Serenad Bağcan: muzikale levenspartner van Fazıl Say
door Rolf Hermsen 13 mrt. 2024 13 maart 2024
Bij toeval vond Fazıl Say de stem die hij al jaren zocht: die van Serenad Bağcan. De Turkse zangeres werkt inmiddels meer dan tien jaar samen met de pianist. Haar verhaal in een notendop.
De Turkse voornaam Fazıl betekent superieur, deugdzaam, moreel sterk. Geen ongebruikelijke naam. Zangeres Serenad Bağcan heeft een uitzonderlijker voornaam; in het Nederlands zou zij, inderdaad, Serenade heten. Voornamen zeggen meer over de ouders dan over de dragers van de namen. De Turkse componist/pianist Fazıl Say heeft zijn naam ‘waargemaakt’ door het Turkse gezag uit te dagen met zijn ondubbelzinnige keuze voor mensenrechten. Zangeres Serenad Bağcan komt uit een muzikale familie, vandaar die zangerige voornaam. Haar zusters heten Sela (stem) en Sonat (sonate) en ze zingen alle drie. Hun tante is de grootste beroemdheid binnen de familie. Sinds 1971 rijgt deze Selda Bağcan de Turkse pophits aaneen. Nichtje Serenad kreeg pianoles van haar en de piano werd er door tante Selda bijgeleverd.
Voor de jonge Serenad Bağcan, opgroeiend in Ankara, hoorde muzikaal talent bij het dagelijks leven, maar in haar jeugd richtte ze zich vooral op sport. Ze kwam het verst met tafeltennis, waarin ze landskampioen werd. Vervolgens studeerde ze farmacie, maar apotheker werd ze niet. Via een opleiding in westerse klassieke muziek en een grote liefde voor koorzang werd Serenad uiteindelijk toch de muziekwereld ingezogen. Serenads muzikale familie heeft vast bijgedragen aan haar veelzijdigheid en de vanzelfsprekende manier waarop zij Turkse volksmuziek interpreteert: niet als academisch geschoolde alt, maar als zangeres van vlees, bloed en bezieling.
Ze zong bij het Kinderkoor van Ankara en na haar muziekstudie trad ze als alt in dienst bij het State Polyphonic Choir. De koormuziek heeft haar veel opgeleverd: niets minder dan een levensfilosofie en, door een speling van het lot, een unieke muzikale vriendschap met Fazıl Say.
Overal zou polyfonie moeten zijn, van de kleinste gemeenschap tot de maatschappij als geheel.
Eerst Serenads levensfilosofie. Die beschrijft zij in termen van samenzang: elke stem heeft een taak en een belang in de gemeenschap. We zijn individuen, maar uiteindelijk zijn we één, ondanks onze verschillen. We ademen tegelijk, maken dezelfde stembuigingen en eindigen tegelijk. Dan zijn de verschillen weg en vormen we een eenheid met één kloppend hart. Overal zou polyfonie moeten zijn, van de kleinste gemeenschap tot de maatschappij als geheel.
De Turkse voornaam Fazıl betekent superieur, deugdzaam, moreel sterk. Geen ongebruikelijke naam. Zangeres Serenad Bağcan heeft een uitzonderlijker voornaam; in het Nederlands zou zij, inderdaad, Serenade heten. Voornamen zeggen meer over de ouders dan over de dragers van de namen. De Turkse componist/pianist Fazıl Say heeft zijn naam ‘waargemaakt’ door het Turkse gezag uit te dagen met zijn ondubbelzinnige keuze voor mensenrechten. Zangeres Serenad Bağcan komt uit een muzikale familie, vandaar die zangerige voornaam. Haar zusters heten Sela (stem) en Sonat (sonate) en ze zingen alle drie. Hun tante is de grootste beroemdheid binnen de familie. Sinds 1971 rijgt deze Selda Bağcan de Turkse pophits aaneen. Nichtje Serenad kreeg pianoles van haar en de piano werd er door tante Selda bijgeleverd.
Voor de jonge Serenad Bağcan, opgroeiend in Ankara, hoorde muzikaal talent bij het dagelijks leven, maar in haar jeugd richtte ze zich vooral op sport. Ze kwam het verst met tafeltennis, waarin ze landskampioen werd. Vervolgens studeerde ze farmacie, maar apotheker werd ze niet. Via een opleiding in westerse klassieke muziek en een grote liefde voor koorzang werd Serenad uiteindelijk toch de muziekwereld ingezogen. Serenads muzikale familie heeft vast bijgedragen aan haar veelzijdigheid en de vanzelfsprekende manier waarop zij Turkse volksmuziek interpreteert: niet als academisch geschoolde alt, maar als zangeres van vlees, bloed en bezieling.
