Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Simply Quartet: Rebecca meets Wynton

Simply Quartet: Rebecca meets Wynton

Kleine Zaal
19 februari 2025
19.30 uur

Print dit programma

Simply Quartet:
Danfeng Shen viool
Antonia Rankersberger viool
Xiang Lyu altviool
Ivan Valentin Hollup Roald cello

Dit concert maakt deel uit van de serie Strijkkwartetten op Woensdag.

Rebecca Clarke (1886-1979)

Poem (1926)
voor strijkkwartet

Wolfgang Amadeus MozarT (1756-1791)

Strijkkwartet in Bes gr.t., KV 458 ‘Jacht’ (1784)
Allegro vivace assai
Menuetto: Moderato
Adagio
Allegro assai

Wynton Marsalis (1961)

Creole Contradanzas
uit ‘Strijkkwartet nr. 1 – At the Octoroon Balls’ (1995)

pauze ± 20.15 uur

Edvard Grieg (1843-1907)

Strijkkwartet nr. 1 in g kl.t., op. 27 (1877-78)
Un poco andante – Allegro molto ed agitato
Romanze: Andantino – Allegro agitato
Intermezzo: Allegro molto marcato
Finale: Lento – Presto al saltarello

einde ± 21.20 uur

Kleine Zaal 19 februari 2025 19.30 uur

Simply Quartet:
Danfeng Shen viool
Antonia Rankersberger viool
Xiang Lyu altviool
Ivan Valentin Hollup Roald cello

Dit concert maakt deel uit van de serie Strijkkwartetten op Woensdag.

Rebecca Clarke (1886-1979)

Poem (1926)
voor strijkkwartet

Wolfgang Amadeus MozarT (1756-1791)

Strijkkwartet in Bes gr.t., KV 458 ‘Jacht’ (1784)
Allegro vivace assai
Menuetto: Moderato
Adagio
Allegro assai

Wynton Marsalis (1961)

Creole Contradanzas
uit ‘Strijkkwartet nr. 1 – At the Octoroon Balls’ (1995)

pauze ± 20.15 uur

Edvard Grieg (1843-1907)

Strijkkwartet nr. 1 in g kl.t., op. 27 (1877-78)
Un poco andante – Allegro molto ed agitato
Romanze: Andantino – Allegro agitato
Intermezzo: Allegro molto marcato
Finale: Lento – Presto al saltarello

einde ± 21.20 uur

Toelichting

Rebecca Clarke (1886-1979)

Poem

door Bart de Graaf

‘Het lijkt wel of componisten van strijkkwartetten de altviool zijn vergeten,’ vond Rebecca Clarke. De componiste meende dat er maar weinig goede muziek was voor het instrument dat zijzelf bespeelde en besloot daar wat aan te doen. Voor de Coolidge Competition, een Amerikaanse compositiewedstrijd, componeerde zij een sonate voor alt­viool en piano. Na twee stemrondes kon de jury nog altijd niet beslissen welke finalist de eerste prijs zou winnen: Ernest Bloch of Rebecca Clarke – hun namen waren nog niet bekend bij de jury. Het werd uiteindelijk Bloch, maar toen ook de naam van Clarke bekend werd, geloofden velen niet dat een vrouw zo’n mooie sonate kon hebben geschreven. Vermoedelijk was Clarke ook van plan een strijkkwartet te componeren, maar het bleef uiteindelijk bij het langzame deel ervan: Poem. De gedempte strijkers geven het begin en einde een kalm, beschouwend karakter. De middensectie is extatischer met verregaande chromatiek, waardoor Poem als een van de spannendste stukken van Clarke geldt.

