Swingen & Croonen
door Lonneke Tausch 28 sep. 2020 28 september 2020
Het Jazz Orchestra of the Concertgebouw brengt twee Amerikaanse legendes samen op het Grote Zaal-podium: Frank Sinatra en Count Basie. In dit artikel richten we de spotlights op ‘the count’.
Toen het Count Basie Orchestra op 22 september 1956 rond middernacht in de coulissen stond voor zijn Concertgebouwdebuut, stond de politie buiten. Drie dagen eerder had de Amsterdamse burgemeester Arnold d’Ailly namelijk een verbod uitgevaardigd op nachtelijke jazzoptredens. Na een smeekbede van impresario Lou van Rees had hij weliswaar voor deze Concertgebouwnacht een uitzondering gemaakt, maar de burgemeester was op zijn hoede. Een half jaar eerder nog, in de nacht van 24 maart, hadden twee agenten de niet van stoppen wetende vibrafonist Lionel Hampton van het podium moeten verwijderen.
Toen het Count Basie Orchestra op 22 september 1956 rond middernacht in de coulissen stond voor zijn Concertgebouwdebuut, stond de politie buiten. Drie dagen eerder had de Amsterdamse burgemeester Arnold d’Ailly namelijk een verbod uitgevaardigd op nachtelijke jazzoptredens. Na een smeekbede van impresario Lou van Rees had hij weliswaar voor deze Concertgebouwnacht een uitzondering gemaakt, maar de burgemeester was op zijn hoede. Een half jaar eerder nog, in de nacht van 24 maart, hadden twee agenten de niet van stoppen wetende vibrafonist Lionel Hampton van het podium moeten verwijderen.
Om half drie was het ‘And now cool down, daddy’, terwijl het uitzinnige publiek nog Hey Ba-Ba-Re-Bop stond te scanderen. Nu er opnieuw zo’n grote Amerikaanse jazzster in zijn stad optrad, vreesde de burgemeester soortgelijke taferelen. Al had hij, zoals hij later tegenover Parool-columnist Simon Carmiggelt zou verklaren, ‘niets tegen Count Basie, Kid Ory, het Modern Jazz Quartet en hoe al deze ‘stille hogepriesters’ dan ook mogen heten, maar wèl tegen het feit dat deze lieden in de stilte van de nacht met hun muziek de ‘zuivere zielsverheffing’ van jeugdig Amsterdam bewerkstelligen.’
Het nachtconcert door het Count Basie Orchestra verliep zonder ongeregeldheden. Michiel de Ruyter, de gezaghebbende jazzcriticus van Het Parool, schreef dat het ‘alle voorgaande bigbandconcerten in Nederland van Duke Ellington, Stan Kenton en Woody Herman overschaduwde’. Piet Pijnenborg van de Volkskrant was vol lof over ‘een briljant concert. Verrassend mooi van klank zijn de kopersecties van saxen, trombones en trompetten, die in vooral op kleur gerichte arrangementen bijzonder fraai en evenwichtig ten opzichte van elkaar zijn afgewogen.’ Pijnenborg prees naast ‘Basies expressieve toucher aan de vleugel’ expliciet de voortreffelijke houding van de veelal jonge toehoorders en citeerde ‘een der Concertgebouw-functionarissen’: ‘Dat was de keurigste jazz-uitvoering die we hier ooit hebben gehad.’
Dennis Mackrel, chef-dirigent van het Jazz Orchestra of the Concertgebouw (JOC), was van 1983 tot en met 1987 de drummer van het Count Basie Orchestra en zou er van 2010 tot 2013 terugkeren als bandleider. Staat Mackrel doorgaans vóór zijn JOC, vandaag laat hij vanachter het drumstel oude tijden herleven. In de huid van Count Basie zélf kruipt voor de gelegenheid pianist Peter Beets. Ruben Hein neemt een paar van de bekendste hits uit de vruchtbare samenwerking van Basie met Frank Sinatra voor zijn rekening, zoals Come Fly with Me en The Lady Is a Tramp. Overigens is het Count Basie Orchestra met het overlijden van zijn naamgever in 1984 niet opgehouden te bestaan: op 9 augustus 2019 was het nog te gast in de Grote Zaal.
Bigband
De standaardbezetting telt zeventien posities: vijf saxofoons (meestal twee alten, twee tenoren en een bariton), vier trompetten, vier (bij Basie drie) trombones, vaak inclusief een bastrombone, en een vierpersoons ritmesectie van drums, bas, piano en gitaar. Bigbandblazers beheersen vaak extra instrumenten: saxofonisten fluit of (bas-)klarinet, trompettisten flugelhorn. Een van de eerste fameuze bigbands was Paul Whiteman’s Orchestra, dat vanaf 1919 optrad met wat toen nog ‘symphonic jazz’ werd genoemd. Al op 23 juni 1926 stond dit orkest in een uitverkocht Concertgebouw.
Basie @ Concertgebouw
Na een optreden eerder op diezelfde avond in het Scheveningse Kurhaus maakten Basie en zijn keurtroepen in de nacht van 22 september 1956 hun Concertgebouwdebuut. Live-opnames van twaalf nummers zijn in 2015 uitgebracht op Blues Backstage, onderdeel van de veelbekroonde cd-reeks Jazz at the Concertgebouw van het Nederlands Jazz Archief. Het Count Basie Orchestra zou nog terugkeren op 7 maart 1959, 26 maart 1960 en 21 april 1962.