Ze zong bij het Kinderkoor van Ankara en na haar muziekstudie trad ze als alt in dienst bij het State Polyphonic Choir. De koormuziek heeft haar veel opgeleverd: niets minder dan een levensfilosofie en, door een speling van het lot, een unieke muzikale vriendschap met Fazıl Say.
Overal zou polyfonie moeten zijn, van de kleinste gemeenschap tot de maatschappij als geheel.
Eerst Serenads levensfilosofie. Die beschrijft zij in termen van samenzang: elke stem heeft een taak en een belang in de gemeenschap. We zijn individuen, maar uiteindelijk zijn we één, ondanks onze verschillen. We ademen tegelijk, maken dezelfde stembuigingen en eindigen tegelijk. Dan zijn de verschillen weg en vormen we een eenheid met één kloppend hart. Overal zou polyfonie moeten zijn, van de kleinste gemeenschap tot de maatschappij als geheel.
Dan die speling van het lot, de toevalstreffer die voor twee grote musici cruciaal bleek. Het State Polyphonic Choir voerde twee werken van en met Fazıl Say uit. Toen de solist voor het Nâzım Oratorium niet kwam opdagen, schoof de koordirigent Serenad naar voren. En de componist was verrukt: eindelijk had hij gevonden wat hij al twintig jaar zocht, de ideale stem voor de liederen die hij eind jaren negentig was begonnen te schrijven, toonzettingen van zijn favoriete gedichten.
Het duo maakte kort daarop het veelgeroemde album İlk Şarkılar (‘Eerste liederen’, 2013), gevolgd door Yeni Şarkılar (‘Nieuwe liederen’, 2015) en Güz Şarkılar (‘Herfstliederen’, 2017). In 2020 brachten Say en Bağcan hun vierde gezamenlijke album uit, Şu Dünyanın Sırrı, een liedcyclus van 45 minuten met percussie en cello als extra elementen in de eenvoudige orkestratie, opnieuw geheel op Turkse literatuur gebaseerd.
Serenad Bağcan noemt zichzelf een zoekende levenskunstenaar. Spiritueel als zij is, zet ze zich met haar stem in voor vrede en harmonie. Met haar albums en concerten raakt ze in ieder geval vele harten.
Westers klassiek in Turkije
Begin negentiende eeuw zorgde de muzieksmaak van sultan Abdulhamit II ervoor dat de westerse klassieke stijl letterlijk zijn intrede deed in Turkije in de persoon van Giuseppe Donizetti, broer van operacomponist Gaetano. Hij kreeg de leiding over het orkest van de strijdkrachten. Structuur, tonaliteit en instrumentarium van de Turkse klassieke muziek staan ver af van de westerse klassieke traditie. In de twintigste eeuw richtten de Turkse Republiek en president Atatürk zich sterk op het Westen en kreeg het land klassieke orkesten en conservatoria. Maar hoe zit het met de publiekswaardering?
In veel Turkse oren klinkt westers klassiek nog steeds vreemd, koud en onaantrekkelijk. Maar een groeiende kosmopolitisch geneigde elite brengt daar verandering in. De Oostenrijkse dirigent Sacha Goetzel leidde elf jaar lang het Borusan Istanboel Filharmonisch Orkest. In een gesprek met de krant Hurriyet roemde hij het nieuwe, enthousiaste publiek dat is meegegroeid met zijn orkest, dat zich in een kwarteeuw tijd tot topniveau heeft ontwikkeld. Denkbeeldige muren tussen oost en west worden natuurlijk ook geslecht door grensoverschrijders als Fazıl Say.
Turkse volksmuziek
Turkije kent een rijke traditie van volksmuziek, waarvan de Anatolische wortels vele eeuwen terug gaan. In de loop van die tijd zijn er vele invloeden in gekropen, onvermijdelijk gezien de omvang die het Ottomaanse Rijk ooit had. Na de stichting van de Turkse Republiek in 1923 gaf president Atatürk opdracht tot archivering en classificatie van volksmuziek en in 1953 waren er zo’n tienduizend volksliederen verzameld. Daarbij heeft de Hongaarse componist en volksmuziekverzamelaar Béla Bartók nog een handje geholpen.
