Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Scherpdenkers: Connie Palmen & Amsterdam Sinfonietta

Scherpdenkers: Connie Palmen & Amsterdam Sinfonietta

Kleine Zaal
18 december 2024
20.15 uur

Print dit programma

Connie Palmen spreker

musici van Amsterdam Sinfonietta:
Candida Thompson viool
Chiara Sannicandro viool
Georgy Kovalev altviool
Sofie van der Schalie altviool
Tim Posner cello
Örs Köszeghy cello
Ying Lang Green contrabas

Dit concert maakt deel uit van de serie Scherpdenkers.

Ook interessant:
- Luisterkunstenaar: Connie Palmen

ZEVEN PERSONAGES VAN PALMEN

Johann Sebastian Bach (1685-1750)

selectie uit ‘15 Dreistimmige Inventionen’, BWV 787-801 (1720-23)
oorspronkelijk voor klavier, versie voor viool, altviool en cello

Richard Strauss (1864-1949)

Metamorphosen (1944-45)
studie voor 23 strijkers, in een bewerking voor zeven strijkers van Rudolf ­Leopold (1996)

er is geen pauze
einde ± 21.30 uur

Met dank aan Evi van Lanschot.

Kleine Zaal 18 december 2024 20.15 uur

Connie Palmen spreker

musici van Amsterdam Sinfonietta:
Candida Thompson viool
Chiara Sannicandro viool
Georgy Kovalev altviool
Sofie van der Schalie altviool
Tim Posner cello
Örs Köszeghy cello
Ying Lang Green contrabas

Dit concert maakt deel uit van de serie Scherpdenkers.

Ook interessant:
- Luisterkunstenaar: Connie Palmen

ZEVEN PERSONAGES VAN PALMEN

Johann Sebastian Bach (1685-1750)

selectie uit ‘15 Dreistimmige Inventionen’, BWV 787-801 (1720-23)
oorspronkelijk voor klavier, versie voor viool, altviool en cello

Richard Strauss (1864-1949)

Metamorphosen (1944-45)
studie voor 23 strijkers, in een bewerking voor zeven strijkers van Rudolf ­Leopold (1996)

er is geen pauze
einde ± 21.30 uur

Met dank aan Evi van Lanschot.

Toelichting

Toelichting

door Noortje Zanen

Schrijfster Connie Palmen en Amsterdam Sinfonietta brengen een voorstelling rond de the­matiek van de metamorfose. ‘Ik zal mijn tekst weven ron­dom zeven personages’, verklapt Palmen, die in haar oeuvre vaker speelt met het getal 7. Denk aan ‘de vriend wordt een verrader, de engel wordt een duivel, de vrouw wordt een dichter en de fan wordt een moordenaar’, om alvast vier metamorfoses te noemen. Palmens verhalen worden omlijst door een selectie uit Bachs 15 Dreistimmige Inventionen en tot slot klinkt Strauss’ indrukwekkende compositie Metamorphosen in een versie voor zeven strijkers.

Schrijfster Connie Palmen en Amsterdam Sinfonietta brengen een voorstelling rond de the­matiek van de metamorfose. ‘Ik zal mijn tekst weven ron­dom zeven personages’, verklapt Palmen, die in haar oeuvre vaker speelt met het getal 7. Denk aan ‘de vriend wordt een verrader, de engel wordt een duivel, de vrouw wordt een dichter en de fan wordt een moordenaar’, om alvast vier metamorfoses te noemen. Palmens verhalen worden omlijst door een selectie uit Bachs 15 Dreistimmige Inventionen en tot slot klinkt Strauss’ indrukwekkende compositie Metamorphosen in een versie voor zeven strijkers.

door Noortje Zanen

Johann Sebastian Bach (1685-1750)