Dutch Jazz Heritage
Eerder in de serie Dutch Jazz Heritage verzorgde het JOC tributes aan Miles Davis, Thelonious Monk, Chet Baker, Gerry Mulligan en Ella Fitzgerald. Jazzjournalist en oog- en oorgetuige Bert Vuijsje illustreert deze concerten met audio- en videomateriaal afkomstig uit het Nederlands Jazz Archief.
di 6 okt 2020 | Grote Zaal
Jazz Orchestra of the Concertgebouw
Dennis Mackrel — leiding/drums Peter Beets — piano
Ruben Hein — zang
Dit concert komt tot stand in samenwerking met het Nederlands Jazz Archief.
Om half drie was het ‘And now cool down, daddy’, terwijl het uitzinnige publiek nog Hey Ba-Ba-Re-Bop stond te scanderen. Nu er opnieuw zo’n grote Amerikaanse jazzster in zijn stad optrad, vreesde de burgemeester soortgelijke taferelen. Al had hij, zoals hij later tegenover Parool-columnist Simon Carmiggelt zou verklaren, ‘niets tegen Count Basie, Kid Ory, het Modern Jazz Quartet en hoe al deze ‘stille hogepriesters’ dan ook mogen heten, maar wèl tegen het feit dat deze lieden in de stilte van de nacht met hun muziek de ‘zuivere zielsverheffing’ van jeugdig Amsterdam bewerkstelligen.’
Het nachtconcert door het Count Basie Orchestra verliep zonder ongeregeldheden. Michiel de Ruyter, de gezaghebbende jazzcriticus van Het Parool, schreef dat het ‘alle voorgaande bigbandconcerten in Nederland van Duke Ellington, Stan Kenton en Woody Herman overschaduwde’. Piet Pijnenborg van de Volkskrant was vol lof over ‘een briljant concert. Verrassend mooi van klank zijn de kopersecties van saxen, trombones en trompetten, die in vooral op kleur gerichte arrangementen bijzonder fraai en evenwichtig ten opzichte van elkaar zijn afgewogen.’ Pijnenborg prees naast ‘Basies expressieve toucher aan de vleugel’ expliciet de voortreffelijke houding van de veelal jonge toehoorders en citeerde ‘een der Concertgebouw-functionarissen’: ‘Dat was de keurigste jazz-uitvoering die we hier ooit hebben gehad.’
Dennis Mackrel, chef-dirigent van het Jazz Orchestra of the Concertgebouw (JOC), was van 1983 tot en met 1987 de drummer van het Count Basie Orchestra en zou er van 2010 tot 2013 terugkeren als bandleider. Staat Mackrel doorgaans vóór zijn JOC, vandaag laat hij vanachter het drumstel oude tijden herleven. In de huid van Count Basie zélf kruipt voor de gelegenheid pianist Peter Beets. Ruben Hein neemt een paar van de bekendste hits uit de vruchtbare samenwerking van Basie met Frank Sinatra voor zijn rekening, zoals Come Fly with Me en The Lady Is a Tramp. Overigens is het Count Basie Orchestra met het overlijden van zijn naamgever in 1984 niet opgehouden te bestaan: op 9 augustus 2019 was het nog te gast in de Grote Zaal.
Bigband
De standaardbezetting telt zeventien posities: vijf saxofoons (meestal twee alten, twee tenoren en een bariton), vier trompetten, vier (bij Basie drie) trombones, vaak inclusief een bastrombone, en een vierpersoons ritmesectie van drums, bas, piano en gitaar. Bigbandblazers beheersen vaak extra instrumenten: saxofonisten fluit of (bas-)klarinet, trompettisten flugelhorn. Een van de eerste fameuze bigbands was Paul Whiteman’s Orchestra, dat vanaf 1919 optrad met wat toen nog ‘symphonic jazz’ werd genoemd. Al op 23 juni 1926 stond dit orkest in een uitverkocht Concertgebouw.
Basie @ Concertgebouw
Na een optreden eerder op diezelfde avond in het Scheveningse Kurhaus maakten Basie en zijn keurtroepen in de nacht van 22 september 1956 hun Concertgebouwdebuut. Live-opnames van twaalf nummers zijn in 2015 uitgebracht op Blues Backstage, onderdeel van de veelbekroonde cd-reeks Jazz at the Concertgebouw van het Nederlands Jazz Archief. Het Count Basie Orchestra zou nog terugkeren op 7 maart 1959, 26 maart 1960 en 21 april 1962.
Dutch Jazz Heritage
Eerder in de serie Dutch Jazz Heritage verzorgde het JOC tributes aan Miles Davis, Thelonious Monk, Chet Baker, Gerry Mulligan en Ella Fitzgerald. Jazzjournalist en oog- en oorgetuige Bert Vuijsje illustreert deze concerten met audio- en videomateriaal afkomstig uit het Nederlands Jazz Archief.
di 6 okt 2020 | Grote Zaal
Jazz Orchestra of the Concertgebouw
Dennis Mackrel — leiding/drums Peter Beets — piano
Ruben Hein — zang
Dit concert komt tot stand in samenwerking met het Nederlands Jazz Archief.