Sopraan Lenneke Ruiten: ‘Ik zie het als mijn werk om mensen verstilling te bieden’
door Frederike Berntsen 26 jan. 2024 26 januari 2024
Bij het Concertgebouworkest zong ze nog niet eerder, dan nu maar meteen een dubbeldebuut: sopraan Lenneke Ruiten zingt Händels Il delirio amoroso als ze net de partij van Brahms’ Ein deutsches Requiem heeft dichtgeslagen. ‘Mooier kan niet, toch?’
‘Ik heb les gehad van Elly Ameling en ken haar opnames met het Concertgebouworkest uit mijn hoofd, het zijn heilige voorbeelden voor mij’, zegt Lenneke Ruiten. ‘Het is wel heel bijzonder om nu zelf met dit orkest te mogen zingen.’
Brahms’ Ein deutsches Requiem uitvoeren met het Concertgebouworkest is voor Ruiten een droom die uitkomt. Op haar masterexamen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag zong ze de sopraanaria eruit [Ihr habt nun Traurigkeit, red.], sindsdien heeft dit requiem haar niet meer losgelaten. Ruiten: ‘De teksten die Brahms naast elkaar plaatst, onder meer uit het Oude en het Nieuwe Testament, hebben een onmetelijk diepe inhoud. Hoe verder ik kom in mijn carrière, des te belangrijker vind ik het om dit soort teksten te zingen, om schoonheid, hoop en verbinding te brengen. De wereld is zo verhard, deze muziek is troostrijk en voelt als de basis. Ik zie het als mijn werk om mensen verstilling te bieden. Bepaalde stukken maken zo’n indruk op me dat ik de dingen anders ga zien. Puzzelstukjes in het leven die via een bepaalde emotie of harmonie op hun plaats vallen, dat heb ik heel sterk bij Ein deutsches Requiem.’
‘En Il delirio amoroso van Händel met het orkest, ja, ook daar kijk ik enorm naar uit. Onder leiding van Emmanuelle Haïm heb ik veel barokmuziek gezongen, dat is haar specialiteit. Ze is zo vrij in het musiceren en improviseren binnen het barokidioom dat ze niet van mij een kleine barokstem verwacht, die heb ik ook niet. Ze wil juist dat ik uitpak. Ze is zeer expressief.’
‘Adrenaline is een wondermiddel’
Il delirio amoroso is een dramatische solocantate met schitterende rollen voor de cello, de viool en de hobo. ‘Grappig, als Emmanuelle debuteert bij een niet op historische instrumenten spelend orkest, vraagt ze vaak mij, en ook dezelfde blokfluitist en klavecinist, om dit stuk uit te voeren. We waren onder andere bij de Wiener Philharmoniker, het Gewandhausorchester Leipzig, The Philadelphia Orchestra, en nu volgt dus haar debuut bij het Concertgebouworkest. Voor iedereen is deze cantate een enorme uitdaging, niet alleen voor de solist. Het is leuk om een orkest uitgedaagd te zien, en Emmanuelle krijgt iedereen mee, ze is enorm uitnodigend. Ze gaat over alle grenzen heen, en is op een vrije manier op zoek naar emotie. Deze dirigent roept iets in mij op wat een ander niet kan. Haar hele fysieke beleving van de muziek, de manier waarop ze je uitnodigt om iets te doen, dat kan alleen zij. Ik reageer daar goed op, we hebben een intense muzikale band. Ik vind haar een heel bijzondere vrouw.’
In de kantine van De Nationale Opera klinkt geroezemoes. Lenneke Ruiten repeteert voor de opera Innocence van Kaija Saariaho [met voorstellingen in oktober 2023, red.], als we afspreken voor dit interview. Haar agenda staat boordevol optredens met grote orkesten in binnen- en buitenland, maar je kunt de sopraan ook af en toe tegenkomen bij een klein liedrecital in de polder. Dit seizoen treedt ze voor het eerst op met het Bergens Symfonieorkest. Geen journalist die komt luisteren, alleen de buren. ‘Ik presteer niet minder goed, de voorbereiding is hetzelfde, maar je hebt zeker weten blije mensen in de zaal.’ Vroeger, bij Ruiten thuis, bespeelde iedereen een of meerdere instrumenten. Zelf wilde ze aanvankelijk kunstschilder worden, haar muzikale talent werd pas later ontdekt.
