Schaamteloos
door Vrouwkje Tuinman 29 okt. 2019 29 oktober 2019
Schrijfster en dichteres Vrouwkje Tuinman reflecteert in Preludium maandelijks op haar muziekleven. Deze maand: muziektherapie bij Alzheimer?
Vorige maand vertelde ik op deze plek over de cultuuromslag die mijn schoonmoeder doormaakte in het verpleeghuis waar ze al jaren woont. Ik nam toen één element van de geriatrische muziekbeleving niet mee: therapie.
Uit allerlei onderzoeken naar dementie is gebleken dat muziektherapie een van de weinige behandelwijzen is die ook echt effect hebben. Depressieve patiënten kunnen er duurzaam vrolijker van worden, angstigen vinden meer rust, mensen die hun taalvermogen kwijtraakten blijken zich in liedvorm wél te kunnen uiten, en bijna iedereen beleeft bij de juiste muziek ineens herinneringen die al lang verdwenen leken te zijn.
Vorige maand vertelde ik op deze plek over de cultuuromslag die mijn schoonmoeder doormaakte in het verpleeghuis waar ze al jaren woont. Ik nam toen één element van de geriatrische muziekbeleving niet mee: therapie.
Uit allerlei onderzoeken naar dementie is gebleken dat muziektherapie een van de weinige behandelwijzen is die ook echt effect hebben. Depressieve patiënten kunnen er duurzaam vrolijker van worden, angstigen vinden meer rust, mensen die hun taalvermogen kwijtraakten blijken zich in liedvorm wél te kunnen uiten, en bijna iedereen beleeft bij de juiste muziek ineens herinneringen die al lang verdwenen leken te zijn.
Mijn schoonmoeder heeft wekelijks zangles ‘met de groep’. Dan komt er een pianist die niet alleen een lekker deuntje speelt, maar ook knipogen uitdeelt aan de dames die daar wel voor open staan. Er zit een mevrouw met een map vol liedjes, die bijna iedereen nog wel kent, zeker als de tekst in grote letters voor je neus ligt, en de hele tafel steeds enthousiaster meezingt.
Daarnaast is er de een-op-een-therapie. De bewoners worden opgehaald en gaan naar een speciale muziekkamer. Daar staan allerhande instrumenten. Het kunnen bespelen daarvan is iets dat ook bij Alzheimerpatiënten vaak verrassend lang blijft bestaan.
Sommigen soleren, anderen gaan in duet met de therapeute. Er is een meneer die vooral erg graag op dingen wil slaan. Dat mag: als hij zijn wekelijkse drie kwartier heeft dreunt het hele gebouw. Anderen begeleiden de ‘juf’ weinig consistent, maar daarom niet minder roerend op xylofoon. Na afloop, als de patiënt weer naar zijn afdeling gaat, ziet die er soms uit alsof hij net The Voice of Holland heeft gewonnen.
Mijn schoonmoeder wil in haar tijdslot het liefst naar Mozart luisteren. Dan begint de therapeute een beetje mee te doen op de muziek. ‘Ze schaamt zich nergens voor!’ zegt mijn schoonmoeder. ‘Ze geniet echt. En dat kan ik dan ineens ook.’
Mijn schoonmoeder heeft wekelijks zangles ‘met de groep’. Dan komt er een pianist die niet alleen een lekker deuntje speelt, maar ook knipogen uitdeelt aan de dames die daar wel voor open staan. Er zit een mevrouw met een map vol liedjes, die bijna iedereen nog wel kent, zeker als de tekst in grote letters voor je neus ligt, en de hele tafel steeds enthousiaster meezingt.
Daarnaast is er de een-op-een-therapie. De bewoners worden opgehaald en gaan naar een speciale muziekkamer. Daar staan allerhande instrumenten. Het kunnen bespelen daarvan is iets dat ook bij Alzheimerpatiënten vaak verrassend lang blijft bestaan.
Sommigen soleren, anderen gaan in duet met de therapeute. Er is een meneer die vooral erg graag op dingen wil slaan. Dat mag: als hij zijn wekelijkse drie kwartier heeft dreunt het hele gebouw. Anderen begeleiden de ‘juf’ weinig consistent, maar daarom niet minder roerend op xylofoon. Na afloop, als de patiënt weer naar zijn afdeling gaat, ziet die er soms uit alsof hij net The Voice of Holland heeft gewonnen.
Mijn schoonmoeder wil in haar tijdslot het liefst naar Mozart luisteren. Dan begint de therapeute een beetje mee te doen op de muziek. ‘Ze schaamt zich nergens voor!’ zegt mijn schoonmoeder. ‘Ze geniet echt. En dat kan ik dan ineens ook.’