15 Dreistimmige Inventionen

Zoals de Cellosuites en de Sonates en partita’s voor viool solo van Johann Sebastian Bach onmisbaar zijn voor iedere cellist respectievelijk violist, zo kan geen pianist zonder Bachs solowerken voor klavier – van de Franse en Engelse suites tot de Goldbergvariaties en de preludes en fuga’s van Das wohltemperirte Klavier. Met zijn Inventionen schreef Bach ook voor de beginnende toetsenist prachtige stukken, ter bevordering van de techniek en de muzikaliteit van zijn leerlingen. Elke inventie staat in een andere toonsoort en heeft een ander karakter. Bovendien stimuleerde Bach zijn leerlingen om te experimenteren met diverse versieringen, ter aanvulling op de paar trillers en voorhoudingen die hij zelf in het manuscript noteerde. De 15 Dreistimmige Inventionen (door de componist zelf later ook aangeduid als ‘Sinfonias’) staan net als de 15 tweestemmige inventies in het Klavierbüchlein, het beroemde leerboek dat Bach rond 1720 samenstelde voor zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann. Een paar jaar later verschenen de inventies ook in een aparte bundel, waarin Bach in het voorwoord de didactische opzet benadrukte: de stukken zijn bedoeld als ‘een instructie’ die studenten en klavierliefhebbers leert om de twee- en driestemmigheid ‘juist te behandelen’, om ‘een zangstijl in het spel te bereiken’ en om ‘een voorproefje van compositie te krijgen’. Met dit doel voor ogen creëerde Bach tijdloos mooie muziek, die bijna driehonderd jaar later niets aan relevantie en schoonheid heeft verloren. 

Vanavond spelen drie musici van Amsterdam Sinfonietta een selectie uit de 15 Dreistimmige Inventionen op viool, altviool en cello, geïnspireerd op eerdere bewerkingen van Bachs klavierwerken. Bachliefhebber Baron Gottfried von Swieten (1733-1803) zorgde ervoor dat Bachs muziek ook na zijn dood in 1750 nog werd uitgevoerd en hij motiveerde diverse componisten om deze geniale composities te bestuderen en arrangeren. Op zijn aanraden zou niemand minder dan Wolfgang Amadeus Mozart bijvoorbeeld diverse klavierstukken voor strijktrio bewerken, al zaten de inventies daar niet bij. Hoewel deze inventieve muziek van Bach speciaal bedoeld was ter bevordering van het spel van aanstaande klaviervirtuozen, klinken de inventies ook opvallend goed in deze strijkersbezetting. De driestemmigheid is misschien nog wel beter te herkennen dan in de oorspronkelijke versie en de verschillende karakters van deze muzikale juweeltjes krijgen een extra dimensie dankzij de contrastrijke timbres van de drie strijkinstrumenten.

Zoals de Cellosuites en de Sonates en partita’s voor viool solo van Johann Sebastian Bach onmisbaar zijn voor iedere cellist respectievelijk violist, zo kan geen pianist zonder Bachs solowerken voor klavier – van de Franse en Engelse suites tot de Goldbergvariaties en de preludes en fuga’s van Das wohltemperirte Klavier. Met zijn Inventionen schreef Bach ook voor de beginnende toetsenist prachtige stukken, ter bevordering van de techniek en de muzikaliteit van zijn leerlingen. Elke inventie staat in een andere toonsoort en heeft een ander karakter. Bovendien stimuleerde Bach zijn leerlingen om te experimenteren met diverse versieringen, ter aanvulling op de paar trillers en voorhoudingen die hij zelf in het manuscript noteerde. De 15 Dreistimmige Inventionen (door de componist zelf later ook aangeduid als ‘Sinfonias’) staan net als de 15 tweestemmige inventies in het Klavierbüchlein, het beroemde leerboek dat Bach rond 1720 samenstelde voor zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann. Een paar jaar later verschenen de inventies ook in een aparte bundel, waarin Bach in het voorwoord de didactische opzet benadrukte: de stukken zijn bedoeld als ‘een instructie’ die studenten en klavierliefhebbers leert om de twee- en driestemmigheid ‘juist te behandelen’, om ‘een zangstijl in het spel te bereiken’ en om ‘een voorproefje van compositie te krijgen’. Met dit doel voor ogen creëerde Bach tijdloos mooie muziek, die bijna driehonderd jaar later niets aan relevantie en schoonheid heeft verloren. 