‘Ik heb les gehad van Elly Ameling en ken haar opnames met het Concertgebouworkest uit mijn hoofd, het zijn heilige voorbeelden voor mij’, zegt Lenneke Ruiten. ‘Het is wel heel bijzonder om nu zelf met dit orkest te mogen zingen.’
Brahms’ Ein deutsches Requiem uitvoeren met het Concertgebouworkest is voor Ruiten een droom die uitkomt. Op haar masterexamen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag zong ze de sopraanaria eruit [Ihr habt nun Traurigkeit, red.], sindsdien heeft dit requiem haar niet meer losgelaten. Ruiten: ‘De teksten die Brahms naast elkaar plaatst, onder meer uit het Oude en het Nieuwe Testament, hebben een onmetelijk diepe inhoud. Hoe verder ik kom in mijn carrière, des te belangrijker vind ik het om dit soort teksten te zingen, om schoonheid, hoop en verbinding te brengen. De wereld is zo verhard, deze muziek is troostrijk en voelt als de basis. Ik zie het als mijn werk om mensen verstilling te bieden. Bepaalde stukken maken zo’n indruk op me dat ik de dingen anders ga zien. Puzzelstukjes in het leven die via een bepaalde emotie of harmonie op hun plaats vallen, dat heb ik heel sterk bij Ein deutsches Requiem.’
‘En Il delirio amoroso van Händel met het orkest, ja, ook daar kijk ik enorm naar uit. Onder leiding van Emmanuelle Haïm heb ik veel barokmuziek gezongen, dat is haar specialiteit. Ze is zo vrij in het musiceren en improviseren binnen het barokidioom dat ze niet van mij een kleine barokstem verwacht, die heb ik ook niet. Ze wil juist dat ik uitpak. Ze is zeer expressief.’
‘Adrenaline is een wondermiddel’
Il delirio amoroso is een dramatische solocantate met schitterende rollen voor de cello, de viool en de hobo. ‘Grappig, als Emmanuelle debuteert bij een niet op historische instrumenten spelend orkest, vraagt ze vaak mij, en ook dezelfde blokfluitist en klavecinist, om dit stuk uit te voeren. We waren onder andere bij de Wiener Philharmoniker, het Gewandhausorchester Leipzig, The Philadelphia Orchestra, en nu volgt dus haar debuut bij het Concertgebouworkest. Voor iedereen is deze cantate een enorme uitdaging, niet alleen voor de solist. Het is leuk om een orkest uitgedaagd te zien, en Emmanuelle krijgt iedereen mee, ze is enorm uitnodigend. Ze gaat over alle grenzen heen, en is op een vrije manier op zoek naar emotie. Deze dirigent roept iets in mij op wat een ander niet kan. Haar hele fysieke beleving van de muziek, de manier waarop ze je uitnodigt om iets te doen, dat kan alleen zij. Ik reageer daar goed op, we hebben een intense muzikale band. Ik vind haar een heel bijzondere vrouw.’
In de kantine van De Nationale Opera klinkt geroezemoes. Lenneke Ruiten repeteert voor de opera Innocence van Kaija Saariaho [met voorstellingen in oktober 2023, red.], als we afspreken voor dit interview. Haar agenda staat boordevol optredens met grote orkesten in binnen- en buitenland, maar je kunt de sopraan ook af en toe tegenkomen bij een klein liedrecital in de polder. Dit seizoen treedt ze voor het eerst op met het Bergens Symfonieorkest. Geen journalist die komt luisteren, alleen de buren. ‘Ik presteer niet minder goed, de voorbereiding is hetzelfde, maar je hebt zeker weten blije mensen in de zaal.’ Vroeger, bij Ruiten thuis, bespeelde iedereen een of meerdere instrumenten. Zelf wilde ze aanvankelijk kunstschilder worden, haar muzikale talent werd pas later ontdekt.
