie ik bijvoorbeeld in de individuele energie van musici binnen het orkest. Dingen zijn in beweging.’

Audi heeft al vaker met het Concertgebouworkest gewerkt, ook in de Gashouder; voor Albarn is het de eerste keer. ‘Damon Albarn is een unieke componist/singer-songwriter en een renaissancemens, die werkt vanuit een groot instinct. Maar het project is ook een tricky experiment. Het gaat over hoe ver we kunnen gaan met zo’n orkest. Dat is geen theoretische vraag, het antwoord moet worden gegeven in het project.’

Dat het Concertgebouworkest dat soort ­risico’s graag wil nemen, is de reden voor de structurele samenwerking. Audi wil dingen die nieuw en soms moeilijk zijn. Zoals een groots opgezet concert met een popmusicus en Afrikaanse musici. ‘Het vergt veel tijd, dialoog met het orkest, aanpassingsvermogen en openheid. Maar het is heel bijzonder. Niet eerder heb ik zoiets complex georganiseerd. Het gaat niet om carrière of zo, maar om een diepe interesse in wat mogelijk is.’

Bekijk ook de infographic over Afrikaanse instrumenten en lees het portret van Damon Albarn.

Hij maakt zich zorgen, zegt Pierre Audi, over de kunsten na corona. ‘Niemand weet wat het effect is op de productiviteit, inspiratie en motivatie van kunstenaars.’ Hij vergelijkt de pandemie met een stroomkabel die is doorgesneden. ‘Het is zaak om de oude stroom in nieuwe banen te leiden. Dat is in handen van de kunstenaars. We wachten op hun call.’

Het tekent de operamaker: zelf internationaal vermaard regisseur maar de kunstenaar, dat is de ander. Pierre Audi benadrukt graag dat hij de muziek, haar makers en vertolkers dient. Nu gaat hij het Concertgebouworkest dienen, als ‘creatief partner’. Zijn werk liep vertraging op, want corona maakte ‘alles anders’. Maar ook dat ligt hem wel. ‘Je hebt iemand nodig die snel kan reageren, en dat ben ik. Niet zozeer grote verhalen vertellen over wat er gaat gebeuren, maar laten we beginnen.’

Pogingen tot vernieuwing van de symfonische praktijk zijn nogal eens deerniswekkend, omdat ze neerkomen op de lat lager leggen. Het roept de vraag op in hoeverre het symfonieorkest nog een rol in deze tijd heeft. Die rol heeft het, zegt Audi, mits er een passievol muzikaal leider is die een boodschap heeft, want die kan het orkest verder brengen. Maar die heeft het Concertgebouworkest momenteel niet. ‘Ik wens het orkest voor de toekomst een nieuwe inspirator.’

De benoeming van Audi als creatief partner is een keuze voor inhoud. Audi’s programmatische ideeën toonden herhaaldelijk dat het publiek uitloopt voor hoogwaardige kwaliteit. Denk aan de ‘Trilogie van het sublieme’ rondom de Italiaanse componist Luigi Nono binnen het Holland Festival 2014, dat popmuziekachtige smeekbedes om toegangskaarten kende, het Opera Forward Festival dat vanaf de eerste editie in 2016 aansloeg bij een nieuw jong publiek, of het in 2019 door Audi geregisseerde Stockhausen-project aus LICHT dat 9.226 bezoekers naar de Amsterdamse Gashouder trok.

Ligt de keuze van het Concertgebouworkest voor Audi om die reden voor de hand, andersom lijkt dat minder vanzelfsprekend. Als regisseur is hij gewend een opera telkens opnieuw op te bouwen. Dat is nogal wat anders dan werken met een groot, eerbiedwaardig symfonieorkest. Waarom zei hij ja?

‘Orkesten denken nu out of the box, ze willen openheid en nemen meer risico’s. Dat is een teken van ontwikkeling, avontuur en onderzoek. De bekende grote componisten zijn allemaal dood. We hebben niet langer de ­hiërarchie van de grote meesters. We zitten met vragen over van alles. We zijn gedwongen om met de nieuwe generatie te werken. Gaan we die overtuigen om met onze tradi­tionele regels te werken of stellen we ons open voor experimenten? Ik vind het interessant om antwoorden daarop in programmering te zoeken.’

