Reis door het Eötvösversum
door Maarten Beirens 01 okt. 2017 01 oktober 2017
Peter Eötvös is gefascineerd door het heelal. Al op zijn zeventiende schreef hij zijn eerste 'kosmische' compositie. In het nieuwe Multiversum, geschreven voor het Koninklijk Concertgebouworkest, vervolgt de componist zijn ontdekkingstocht.
Wat brengt een componist ertoe om zijn inspiratie te zoeken in recente theorieën over de structuur van het heelal? Je zou al snel gaan vermoeden dat Peter Eötvös een componist is die klanken uittekent met mathematische precisie en kwantummechanische complexiteit.
Maar zijn Multiversum mag dan wel het aardse perspectief inruilen voor een wijdere blik op de kosmos, het maakt van de componist nog geen astrofysicus.
‘Ik wil graag meteen benadrukken dat ik geen wetenschapper ben,’ begint Eötvös, ‘maar een enthousiaste aanhanger van het idee dat onze aarde slechts een kleine passagier is in de eindeloos grote draaimolen van de kosmos.’
Wat brengt een componist ertoe om zijn inspiratie te zoeken in recente theorieën over de structuur van het heelal? Je zou al snel gaan vermoeden dat Peter Eötvös een componist is die klanken uittekent met mathematische precisie en kwantummechanische complexiteit.
Maar zijn Multiversum mag dan wel het aardse perspectief inruilen voor een wijdere blik op de kosmos, het maakt van de componist nog geen astrofysicus.
‘Ik wil graag meteen benadrukken dat ik geen wetenschapper ben,’ begint Eötvös, ‘maar een enthousiaste aanhanger van het idee dat onze aarde slechts een kleine passagier is in de eindeloos grote draaimolen van de kosmos.’
Innerlijke kosmos
De fascinatie voor het heelal begon bij hem al vroeg. ‘Ik was zeventien toen Joeri Gagarin zijn eerste ruimtereis maakte en het plotse besef dat de maan en de zon niet “boven” aan de hemel stonden, maar buiten de aarde lagen, maakte zo’n diepe indruk dat ik het wel moest vereeuwigen in een compositie.’ Dat werd Kosmos, waar Eötvös naar verwijst als zijn opus 1. Zoals bij een jeugdwerk past, probeerde hij daarin hevige muzikale analogieën te maken voor begrippen als de big bang, de ‘voortdurende expansie’ van de materie of de ‘kromming van de ruimte’.
‘Een belangrijke tussenschakel vind ik mijn werk Psychokosmos uit 1992, voor orkest en cimbalom’, vertelt de componist. ‘Daar wijst de titel op een omgekeerde beweging: in plaats van naar die grote onbekende buitenwereld, keert de blik naar binnen, om in mijn eigen innerlijke kosmos te kijken.’
Meerdere universums
Ruim vijftig jaar na het componeren van Kosmos begon hij te lezen over de huidige wetenschappelijke stand van zaken en ontdekte hij allerlei spannende nieuwe ideeën. ‘Plots hoor ik dat de kosmos vermoedelijk niet alleen uit ons universum bestaat, maar dat meerdere universums naast elkaar een multiversum vormen. Dan is het hoog tijd om weer iets te componeren’, voegt Eötvös er schalks aan toe.
'Wat ik belangrijk vind, is mij voor te stellen dat het tonale concept van muziek iets met zwaartekracht te maken zou kunnen hebben’
Multiversum bestaat uit drie delen: Expansion, Multiversum en Time and Space. ‘In Expansion behandel ik intervallen als objecten in steeds uitdijende ruimte – de intervallen worden dus steeds groter. In Multiversum horen we vooral een veelvoud aan stilistische elementen. En tijd en ruimte zijn muzikale begrippen, dus dat zal wel voor zich spreken.’
Elf dimensies
Toch moet je zijn Multiversum niet te sterk aan die wetenschappelijke elementen proberen te koppelen, vindt hij. Wetenschap en muziek hebben een lange gezamenlijke geschiedenis en kunnen elkaar zeker inspireren, maar blijven fundamenteel verschillende dingen. Hoe verzoen je die? Eötvös is zich in elk geval bewust van de valkuilen.
