Richard und Isolde
door Martijn Voorvelt 28 aug. 2019 28 augustus 2019
Het verhaal van Tristan en Isolde houdt de gemoederen al zo’n millennium lang bezig. Preludium zet de feiten op een rij rond de sage die Richard Wagner op het lijf geschreven was.
Sinds het ontstaan van de opera in de late zestiende eeuw hebben componisten zich vooral gebaseerd op de Griekse tragedies. Richard Wagner gooide het sinds de jaren veertig van de negentiende eeuw over een andere boeg. Hij wilde immers de Germaanse ziel en historie vangen in een nieuwe, Duitse vorm van muziektheater; daarbij horen natuurlijk geen verhalen die zich afspelen op Kreta of Sicilië. Wagner koos voor Noorse en Germaanse sagen.
Sinds het ontstaan van de opera in de late zestiende eeuw hebben componisten zich vooral gebaseerd op de Griekse tragedies. Richard Wagner gooide het sinds de jaren veertig van de negentiende eeuw over een andere boeg. Hij wilde immers de Germaanse ziel en historie vangen in een nieuwe, Duitse vorm van muziektheater; daarbij horen natuurlijk geen verhalen die zich afspelen op Kreta of Sicilië. Wagner koos voor Noorse en Germaanse sagen.
Zo gebruikte hij voor Tannhäuser een verzameling sagen van Ludwig Bechstein, liggen aan Lohengrin het Parcival-epos van Wolfram von Eschenbach en de middeleeuwse legende van de Heilige Graal ten grondslag, en is Der Ring des Nibelungen gebaseerd op het Middelhoogduitse Nibelungenlied en de Oudnoorse Völsunga-sage. Voor Tristan und Isolde maakte Wagner gebruik van een bekend middeleeuws liefdesverhaal. Het operagenre kende al vele liefdesparen, maar niet eerder had een componist zich door dit stel laten inspireren.
Oorsprong
Er zijn aanwijzingen dat het Tristan-verhaal is ontstaan in de zevende of achtste eeuw. Verreweg de meeste historici zijn het erover eens dat het zijn oorsprong vindt bij de Kelten. In Ierse, Welshe, Pictische en Britse bronnen wordt gewag gemaakt van een dergelijke vertelling. Zo bevindt zich in Cornwall, waar een koning Merchiaun (ofwel Mark) geregeerd zou hebben, de zogenaamde Tristan-steen, een menhir uit de zesde eeuw met een inscriptie in het Latijn die begint met DRVSTANVS HIC IACIT (Drustan ligt hier) en waar ook de regel CVM DOMINA OUSILLA zou hebben gestaan (‘met de dame Ousilla’; Ousilla is de Latijnse vorm van Isolde).
De eerste overgeleverde tekstfragmenten dateren van de twaalfde eeuw. De kern van het verhaal is steeds hetzelfde: een koning en zijn naaste vazal zijn trouw aan elkaar, maar de liefde voor een vrouw drijft hen uit elkaar. De fatale driehoeksverhouding gaf aan dat de wetten van politiek en oorlogsvoering haaks op de wetten van de liefde stonden. Soms wordt het verhaal verbonden met de legende van koning Arthur.
Volkse en verheven versies
De vroegste bewaard gebleven fragmenten van het Tristan-epos zijn – in het Anglo-Normandisch – geschreven door de trouvère Thomas van Bretagne, waarschijnlijk voor koningin Eleonora van Aquitanië. Dat de fragmenten overeenkomen met ongeveer een zesde van het verhaal weten we dankzij een vertaling in het Oudnoors die rond 1226 gemaakt is ten behoeve van de Noorse koning Hákon Hákonarson. Thomas benadrukt de hoofse liefde, die in literatuur voor de hogere standen bon ton was: de bewondering van een edelman of ridder voor een onbereikbare, meestal gehuwde vrouw.
Van een andere, meer volkse Anglo-Normandische versie, door de schrijver Béroul rond 1180 neergepend, is alleen het middendeel overgeleverd: de heimelijke liefde van Tristan en Isolde aan het hof van koning Mark. Het middendeel van de vroegste volledige versie die is teruggevonden, Tristrant van de Duitse dichter Eilhart von Oberge (twaalfde eeuw), lijkt er sterk op.
