Sopraan Sabine Devieilhe: ‘Ik was verrukt van opera als ‘art total’’
door Catherine Nieuwesteeg 24 aug. 2020 24 augustus 2020
Ze blonk uit in Delibes’ titelrol Lakmé en in haar geboorteland Frankrijk rijgt ze de prijzen aaneen. Met pianist Alexandre Tharaud zou coloratuursopraan Sabine Devieilhe haar debuut maken in Het Concertgebouw, maar het virus doorkruiste de plannen.
Frankrijk ontwaakt langzaam uit de strenge quarantaine die het land twee maanden lam heeft gelegd als ik Sabine Devieilhe spreek via Skype. Voor haar heeft de periode waarin ze de concertzalen heeft moeten missen zelfs drie keer zo lang geduurd, want in januari kreeg ze haar tweede kind. Natuurlijk is ze al die tijd blijven zingen om technisch in vorm te blijven en ook om het hoofd emotioneel boven water te houden. ‘Als je beroep ook je passie is, moet je tijd vrijmaken voor je vak omdat je anders iets van jezelf verliest.’
Ondertussen kijkt ze reikhalzend uit naar haar recitaltournee met pianist Alexandre Tharaud. ‘Het is een bijzonder moeilijke periode en uiteindelijk gaat er niets boven het contact met het publiek.’ Tijdens de lockdown gaf ze vanuit haar huis een miniconcert voor Gramophone Magazine, maar nog belangrijker vond ze het om zich achter de schermen in te zetten voor de jonge zangers die door de crisis in de problemen dreigen te komen. Daarom heeft ze zich samen met een grote groep vooraanstaande Franse zangers – onder wie Philippe Jaroussky en Roberto Alagna – aangesloten bij de stichting UNiSSON, die met operahuizen in gesprek gaat om de toekomst van talentvolle vocalisten te waarborgen.
Artiste totale
Muziek is er in het leven van Sabine Devieilhe altijd geweest. ‘Mijn oudste zus speelde al heel jong viool, dus er klonk altijd muziek bij ons thuis. Zij heeft mij aangestoken en op m’n zesde ben ik begonnen met cello. Zingen deed ik daarnaast ook al, op de muziekschool en in koren. Het voelde heel natuurlijk en ging me erg gemakkelijk af.’ De opera ontdekte Sabine op het conservatorium, toen ze in het koor van de Opéra de Rennes zong.
Frankrijk ontwaakt langzaam uit de strenge quarantaine die het land twee maanden lam heeft gelegd als ik Sabine Devieilhe spreek via Skype. Voor haar heeft de periode waarin ze de concertzalen heeft moeten missen zelfs drie keer zo lang geduurd, want in januari kreeg ze haar tweede kind. Natuurlijk is ze al die tijd blijven zingen om technisch in vorm te blijven en ook om het hoofd emotioneel boven water te houden. ‘Als je beroep ook je passie is, moet je tijd vrijmaken voor je vak omdat je anders iets van jezelf verliest.’
Ondertussen kijkt ze reikhalzend uit naar haar recitaltournee met pianist Alexandre Tharaud. ‘Het is een bijzonder moeilijke periode en uiteindelijk gaat er niets boven het contact met het publiek.’ Tijdens de lockdown gaf ze vanuit haar huis een miniconcert voor Gramophone Magazine, maar nog belangrijker vond ze het om zich achter de schermen in te zetten voor de jonge zangers die door de crisis in de problemen dreigen te komen. Daarom heeft ze zich samen met een grote groep vooraanstaande Franse zangers – onder wie Philippe Jaroussky en Roberto Alagna – aangesloten bij de stichting UNiSSON, die met operahuizen in gesprek gaat om de toekomst van talentvolle vocalisten te waarborgen.