‘Een belangrijk punt voor mij was om te vermijden dat ik iets zou “illustreren”, dat ik bijvoorbeeld de mooie sterrenhemel met zoete, langzame muziek in klank zou schilderen. Wat ik belangrijker vind, is bijvoorbeeld mij voor te stellen dat het tonale concept van muziek iets met zwaartekracht te maken zou kunnen hebben.’
Zo is de ruimtelijke opstelling van het orkest geen letterlijke uitbeelding van een theorie, maar er is wel een verband. ‘De theorie van Edward Witten over ruimte die elf dimensies heeft, kan ik helaas niet begrijpen, maar het inspireert mij uitermate om over nieuwe muzikale dimensies na te denken.’
Schoonheid
Kan zijn muziek dan een verband met de wetenschap leggen? Eötvös blijft voorzichtig: ‘Ik ben in elk geval persoonlijk heel erg geboeid door wat er in de wetenschap in het algemeen gebeurt. Ik geloof dat in het gebruik van vorm muziek dan weer veel gemeen heeft met architectuur.
Maar de muziek die ik schrijf is vooral een geconcentreerde vorm van mijn gedachten die beïnvloed zijn door goed en kwaad, door schoonheid en lelijkheid. Die vier elementen kunnen uiteraard heel sterk werken op een operapodium. Een belangrijk vertrekpunt voor mij blijft dat mijn muziek energie moet uitstralen maar toch nog gevoelig kan zijn.’
En daar duikt wetenschap onverwacht toch weer op. ‘Schoonheid’, beweert Eötvös, ‘speelt een belangrijke rol, zowel in de kunst als in ons eigen leven, in de natuur en in de wetenschap. Er is een mooie uitspraak van de natuurkundige Werner Heisenberg: “Een wetenschappelijke theorie moet niet waar, maar mooi zijn”.’
Hammondorgel
Multiversum is een groot werk voor orgel, hammondorgel en orkest. Een ongebruikelijke combinatie, maar helemaal gekozen in dienst van de concertzalen. De meeste grote concertzalen hebben een orgel, dat maar zelden in combinatie met het orkest wordt gebruikt.
‘Ik ben dol op het hammondorgel. Ik bezit er zelf een, en al op achttienjarige leeftijd improviseerde ik mijn eerste filmmuziek op dat instrument'
Je herkent hier de ervaring van de dirigent Peter Eötvös die meteen de mogelijkheden zag om het publiek onder te dompelen in klank. ‘De verspreide opstelling van de orkestgroepen symboliseert de ruimtelijke constellatie van het heelal’, stelt hij. ‘De plaats van het orgel is in elke zaal een vast gegeven – meestal frontaal. Maar het heelal is overal om ons heen. In de concertzaal moet de klank dus ook van achter de luisteraars kunnen komen. Daarom heb ik als “verlengstuk” van het orgel een hammondorgel gekozen, waarvan de klank via luidsprekers van achteraan in de zaal geprojecteerd wordt.’
Op de vraag of het ook een verwijzing is naar al die werken met hammondorgel van Karlheinz Stockhausen uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig – toen Eötvös in Stockhausens ensemble speelde – reageert Eötvös resoluut met een veel eenvoudigere verklaring: ‘Ik ben dol op het hammondorgel. Ik bezit er zelf een, en al op achttienjarige leeftijd improviseerde ik mijn eerste filmmuziek op dat instrument. Een hammondorgel is heel veelzijdig en daarom een fantastische aanvulling op het pijporgel.’
'In memoriam Pierre Boulez'
Geen Stockhausen dus, maar wel een nadrukkelijke verwijzing naar de vorig jaar overleden componist en dirigent Pierre Boulez, aan wie Multiversum is opgedragen. Met Boulez heeft Eötvös dertig jaar lang zeer nauw samengewerkt – in 1978 werd Eötvös de eerste chef-dirigent van het door Boulez opgerichte Ensemble intercontemporain. Ze deelden ook de dubbele carrière van componist en dirigent – ‘Ik heb zijn werken gedirigeerd, hij de mijne’, zegt Eötvös.