Van de diverse Duitse versies die rond 1200 ontstonden, werd het epische gedicht van Godfried van Straatsburg het bekendst. Waar sommige tijdgenoten het Tristan-verhaal trachtten te moderniseren, zodat het gemakkelijker te begrijpen zou zijn voor het gewone volk, brak Godfried een lans voor de traditionele hoofse liefde, zich baserend op de verheven versie van Thomas van Bretagne. Helaas stierf Godfried voor hij zijn werk kon afmaken. Zijn tekst werd voltooid door anderen, maar net als bij Mozarts Requiem, dat door andere componisten werd voltooid, beschouwen we Godfried als de belangrijkste auteur van deze Duitse Tristan. Het is deze versie waarop Wagner zich baseerde.
Het verhaal
Godfrieds Tristan begint met de heimelijke liefde van Riwalin en Blancheflur, de zus van koning Marke van Cornwall. In Bretagne wordt Riwalin gedood. Blancheflur sterft van verdriet, maar niet voordat ze een zoon baart: Tristan, die zo vanaf het begin de Liebestod als een vloek met zich meedraagt. Tristan wordt geadopteerd en grootgebracht in de hoofse gebruiken. Hij blijkt een alleskunner. Zo speelt hij prachtig harp. Na allerlei omzwervingen komt hij in Cornwall terecht. Wanneer blijkt dat koning Marke Tristans oom is, slaat deze zijn neefje tot ridder en benoemt hem tot zijn enige erfgenaam.
Op een dag doodt Tristan de Ierse schuldeiser Morold in een tweegevecht, waarbij hij zelf ook dreigt te sterven. De enige die hem kan genezen is de Ierse koningin Isolde (niet Tristans toekomstige geliefde, maar haar moeder). Hij doet zich voor als de minnezanger Tantris en weet indruk te maken op de koningin; zij geneest hem. En… hij mag haar mooie dochter Isolde onderwijzen.
Als Tristan terugkeert naar Cornwall, stuurt Marke hem terug naar Ierland om Isolde junior voor hem als bruid te werven. Daartoe moet Tristan een draak verslaan.
Koningin Isolde geeft haar dienares Brangaene een liefdesdrank mee om haar dochter en de oude Marke een handje te helpen. Maar onderweg drinken Tristan en Isolde per ongeluk samen de liefdesdrank. Isolde verliest nog op zee haar maagdelijkheid.
In Cornwall neemt Brangaene haar plaats in tijdens de huwelijksnacht; Marke heeft in het donker niets in de gaten. Tristan en Isolde proberen zo veel mogelijk bij elkaar te zijn, maar hun gedrag begint op te vallen aan het hof, en als Marke hen uiteindelijk betrapt, wordt Tristan verbannen.
Hij trouwt met een derde Isolde, bijgenaamd Withand, vooral omdat haar naam het gemis van zijn geliefde verzacht. Als hij weer eens gewond raakt, laat hij zijn beminde Isolde vragen hem te verzorgen. Bij terugkeer moet het schip door middel van een witte vlag signaleren dat Isolde aan boord is. Een zwarte vlag geeft aan dat ze geweigerd heeft mee te komen. De jaloerse Isolde Withand staat op de uitkijk, ziet een witte vlag en zegt tegen Tristan dat het schip een zwarte vlag voert. Tristan sterft de Liebestod. Isolde komt aan land, ziet haar gestorven geliefde en volgt hem in de dood.
Wagner ging heel vrij met het verhaal om. Zo liet hij de vele nevenverhalen achterwege, smolt hij de drie Isoldes samen tot één, en begint zijn opera pas halverwege, wanneer Tristan en Isolde op weg zijn naar Cornwall.
Leven imiteert kunst – of niet?
Het is niet toevallig dat Wagner in 1854 een tragisch liefdesverhaal koos voor zijn nieuwe opera. In die periode was hij in de ban van Mathilde Wesendonck, wat bijdroeg aan de breuk met zijn eerste vrouw Minna. Mathilde bleef echter trouw aan haar echtgenoot (en Wagners mecenas) Otto van Wesendonck. Hoewel Wagner in deze periode al werkte aan Der Ring des Nibelungen, schakelde hij in 1854 over op Tristan und Isolde.
‘Omdat ik in mijn leven nooit echt het geluk van de liefde ervaren heb, wil ik een gedenkteken oprichten voor deze mooiste aller dromen, een werk waarin deze liefde volledig tot uitdrukking komen kan: ik heb in mijn hoofd een Tristan en Isolde ontworpen, een eenvoudige, maar volbloedige muzikale weergave; met de ‘zwarte vlag’ die op het einde waait, zal ik mij dan toedekken om – te sterven…’ Aldus Wagner in een brief aan Franz Liszt. Hij betrok het liefdesdrama op zichzelf.
Toen de opera eenmaal voltooid was en in première ging, waren Wagners liefdesperikelen nog niet voorbij: inmiddels was hij verwikkeld in een relatie met Liszts dochter Cosima, die getrouwd was met de befaamde dirigent Hans von Bülow. Zij zou hem uiteindelijk als zijn tweede vrouw de liefde geven waarnaar hij zo smachtte.
