7 bijzondere pianotrio’s
door Lonneke Tausch 15 apr. 2022 15 april 2022
Als drie instrumentalisten samen kamermuziek spelen, betreft het vaak de combinatie piano-viool-cello. Zeven opvallende haltes in de geschiedenis van het klassieke genre.
1
Joseph Haydn – Pianotrio in G groot, Hob. XV:25 (1795) ‘Zigeuner’
Haydn is niet alleen de oervader van het strijkkwartet: in zijn meer dan 40 pianotrio’s liet hij gaandeweg het vroege type, met de piano als dominante partij, los.
2
Prins Louis Ferdinand van Pruisen – Pianotrio’s in Es groot, op. 2, 3 en 10 (1806)
In het jaar dat de ‘Pruisische Apollo’, neef van de muziekminnende koning Frederik de Grote, als generaal sneuvelde op het slagveld wist hij drie pianotrio’s te componeren in de ‘heroïsche’ toonsoort Es groot.
3
Ludwig van Beethoven – Pianotrio in Bes groot, op. 97 (1810-11) ‘Erzherzog’
Beethoven kreeg in zijn lessen bij Haydn diens triopionierswerk van dichtbij mee, maar vond zijn leraar toch maar ouderwets. De leerling zette de emancipatie van de twee strijkers ten opzichte van de pianist definitief door.
4
Franz Schubert – ‘Notturno’, D 897 (1827)
Schuberts voorlaatste levensjaar leverde naast de twee grootse pianotrio’s D 898 en D 929 ook nog een los Adagio op. Waarschijnlijk was het oorspronkelijk bedoeld als langzaam deel van D 898, en het is postuum apart uitgegeven.
5
Antonín Dvořák – Pianotrio in e klein, op. 90 (1890-91) ‘Dumky’
De dumka is een klaagzang van Oekraïense oorsprong die populair was in de Slavische landen. De Boheem Dvořák baseerde alle zes delen van zijn vierde (en laatste) pianotrio op deze melancholische, ballade-achtige volksmuziek.
6
Maurice Ravel – Pianotrio in a klein (1914)
Voordat hij zich meldde als vrijwillig legervrachtwagenchauffeur voltooide Ravel in allerijl zijn enige pianotrio – een steeds minder gangbaar genre. Het wekt de indruk van een pianoconcert in de kleinst mogelijke bezetting.
7
Dmitri Sjostakovitsj – Pianotrio in c klein, op. 8 (1923)
Op zijn zeventiende herstellende van tuberculose in een kuuroord op de Krim werd conservatoriumstudent Sjostakovitsj verliefd. Voor zijn liefje schreef hij dit eendelige pianotrio. Zijn tweede, in 1944, werd minder romantisch.
1
Joseph Haydn – Pianotrio in G groot, Hob. XV:25 (1795) ‘Zigeuner’
Haydn is niet alleen de oervader van het strijkkwartet: in zijn meer dan 40 pianotrio’s liet hij gaandeweg het vroege type, met de piano als dominante partij, los.
2
Prins Louis Ferdinand van Pruisen – Pianotrio’s in Es groot, op. 2, 3 en 10 (1806)
In het jaar dat de ‘Pruisische Apollo’, neef van de muziekminnende koning Frederik de Grote, als generaal sneuvelde op het slagveld wist hij drie pianotrio’s te componeren in de ‘heroïsche’ toonsoort Es groot.
3
Ludwig van Beethoven – Pianotrio in Bes groot, op. 97 (1810-11) ‘Erzherzog’
Beethoven kreeg in zijn lessen bij Haydn diens triopionierswerk van dichtbij mee, maar vond zijn leraar toch maar ouderwets. De leerling zette de emancipatie van de twee strijkers ten opzichte van de pianist definitief door.
4
Franz Schubert – ‘Notturno’, D 897 (1827)
Schuberts voorlaatste levensjaar leverde naast de twee grootse pianotrio’s D 898 en D 929 ook nog een los Adagio op. Waarschijnlijk was het oorspronkelijk bedoeld als langzaam deel van D 898, en het is postuum apart uitgegeven.
5
Antonín Dvořák – Pianotrio in e klein, op. 90 (1890-91) ‘Dumky’
De dumka is een klaagzang van Oekraïense oorsprong die populair was in de Slavische landen. De Boheem Dvořák baseerde alle zes delen van zijn vierde (en laatste) pianotrio op deze melancholische, ballade-achtige volksmuziek.
6
Maurice Ravel – Pianotrio in a klein (1914)
Voordat hij zich meldde als vrijwillig legervrachtwagenchauffeur voltooide Ravel in allerijl zijn enige pianotrio – een steeds minder gangbaar genre. Het wekt de indruk van een pianoconcert in de kleinst mogelijke bezetting.
7
Dmitri Sjostakovitsj – Pianotrio in c klein, op. 8 (1923)
Op zijn zeventiende herstellende van tuberculose in een kuuroord op de Krim werd conservatoriumstudent Sjostakovitsj verliefd. Voor zijn liefje schreef hij dit eendelige pianotrio. Zijn tweede, in 1944, werd minder romantisch.