Tijd voor méér Berlioz
door Michel Khalifa 01 jun. 2018 01 juni 2018
Berlioz is volgens dirigent Marc Soustrot altijd verwaarloosd, maar zonder goede reden. 'Wie anders dan Berlioz zou het lef hebben om twee tuba’s, twee contrafagotten, een fagot en acht contrabassen samen te laten spelen?'
‘De Fransen hebben Berlioz altijd verwaarloosd’, zegt Marc Soustrot verontschuldigend aan de telefoon. ‘Zelf heb ik ook veel tijd nodig gehad om hem echt te ontdekken. Ik dirigeerde al op jonge leeftijd de Symphonie fantastique, maar ben pas later gaan beseffen dat Berlioz een ware klankmeester is. Net als Wagner weet hij ongehoorde klankkleuren uit het orkest te toveren.
Wie anders dan Berlioz zou het lef hebben om twee tuba’s, twee contrafagotten, een fagot en acht contrabassen samen te laten spelen? Zijn instrumentatietraktaat, dat ik met grote belangstelling heb gelezen, helpt mij om het tempo aan de soms buitenissige orkestbezetting aan te passen. Het is overigens grappig hoe Berlioz de dirigent bijstaat door in de partituur allerlei praktische aanwijzingen op te schrijven.’
Chef de chant
Hoewel Soustrot zichzelf als een generalist beschouwt en naar eigen zeggen bijzondere belangstelling heeft voor het Duitse repertoire, prijkt de muziek van Berlioz geregeld op zijn programma’s. Daarbij horen veel werken waarin de instrumentale en de vocale dimensie met elkaar verweven zijn, zoals de dramatische symfonie met koor en solisten Roméo et Juliette, het oratorium L’enfance du Christ, de liedcyclus Les nuits d’été en uiteraard La damnation de Faust (‘Fausts verdoemenis’), waarin een groot orkest, een omvangrijk koor en vier vocale solisten losse episoden uit het Faust-verhaal brengen.
Een kolfje naar de hand van Soustrot, die al jaren zeer bewust zijn tijd evenwichtig verdeelt tussen het symfonisch repertoire en de opera. Waarom zijn het concertpodium en de orkestbak even belangrijk voor hem? ‘Ik ben geboren in een familie van zangers: mijn moeder was sopraan aan de opera, mijn vader bariton. Maar ik heb eerst trombone gestudeerd, waardoor ik het orkest van binnenuit heb leren kennen. Als dirigent van opera en ander vocaal repertoire analyseer ik graag de verhouding tussen tekst en muziek.
‘De Fransen hebben Berlioz altijd verwaarloosd’, zegt Marc Soustrot verontschuldigend aan de telefoon. ‘Zelf heb ik ook veel tijd nodig gehad om hem echt te ontdekken. Ik dirigeerde al op jonge leeftijd de Symphonie fantastique, maar ben pas later gaan beseffen dat Berlioz een ware klankmeester is. Net als Wagner weet hij ongehoorde klankkleuren uit het orkest te toveren.
Wie anders dan Berlioz zou het lef hebben om twee tuba’s, twee contrafagotten, een fagot en acht contrabassen samen te laten spelen? Zijn instrumentatietraktaat, dat ik met grote belangstelling heb gelezen, helpt mij om het tempo aan de soms buitenissige orkestbezetting aan te passen. Het is overigens grappig hoe Berlioz de dirigent bijstaat door in de partituur allerlei praktische aanwijzingen op te schrijven.’
Chef de chant
Hoewel Soustrot zichzelf als een generalist beschouwt en naar eigen zeggen bijzondere belangstelling heeft voor het Duitse repertoire, prijkt de muziek van Berlioz geregeld op zijn programma’s. Daarbij horen veel werken waarin de instrumentale en de vocale dimensie met elkaar verweven zijn, zoals de dramatische symfonie met koor en solisten Roméo et Juliette, het oratorium L’enfance du Christ, de liedcyclus Les nuits d’été en uiteraard La damnation de Faust (‘Fausts verdoemenis’), waarin een groot orkest, een omvangrijk koor en vier vocale solisten losse episoden uit het Faust-verhaal brengen.
Een kolfje naar de hand van Soustrot, die al jaren zeer bewust zijn tijd evenwichtig verdeelt tussen het symfonisch repertoire en de opera. Waarom zijn het concertpodium en de orkestbak even belangrijk voor hem? ‘Ik ben geboren in een familie van zangers: mijn moeder was sopraan aan de opera, mijn vader bariton. Maar ik heb eerst trombone gestudeerd, waardoor ik het orkest van binnenuit heb leren kennen. Als dirigent van opera en ander vocaal repertoire analyseer ik graag de verhouding tussen tekst en muziek.
Hoe weet de componist een bepaald woord of zinsdeel muzikaal te benadrukken? Ik beschouw mezelf niet alleen als chef d’orchestre, maar ook als chef de chant [een musicus die de zangers tijdens het repetitieproces coacht, MK]. In de Damnation bijvoorbeeld besteedt Berlioz veel aandacht aan de muzikale karakterisering van Méphisto. Dat hij een machiavellist is, brutaal en gewelddadig, blijkt uit de bijtende figuur op de trombone die hem vergezelt. De overige personages zijn poëtischer en minder karikaturaal.’
Hoofdpersoon
Marc Soustrot kent Het Concertgebouw goed. Hij trad er met enige regelmaat op toen hij tussen 1996 en 2006 chef-dirigent van Het Brabants Orkest was (het gezelschap uit Eindhoven ging later op in philharmonie zuidnederland). Met opgewekte stem: ‘Het is voor mij een immens genoegen om Amsterdam weer aan te doen.