De band tussen Wagner en Von Bülow bleek sterker dan die tussen Marke en Tristan: Von Bülow zou altijd een trouwe aanhanger van de componist blijven. Kennelijk had de verwerking van de driehoeksverhouding in een baanbrekend romantisch muziektheaterwerk de ban verbroken.
za 31 augustus | Grote Zaal
Concertgebouworkest, Daniel Harding dirigent
Wagner – tweede bedrijf uit 'Tristan und Isolde'
Zo gebruikte hij voor Tannhäuser een verzameling sagen van Ludwig Bechstein, liggen aan Lohengrin het Parcival-epos van Wolfram von Eschenbach en de middeleeuwse legende van de Heilige Graal ten grondslag, en is Der Ring des Nibelungen gebaseerd op het Middelhoogduitse Nibelungenlied en de Oudnoorse Völsunga-sage. Voor Tristan und Isolde maakte Wagner gebruik van een bekend middeleeuws liefdesverhaal. Het operagenre kende al vele liefdesparen, maar niet eerder had een componist zich door dit stel laten inspireren.
Oorsprong
Er zijn aanwijzingen dat het Tristan-verhaal is ontstaan in de zevende of achtste eeuw. Verreweg de meeste historici zijn het erover eens dat het zijn oorsprong vindt bij de Kelten. In Ierse, Welshe, Pictische en Britse bronnen wordt gewag gemaakt van een dergelijke vertelling. Zo bevindt zich in Cornwall, waar een koning Merchiaun (ofwel Mark) geregeerd zou hebben, de zogenaamde Tristan-steen, een menhir uit de zesde eeuw met een inscriptie in het Latijn die begint met DRVSTANVS HIC IACIT (Drustan ligt hier) en waar ook de regel CVM DOMINA OUSILLA zou hebben gestaan (‘met de dame Ousilla’; Ousilla is de Latijnse vorm van Isolde).
De eerste overgeleverde tekstfragmenten dateren van de twaalfde eeuw. De kern van het verhaal is steeds hetzelfde: een koning en zijn naaste vazal zijn trouw aan elkaar, maar de liefde voor een vrouw drijft hen uit elkaar. De fatale driehoeksverhouding gaf aan dat de wetten van politiek en oorlogsvoering haaks op de wetten van de liefde stonden. Soms wordt het verhaal verbonden met de legende van koning Arthur.
Volkse en verheven versies
De vroegste bewaard gebleven fragmenten van het Tristan-epos zijn – in het Anglo-Normandisch – geschreven door de trouvère Thomas van Bretagne, waarschijnlijk voor koningin Eleonora van Aquitanië. Dat de fragmenten overeenkomen met ongeveer een zesde van het verhaal weten we dankzij een vertaling in het Oudnoors die rond 1226 gemaakt is ten behoeve van de Noorse koning Hákon Hákonarson. Thomas benadrukt de hoofse liefde, die in literatuur voor de hogere standen bon ton was: de bewondering van een edelman of ridder voor een onbereikbare, meestal gehuwde vrouw.
Van een andere, meer volkse Anglo-Normandische versie, door de schrijver Béroul rond 1180 neergepend, is alleen het middendeel overgeleverd: de heimelijke liefde van Tristan en Isolde aan het hof van koning Mark. Het middendeel van de vroegste volledige versie die is teruggevonden, Tristrant van de Duitse dichter Eilhart von Oberge (twaalfde eeuw), lijkt er sterk op.
Van de diverse Duitse versies die rond 1200 ontstonden, werd het epische gedicht van Godfried van Straatsburg het bekendst. Waar sommige tijdgenoten het Tristan-verhaal trachtten te moderniseren, zodat het gemakkelijker te begrijpen zou zijn voor het gewone volk, brak Godfried een lans voor de traditionele hoofse liefde, zich baserend op de verheven versie van Thomas van Bretagne. Helaas stierf Godfried voor hij zijn werk kon afmaken. Zijn tekst werd voltooid door anderen, maar net als bij Mozarts Requiem, dat door andere componisten werd voltooid, beschouwen we Godfried als de belangrijkste auteur van deze Duitse Tristan. Het is deze versie waarop Wagner zich baseerde.