Vanavond spelen drie musici van Amsterdam Sinfonietta een selectie uit de 15 Dreistimmige Inventionen op viool, altviool en cello, geïnspireerd op eerdere bewerkingen van Bachs klavierwerken. Bachliefhebber Baron Gottfried von Swieten (1733-1803) zorgde ervoor dat Bachs muziek ook na zijn dood in 1750 nog werd uitgevoerd en hij motiveerde diverse componisten om deze geniale composities te bestuderen en arrangeren. Op zijn aanraden zou niemand minder dan Wolfgang Amadeus Mozart bijvoorbeeld diverse klavierstukken voor strijktrio bewerken, al zaten de inventies daar niet bij. Hoewel deze inventieve muziek van Bach speciaal bedoeld was ter bevordering van het spel van aanstaande klaviervirtuozen, klinken de inventies ook opvallend goed in deze strijkersbezetting. De driestemmigheid is misschien nog wel beter te herkennen dan in de oorspronkelijke versie en de verschillende karakters van deze muzikale juweeltjes krijgen een extra dimensie dankzij de contrastrijke timbres van de drie strijkinstrumenten.

  • Gottfried von Swieten

    Gottfried von Swieten

  • Gottfried von Swieten

    Gottfried von Swieten

Richard Strauss (1864-1949)

Metamorphosen

Richard Strauss is vooral bekend dankzij zijn melodierijke opera’s zoals Salome, Elektra en Der Rosenkavalier en zijn kleurrijke symfonische gedichten zoals Ein Heldenleben en Don Juan. Van zijn beperkte kamermuziekoeuvre is Metamorphosen wellicht het bekendst. Strauss schreef zijn indringende studie voor 23 solostrijkers aan het eind van zijn leven, tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog. Het werk is mogelijk bedoeld als rouwmuziek, ter nagedachtenis aan de gebombardeerde theaters van München (zijn geboortestad), Dresden en Wenen. Het is dieptreurige, intense, bijna hallucinerende muziek, die de luisteraar van de eerste tot en met de laatste maat gevangen houdt. De titel verwijst mogelijk ook naar het gedachtegoed van Strauss’ favoriete Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe, die het woord ‘metamorfose’ op zijn oude dag toepaste op zijn eigen spirituele ontwikkeling. En wellicht refereerde Strauss ook aan het tragische lot van de beestachtige soort op aarde, de mens.

Metamorphosen is een complexe eendelige compositie van ruim twintig minuten. Afgezien van enkele snelle, beweeglijke passages overheerst het langzame basistempo – Adagio ma non troppo. Het duidelijk herkenbare donkere openingsmotief, dat voor het eerst klinkt in de lage strijkers, keert in vele gedaantes terug. Soms ontspoort de muziek volledig, soms is er opeens ruimte voor lyrische passages, bijvoorbeeld in een prachtig duet voor viool en altviool. Op basis van een onvoltooid manuscript van Strauss (in 1990 in Zwitserland teruggevonden) wordt wel vermoed dat deze muziek in eerste instantie bedoeld was voor strijkseptet. Vanavond klinkt de vaak uitgevoerde versie voor zeven strijkers zoals die werd voltooid en bewerkt door de Weense cellist Rudolf Leopold (geboren in 1954). Ook in deze kleinere bezetting overheerst de totale wanhoop. Pas aan het slot is er enige ruimte voor berusting, als een koraalachtige melodie wordt ingezet die sterk lijkt op de begrafenismars uit Beethovens Derde symfonie ‘Eroïca’. Strauss noteerde er in de partituur ‘In memoriam’ bij. Zou hij daarmee verwijzen naar de verwoesting van de rijkdom van de Duitse cultuur door de oorlog?

Richard Strauss is vooral bekend dankzij zijn melodierijke opera’s zoals Salome, Elektra en Der Rosenkavalier en zijn kleurrijke symfonische gedichten zoals Ein Heldenleben en Don Juan. Van zijn beperkte kamermuziekoeuvre is Metamorphosen wellicht het bekendst. Strauss schreef zijn indringende studie voor 23 solostrijkers aan het eind van zijn leven, tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog. Het werk is mogelijk bedoeld als rouwmuziek, ter nagedachtenis aan de gebombardeerde theaters van München (zijn geboortestad), Dresden en Wenen. Het is dieptreurige, intense, bijna hallucinerende muziek, die de luisteraar van de eerste tot en met de laatste maat gevangen houdt. De titel verwijst mogelijk ook naar het gedachtegoed van Strauss’ favoriete Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe, die het woord ‘metamorfose’ op zijn oude dag toepaste op zijn eigen spirituele ontwikkeling. En wellicht refereerde Strauss ook aan het tragische lot van de beestachtige soort op aarde, de mens.