Artiste totale
Muziek is er in het leven van Sabine Devieilhe altijd geweest. ‘Mijn oudste zus speelde al heel jong viool, dus er klonk altijd muziek bij ons thuis. Zij heeft mij aangestoken en op m’n zesde ben ik begonnen met cello. Zingen deed ik daarnaast ook al, op de muziekschool en in koren. Het voelde heel natuurlijk en ging me erg gemakkelijk af.’ De opera ontdekte Sabine op het conservatorium, toen ze in het koor van de Opéra de Rennes zong.
Uiteindelijk kwam ze op het conservatorium van Parijs terecht waarna haar carrière een vlucht nam. ‘Ik was verrukt van de opera als ‘art total’, dat vond ik heel enthousiasmerend. Als celliste was ik voorbestemd om in de orkestbak te spelen of in een strijkkwartet, maar op het operatoneel was daar ineens die theatrale dimensie waar ik me nu zo in thuis voel. Ook voor een recital roep ik die sfeer op.’
Op het lijf geschreven
Waar een instrumentalist het hele voor zijn instrument gecomponeerde repertoire tot zijn beschikking heeft, moet Sabine haar rolkeuze toespitsen op haar stemtype. Door haar musicologiestudie raakte ze geïnteresseerd in speciaal voor een vertolker geschreven rollen. Op haar cd The Weber Sisters, die ze met Pygmalion, het oudemuziekensemble van haar man Raphaël Pichon opnam, staan werken die Mozart heeft gecomponeerd voor de gezusters Weber. ‘Mozart was in staat om elk van de hoge sopraanstemmen van de drie zussen glans te geven.’ Eenzelfde soort project heeft ze ondernomen rondom de werken die Jean-Philippe Rameau heeft opgedragen aan operazangeres Marie Fel. ‘Je hoort in Rameaus muziek de ontwikkeling van haar stem, heel boeiend.’
Sabine Devieilhe
in 15 dilemma’s
thee / koffie
ochtend / avond
roman / gedicht
de stad / het platteland
Bach / Mozart
de zee / de bergen
piano / forte
de trein / het vliegtuig
Frankrijk / het buitenland
bioscoop / theater
lied / opera
jazz / pop
bladmuziek / iPad
Spotify / cd-speler
musiceren / luisteren
Met haar lichte en hoge stem richtte Sabine zich aanvankelijk op het barokrepertoire, maar uiteindelijk kwam ze uit bij de Franse mélodie en rollen als Debussy’s Mélisande. ‘Er is in de Franse Romantiek namelijk ontzettend veel geschreven voor de coloratuursopraan.’ Als ik haar vraag of ze zelf ook graag met een componist zou werken, bekent ze glimlachend dat ze inderdaad plannen heeft in die richting. ‘Creatie op maat spreekt me bijzonder aan.’
Speels gemak
De setting waarin gemusiceerd wordt is erg bepalend voor de manier waarop een personage of een liedtekst wordt belichaamd, vindt Devieilhe. ‘Alexandre Tharaud en ik voeren salonmuziek uit in een intiem kader. De manier waarop we contact leggen met het publiek moet eigenlijk verwant zijn aan de werkwijze van een clown. Die weet met speels gemak de aandacht van z’n publiek vast te houden, terwijl hij z’n handelingen continu aanpast aan de reacties uit de zaal.
In een recital, waarin je met een pianist op het podium staat en een partituur getrouw volgt, moet je in een open vorm van concentratie verkeren om zoveel mogelijk vanuit de zaal tot je te nemen. Dan kun je in een gedicht de juiste accenten leggen. Nu heb ik het geluk dat ik in mijn eigen taal zing, maar ook voor het niet-francofone publiek moet ik de tekst toegankelijk overbrengen. De kwaliteit van de Franse mélodie zit hem in de mate waarin de componist erin geslaagd is om de emotie in de tekst uit te drukken.’
Mélodies françaises
Binnen amper vijftig jaar muziekgeschiedenis biedt het genre van de mélodies françaises een gigantisch kleurenpalet. De laat-negentiende-eeuwse liederen worden gekenmerkt door simpele melodische lijnen die je makkelijk onthoudt, terwijl we met Ravel en zijn Cinq mélodies populaires grecques echt de twintigste eeuw binnenstappen. Hier gaat het vooral om de sfeer die de luisteraar te proeven krijgt.