‘Dwarsfluit was mijn passie, maar zingen ging makkelijker, ik had meer talent voor zingen dan voor spelen. ‘Het is heel muzikaal wat je doet’, hoorde ik dan nadat ik aan een fluitconcours had meegedaan, ‘maar net niet technisch gaaf.’ Ik zou niet goed genoeg geweest zijn voor een orkestbaan, en wist dat.’ Wat Ruiten meekreeg: als je iets wilt bereiken moet je hard werken. ‘Ik ben mijn roots nooit kwijtgeraakt.’
‘De drukte houd ik goed vol, niet in de laatste plaats doordat ik dagelijks pilates doe, soms wel twee uur. Ademhaling, houding, balans, spieren: voor alles is dat gunstig. En altijd is de x-factor daar: adrenaline. Ik kan me overdag miserabel voelen, zonder energie, met keelpijn of weet ik het wat. Adrenaline fikst 99 procent op het moment dat het moet, dat is iets ongelofelijks. Ik ben blij als ik zenuwachtig ben, dan denk ik: ja, daar is de adrenaline weer. Zo’n twee uur voordat ik op moet heb ik een enorme dip, je lichaam weet dat het een prestatie moet leveren. Zodra ik op moet, ben ik opeens in topvorm. Adrenaline is een wondermiddel. En het komt altijd.’
Lenneke Ruiten in elf dilemma’s
koffie / thee
bergen / zee
ochtend / avond
zomer / winter
dag / nacht
Händel / Brahms
opera / concert
orkest / recital
fluit / zang
Grote Zaal / Kleine Zaal
nieuwe muziek / oude muziek
De afwisseling van de podia gaat gepaard met uiteenlopend repertoire. Zolang de rollen bij haar stem passen in hoogte, laagte, volume, wendbaarheid, snelheid en klankkleur is dat prima. Studeren gaat snel, en na twintig jaar podiumervaring is het makkelijk inschatten hoeveel tijd ergens voor nodig is. ‘Mijn stem is vrij flexibel, ik hoef niet eindeloos om te bouwen – hoewel het met de jaren wel iets lastiger wordt. Als ik te lang lyrisch repertoire zing en ik moet daarna iets hoogs, Mozart-achtigs doen, ben ik de volgende dag bijna schor. De wisselingen moeten elkaar niet te snel opvolgen. Mijn stem wordt lyrischer met de tijd. Wagner zal ik nooit op mijn repertoire kunnen nemen, dat is ook geen passie van me. Ik hoop wel dat ik Mozart kan blijven zingen, die lichtheid. Voor mij betekent Mozart: terug naar een gezond stemgeluid. Ik zing altijd in met Mozart, ik warm er mijn stem mee op.’
‘Ik ga mezelf nooit voorbij op het podium’, vervolgt Ruiten. ‘Mijn job is om een stuk zo goed mogelijk over te brengen. De emoties heb ik thuis in de studeerkamer verwerkt. Of we huilen achter het podium, zoals met Innocence nu. Dat is zo’n verschrikkelijk onderwerp, over een schietpartij op een school, we moeten dat onderling kwijt. Maar niet in de zaal.’
Geniet je tijdens je werk? ‘Soms wel, als het goed gaat, en ik in topvorm ben. Ik vind het een pittig vak. Ik geniet van de muziek, alleen de voorwaarden vind ik niet altijd leuk. Er komt veel bij kijken, waardoor ik een zwaar beroep heb. Het podium is ook niet mijn plaats om te genieten. Voldoening haal ik er zeker uit, en de energie van de muziek in je lijf na een concert is heerlijk. Je kunt terugblikken op een mooie avond. Tijdens een optreden ben ik geconcentreerd bezig om er op de best mogelijke manier doorheen te komen. Muziek maken is net koorddansen. Uiteindelijk is het een sport: allerlei capriolen uithalen en het er zonder kleerscheuren vanaf brengen. Ik kan niet zomaar een slechte dag hebben. Dat is een grote verantwoordelijkheid.’