Audi’s doel is om artistieke waarde toe te voegen en een dialoog met andere ­publieken te ontwikkelen. ‘Ik kom niet alleen als programmeur/kunstenaar, maar ook met mijn adresboek en de ervaring met manieren waarop je nieuwe initiatieven kunt ontplooien binnen een instituut, zoals ik met het Opera Forward Festival heb gedaan. De kracht van het OFF is dat het is geboren als laboratorium en programmeringsplatform binnen een instituut [De Nationale Opera, ER].’

Twee samenwerkingsprojecten stonden er dit seizoen op het programma: dat met de Chinese componist Tan Dun ging vanwege corona helaas niet door. Deze maand vinden er twee concerten plaats met de veelzijdige Britse singer-songwriter Damon Albarn, bekend van de bands Blur en Gorillaz. Deze concerten vinden plaats in de Amsterdamse Gashouder, waar Audi al vele successen kende. Wat wordt de rol van de ruimte?

‘Luigi Nono heeft zijn hele leven gewijd aan klank en immersive music. Hoe kan dat worden ontwikkeld voor een orkest als Concertgebouworkest? Het Concertgebouw is akoestisch fantastisch, maar qua vorm moeilijk. De Gashouder biedt meer mogelijkheden. Een probleem is dat het orkest altijd zenuwachtig is voor versterking. Maar gezien de akoestiek van de Gashouder moet je nu eenmaal elektronisch ingrijpen.’ Ook de theatrale dimensie van een concert en de relatie tussen publiek en performance hebben Audi altijd gefascineerd. Dat is een andere reden waarom zijn projecten beter in de Gashouder dan in de Grote Zaal passen. ‘Om een andere sfeer te creëren en een ander publiek te krijgen.’

‘Het wordt geen theatraal concert, de muziek is theatraal’

Zijn benadering is project- en kunstenaarspecifiek. ‘Daar kan ik niets algemeens over zeggen.’ Het project met Damon Albarn wordt zijn vuurdoop als creatief partner van het Concertgebouworkest. ‘Het idee was een out of the box-grenzeloze programmering die leidt tot meer diversiteit. Dat is van belang in een nieuw cultureel landschap.’ Centraal staat de ontmoeting tussen Albarn als musicus en componist, het Concertgebouworkest én musici uit Mali, Burkina Faso en Congo die voor Albarn belangrijk zijn. André de Ridder dirigeert de negentig minuten durende voorstelling zonder pauze. Het wordt een combinatie van nieuw werk en inspiratiebronnen van Albarn, zoals Olivier Messiaen en zijn vogelgeluiden. ‘Het wordt geen theatraal concert, de muziek is theatraal.’ En er komt een jamsessie van het orkest en de Afrikaanse musici. ‘Dat is ook een mentale jam, omdat het openheid vergt om het te doen.’ De tijd is er rijp voor, zegt Audi, want het orkest is nu een jong orkest, met musici die meer willen dan een fantastische Bruckner, Beethoven of Mahler spelen. ‘Er moet meer gebeuren voor een institutie als deze om in de huidige tijd te functioneren. ‘Grenzeloos programmeren’ leidt tot programma’s die je niet verwacht van het Concertgebouworkest.’ En dat is nodig, gezien de vernieuwing bij sommige andere toporkesten, zoals de Berliner Philharmoniker met de Digital Concert Hall en het Tanglewood’s Linde Center van het Boston Symphony Orchestra. ‘Vergeleken daarmee loopt Amsterdam een beetje achter. Maar er is een wens tot ontwaken. Die zie ik bijvoorbeeld in de individuele energie van musici binnen het orkest. Dingen zijn in beweging.’

Audi heeft al vaker met het Concertgebouworkest gewerkt, ook in de Gashouder; voor Albarn is het de eerste keer. ‘Damon Albarn is een unieke componist/singer-songwriter en een renaissancemens, die werkt vanuit een groot instinct. Maar het project is ook een tricky experiment. Het gaat over hoe ver we kunnen gaan met zo’n orkest. Dat is geen theoretische vraag, het antwoord moet worden gegeven in het project.’

Dat het Concertgebouworkest dat soort ­risico’s graag wil nemen, is de reden voor de structurele samenwerking. Audi wil dingen die nieuw en soms moeilijk zijn. Zoals een groots opgezet concert met een popmusicus en Afrikaanse musici. ‘Het vergt veel tijd, dialoog met het orkest, aanpassingsvermogen en openheid. Maar het is heel bijzonder. Niet eerder heb ik zoiets complex georganiseerd. Het gaat niet om carrière of zo, maar om een diepe interesse in wat mogelijk is.’

Bekijk ook de infographic over Afrikaanse instrumenten en lees het portret van Damon Albarn.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.