In Multiversum eindigt ieder deel met een opvallende coda waar in de partituur ook steeds ‘in memoriam Pierre Boulez’ staat aangegeven. ‘Telkens staan dezelfde twee noten centraal, die samen zijn initialen vormen: een b (voor Boulez) en een hoge g van 3,14 kilohertz – dat is het getal pi, voor Pierre.’
Ieder nieuw werk brengt voor een componist ook nieuwe inzichten mee en het werken aan deze compositie leerde hem vooral iets over zijn eigen muzikale intuïtie, vertrouwt Eötvös ons toe. ‘Ik heb met Multiversum iets zeer belangrijks ontdekt, namelijk dat mijn muzikale interesse bijzonder breed is, in allerlei muzikale genres en verschijningsvormen: van het getsjirp van krekels tot oratorium, van filmmuziek tot opera. Mijn eigen “muziekversum” is niet “uni-”, maar “multi-”. In dit werk van een half uur vlieg ik voortdurend van één Eötvösversum naar een ander.’
Innerlijke kosmos
De fascinatie voor het heelal begon bij hem al vroeg. ‘Ik was zeventien toen Joeri Gagarin zijn eerste ruimtereis maakte en het plotse besef dat de maan en de zon niet “boven” aan de hemel stonden, maar buiten de aarde lagen, maakte zo’n diepe indruk dat ik het wel moest vereeuwigen in een compositie.’ Dat werd Kosmos, waar Eötvös naar verwijst als zijn opus 1. Zoals bij een jeugdwerk past, probeerde hij daarin hevige muzikale analogieën te maken voor begrippen als de big bang, de ‘voortdurende expansie’ van de materie of de ‘kromming van de ruimte’.
‘Een belangrijke tussenschakel vind ik mijn werk Psychokosmos uit 1992, voor orkest en cimbalom’, vertelt de componist. ‘Daar wijst de titel op een omgekeerde beweging: in plaats van naar die grote onbekende buitenwereld, keert de blik naar binnen, om in mijn eigen innerlijke kosmos te kijken.’
Meerdere universums
Ruim vijftig jaar na het componeren van Kosmos begon hij te lezen over de huidige wetenschappelijke stand van zaken en ontdekte hij allerlei spannende nieuwe ideeën. ‘Plots hoor ik dat de kosmos vermoedelijk niet alleen uit ons universum bestaat, maar dat meerdere universums naast elkaar een multiversum vormen. Dan is het hoog tijd om weer iets te componeren’, voegt Eötvös er schalks aan toe.
'Wat ik belangrijk vind, is mij voor te stellen dat het tonale concept van muziek iets met zwaartekracht te maken zou kunnen hebben’
Multiversum bestaat uit drie delen: Expansion, Multiversum en Time and Space. ‘In Expansion behandel ik intervallen als objecten in steeds uitdijende ruimte – de intervallen worden dus steeds groter. In Multiversum horen we vooral een veelvoud aan stilistische elementen. En tijd en ruimte zijn muzikale begrippen, dus dat zal wel voor zich spreken.’
Elf dimensies
Toch moet je zijn Multiversum niet te sterk aan die wetenschappelijke elementen proberen te koppelen, vindt hij. Wetenschap en muziek hebben een lange gezamenlijke geschiedenis en kunnen elkaar zeker inspireren, maar blijven fundamenteel verschillende dingen. Hoe verzoen je die? Eötvös is zich in elk geval bewust van de valkuilen.
‘Een belangrijk punt voor mij was om te vermijden dat ik iets zou “illustreren”, dat ik bijvoorbeeld de mooie sterrenhemel met zoete, langzame muziek in klank zou schilderen. Wat ik belangrijker vind, is bijvoorbeeld mij voor te stellen dat het tonale concept van muziek iets met zwaartekracht te maken zou kunnen hebben.’
Zo is de ruimtelijke opstelling van het orkest geen letterlijke uitbeelding van een theorie, maar er is wel een verband. ‘De theorie van Edward Witten over ruimte die elf dimensies heeft, kan ik helaas niet begrijpen, maar het inspireert mij uitermate om over nieuwe muzikale dimensies na te denken.’
Schoonheid
Kan zijn muziek dan een verband met de wetenschap leggen? Eötvös blijft voorzichtig: ‘Ik ben in elk geval persoonlijk heel erg geboeid door wat er in de wetenschap in het algemeen gebeurt. Ik geloof dat in het gebruik van vorm muziek dan weer veel gemeen heeft met architectuur.