‘Het lijkt wel of componisten van strijkkwartetten de altviool zijn vergeten,’ vond Rebecca Clarke. De componiste meende dat er maar weinig goede muziek was voor het instrument dat zijzelf bespeelde en besloot daar wat aan te doen. Voor de Coolidge Competition, een Amerikaanse compositiewedstrijd, componeerde zij een sonate voor alt­viool en piano. Na twee stemrondes kon de jury nog altijd niet beslissen welke finalist de eerste prijs zou winnen: Ernest Bloch of Rebecca Clarke – hun namen waren nog niet bekend bij de jury. Het werd uiteindelijk Bloch, maar toen ook de naam van Clarke bekend werd, geloofden velen niet dat een vrouw zo’n mooie sonate kon hebben geschreven. Vermoedelijk was Clarke ook van plan een strijkkwartet te componeren, maar het bleef uiteindelijk bij het langzame deel ervan: Poem. De gedempte strijkers geven het begin en einde een kalm, beschouwend karakter. De middensectie is extatischer met verregaande chromatiek, waardoor Poem als een van de spannendste stukken van Clarke geldt.

door Bart de Graaf

Wolfgang Amadeus MozarT (1756-1791)

‘Jacht’-kwartet

door Bart de Graaf

Vriend, mentor, collega en zielsverwant: Joseph Haydn betekende veel voor Wolfgang Amadeus Mozart. Niet voor niets noemde hij hem ‘papa’. Op verschillende manieren verwijst Mozart in zijn ‘Ha­ydn’-kwartetten naar zijn illustere tijdgenoot. In het Strijkkwartet in Bes groot, KV 458 vormt het onbekommerde karakter van het eerste en laatste deel een verwijzing naar de luchtige toon van veel van Haydns muziek. Niettemin viel het componeren van de kwartetten Mozart zwaar: ‘Mijn beste vriend, hier zijn zes van mijn kinderen, het resultaat van lang werk’, zo schreef hij Haydn toen de kwartetten voltooid waren. Normaal had Mozart nauwelijks schetsen en correcties nodig, maar de grote stap die hij met deze cyclus zette, deed zelfs Mozart zwoegen: waar zijn vroege werken vooral steunden op een melodie met begeleiding, dacht hij nu in vier partijen met een eigen identiteit en gaf hij ook de middenstemmen veel aandacht. De opening van het ‘Jacht’-kwartet, een galopperend motief dat aan een jachthoorn doet denken, heeft het werk zijn bijnaam gegeven. Het tweede deel is een relatief serieus menuet, maar vooral het langzame deel heeft een grote emotionele diepgang. In dit Adagio klinkt een ernst die Mozart als operacomponist pur sang meer liet horen dan Haydn. ‘Adagio’ betekent dan ook meer dan langzaam: het woord heeft een expressieve lading. Het deel is het enige adagio in de zes ‘Haydn’-kwartetten. In de finale zijn de diepe emoties als sneeuw voor de zon verdwenen en klinkt de humoristische geest van Haydn weer.

Vriend, mentor, collega en zielsverwant: Joseph Haydn betekende veel voor Wolfgang Amadeus Mozart. Niet voor niets noemde hij hem ‘papa’. Op verschillende manieren verwijst Mozart in zijn ‘Ha­ydn’-kwartetten naar zijn illustere tijdgenoot. In het Strijkkwartet in Bes groot, KV 458 vormt het onbekommerde karakter van het eerste en laatste deel een verwijzing naar de luchtige toon van veel van Haydns muziek. Niettemin viel het componeren van de kwartetten Mozart zwaar: ‘Mijn beste vriend, hier zijn zes van mijn kinderen, het resultaat van lang werk’, zo schreef hij Haydn toen de kwartetten voltooid waren. Normaal had Mozart nauwelijks schetsen en correcties nodig, maar de grote stap die hij met deze cyclus zette, deed zelfs Mozart zwoegen: waar zijn vroege werken vooral steunden op een melodie met begeleiding, dacht hij nu in vier partijen met een eigen identiteit en gaf hij ook de middenstemmen veel aandacht. De opening van het ‘Jacht’-kwartet, een galopperend motief dat aan een jachthoorn doet denken, heeft het werk zijn bijnaam gegeven. Het tweede deel is een relatief serieus menuet, maar vooral het langzame deel heeft een grote emotionele diepgang. In dit Adagio klinkt een ernst die Mozart als operacomponist pur sang meer liet horen dan Haydn. ‘Adagio’ betekent dan ook meer dan langzaam: het woord heeft een expressieve lading. Het deel is het enige adagio in de zes ‘Haydn’-kwartetten. In de finale zijn de diepe emoties als sneeuw voor de zon verdwenen en klinkt de humoristische geest van Haydn weer.