Metamorphosen is een complexe eendelige compositie van ruim twintig minuten. Afgezien van enkele snelle, beweeglijke passages overheerst het langzame basistempo – Adagio ma non troppo. Het duidelijk herkenbare donkere openingsmotief, dat voor het eerst klinkt in de lage strijkers, keert in vele gedaantes terug. Soms ontspoort de muziek volledig, soms is er opeens ruimte voor lyrische passages, bijvoorbeeld in een prachtig duet voor viool en altviool. Op basis van een onvoltooid manuscript van Strauss (in 1990 in Zwitserland teruggevonden) wordt wel vermoed dat deze muziek in eerste instantie bedoeld was voor strijkseptet. Vanavond klinkt de vaak uitgevoerde versie voor zeven strijkers zoals die werd voltooid en bewerkt door de Weense cellist Rudolf Leopold (geboren in 1954). Ook in deze kleinere bezetting overheerst de totale wanhoop. Pas aan het slot is er enige ruimte voor berusting, als een koraalachtige melodie wordt ingezet die sterk lijkt op de begrafenismars uit Beethovens Derde symfonie ‘Eroïca’. Strauss noteerde er in de partituur ‘In memoriam’ bij. Zou hij daarmee verwijzen naar de verwoesting van de rijkdom van de Duitse cultuur door de oorlog?

Toelichting

door Noortje Zanen

Schrijfster Connie Palmen en Amsterdam Sinfonietta brengen een voorstelling rond de the­matiek van de metamorfose. ‘Ik zal mijn tekst weven ron­dom zeven personages’, verklapt Palmen, die in haar oeuvre vaker speelt met het getal 7. Denk aan ‘de vriend wordt een verrader, de engel wordt een duivel, de vrouw wordt een dichter en de fan wordt een moordenaar’, om alvast vier metamorfoses te noemen. Palmens verhalen worden omlijst door een selectie uit Bachs 15 Dreistimmige Inventionen en tot slot klinkt Strauss’ indrukwekkende compositie Metamorphosen in een versie voor zeven strijkers.

Schrijfster Connie Palmen en Amsterdam Sinfonietta brengen een voorstelling rond de the­matiek van de metamorfose. ‘Ik zal mijn tekst weven ron­dom zeven personages’, verklapt Palmen, die in haar oeuvre vaker speelt met het getal 7. Denk aan ‘de vriend wordt een verrader, de engel wordt een duivel, de vrouw wordt een dichter en de fan wordt een moordenaar’, om alvast vier metamorfoses te noemen. Palmens verhalen worden omlijst door een selectie uit Bachs 15 Dreistimmige Inventionen en tot slot klinkt Strauss’ indrukwekkende compositie Metamorphosen in een versie voor zeven strijkers.

door Noortje Zanen

Johann Sebastian Bach (1685-1750)

15 Dreistimmige Inventionen

Zoals de Cellosuites en de Sonates en partita’s voor viool solo van Johann Sebastian Bach onmisbaar zijn voor iedere cellist respectievelijk violist, zo kan geen pianist zonder Bachs solowerken voor klavier – van de Franse en Engelse suites tot de Goldbergvariaties en de preludes en fuga’s van Das wohltemperirte Klavier. Met zijn Inventionen schreef Bach ook voor de beginnende toetsenist prachtige stukken, ter bevordering van de techniek en de muzikaliteit van zijn leerlingen. Elke inventie staat in een andere toonsoort en heeft een ander karakter. Bovendien stimuleerde Bach zijn leerlingen om te experimenteren met diverse versieringen, ter aanvulling op de paar trillers en voorhoudingen die hij zelf in het manuscript noteerde. De 15 Dreistimmige Inventionen (door de componist zelf later ook aangeduid als ‘Sinfonias’) staan net als de 15 tweestemmige inventies in het Klavierbüchlein, het beroemde leerboek dat Bach rond 1720 samenstelde voor zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann. Een paar jaar later verschenen de inventies ook in een aparte bundel, waarin Bach in het voorwoord de didactische opzet benadrukte: de stukken zijn bedoeld als ‘een instructie’ die studenten en klavierliefhebbers leert om de twee- en driestemmigheid ‘juist te behandelen’, om ‘een zangstijl in het spel te bereiken’ en om ‘een voorproefje van compositie te krijgen’. Met dit doel voor ogen creëerde Bach tijdloos mooie muziek, die bijna driehonderd jaar later niets aan relevantie en schoonheid heeft verloren. 