Maar de muziek die ik schrijf is vooral een geconcentreerde vorm van mijn gedachten die beïnvloed zijn door goed en kwaad, door schoonheid en lelijkheid. Die vier elementen kunnen uiteraard heel sterk werken op een operapodium. Een belangrijk vertrekpunt voor mij blijft dat mijn muziek energie moet uitstralen maar toch nog gevoelig kan zijn.’
En daar duikt wetenschap onverwacht toch weer op. ‘Schoonheid’, beweert Eötvös, ‘speelt een belangrijke rol, zowel in de kunst als in ons eigen leven, in de natuur en in de wetenschap. Er is een mooie uitspraak van de natuurkundige Werner Heisenberg: “Een wetenschappelijke theorie moet niet waar, maar mooi zijn”.’
Hammondorgel
Multiversum is een groot werk voor orgel, hammondorgel en orkest. Een ongebruikelijke combinatie, maar helemaal gekozen in dienst van de concertzalen. De meeste grote concertzalen hebben een orgel, dat maar zelden in combinatie met het orkest wordt gebruikt.
‘Ik ben dol op het hammondorgel. Ik bezit er zelf een, en al op achttienjarige leeftijd improviseerde ik mijn eerste filmmuziek op dat instrument'
Je herkent hier de ervaring van de dirigent Peter Eötvös die meteen de mogelijkheden zag om het publiek onder te dompelen in klank. ‘De verspreide opstelling van de orkestgroepen symboliseert de ruimtelijke constellatie van het heelal’, stelt hij. ‘De plaats van het orgel is in elke zaal een vast gegeven – meestal frontaal. Maar het heelal is overal om ons heen. In de concertzaal moet de klank dus ook van achter de luisteraars kunnen komen. Daarom heb ik als “verlengstuk” van het orgel een hammondorgel gekozen, waarvan de klank via luidsprekers van achteraan in de zaal geprojecteerd wordt.’
Op de vraag of het ook een verwijzing is naar al die werken met hammondorgel van Karlheinz Stockhausen uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig – toen Eötvös in Stockhausens ensemble speelde – reageert Eötvös resoluut met een veel eenvoudigere verklaring: ‘Ik ben dol op het hammondorgel. Ik bezit er zelf een, en al op achttienjarige leeftijd improviseerde ik mijn eerste filmmuziek op dat instrument. Een hammondorgel is heel veelzijdig en daarom een fantastische aanvulling op het pijporgel.’
'In memoriam Pierre Boulez'
Geen Stockhausen dus, maar wel een nadrukkelijke verwijzing naar de vorig jaar overleden componist en dirigent Pierre Boulez, aan wie Multiversum is opgedragen. Met Boulez heeft Eötvös dertig jaar lang zeer nauw samengewerkt – in 1978 werd Eötvös de eerste chef-dirigent van het door Boulez opgerichte Ensemble intercontemporain. Ze deelden ook de dubbele carrière van componist en dirigent – ‘Ik heb zijn werken gedirigeerd, hij de mijne’, zegt Eötvös.
In Multiversum eindigt ieder deel met een opvallende coda waar in de partituur ook steeds ‘in memoriam Pierre Boulez’ staat aangegeven. ‘Telkens staan dezelfde twee noten centraal, die samen zijn initialen vormen: een b (voor Boulez) en een hoge g van 3,14 kilohertz – dat is het getal pi, voor Pierre.’
Ieder nieuw werk brengt voor een componist ook nieuwe inzichten mee en het werken aan deze compositie leerde hem vooral iets over zijn eigen muzikale intuïtie, vertrouwt Eötvös ons toe. ‘Ik heb met Multiversum iets zeer belangrijks ontdekt, namelijk dat mijn muzikale interesse bijzonder breed is, in allerlei muzikale genres en verschijningsvormen: van het getsjirp van krekels tot oratorium, van filmmuziek tot opera. Mijn eigen “muziekversum” is niet “uni-”, maar “multi-”. In dit werk van een half uur vlieg ik voortdurend van één Eötvösversum naar een ander.’