  • Edvard Munch levensdans

    Edvard Munch levensdans

  • Edvard Munch levensdans

    Edvard Munch levensdans

Levensdans door Edvard Munch, 1899-1900

Levensdans door Edvard Munch, 1899-1900

door Bart de Graaf

Wynton Marsalis (1961)

Creole Contradanzas

door Bart de Graaf

Een mengvorm van jazz en klassiek tot een nieuw geheel, zo omschrijft Wynton Ma­rsalis zijn muziek. De Amerikaanse jazztrompettist en componist ziet hierin een parallel met de samenstelling van de bevolking: ‘De huidige obsessie met hybridity is net zo uitputtend voor de geest als de vroegere obsessie met zuiverheid.’ Daarmee bedoelt Ma­rsalis dat hij de gemengde bevolking als één geheel ziet. Over zijn strijkkwartet At the Octoroon Balls zegt hij dan ook: ‘Het is niet een beetje klassiek en een beetje jazz, maar muziek die schoonheid en betekenis heeft.’

Het strijkkwartet is geïnspireerd op scènes uit de stad waarin Ma­rsalis geboren en getogen is: New Orleans, tevens de geboorteplaats van de jazz. De titel At the Octoroon Balls verwijst naar bijeenkomsten waar creoolse mannen een octorone vrouw als minnares uitzochten. Een octoroon persoon is voor één achtste zwart. Door die ene achtste lagen gevaren als discriminatie en slavernij op de loer. In de context van deze verschrikkingen voeren de creoolse mannen in het derde deel van het strijkkwartet een volksdans uit: Creole Contradanzas.

Een mengvorm van jazz en klassiek tot een nieuw geheel, zo omschrijft Wynton Ma­rsalis zijn muziek. De Amerikaanse jazztrompettist en componist ziet hierin een parallel met de samenstelling van de bevolking: ‘De huidige obsessie met hybridity is net zo uitputtend voor de geest als de vroegere obsessie met zuiverheid.’ Daarmee bedoelt Ma­rsalis dat hij de gemengde bevolking als één geheel ziet. Over zijn strijkkwartet At the Octoroon Balls zegt hij dan ook: ‘Het is niet een beetje klassiek en een beetje jazz, maar muziek die schoonheid en betekenis heeft.’

Het strijkkwartet is geïnspireerd op scènes uit de stad waarin Ma­rsalis geboren en getogen is: New Orleans, tevens de geboorteplaats van de jazz. De titel At the Octoroon Balls verwijst naar bijeenkomsten waar creoolse mannen een octorone vrouw als minnares uitzochten. Een octoroon persoon is voor één achtste zwart. Door die ene achtste lagen gevaren als discriminatie en slavernij op de loer. In de context van deze verschrikkingen voeren de creoolse mannen in het derde deel van het strijkkwartet een volksdans uit: Creole Contradanzas.

door Bart de Graaf

Edvard Grieg (1843-1907)

Eerste strijkkwartet

door Bart de Graaf

‘In mijn Eerste strijkkwartet streef ik naar breedte, kracht en verbeelding,’ vertelde Edvard Grieg aan een vriend. Alleen al het eerste akkoord, dat uit maar liefst twaalf noten bestaat, bevestigt de woorden van de componist. Het blijkt een opmaat voor een stuk met talloze dubbelgrepen, waardoor het strijkkwartet soms een orkestraal karakter krijgt. In het tweede deel zet Grieg juist in op de individuele kwaliteiten van elk instrument en combineert hij ze met elkaar. De wiegende beweging aan het begin ontwikkelt zich tot een intense, manische dans, waarbij Grieg zich waarschijnlijk heeft laten inspireren door Noorse volksdansen. Ook in het derde deel klinkt ruige dansmuziek en in de Finale doet Grieg daar nog een schepje bovenop met een Italiaanse saltarello en de Noorse hallingdans en springdans. Vlak voor het einde verdwijnt de wilde beweging plotseling en klinkt nog één keer unisono het beginthema van het eerste deel. Dat thema komt uit Griegs lied Spillemænd, waarin een watergeest een minstreel muzikale gaven aanbiedt. Wellicht dacht Grieg dat hij die gaven eens te meer nodig had, nu hij zich aan het strijkkwartetgenre waagde. Hij vond namelijk dat grote stukken niet bij zijn temperament pasten. Misschien was hij wel te bescheiden; we mogen gerust stellen dat Haydn het strijkkwartet ontwikkelde, Mozart het uitbreidde, Beethoven het naar de top bracht en Grieg het met een veelheid aan texturen, kleurcombinaties en volksdansen naar een volgend niveau tilde.