Vanavond spelen drie musici van Amsterdam Sinfonietta een selectie uit de 15 Dreistimmige Inventionen op viool, altviool en cello, geïnspireerd op eerdere bewerkingen van Bachs klavierwerken. Bachliefhebber Baron Gottfried von Swieten (1733-1803) zorgde ervoor dat Bachs muziek ook na zijn dood in 1750 nog werd uitgevoerd en hij motiveerde diverse componisten om deze geniale composities te bestuderen en arrangeren. Op zijn aanraden zou niemand minder dan Wolfgang Amadeus Mozart bijvoorbeeld diverse klavierstukken voor strijktrio bewerken, al zaten de inventies daar niet bij. Hoewel deze inventieve muziek van Bach speciaal bedoeld was ter bevordering van het spel van aanstaande klaviervirtuozen, klinken de inventies ook opvallend goed in deze strijkersbezetting. De driestemmigheid is misschien nog wel beter te herkennen dan in de oorspronkelijke versie en de verschillende karakters van deze muzikale juweeltjes krijgen een extra dimensie dankzij de contrastrijke timbres van de drie strijkinstrumenten.

Zoals de Cellosuites en de Sonates en partita’s voor viool solo van Johann Sebastian Bach onmisbaar zijn voor iedere cellist respectievelijk violist, zo kan geen pianist zonder Bachs solowerken voor klavier – van de Franse en Engelse suites tot de Goldbergvariaties en de preludes en fuga’s van Das wohltemperirte Klavier. Met zijn Inventionen schreef Bach ook voor de beginnende toetsenist prachtige stukken, ter bevordering van de techniek en de muzikaliteit van zijn leerlingen. Elke inventie staat in een andere toonsoort en heeft een ander karakter. Bovendien stimuleerde Bach zijn leerlingen om te experimenteren met diverse versieringen, ter aanvulling op de paar trillers en voorhoudingen die hij zelf in het manuscript noteerde. De 15 Dreistimmige Inventionen (door de componist zelf later ook aangeduid als ‘Sinfonias’) staan net als de 15 tweestemmige inventies in het Klavierbüchlein, het beroemde leerboek dat Bach rond 1720 samenstelde voor zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann. Een paar jaar later verschenen de inventies ook in een aparte bundel, waarin Bach in het voorwoord de didactische opzet benadrukte: de stukken zijn bedoeld als ‘een instructie’ die studenten en klavierliefhebbers leert om de twee- en driestemmigheid ‘juist te behandelen’, om ‘een zangstijl in het spel te bereiken’ en om ‘een voorproefje van compositie te krijgen’. Met dit doel voor ogen creëerde Bach tijdloos mooie muziek, die bijna driehonderd jaar later niets aan relevantie en schoonheid heeft verloren. 

Vanavond spelen drie musici van Amsterdam Sinfonietta een selectie uit de 15 Dreistimmige Inventionen op viool, altviool en cello, geïnspireerd op eerdere bewerkingen van Bachs klavierwerken. Bachliefhebber Baron Gottfried von Swieten (1733-1803) zorgde ervoor dat Bachs muziek ook na zijn dood in 1750 nog werd uitgevoerd en hij motiveerde diverse componisten om deze geniale composities te bestuderen en arrangeren. Op zijn aanraden zou niemand minder dan Wolfgang Amadeus Mozart bijvoorbeeld diverse klavierstukken voor strijktrio bewerken, al zaten de inventies daar niet bij. Hoewel deze inventieve muziek van Bach speciaal bedoeld was ter bevordering van het spel van aanstaande klaviervirtuozen, klinken de inventies ook opvallend goed in deze strijkersbezetting. De driestemmigheid is misschien nog wel beter te herkennen dan in de oorspronkelijke versie en de verschillende karakters van deze muzikale juweeltjes krijgen een extra dimensie dankzij de contrastrijke timbres van de drie strijkinstrumenten.