Het verhaal
Godfrieds Tristan begint met de heimelijke liefde van Riwalin en Blancheflur, de zus van koning Marke van Cornwall. In Bretagne wordt Riwalin gedood. Blancheflur sterft van verdriet, maar niet voordat ze een zoon baart: Tristan, die zo vanaf het begin de Liebestod als een vloek met zich meedraagt. Tristan wordt geadopteerd en grootgebracht in de hoofse gebruiken. Hij blijkt een alleskunner. Zo speelt hij prachtig harp. Na allerlei omzwervingen komt hij in Cornwall terecht. Wanneer blijkt dat koning Marke Tristans oom is, slaat deze zijn neefje tot ridder en benoemt hem tot zijn enige erfgenaam.
Op een dag doodt Tristan de Ierse schuldeiser Morold in een tweegevecht, waarbij hij zelf ook dreigt te sterven. De enige die hem kan genezen is de Ierse koningin Isolde (niet Tristans toekomstige geliefde, maar haar moeder). Hij doet zich voor als de minnezanger Tantris en weet indruk te maken op de koningin; zij geneest hem. En… hij mag haar mooie dochter Isolde onderwijzen.
Als Tristan terugkeert naar Cornwall, stuurt Marke hem terug naar Ierland om Isolde junior voor hem als bruid te werven. Daartoe moet Tristan een draak verslaan.
Koningin Isolde geeft haar dienares Brangaene een liefdesdrank mee om haar dochter en de oude Marke een handje te helpen. Maar onderweg drinken Tristan en Isolde per ongeluk samen de liefdesdrank. Isolde verliest nog op zee haar maagdelijkheid.
In Cornwall neemt Brangaene haar plaats in tijdens de huwelijksnacht; Marke heeft in het donker niets in de gaten. Tristan en Isolde proberen zo veel mogelijk bij elkaar te zijn, maar hun gedrag begint op te vallen aan het hof, en als Marke hen uiteindelijk betrapt, wordt Tristan verbannen.
Hij trouwt met een derde Isolde, bijgenaamd Withand, vooral omdat haar naam het gemis van zijn geliefde verzacht. Als hij weer eens gewond raakt, laat hij zijn beminde Isolde vragen hem te verzorgen. Bij terugkeer moet het schip door middel van een witte vlag signaleren dat Isolde aan boord is. Een zwarte vlag geeft aan dat ze geweigerd heeft mee te komen. De jaloerse Isolde Withand staat op de uitkijk, ziet een witte vlag en zegt tegen Tristan dat het schip een zwarte vlag voert. Tristan sterft de Liebestod. Isolde komt aan land, ziet haar gestorven geliefde en volgt hem in de dood.
Wagner ging heel vrij met het verhaal om. Zo liet hij de vele nevenverhalen achterwege, smolt hij de drie Isoldes samen tot één, en begint zijn opera pas halverwege, wanneer Tristan en Isolde op weg zijn naar Cornwall.
Leven imiteert kunst – of niet?
Het is niet toevallig dat Wagner in 1854 een tragisch liefdesverhaal koos voor zijn nieuwe opera. In die periode was hij in de ban van Mathilde Wesendonck, wat bijdroeg aan de breuk met zijn eerste vrouw Minna. Mathilde bleef echter trouw aan haar echtgenoot (en Wagners mecenas) Otto van Wesendonck. Hoewel Wagner in deze periode al werkte aan Der Ring des Nibelungen, schakelde hij in 1854 over op Tristan und Isolde.
‘Omdat ik in mijn leven nooit echt het geluk van de liefde ervaren heb, wil ik een gedenkteken oprichten voor deze mooiste aller dromen, een werk waarin deze liefde volledig tot uitdrukking komen kan: ik heb in mijn hoofd een Tristan en Isolde ontworpen, een eenvoudige, maar volbloedige muzikale weergave; met de ‘zwarte vlag’ die op het einde waait, zal ik mij dan toedekken om – te sterven…’ Aldus Wagner in een brief aan Franz Liszt. Hij betrok het liefdesdrama op zichzelf.
Toen de opera eenmaal voltooid was en in première ging, waren Wagners liefdesperikelen nog niet voorbij: inmiddels was hij verwikkeld in een relatie met Liszts dochter Cosima, die getrouwd was met de befaamde dirigent Hans von Bülow. Zij zou hem uiteindelijk als zijn tweede vrouw de liefde geven waarnaar hij zo smachtte.
De band tussen Wagner en Von Bülow bleek sterker dan die tussen Marke en Tristan: Von Bülow zou altijd een trouwe aanhanger van de componist blijven. Kennelijk had de verwerking van de driehoeksverhouding in een baanbrekend romantisch muziektheaterwerk de ban verbroken.
za 31 augustus | Grote Zaal
Concertgebouworkest, Daniel Harding dirigent
Wagner – tweede bedrijf uit 'Tristan und Isolde'