‘In mijn Eerste strijkkwartet streef ik naar breedte, kracht en verbeelding,’ vertelde Edvard Grieg aan een vriend. Alleen al het eerste akkoord, dat uit maar liefst twaalf noten bestaat, bevestigt de woorden van de componist. Het blijkt een opmaat voor een stuk met talloze dubbelgrepen, waardoor het strijkkwartet soms een orkestraal karakter krijgt. In het tweede deel zet Grieg juist in op de individuele kwaliteiten van elk instrument en combineert hij ze met elkaar. De wiegende beweging aan het begin ontwikkelt zich tot een intense, manische dans, waarbij Grieg zich waarschijnlijk heeft laten inspireren door Noorse volksdansen. Ook in het derde deel klinkt ruige dansmuziek en in de Finale doet Grieg daar nog een schepje bovenop met een Italiaanse saltarello en de Noorse hallingdans en springdans. Vlak voor het einde verdwijnt de wilde beweging plotseling en klinkt nog één keer unisono het beginthema van het eerste deel. Dat thema komt uit Griegs lied Spillemænd, waarin een watergeest een minstreel muzikale gaven aanbiedt. Wellicht dacht Grieg dat hij die gaven eens te meer nodig had, nu hij zich aan het strijkkwartetgenre waagde. Hij vond namelijk dat grote stukken niet bij zijn temperament pasten. Misschien was hij wel te bescheiden; we mogen gerust stellen dat Haydn het strijkkwartet ontwikkelde, Mozart het uitbreidde, Beethoven het naar de top bracht en Grieg het met een veelheid aan texturen, kleurcombinaties en volksdansen naar een volgend niveau tilde.

door Bart de Graaf

Rebecca Clarke (1886-1979)

Poem

door Bart de Graaf

‘Het lijkt wel of componisten van strijkkwartetten de altviool zijn vergeten,’ vond Rebecca Clarke. De componiste meende dat er maar weinig goede muziek was voor het instrument dat zijzelf bespeelde en besloot daar wat aan te doen. Voor de Coolidge Competition, een Amerikaanse compositiewedstrijd, componeerde zij een sonate voor alt­viool en piano. Na twee stemrondes kon de jury nog altijd niet beslissen welke finalist de eerste prijs zou winnen: Ernest Bloch of Rebecca Clarke – hun namen waren nog niet bekend bij de jury. Het werd uiteindelijk Bloch, maar toen ook de naam van Clarke bekend werd, geloofden velen niet dat een vrouw zo’n mooie sonate kon hebben geschreven. Vermoedelijk was Clarke ook van plan een strijkkwartet te componeren, maar het bleef uiteindelijk bij het langzame deel ervan: Poem. De gedempte strijkers geven het begin en einde een kalm, beschouwend karakter. De middensectie is extatischer met verregaande chromatiek, waardoor Poem als een van de spannendste stukken van Clarke geldt.