  • Gottfried von Swieten

    Gottfried von Swieten

  • Gottfried von Swieten

    Gottfried von Swieten

Richard Strauss (1864-1949)

Metamorphosen

Richard Strauss is vooral bekend dankzij zijn melodierijke opera’s zoals Salome, Elektra en Der Rosenkavalier en zijn kleurrijke symfonische gedichten zoals Ein Heldenleben en Don Juan. Van zijn beperkte kamermuziekoeuvre is Metamorphosen wellicht het bekendst. Strauss schreef zijn indringende studie voor 23 solostrijkers aan het eind van zijn leven, tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog. Het werk is mogelijk bedoeld als rouwmuziek, ter nagedachtenis aan de gebombardeerde theaters van München (zijn geboortestad), Dresden en Wenen. Het is dieptreurige, intense, bijna hallucinerende muziek, die de luisteraar van de eerste tot en met de laatste maat gevangen houdt. De titel verwijst mogelijk ook naar het gedachtegoed van Strauss’ favoriete Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe, die het woord ‘metamorfose’ op zijn oude dag toepaste op zijn eigen spirituele ontwikkeling. En wellicht refereerde Strauss ook aan het tragische lot van de beestachtige soort op aarde, de mens.

Metamorphosen is een complexe eendelige compositie van ruim twintig minuten. Afgezien van enkele snelle, beweeglijke passages overheerst het langzame basistempo – Adagio ma non troppo. Het duidelijk herkenbare donkere openingsmotief, dat voor het eerst klinkt in de lage strijkers, keert in vele gedaantes terug. Soms ontspoort de muziek volledig, soms is er opeens ruimte voor lyrische passages, bijvoorbeeld in een prachtig duet voor viool en altviool. Op basis van een onvoltooid manuscript van Strauss (in 1990 in Zwitserland teruggevonden) wordt wel vermoed dat deze muziek in eerste instantie bedoeld was voor strijkseptet. Vanavond klinkt de vaak uitgevoerde versie voor zeven strijkers zoals die werd voltooid en bewerkt door de Weense cellist Rudolf Leopold (geboren in 1954). Ook in deze kleinere bezetting overheerst de totale wanhoop. Pas aan het slot is er enige ruimte voor berusting, als een koraalachtige melodie wordt ingezet die sterk lijkt op de begrafenismars uit Beethovens Derde symfonie ‘Eroïca’. Strauss noteerde er in de partituur ‘In memoriam’ bij. Zou hij daarmee verwijzen naar de verwoesting van de rijkdom van de Duitse cultuur door de oorlog?

Richard Strauss is vooral bekend dankzij zijn melodierijke opera’s zoals Salome, Elektra en Der Rosenkavalier en zijn kleurrijke symfonische gedichten zoals Ein Heldenleben en Don Juan. Van zijn beperkte kamermuziekoeuvre is Metamorphosen wellicht het bekendst. Strauss schreef zijn indringende studie voor 23 solostrijkers aan het eind van zijn leven, tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog. Het werk is mogelijk bedoeld als rouwmuziek, ter nagedachtenis aan de gebombardeerde theaters van München (zijn geboortestad), Dresden en Wenen. Het is dieptreurige, intense, bijna hallucinerende muziek, die de luisteraar van de eerste tot en met de laatste maat gevangen houdt. De titel verwijst mogelijk ook naar het gedachtegoed van Strauss’ favoriete Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe, die het woord ‘metamorfose’ op zijn oude dag toepaste op zijn eigen spirituele ontwikkeling. En wellicht refereerde Strauss ook aan het tragische lot van de beestachtige soort op aarde, de mens.