De Grote Zaal is gunstig voor het publiek, maar soms lastig voor de musici. We moeten vóór het concert veel tijd uittrekken om de beste opstelling te kiezen en aan de balans te werken, zeker nu we met zo’n grote bezetting komen. In principe gaan we deze keer het koor in het midden plaatsen, onder het orgel.’
Het koor fungeert dan ook volgens Soustrot bijna als een hoofdpersoon in La damnation de Faust, naast de solistisch bezette rollen van Marguerite, de duivel Méphistophélès, Brander en uiteraard Faust zelf. ‘In dit werk staat het koor op de voorgrond. De partituur vergt veel van de koorzangers, die als groep hun stempel op de handeling drukken.
Vooral de mannenstemmen hebben veel te doen, zeker omdat de studentenkoren vijf- of zesstemmig zijn. Ook op dit vlak pakt Berlioz het anders aan dan de meeste van zijn collega-componisten. Over het algemeen zijn er meer vrouwen dan mannen nodig in een gemengd koor, maar Berlioz draait de verhoudingen om. Gelukkig heeft het MDR Rundfunkchor besloten voor dit project extra tenoren en bassen in te zetten.’
Zon en zee
Deze productie heeft een sterk internationaal karakter. Een Zweeds orkest, een Duits koor en een Frans-Amerikaans-Welsh solistenkwartet (net als mezzosopraan Sophie Koch is bariton Edwin Crossley-Mercer Frans) treden onder Soustrots leiding op. De dirigent vertelt hoe de succesvolle opvoering van een Franse opera in Dresden tot deze bijzondere samenwerking leidde: ‘Na mijn Pelléas et Mélisande [van Debussy] in de Semperoper twee jaar geleden kreeg ik het verzoek deel te nemen aan de Dresdner Festspiele 2018.
Mijn Zweedse orkest uit Malmö werd daarbij geëngageerd, net als het radiokoor van Kopenhagen, dat zich later om planningsredenen moest terugtrekken en vervangen werd door het radiokoor van Leipzig. Onze mini-tournee brengt ons na Dresden naar Antwerpen, Amsterdam en Hamburg. Waarom niet naar Zweden? Omdat daar begin juni het muzikale seizoen al bijna afgelopen is: na een lange winter wil iedereen van de zon en de zee genieten.’
Hoe weet de componist een bepaald woord of zinsdeel muzikaal te benadrukken? Ik beschouw mezelf niet alleen als chef d’orchestre, maar ook als chef de chant [een musicus die de zangers tijdens het repetitieproces coacht, MK]. In de Damnation bijvoorbeeld besteedt Berlioz veel aandacht aan de muzikale karakterisering van Méphisto. Dat hij een machiavellist is, brutaal en gewelddadig, blijkt uit de bijtende figuur op de trombone die hem vergezelt. De overige personages zijn poëtischer en minder karikaturaal.’
Hoofdpersoon
Marc Soustrot kent Het Concertgebouw goed. Hij trad er met enige regelmaat op toen hij tussen 1996 en 2006 chef-dirigent van Het Brabants Orkest was (het gezelschap uit Eindhoven ging later op in philharmonie zuidnederland). Met opgewekte stem: ‘Het is voor mij een immens genoegen om Amsterdam weer aan te doen.
De Grote Zaal is gunstig voor het publiek, maar soms lastig voor de musici. We moeten vóór het concert veel tijd uittrekken om de beste opstelling te kiezen en aan de balans te werken, zeker nu we met zo’n grote bezetting komen. In principe gaan we deze keer het koor in het midden plaatsen, onder het orgel.’
Het koor fungeert dan ook volgens Soustrot bijna als een hoofdpersoon in La damnation de Faust, naast de solistisch bezette rollen van Marguerite, de duivel Méphistophélès, Brander en uiteraard Faust zelf. ‘In dit werk staat het koor op de voorgrond. De partituur vergt veel van de koorzangers, die als groep hun stempel op de handeling drukken.
Vooral de mannenstemmen hebben veel te doen, zeker omdat de studentenkoren vijf- of zesstemmig zijn. Ook op dit vlak pakt Berlioz het anders aan dan de meeste van zijn collega-componisten. Over het algemeen zijn er meer vrouwen dan mannen nodig in een gemengd koor, maar Berlioz draait de verhoudingen om. Gelukkig heeft het MDR Rundfunkchor besloten voor dit project extra tenoren en bassen in te zetten.’
Zon en zee
Deze productie heeft een sterk internationaal karakter. Een Zweeds orkest, een Duits koor en een Frans-Amerikaans-Welsh solistenkwartet (net als mezzosopraan Sophie Koch is bariton Edwin Crossley-Mercer Frans) treden onder Soustrots leiding op. De dirigent vertelt hoe de succesvolle opvoering van een Franse opera in Dresden tot deze bijzondere samenwerking leidde: ‘Na mijn Pelléas et Mélisande [van Debussy] in de Semperoper twee jaar geleden kreeg ik het verzoek deel te nemen aan de Dresdner Festspiele 2018.
Mijn Zweedse orkest uit Malmö werd daarbij geëngageerd, net als het radiokoor van Kopenhagen, dat zich later om planningsredenen moest terugtrekken en vervangen werd door het radiokoor van Leipzig. Onze mini-tournee brengt ons na Dresden naar Antwerpen, Amsterdam en Hamburg. Waarom niet naar Zweden? Omdat daar begin juni het muzikale seizoen al bijna afgelopen is: na een lange winter wil iedereen van de zon en de zee genieten.’