‘Het lijkt wel of componisten van strijkkwartetten de altviool zijn vergeten,’ vond Rebecca Clarke. De componiste meende dat er maar weinig goede muziek was voor het instrument dat zijzelf bespeelde en besloot daar wat aan te doen. Voor de Coolidge Competition, een Amerikaanse compositiewedstrijd, componeerde zij een sonate voor alt­viool en piano. Na twee stemrondes kon de jury nog altijd niet beslissen welke finalist de eerste prijs zou winnen: Ernest Bloch of Rebecca Clarke – hun namen waren nog niet bekend bij de jury. Het werd uiteindelijk Bloch, maar toen ook de naam van Clarke bekend werd, geloofden velen niet dat een vrouw zo’n mooie sonate kon hebben geschreven. Vermoedelijk was Clarke ook van plan een strijkkwartet te componeren, maar het bleef uiteindelijk bij het langzame deel ervan: Poem. De gedempte strijkers geven het begin en einde een kalm, beschouwend karakter. De middensectie is extatischer met verregaande chromatiek, waardoor Poem als een van de spannendste stukken van Clarke geldt.

door Bart de Graaf

Wolfgang Amadeus MozarT (1756-1791)

‘Jacht’-kwartet

door Bart de Graaf

Vriend, mentor, collega en zielsverwant: Joseph Haydn betekende veel voor Wolfgang Amadeus Mozart. Niet voor niets noemde hij hem ‘papa’. Op verschillende manieren verwijst Mozart in zijn ‘Ha­ydn’-kwartetten naar zijn illustere tijdgenoot. In het Strijkkwartet in Bes groot, KV 458 vormt het onbekommerde karakter van het eerste en laatste deel een verwijzing naar de luchtige toon van veel van Haydns muziek. Niettemin viel het componeren van de kwartetten Mozart zwaar: ‘Mijn beste vriend, hier zijn zes van mijn kinderen, het resultaat van lang werk’, zo schreef hij Haydn toen de kwartetten voltooid waren. Normaal had Mozart nauwelijks schetsen en correcties nodig, maar de grote stap die hij met deze cyclus zette, deed zelfs Mozart zwoegen: waar zijn vroege werken vooral steunden op een melodie met begeleiding, dacht hij nu in vier partijen met een eigen identiteit en gaf hij ook de middenstemmen veel aandacht. De opening van het ‘Jacht’-kwartet, een galopperend motief dat aan een jachthoorn doet denken, heeft het werk zijn bijnaam gegeven. Het tweede deel is een relatief serieus menuet, maar vooral het langzame deel heeft een grote emotionele diepgang. In dit Adagio klinkt een ernst die Mozart als operacomponist pur sang meer liet horen dan Haydn. ‘Adagio’ betekent dan ook meer dan langzaam: het woord heeft een expressieve lading. Het deel is het enige adagio in de zes ‘Haydn’-kwartetten. In de finale zijn de diepe emoties als sneeuw voor de zon verdwenen en klinkt de humoristische geest van Haydn weer.

Vriend, mentor, collega en zielsverwant: Joseph Haydn betekende veel voor Wolfgang Amadeus Mozart. Niet voor niets noemde hij hem ‘papa’. Op verschillende manieren verwijst Mozart in zijn ‘Ha­ydn’-kwartetten naar zijn illustere tijdgenoot. In het Strijkkwartet in Bes groot, KV 458 vormt het onbekommerde karakter van het eerste en laatste deel een verwijzing naar de luchtige toon van veel van Haydns muziek. Niettemin viel het componeren van de kwartetten Mozart zwaar: ‘Mijn beste vriend, hier zijn zes van mijn kinderen, het resultaat van lang werk’, zo schreef hij Haydn toen de kwartetten voltooid waren. Normaal had Mozart nauwelijks schetsen en correcties nodig, maar de grote stap die hij met deze cyclus zette, deed zelfs Mozart zwoegen: waar zijn vroege werken vooral steunden op een melodie met begeleiding, dacht hij nu in vier partijen met een eigen identiteit en gaf hij ook de middenstemmen veel aandacht. De opening van het ‘Jacht’-kwartet, een galopperend motief dat aan een jachthoorn doet denken, heeft het werk zijn bijnaam gegeven. Het tweede deel is een relatief serieus menuet, maar vooral het langzame deel heeft een grote emotionele diepgang. In dit Adagio klinkt een ernst die Mozart als operacomponist pur sang meer liet horen dan Haydn. ‘Adagio’ betekent dan ook meer dan langzaam: het woord heeft een expressieve lading. Het deel is het enige adagio in de zes ‘Haydn’-kwartetten. In de finale zijn de diepe emoties als sneeuw voor de zon verdwenen en klinkt de humoristische geest van Haydn weer.