Metamorphosen is een complexe eendelige compositie van ruim twintig minuten. Afgezien van enkele snelle, beweeglijke passages overheerst het langzame basistempo – Adagio ma non troppo. Het duidelijk herkenbare donkere openingsmotief, dat voor het eerst klinkt in de lage strijkers, keert in vele gedaantes terug. Soms ontspoort de muziek volledig, soms is er opeens ruimte voor lyrische passages, bijvoorbeeld in een prachtig duet voor viool en altviool. Op basis van een onvoltooid manuscript van Strauss (in 1990 in Zwitserland teruggevonden) wordt wel vermoed dat deze muziek in eerste instantie bedoeld was voor strijkseptet. Vanavond klinkt de vaak uitgevoerde versie voor zeven strijkers zoals die werd voltooid en bewerkt door de Weense cellist Rudolf Leopold (geboren in 1954). Ook in deze kleinere bezetting overheerst de totale wanhoop. Pas aan het slot is er enige ruimte voor berusting, als een koraalachtige melodie wordt ingezet die sterk lijkt op de begrafenismars uit Beethovens Derde symfonie ‘Eroïca’. Strauss noteerde er in de partituur ‘In memoriam’ bij. Zou hij daarmee verwijzen naar de verwoesting van de rijkdom van de Duitse cultuur door de oorlog?

Biografie

Connie Palmen, spreker

Connie Palmen is auteur van essays, verhalen, een novelle en zes grote romans. Aan de Universiteit van Amsterdam studeerde ze Nederlandse letterkunde en filosofie.

Haar debuut De wetten behaalde in publicatiejaar 1991 een oplage van meer dan 400.000 exemplaren, won het Gouden Ezelsoor voor het best­verkochte literaire debuut, werd vertaald in 24 talen en werd verkozen tot European Novel of the Year.

 In 1995 verscheen de tweede roman, De vriendschap, die werd bekroond met de AKO Literatuurprijs. Van 1991 tot zijn plotselinge dood in 1995 leefde Connie Palmen met journalist en schrijver Ischa Meijer, over wie ze in 1998 het autobiografische I.M. publiceerde (Trouw Publieksprijs; in 2020 basis voor een tv-dramaserie). In 1999 schreef Connie Palmen het Boekenweek­geschenk De erfenis, en met de romans Geheel de uwe (2002) en Lucifer (2007) onderzocht ze het effect van roddel en biografische verhalen op het leven van haar personages.

Vanaf 1998 was politicus Hans van Mierlo de partner van Connie Palmen; hij stierf op 11 maart 2010 en in Logboek van een onbarmhartig jaar (2011) deed de schrijfster verslag van haar rouw. Haar roman Jij zegt het (2015) over het literaire liefdespaar Ted Hughes en Sylvia Plath werd bekroond met de Libris Literatuurprijs 2016 en De Inktaap 2017. De meest recente titel van Connie Palmen is de essaybundel Voornamelijk vrouwen (2023).

Amsterdam Sinfonietta, strijkorkest

Amsterdam Sinfonietta, opgericht in 1988, geeft zo’n 65 concerten per jaar in ­binnen- en buitenland met een uitgebreid strijkersrepertoire, van barokmuziek tot opdrachtcomposities en nieuwe arrangementen. Concertmeester is sinds 1995 Candida Thompson, die in 2003 ook tot artistiek leider werd benoemd.

Het strijkorkest trekt op met vooraanstaande solisten, onder wie de cellisten Kian Soltani en Sol Gabetta, de pianisten Lucas en Arthur Jussen, Fazıl Say en Beatrice Rana en kemenche-­virtuoos Kayhan Kalhor.

In het najaar van 2022 won Amsterdam Sinfonietta de VSCD-prijs De Ovatie voor een tournee met Janine Jansen met De vier jaargetijden van Vivaldi, waarin de muziek klonk ‘alsof ze gisteren gecomponeerd was’. Afgelopen september herhaalden ze de samenwerking met concerten in Het Concertgebouw, Brazilië, Uruguay en Argentinië.

Amsterdam Sinfonietta gaat graag onverwachte samenwerkingen aan en voert grensverleggende programma’s uit met film, dans (bijvoorbeeld met ISH Dance Collective) of theater (bijvoorbeeld met Orkater). De discografie omvat titels als The Mahler Album, The Argentinian Album, Lento Religioso en Tides of Life (met Thomas Hampson), maar ook Franse chansons met Thomas Oliemans en producties met De Dijk, Jonathan Jeremiah en Rufus Wainwright.

In samenwerking met Het Concertgebouw zijn er sinds 2005 KleuterSinfonietta-voorstellingen, zoals bijvoorbeeld deze maand Stuiterstokken (zie pagina 42). Het Concertgebouwdebuut van Amsterdam Sinfonietta dateert van 28 maart 1993, en vorig seizoen was het orkest Spotlight-artiest van de Eigen Programmering.