Vanaf de negentiende eeuw nam de invloed van westerse muziek toe. Volksmuziek werd in Turkije ingezet ter versterking van de nationale identiteit en daarbij speelde de staatsradio vanaf 1937 een actieve rol. De variaties in stijl zijn ondergebracht in een hele reeks categorieën onder twee overkoepelende pijlers: türkü (traditioneel Turks) en şarkı (de rest, inclusief buitenlandse invloeden). De laatste decennia is er veel kruisbestuiving met popmuziek.
Dan die speling van het lot, de toevalstreffer die voor twee grote musici cruciaal bleek. Het State Polyphonic Choir voerde twee werken van en met Fazıl Say uit. Toen de solist voor het Nâzım Oratorium niet kwam opdagen, schoof de koordirigent Serenad naar voren. En de componist was verrukt: eindelijk had hij gevonden wat hij al twintig jaar zocht, de ideale stem voor de liederen die hij eind jaren negentig was begonnen te schrijven, toonzettingen van zijn favoriete gedichten.
Het duo maakte kort daarop het veelgeroemde album İlk Şarkılar (‘Eerste liederen’, 2013), gevolgd door Yeni Şarkılar (‘Nieuwe liederen’, 2015) en Güz Şarkılar (‘Herfstliederen’, 2017). In 2020 brachten Say en Bağcan hun vierde gezamenlijke album uit, Şu Dünyanın Sırrı, een liedcyclus van 45 minuten met percussie en cello als extra elementen in de eenvoudige orkestratie, opnieuw geheel op Turkse literatuur gebaseerd.
Serenad Bağcan noemt zichzelf een zoekende levenskunstenaar. Spiritueel als zij is, zet ze zich met haar stem in voor vrede en harmonie. Met haar albums en concerten raakt ze in ieder geval vele harten.
Westers klassiek in Turkije
Begin negentiende eeuw zorgde de muzieksmaak van sultan Abdulhamit II ervoor dat de westerse klassieke stijl letterlijk zijn intrede deed in Turkije in de persoon van Giuseppe Donizetti, broer van operacomponist Gaetano. Hij kreeg de leiding over het orkest van de strijdkrachten. Structuur, tonaliteit en instrumentarium van de Turkse klassieke muziek staan ver af van de westerse klassieke traditie. In de twintigste eeuw richtten de Turkse Republiek en president Atatürk zich sterk op het Westen en kreeg het land klassieke orkesten en conservatoria. Maar hoe zit het met de publiekswaardering?
In veel Turkse oren klinkt westers klassiek nog steeds vreemd, koud en onaantrekkelijk. Maar een groeiende kosmopolitisch geneigde elite brengt daar verandering in. De Oostenrijkse dirigent Sacha Goetzel leidde elf jaar lang het Borusan Istanboel Filharmonisch Orkest. In een gesprek met de krant Hurriyet roemde hij het nieuwe, enthousiaste publiek dat is meegegroeid met zijn orkest, dat zich in een kwarteeuw tijd tot topniveau heeft ontwikkeld. Denkbeeldige muren tussen oost en west worden natuurlijk ook geslecht door grensoverschrijders als Fazıl Say.
Turkse volksmuziek
Turkije kent een rijke traditie van volksmuziek, waarvan de Anatolische wortels vele eeuwen terug gaan. In de loop van die tijd zijn er vele invloeden in gekropen, onvermijdelijk gezien de omvang die het Ottomaanse Rijk ooit had. Na de stichting van de Turkse Republiek in 1923 gaf president Atatürk opdracht tot archivering en classificatie van volksmuziek en in 1953 waren er zo’n tienduizend volksliederen verzameld. Daarbij heeft de Hongaarse componist en volksmuziekverzamelaar Béla Bartók nog een handje geholpen.
Vanaf de negentiende eeuw nam de invloed van westerse muziek toe. Volksmuziek werd in Turkije ingezet ter versterking van de nationale identiteit en daarbij speelde de staatsradio vanaf 1937 een actieve rol. De variaties in stijl zijn ondergebracht in een hele reeks categorieën onder twee overkoepelende pijlers: türkü (traditioneel Turks) en şarkı (de rest, inclusief buitenlandse invloeden). De laatste decennia is er veel kruisbestuiving met popmuziek.