  • Edvard Munch levensdans

    Edvard Munch levensdans

  • Edvard Munch levensdans

    Edvard Munch levensdans

Levensdans door Edvard Munch, 1899-1900

Levensdans door Edvard Munch, 1899-1900

door Bart de Graaf

Wynton Marsalis (1961)

Creole Contradanzas

door Bart de Graaf

Een mengvorm van jazz en klassiek tot een nieuw geheel, zo omschrijft Wynton Ma­rsalis zijn muziek. De Amerikaanse jazztrompettist en componist ziet hierin een parallel met de samenstelling van de bevolking: ‘De huidige obsessie met hybridity is net zo uitputtend voor de geest als de vroegere obsessie met zuiverheid.’ Daarmee bedoelt Ma­rsalis dat hij de gemengde bevolking als één geheel ziet. Over zijn strijkkwartet At the Octoroon Balls zegt hij dan ook: ‘Het is niet een beetje klassiek en een beetje jazz, maar muziek die schoonheid en betekenis heeft.’

Het strijkkwartet is geïnspireerd op scènes uit de stad waarin Ma­rsalis geboren en getogen is: New Orleans, tevens de geboorteplaats van de jazz. De titel At the Octoroon Balls verwijst naar bijeenkomsten waar creoolse mannen een octorone vrouw als minnares uitzochten. Een octoroon persoon is voor één achtste zwart. Door die ene achtste lagen gevaren als discriminatie en slavernij op de loer. In de context van deze verschrikkingen voeren de creoolse mannen in het derde deel van het strijkkwartet een volksdans uit: Creole Contradanzas.

Een mengvorm van jazz en klassiek tot een nieuw geheel, zo omschrijft Wynton Ma­rsalis zijn muziek. De Amerikaanse jazztrompettist en componist ziet hierin een parallel met de samenstelling van de bevolking: ‘De huidige obsessie met hybridity is net zo uitputtend voor de geest als de vroegere obsessie met zuiverheid.’ Daarmee bedoelt Ma­rsalis dat hij de gemengde bevolking als één geheel ziet. Over zijn strijkkwartet At the Octoroon Balls zegt hij dan ook: ‘Het is niet een beetje klassiek en een beetje jazz, maar muziek die schoonheid en betekenis heeft.’

Het strijkkwartet is geïnspireerd op scènes uit de stad waarin Ma­rsalis geboren en getogen is: New Orleans, tevens de geboorteplaats van de jazz. De titel At the Octoroon Balls verwijst naar bijeenkomsten waar creoolse mannen een octorone vrouw als minnares uitzochten. Een octoroon persoon is voor één achtste zwart. Door die ene achtste lagen gevaren als discriminatie en slavernij op de loer. In de context van deze verschrikkingen voeren de creoolse mannen in het derde deel van het strijkkwartet een volksdans uit: Creole Contradanzas.

door Bart de Graaf

Edvard Grieg (1843-1907)

Eerste strijkkwartet

door Bart de Graaf

‘In mijn Eerste strijkkwartet streef ik naar breedte, kracht en verbeelding,’ vertelde Edvard Grieg aan een vriend. Alleen al het eerste akkoord, dat uit maar liefst twaalf noten bestaat, bevestigt de woorden van de componist. Het blijkt een opmaat voor een stuk met talloze dubbelgrepen, waardoor het strijkkwartet soms een orkestraal karakter krijgt. In het tweede deel zet Grieg juist in op de individuele kwaliteiten van elk instrument en combineert hij ze met elkaar. De wiegende beweging aan het begin ontwikkelt zich tot een intense, manische dans, waarbij Grieg zich waarschijnlijk heeft laten inspireren door Noorse volksdansen. Ook in het derde deel klinkt ruige dansmuziek en in de Finale doet Grieg daar nog een schepje bovenop met een Italiaanse saltarello en de Noorse hallingdans en springdans. Vlak voor het einde verdwijnt de wilde beweging plotseling en klinkt nog één keer unisono het beginthema van het eerste deel. Dat thema komt uit Griegs lied Spillemænd, waarin een watergeest een minstreel muzikale gaven aanbiedt. Wellicht dacht Grieg dat hij die gaven eens te meer nodig had, nu hij zich aan het strijkkwartetgenre waagde. Hij vond namelijk dat grote stukken niet bij zijn temperament pasten. Misschien was hij wel te bescheiden; we mogen gerust stellen dat Haydn het strijkkwartet ontwikkelde, Mozart het uitbreidde, Beethoven het naar de top bracht en Grieg het met een veelheid aan texturen, kleurcombinaties en volksdansen naar een volgend niveau tilde.