Uiteindelijk kwam ze op het conservatorium van Parijs terecht waarna haar carrière een vlucht nam. ‘Ik was verrukt van de opera als ‘art total’, dat vond ik heel enthousiasmerend. Als celliste was ik voorbestemd om in de orkestbak te spelen of in een strijkkwartet, maar op het operatoneel was daar ineens die theatrale dimensie waar ik me nu zo in thuis voel. Ook voor een recital roep ik die sfeer op.’
Op het lijf geschreven
Waar een instrumentalist het hele voor zijn instrument gecomponeerde repertoire tot zijn beschikking heeft, moet Sabine haar rolkeuze toespitsen op haar stemtype. Door haar musicologiestudie raakte ze geïnteresseerd in speciaal voor een vertolker geschreven rollen. Op haar cd The Weber Sisters, die ze met Pygmalion, het oudemuziekensemble van haar man Raphaël Pichon opnam, staan werken die Mozart heeft gecomponeerd voor de gezusters Weber. ‘Mozart was in staat om elk van de hoge sopraanstemmen van de drie zussen glans te geven.’ Eenzelfde soort project heeft ze ondernomen rondom de werken die Jean-Philippe Rameau heeft opgedragen aan operazangeres Marie Fel. ‘Je hoort in Rameaus muziek de ontwikkeling van haar stem, heel boeiend.’
Sabine Devieilhe
in 15 dilemma’s
thee / koffie
ochtend / avond
roman / gedicht
de stad / het platteland
Bach / Mozart
de zee / de bergen
piano / forte
de trein / het vliegtuig
Frankrijk / het buitenland
bioscoop / theater
lied / opera
jazz / pop
bladmuziek / iPad
Spotify / cd-speler
musiceren / luisteren
Met haar lichte en hoge stem richtte Sabine zich aanvankelijk op het barokrepertoire, maar uiteindelijk kwam ze uit bij de Franse mélodie en rollen als Debussy’s Mélisande. ‘Er is in de Franse Romantiek namelijk ontzettend veel geschreven voor de coloratuursopraan.’ Als ik haar vraag of ze zelf ook graag met een componist zou werken, bekent ze glimlachend dat ze inderdaad plannen heeft in die richting. ‘Creatie op maat spreekt me bijzonder aan.’
Speels gemak
De setting waarin gemusiceerd wordt is erg bepalend voor de manier waarop een personage of een liedtekst wordt belichaamd, vindt Devieilhe. ‘Alexandre Tharaud en ik voeren salonmuziek uit in een intiem kader. De manier waarop we contact leggen met het publiek moet eigenlijk verwant zijn aan de werkwijze van een clown. Die weet met speels gemak de aandacht van z’n publiek vast te houden, terwijl hij z’n handelingen continu aanpast aan de reacties uit de zaal.
In een recital, waarin je met een pianist op het podium staat en een partituur getrouw volgt, moet je in een open vorm van concentratie verkeren om zoveel mogelijk vanuit de zaal tot je te nemen. Dan kun je in een gedicht de juiste accenten leggen. Nu heb ik het geluk dat ik in mijn eigen taal zing, maar ook voor het niet-francofone publiek moet ik de tekst toegankelijk overbrengen. De kwaliteit van de Franse mélodie zit hem in de mate waarin de componist erin geslaagd is om de emotie in de tekst uit te drukken.’
Mélodies françaises
Binnen amper vijftig jaar muziekgeschiedenis biedt het genre van de mélodies françaises een gigantisch kleurenpalet. De laat-negentiende-eeuwse liederen worden gekenmerkt door simpele melodische lijnen die je makkelijk onthoudt, terwijl we met Ravel en zijn Cinq mélodies populaires grecques echt de twintigste eeuw binnenstappen. Hier gaat het vooral om de sfeer die de luisteraar te proeven krijgt.