‘Dwarsfluit was mijn passie, maar zingen ging makkelijker, ik had meer talent voor zingen dan voor spelen. ‘Het is heel muzikaal wat je doet’, hoorde ik dan nadat ik aan een fluitconcours had meegedaan, ‘maar net niet technisch gaaf.’ Ik zou niet goed genoeg geweest zijn voor een orkestbaan, en wist dat.’ Wat Ruiten meekreeg: als je iets wilt bereiken moet je hard werken. ‘Ik ben mijn roots nooit kwijtgeraakt.’
‘De drukte houd ik goed vol, niet in de laatste plaats doordat ik dagelijks pilates doe, soms wel twee uur. Ademhaling, houding, balans, spieren: voor alles is dat gunstig. En altijd is de x-factor daar: adrenaline. Ik kan me overdag miserabel voelen, zonder energie, met keelpijn of weet ik het wat. Adrenaline fikst 99 procent op het moment dat het moet, dat is iets ongelofelijks. Ik ben blij als ik zenuwachtig ben, dan denk ik: ja, daar is de adrenaline weer. Zo’n twee uur voordat ik op moet heb ik een enorme dip, je lichaam weet dat het een prestatie moet leveren. Zodra ik op moet, ben ik opeens in topvorm. Adrenaline is een wondermiddel. En het komt altijd.’
Lenneke Ruiten in elf dilemma’s
koffie / thee
bergen / zee
ochtend / avond
zomer / winter
dag / nacht
Händel / Brahms
opera / concert
orkest / recital
fluit / zang
Grote Zaal / Kleine Zaal
nieuwe muziek / oude muziek
De afwisseling van de podia gaat gepaard met uiteenlopend repertoire. Zolang de rollen bij haar stem passen in hoogte, laagte, volume, wendbaarheid, snelheid en klankkleur is dat prima. Studeren gaat snel, en na twintig jaar podiumervaring is het makkelijk inschatten hoeveel tijd ergens voor nodig is. ‘Mijn stem is vrij flexibel, ik hoef niet eindeloos om te bouwen – hoewel het met de jaren wel iets lastiger wordt. Als ik te lang lyrisch repertoire zing en ik moet daarna iets hoogs, Mozart-achtigs doen, ben ik de volgende dag bijna schor. De wisselingen moeten elkaar niet te snel opvolgen. Mijn stem wordt lyrischer met de tijd. Wagner zal ik nooit op mijn repertoire kunnen nemen, dat is ook geen passie van me. Ik hoop wel dat ik Mozart kan blijven zingen, die lichtheid. Voor mij betekent Mozart: terug naar een gezond stemgeluid. Ik zing altijd in met Mozart, ik warm er mijn stem mee op.’
‘Ik ga mezelf nooit voorbij op het podium’, vervolgt Ruiten. ‘Mijn job is om een stuk zo goed mogelijk over te brengen. De emoties heb ik thuis in de studeerkamer verwerkt. Of we huilen achter het podium, zoals met Innocence nu. Dat is zo’n verschrikkelijk onderwerp, over een schietpartij op een school, we moeten dat onderling kwijt. Maar niet in de zaal.’
Geniet je tijdens je werk? ‘Soms wel, als het goed gaat, en ik in topvorm ben. Ik vind het een pittig vak. Ik geniet van de muziek, alleen de voorwaarden vind ik niet altijd leuk. Er komt veel bij kijken, waardoor ik een zwaar beroep heb. Het podium is ook niet mijn plaats om te genieten. Voldoening haal ik er zeker uit, en de energie van de muziek in je lijf na een concert is heerlijk. Je kunt terugblikken op een mooie avond. Tijdens een optreden ben ik geconcentreerd bezig om er op de best mogelijke manier doorheen te komen. Muziek maken is net koorddansen. Uiteindelijk is het een sport: allerlei capriolen uithalen en het er zonder kleerscheuren vanaf brengen. Ik kan niet zomaar een slechte dag hebben. Dat is een grote verantwoordelijkheid.’