‘In mijn Eerste strijkkwartet streef ik naar breedte, kracht en verbeelding,’ vertelde Edvard Grieg aan een vriend. Alleen al het eerste akkoord, dat uit maar liefst twaalf noten bestaat, bevestigt de woorden van de componist. Het blijkt een opmaat voor een stuk met talloze dubbelgrepen, waardoor het strijkkwartet soms een orkestraal karakter krijgt. In het tweede deel zet Grieg juist in op de individuele kwaliteiten van elk instrument en combineert hij ze met elkaar. De wiegende beweging aan het begin ontwikkelt zich tot een intense, manische dans, waarbij Grieg zich waarschijnlijk heeft laten inspireren door Noorse volksdansen. Ook in het derde deel klinkt ruige dansmuziek en in de Finale doet Grieg daar nog een schepje bovenop met een Italiaanse saltarello en de Noorse hallingdans en springdans. Vlak voor het einde verdwijnt de wilde beweging plotseling en klinkt nog één keer unisono het beginthema van het eerste deel. Dat thema komt uit Griegs lied Spillemænd, waarin een watergeest een minstreel muzikale gaven aanbiedt. Wellicht dacht Grieg dat hij die gaven eens te meer nodig had, nu hij zich aan het strijkkwartetgenre waagde. Hij vond namelijk dat grote stukken niet bij zijn temperament pasten. Misschien was hij wel te bescheiden; we mogen gerust stellen dat Haydn het strijkkwartet ontwikkelde, Mozart het uitbreidde, Beethoven het naar de top bracht en Grieg het met een veelheid aan texturen, kleurcombinaties en volksdansen naar een volgend niveau tilde.

door Bart de Graaf

Biografie

Simply Quartet, strijkkwartet

Het Simply Quartet werd opgericht in Shanghai, waar het van het begin af aan werd gecoacht door Jensen Horn-Sin Lam.

In de huidige samenstelling (sinds 2018) studeerde het ensemble bij Johannes Meissl aan de Universität für Musik und darstellende Kunst in Wenen; andere belangrijke leraren waren Hatto Beyerle en Patrick Jüdt (European Chamber Music Academy) en Günter Pichler en Gerhard Schulz (Alban Berg Quartet).

Eerste prijzen won het Simply Quartet op vier toonaangevende concoursen: de International Chamber Music Competition 2019 (Kopenhagen), Quatuors á Bordeaux 2019, Franz Schubert and Modern Music 2018 (Graz) en de International Joseph Haydn Chamber Music Competition 2017 in Wenen. Naast een focus op het klassieke repertoire richten de musici zich op nieuwe muziek uit met name hun drie landen van herkomst (China, Oostenrijk en Noorwegen).

De afgelopen seizoenen was het Simply Quartet te gast in onder meer de Wiener Musikverein, het Wiener Konzerthaus, het Berliner Konzerthaus, de Elbphilharmonie in Hamburg, de Stefanien Hall in Graz, Wigmore Hall in Londen, het Casa da Musica in Porto, het Vaticaans Museum, het Louvre in Parijs, de Philharmonie Luxembourg en Bozar en Flagey in Brussel. Ook speelde het op het Pablo Casals Festival, Styriarte en de Schu­bertiade Schwarzenberg en tourde het in Colombia en China. Sinds afgelopen herfst geeft het kwartet les aan het Zhejiang Conservatory of Music.

In oktober 2021 debuteerde het Simply Quartet in de Kleine Zaal als Rising Stars van de European Concert Hall Organisation, en het keerde er terug in Het Zondagochtend Concert van 2 april 2023.