‘Het meesterstuk van ons repertoire is zonder twijfel Ariettes oubliées van Debussy, een cyclus die ik al vroeg in mijn muzikale leven heb ontdekt en nog altijd koester. Toen ik met Alexandre ging samenwerken, was het vanzelfsprekend om dit werk uit te voeren. Op het eerste gehoor lijkt het niet bestemd voor een coloratuursopraan, maar het zit hem in de kleurschakeringen en de finesses van de woorden.’
Samenwerking
Alexandre Tharaud en Sabine Devieilhe hebben elkaar leren kennen via hun platenlabel Warner Classics. Het begon met de opname van de Vocalise van Rachmaninoff. Die samenwerking verliep zo goed dat er meer volgde. ‘We hebben dezelfde muzikale smaak en het Franse repertoire ligt ons beiden goed.’ De mélodies van Debussy, Ravel, Poulenc en Fauré die ze samen uitvoeren, zullen ook op cd worden opgenomen.
‘De heilige graal in het liedrecital bereik je wanneer je los kunt komen van de partituur. In een operarol gebeurt dat bijna automatisch omdat je geholpen wordt door de enscenering en de choreografie, de vele repetities en de opeenvolgende uitvoeringen. Bij een recital is dat lastiger omdat het doorgaans losse optredens betreft die tussen twee operaproducties op de agenda staan.’
Het Concertgebouwdebuut van Sabine Devieilhe is nog even uitgesteld, al was ze al wel eens in de Grote Zaal om een concert bij te wonen van een van de zangers met wie ze in 2015 bij De Nationale Opera in Poulencs Dialogues des Carmélites zong. ‘Ik herinner me vooral die indrukwekkende trappen.’
Luistertips:
- Air des clochettes uit Lakmé van Leo Delibes | luister via YouTube
- 'Alcandro Io confesso...Non so d'onde viene' uit Mozarts Aria's voor Aloysia Weber | luister via YouTube
‘Het meesterstuk van ons repertoire is zonder twijfel Ariettes oubliées van Debussy, een cyclus die ik al vroeg in mijn muzikale leven heb ontdekt en nog altijd koester. Toen ik met Alexandre ging samenwerken, was het vanzelfsprekend om dit werk uit te voeren. Op het eerste gehoor lijkt het niet bestemd voor een coloratuursopraan, maar het zit hem in de kleurschakeringen en de finesses van de woorden.’
Samenwerking
Alexandre Tharaud en Sabine Devieilhe hebben elkaar leren kennen via hun platenlabel Warner Classics. Het begon met de opname van de Vocalise van Rachmaninoff. Die samenwerking verliep zo goed dat er meer volgde. ‘We hebben dezelfde muzikale smaak en het Franse repertoire ligt ons beiden goed.’ De mélodies van Debussy, Ravel, Poulenc en Fauré die ze samen uitvoeren, zullen ook op cd worden opgenomen.
‘De heilige graal in het liedrecital bereik je wanneer je los kunt komen van de partituur. In een operarol gebeurt dat bijna automatisch omdat je geholpen wordt door de enscenering en de choreografie, de vele repetities en de opeenvolgende uitvoeringen. Bij een recital is dat lastiger omdat het doorgaans losse optredens betreft die tussen twee operaproducties op de agenda staan.’
Het Concertgebouwdebuut van Sabine Devieilhe is nog even uitgesteld, al was ze al wel eens in de Grote Zaal om een concert bij te wonen van een van de zangers met wie ze in 2015 bij De Nationale Opera in Poulencs Dialogues des Carmélites zong. ‘Ik herinner me vooral die indrukwekkende trappen.’
Luistertips:
- Air des clochettes uit Lakmé van Leo Delibes | luister via YouTube
- 'Alcandro Io confesso...Non so d'onde viene' uit Mozarts Aria's voor Aloysia Weber | luister via YouTube